PZC
Het leven
krijgt een
voltage
Een niet te stuiten stroom van ideeën
Sfesï-
gSSKassr"*
Biografie
77
Boijmans
.77-..:-w
Redactie: 0113-315680
&:02M562500
donderdag
11 maart 2004
CoWesterik, 80 jaar.
Geboren: 2 maart 1924 in Den Haag;
1942-1947: Opleiding Koninklijke Academie
van Beeldende Kunsten in Den Haag;
1951: Jacob Marisprijs voor de Schilderkunst.
Hij zal de prijs ook in 1955,1961
(ook voor 'Tekenkunst') ontvangen;
1966: Rembrandtprijs van de stad Leiden;
1971: Staatsprijs voor
Beeldende Kunst en Architectuur;
1976: Opdracht voor 'Touwtjesspringend
Meisje', muurschildering op buitenmuur van
Hoofdbureau van Politie,
Haagseveer, Rotterdam;
1986: Culturele Prijs van Zuid-Holland;
1999: Anjerfonds Chabotprijs.
foto Niels van der Hoeven/GPD
weeduizend tekeningen en aquarellen heeft Co Weste-
rik gemaakt, het tienvoudige van zijn oeuvre aan schil
derijen. Het is nu eenmaal simpeler spontaan te regis
treren dan zorgvuldig te plannen. Tekenen kun je uit de losse
hand, schilderen is een moeizaam proces. Begin deze maand
werd hij tachtig, de meester van het breekbare alledaagse. Ter
gelegenheid van dat kroonjaar is er onder andere een over
zicht van zijn Tekeningen en aquarellen in Museum Boijmans
Van Beuningen in Rotterdam.
Co Westerik komt op met het
onafscheidelijke hoedje.
Kaarsrecht, gestrekte draf,
vriendelijke martiale bulderbas.
Hij verslaat het leven, zal hij
zeggen.
Hij heeft ter begroeting de lin
kerhand aangereikt. Veront
schuldigt zich: rechterpink in
verband. Dat komt zo: de
schilder/tekenaar/aquarellist is,
ondanks de jaren, nog steeds
niet eenkennig. „Ik doe ook nog
etsen en litho's." De eerste hon
derdvijfentwintig exemplaren
van 'het boek', daar zit bijvoor
beeld een ets bij. De Kus. Een
genummerd exemplaar, om de
kosten wat te dekken. Maar hij
is ook met een litho bezig, van
daar die pink.
„Dat was effe wat. Het is een
elektrische pers, een knol van
een ding, dat met een heel
zwaar gewicht door een rail
loopt. Enfin, ik trek me op aan
die pers en ik zit toch met die
pink in die rail... Alsof de tram
over je poten rijdt!Goed, dit
als 'klein detail', als accident du
travail. Maar het is lijden...
„Dat is het. Het is lijden. Altijd.
Het is echt waar!
De theatrale stem buldert over
de lange tafel. Het koffielepeltje
trilt als het espenblad dat door
Westerik moeiteloos wordt opge
pikt bij zijn wandelingen door
de natuur; het espenblad dat
Westerik kan vastleggen, teke
nen, eeuwige kracht kan geven.
Want zo werkt hij: je ziet wel
twintig dingen per dag om je
heen gebeuren, maar drie laten
hem nooit meer los. Zoals een
schrijver het doet met woorden,
zo doet hij dat met het alledaag
se beeld Hij maakt notities,
ideeschetsen voor later, of hij be
gint meteen. De aardige kanten
van het leven, de lullige, de tries
te. Mensen, dieren, voorwerpen.
Met het accent op mensen: ge
boorte, sterfbed, portret' inmid
dels heel veel zelfportretten.
Vrouw in bed met hoofdkussen, 1969; aquarel, pen
Schilderen is eigenlijk 'een stun
telig etteren'. „Het potloodje,
daar begint alles mee", doceert
de leraar in hem. Dat aftasten,
dat registreren van dingetjes -
dat blijft het meest directe. Ook
met zijn schilderijen. Althans in
zijn manier van werken.
Karei Appel, dat is natuurlijk
een ander verhaal, diens schilde
ren komt rechtstreeks uit de
spieren. Maar Westerik is voor
al: potloodje, beetje aquarel
verf, pennetje, krijtje. En luch
tig dansen de lijnen, hoe zwaar
soms ook de thematiek.
Voordeel: er mag ook eens iets
mislukken. Niet goed? In de
prullenbak ermee. Litho's ook -
zijn fans zouden hem wel kun
nen vermoorden: Hier die ets!
Doodzonde! Maar het is zijn oog
dat de status van de Weste
rik-'tekening' bepaalt.
Kamermuziek
Westerik noemt zijn tekeningen
kamermuziek, zijn schilderijen
symfonieën. Want daar kun je
niet van zeggen: weg ermee. Dat
is 'een heel andere approach."
Daar staat het potloodje ook
aan de basis, maar daar werkt
hij bijna architectonisch. We
tend dat het lang, heel lang kan
duren. De volgende dag op
nieuw ertegenaan, hier wat bij-
schuren, daar wat wegnemen,
en maar blijven uitbouwen tot
het doek naar die een-me
ter-twintig, -dertig begint te
groeien, de voorstelling begint
te lijken op wat je hebt beoogd.
De veirukking dat het eens op
de zoveel keren echt lukt, dat ge
voel van 'nou heb ik raakgescho-
ten.„Dat is fabelhaftMaar ik
zeg het met de moed in mijn
schoenen."
Het is het voortdurende gevecht
van de geest met de techniek.
„Het idee in je kop is zuiver.
Dat is nog onaangeraakt, nog on
besmet. Maar zodra het je kop
verlaat, verliest het zijn perfec-
Meisje aan tafel, 1961; pen, penseel
FM-stereo beluistering, 1973; pen,penseel
tie. Komen er handelingen aan
te pas, die het idee gaan vervui
len, die de perfectie terugbren
gen van honderd naar zestig, ze
ventig procent. Omdat er zoveel
kan gebeuren. Je komt maar
niet to the point, je moet maar
concessies blijven doen
Hij weet niet of de vergelijking
tussen een schilder en een schrij
ver van romans en tussen
tekenaar/aquarellist en een
schrijver van korte verhalen
echt opgaat, maar 'er zit wel iets
in.' „Voor een roman moet je
veel meer snuffelen, veel meer
dingen aandragen, veel meer
met een plot werken, veel meer
denken hoe de volgorde moet
zijn."
Er is - in sommige kringen -
meer achting voor romans dan
voor korte verhalen. Tegen de
verhalenschrijver: ga nou maar
eens echt aan het werk. Voor
een tekening/aquarel doe je min
der moeite, ben je veel sneller
klaar, benader je de 75 procent
van de perfectie sneller. Weste
rik kan het niet ontkennen.
„De kans op vervuiling van het
idee is bij een tekening veel min
der aanwezig. Er zitten geen
uren van zweet en gelazersteen
tussen. Je blijft er ook af als het
klaar is. Je zit er hooguit nog
een tweede dag aan te pielen,
maar daarna Schluss. Toch kun
je je op die manier ook door je
eigen werk laten verneuken: je
dacht dat het goed is. maar ach
teraf is het helemaal niet zo
goed."
Hij heeft in al zijn werk zo zijn
verliesposten. „Je redt het met
met wat je in je kop hebt. Het
moet ook nog uit je handen ko
men." Maar, sussend: „Ik haal
ook wel eens tachtig procent,
hoor..."
Eerst was er het schildenjen-
boek, daarna de verzamelde zelf
portretten, vervolgens de samen
werking met onder anderen Rut-
ger Kopland aan Ik wil het niet
zien maar het moet (boekje met
schilderijen en gedichten, plus
een dvd met film en alle schilde
rijen) en nu dus de
catalogus/cd-rom met de teke
ningen en aquarellen.
„Ik kan nu veilig doodgaan",
heeft hij kort na de begroeting
gebast. „Alles van mij is nu in
kaart gebracht, alles is voor me
geregeld."
Notities
Maar, wat dacht hij van al die
notities? Dagelijks gemaakt van
uit zijn atelier aan het Rotter
damse Eendrachtsplein. In een
gekalligrafeerd handschrift, dat
jaloers en razend nieuwsgierig
maakt. Hij wuift het weg. „Och,
dat is voornamelijk privé.. Hij
noemt het zijn logboeken. Werk
boeken, met aantekeningen van
hoe hij bepaalde schilderijen
heeft opgezet, keuzes heeft ge
maakt, verven, kwasten, technie
ken heeft gebruikt. „Maar ook
dat ik weer 'ns pijn in mijn kop
had, of een lege dag, en mijn
hond een keer extra lang heb uit
gelaten."
Moet dat dan niet gepubliceerd
om het beeld van Co Westerik te
vervolmaken? De tachtiger, die
ooit toneelspeler wilde worden,
die halfjaarlijks om-en-om in
Rotterdam en Frankrijk werkt
en leeft, die als grote stadsmens
ook een obsessie heeft voor de
natuur, die in het gras de haren
van de aardkloot voelt, die net
als onze Prinses de warmte van
bomen ervaart, wiens Snijden
aan gras ooit uit de NS-coupés
werd verwijderd omdat een deel
der mensheid de bebloede vin
ger te confronterend vond, die
zich al decennia tot de bestge-
prijsde beeldend kunstenaars
van Nederland mag rekenen?
Dat logboek - mocht hij ooit be
roemd worden, dan is het wel
aardig natuurlijk Immers, elke
brief van Van Gogh is goud
waard. Dat vindt hij ook. Een
geweldige man. Maar als Vin
cent die status niet zou hebben,
zijn die brieven ineens ook van
veel geringer importantie. „Och,
dat moet de tijd maar doen."
Herkenbaar
Co Westerik is herkenbaar uit
duizenden. Herkenbaar door
zijn techniek en thematiek.
Nooit commentariërend, nooit
een spectaculaire afwijking
naar links of naar rechts. Geen
andere perioden, tijdloos 1950
kon in 2000 zijn gemaakt en om
gekeerd. Dat is hem wel eens
verweten, zegt hij, maar ach...
moet hij daar mee zitten? Waar
het hem alleen rhaar om gaat, is
dit: de verwondering van Co
Westerik over allerlei situaties,
door de jaren heen. Zo heeft hij
het duidelijk samengevat, eigen
lijk. Ook al is het, vindt hij,
soms maar 70 procent. Want de
geest blijft een merkwaardig be
sturingssysteem.
„Ik blijf natuurlijk een kleine
jongen, die zit te denken of hij
straks met dat kleine rotpinkie
nog erwtensoep kan koken. Ik
bedoel; het is allemaal zo sim
pel, zo dicht bij de grond alle
maal. Maar de kunst is daar een
soort krachtvorm aan te geven
waardoor je de mensen bij de
strot grijpt. Of tot verzet op
roept, zoals in die treincoupés.
Maar is er iets lulligers dan je
snijden aan gras, of aan papier?
Nou, dan zit er kennelijk power
in, net als in dat trillende espen
blad
Co Westerik slaagt erin het alle
daagse een voltage mee te geven
dat je raakt. Reikt tot hoogspan
ning, levensgevaar! Je gaat er
niet dood van, maar het is wel
een enorme krachtbron.
Peter Ouwerkerk
Co Westerik. Tekeningen en aquarel
len - Museum Boijmans van Beunin
gen Rotterdam, t/m 9 mei Aange
vuld met Westeriks persoonlijke keu
ze uit de collectie schilderijen en
aquarellen uit het museum
Verdere info immv boijmans.nl
Tijf jaar n
V nu hei
na Co Westerik - Schilderijen is
het boek Co Westerik
Rellen/Tekeningen verschenen. Het is
over/ichtscatalgous met cd-rom. Het
V RVat werken die in Boijmans
Beuningen worden getoond, op de
Vim" Zi*n a^'e wer^en van Westenk
op papier (1943-2003) te zien.
catalogus is samengesteld op basis van
Pers°onlijke archief van Co Westerik,
waarin de meeste van zijn werken nauwge
zet zijn geregistreerd. Het nam bijna drie
jaar in beslag de werken in kaart te breng
en. Een karwei, dat werd opgepakt door
Westeriks vrouw en galeriehoudster Fenna
de Vries en Véronique Baar.
Soms was het niet moeilijk zijn 'zelfstandi
ge eenmalige werken op papier' te achterha
len. Van een kwart is dat zo opvraagbaar:
Gemeentemuseum Den Haag bezit 240 wer
ken, Collectie Becht 90. Boijmans Van Beu
ningen 40, Instituut Collectie Nederland
36, Stedelijk Amsterdam 32, MMK Arnhem
27 en een particulier verzamelaar in Am
sterdam ook nog eens een honderdtal.
Maar soms bleken werken vermist of zelfs
gestolen. En er doken ook wel eens valse
Westeriks op bij de speurtocht in musea, ar
chieven, bibliotheken, galeries, veilinghui
zen en bij particulieren. Bij de registratie
kwam onder meer vast te staan dat Weste
riks productiefste 'tekenjaren' 1970 en
1974 waren, hij maakte toen respectievelijk
80 en 100 tekeningen en aquarellen. Het
jaar 1983 daarentegen was heel mager: niet
meer dan 20.
Co Westerik legde zijn werk vast met boek
houdkundige precisie. Véronique Baar: „In
potlood worden de titel van het werk, het
materiaal waaruit het is vervaardigd en de
papiersoort opgeschreven, bovendien
maakt hij een digitale foto van de tekening
en schrijft hij de tekening in in het ar
chief."
De annotaties staan achterop de tekening,
soms ook nog op een sticker. Ook geeft Wes
terik soms de plaats aan waar het werk is
gemaakt.
Baars samenvatting van de 2000 'tekenin
gen': „Het is een niet te stuiten stroom van
ideeën, gevoelens en opgeslagen gebeurte
nissen die sluimeren in het hoofd van de
kunstenaar. Om daar zo nu en dan uit te
kruipen en een vorm aan te nemen
In de catalogus staan verder essays van
kunsthistoricus Cor Blok en van schrijfster
Anna Enquist.
Co Westenk - Aquarellen en Tekeningen. Uitgeve
rij Walburg Pers, 270 pag., 49,50.