Het zwarte randje van
de Olympische Spelen
Brabants echtpaar bouwt een stukje hemel op aarde
PZC
Grieken hopen op een nieuw mirakel
Gestuurd door
een aartsengel
zaterdag 21 februari 2004
Athene moet af. Voor de ko
mende Olympische Spelen
worden stadions, stations en
hotels uit de grond gestampt.
Door de onveiligheid in de
bouwput zijn onder de duizen
den bouwvakkers al vele tien
tallen doden en gewonden ge
vallen. De Spelen van 2004 heb
ben nu reeds een zwart randje.
Hij werd 21 jaar. Ouder niet. Een
maand voor zijn 22ste verjaar
dag, een dik half jaar voor het begin
van de 28ste Olympische Spelen,
kwam door een bouwongeluk een eind
aan het leven van Stelian Todirica,
een Roemeense bouwvakker met een
verlopen paspoort. Hij bouwde de af
gelopen jaren mee aan de olympische
stad Athene. Collega's zagen hem val
len. Ze schreeuwden. Huilden. Staak
ten. Gingen toen gauw over tot de or
de van de dag. Het werk moest af.
Athene bouwt. Hotels, stations, een
olympisch dorp en vele stadions. In de
haast om de boel tijdig af te krijgen en
het Internationaal Olympisch Comité
te vriend te houden worden Jan en al
leman op de bouwsteigers gezet.
Grieken natuurlijk - volgens de vak
bonden veel zestigplussers die hun
pensioentje willen aanvullen - maar
ook opvallend veel mannen van bui
tenlandse afkomst Legalen en illega
len. Bengalen, Pakistani, Roemenen,
Syriërs, Irakezen, Russen, Bulgaren.
En héél veel Albanezen, de meer dan
een half miljoen personen tellende
minderheid in Griekenland die van
ouds wordt verschopt, maar wel ge
schikt wordt geacht voor vuile karwei
tjes.
Leven in Griekenland is niet gemakke
lijk. In het land, dat kampt met een
werkloosheidspercentage van dertien
procent, leeft een op de vier mensen
onder de armoedegrens. In Athene en
omstreken is nog zat werk te vinden
in een van de bouwputten. Werk!
Loon! Wie wil dat niet9 Er zijn nade
len. De werktijden op de Atheense stei
gers zijn lang, soms wel veertien uur,
soms bij nacht of met zevendaagse
werkweken. Een hongerloontje van
dertig tot vijftig euro per dag.
Bovendien zijn, zo klagen de vakbon
den, de veiligheidsmaatregelen aller
belabberdst. Helmen, handschoenen
en veiligheidsschoenen worden maar
mondjesmaat verstrekt en er wordt le
vensgevaarlijk omgegaan met elektri
citeit. De meeste ongevallen vinden
op de bouwsteigers plaats. Die zijn
soms wankel of onvoldoende om
heind, terwijl veiligheidsriemen maar
zelden worden uitgereikt. Een verkeer
de stap en het leven is voorbij.
Dat is wat Stelian Todirica over
kwam
Op vrijdag 23 januari was hij aan het
werk toen hij de fatale beweging
maakte. Zijn val door het lege trapgat
duurde negen meter en eindigde in de
dood. Op het kantoor van de bouwvak-
kersbond in hartje Athene getuigen
foto's van het noodlot van Stelian.
Ingestorte steigers, een diepte van ne
gen meter en een blocdplek van jewel
ste, Muts en nijptang liggen er in.
De onveilige werkplek is een oud
Grieks probleem. Sinds 1970 vielen
op de werkvloer reeds vierduizend do
den De afgelopen jaren heeft de olym
pische bouwwoede het dodencijfer
een impuls gegeven. De cijfers van het
Helleense instituut voor gezondheid
en veiligheid zijn hard. In de afgelo
pen drie jaar vielen in het land 488 do
den, onder vfie vele bouwvakkers. In
de afgelopen-twee jaar zouden op
Atheense bouwplaatsen 74 bouwvak
kers zijn verongelukt
Volgens het instituut vallen de meeste
dodelijke slachtoffers door valonge-
Werkzaamheden aan het dak van de wielerbaan.
foto Peter Schols/GPD
Trambanen voor de supersonische - door Ferrari
ontworpen - tram die nog slechts op papier be
staan. Een olympisch stadion zonder dak. Een voet
balstadion dat nog niet voor een kwart af is. Wie
een rondje maakt langs de olympische accommoda
ties, denkt vanzelf: dit komt niet op tijd af.
Dan zou een mens bijna vergeten dat media wel va
ker over sportevenementen berichten dat de organi
satie onder hevige tijdsdruk staat, maar dat het des
alniettemin altijd goed afloopt voor de organisato
ren. Toch: ieder organisatiecomité zou een krap half
jaar voor de Spelen verder willen zijn dan het
Atheense comité ATHOC.
Veel is al wel (bijna) klaar. Bij de hockey-, honk
bal-, judo-, volleybal- en paardensportstadions is
het 'afmaakwerk' al begonnen. Daar staan de olijf
bomen klaar om geplant te worden, zodat van de
stadionpleinen mooie parken kunnen worden ge
maakt.
In het gebied rond het Olympisch Stadion wemelt
het echter nog van de bedrijvigheid. Het stadion
zelf is aan de binnenkant nog een bouwput met een
kuil van dertig meter diepte. Bovendien moet het
dak er nog op.
Tja, het dak. Het is een beeldbepalend ontwerp van
de Spanjaard Santiago Calatrava, maar inmiddels
zou menig lid van ATHOC hebben gewenst dat in
het verleden voor een wat ordinairder dak was geko
zen.
Het dak van 13.000 ton staal, dat het oude Athene
een modern imago moet geven, veroorzaakt nogal
wat hoofdbrekens. Het ligt nog ongebruikt naast
het stadion. Het moet nog in elkaar en het moet nog
omhoog
Vast grapje wanneer de Grieken vandaag de dag ge
vraagd wordt of de organisatie op tijd klaar zal
zijn: „Wij Grieken geloven in wonderen. Het is tijd
voor een nieuw mirakel."
lukken, stroomstoten en ongevallen
met onveilige machines. Opvallend de
tail: de meeste incidenten vonden
plaats op dinsdagen in mei, tussen 10
en 11 uur 's ochtends. De meeste
slachtoffers waren veertigers. Voor de
eerste feiten hebben onderzoekers
geen verklaring, voor het sterftecijfer
van de veertigers wel. „Dat zijn men
sen met te veel zelfvertrouwen", zegt
vice-president Andreas Kollas van het
instituut. „Ervaren mannen, die den
ken dat hun niets kan gebeuren."
Topje
Volgens de Griekse vakbonden zijn de
cijfers van het instituut gebaseerd op
overheidscijfers en moeten die als het
topje van de ijsberg worden be
schouwd. Daarbij is volgens hen het
aantal ongevallen dat geen fatale af
loop kent niet eens meer te tellen.
„Iedere vier minuten vindt op een
Griekse werkplek een ongeval
plaats", beweert vice-voorzitter Vaca-
lis Vagelis van de grootste Griekse
bouwvakkersbond, die heilig gelooft
dat bij veel ongelukken onervaren, on
geschoolde gastarbeiders betrokken
zijn.
Door de matige veiligheidsmaatrege
len, de lage, soms pas maanden later
uitbetaalde lonen en de lange werktij
den botst het al jaren in Griekenland
tussen de sociale partners. Volgens de
werkgevers weigeren de werknemers
hun veiligheidskleding te dragen, vol
gens de bonden weigeren de werkge
vers die kleding te verschaffen.
Op een van de zaterdagen na de dood
van Stelian Todirica gingen de boze
bouwvakkers weer eens de straat op.
De demonstratie begon bij het ministe
rie van Arbeid en eindigde bij het par
lementsgebouw op Syntagma, het cen
trale plein van Athene. Daar maakte
de politie een einde aan het oproer.
De opstandige meute werd met traan
gas uiteengedreven.
Óp het kantoor van het Griekse orga
nisatiecomité van de Olympische Spe
len, ATHOC, worden de vele bouwdo-
den uiteraard betreurd. Volgens een
woordvoerster wijzen officiële cijfers
echter niet op een bijzondere onveilig
heid van de puur olympische bouwput
ten als stadions en sporthallen. De elf
fatale ongelukken op olympische plek
ken - waarvan vijf in het olympisch
dorp - zijn in de context van de hoe
veelheid werk immers niet bijzonder
hoog. De woordvoerster erkent wel
dat ATHOC de aannemers heeft aange
zet tot haast. „We moeten op tijd
klaar zijn. Anders zal de hele planeet
Aarde ons uitlachen."
De haast is overal zichtbaar. Wie een
tocht maakt langs de olympische loca
ties stuit op een onvoorstelbare bedrij
vigheid. Het geluid van het Athene
van vandaag is dat van tikkende hh-
mers, over puinwegen scheurende
zandwagens en dreunende drilboren.
Het gezicht van Athene is dat van de
hijskranen, de tientallen meters hoge
steigers van hout en staal, de betonmo
lens, de bulldozers, de her en der kri
oelende bouwvakkers, de door zand
wagens veroorzaakte stofwolken en
de hopen afval die bouw met zich mee
brengt.
Ook een leek herkent de onveiligheid.
De zeldzaamheid van de bouwvakkers
helm, de onverantwoorde acrobati
sche hoogstandjes op hoge daken.
Voorbeelden? Die Albanees op metro
station Ano Patissia. Met een hand om
helst hij, boven een diepte van vijf me
ter, een pilaar, met de andere hanteert
hij zijn knijptang.
Of die Albanees op het nog nieuw te
bouwen metrostation van Faliro. Op
vijftien meter hoogte is hij - als ma
troos op de boegspriet - een van de
dakbuizen opgekropen. In zijn ene
hand een kwast, in de andere een verf
blik. Alleen zijn benen behoeden hem
voor een val.
Of de bouwvakker op de bovenste
ring van het voetbalstadion in Pirae
us, die met blote handen het door de
hijskraan aangeleverde betonnen tri
bunedeel aanpakt. De afgrond is der
tig meter diep. Die poppetjes op de
dakrand van het tennisstadion, die
evenwichtskunstenaars op het won
derschone dak van de wielerbaan, de
mannetjes op de rommelige steigers
van het taekwondostadion.
Gekkenwerk. Gekken? „Wat zou u
doen als u geen ander werk kon vin
den?", zegt Vacalis Vagelis van de
Griekse bouwbond. „Wat zou u doen
als werkgevers je bij het minste of ge
ringste ontslaan? Wat zou u doen als u
hier illegaal was en een vrouw en kin
deren te onderhouden had?"
Reputatie
De onveiligheid in de bouwput is een
Europees probleem. Griekenland mag
op dit terrein een bedenkelijke reputa
tie hebben, in heel Europa geldt de
bouw als een linke sector Europese
richtlijnen over werken op hoogte zijn
er wel. Werken op ladders mag nauwe
lijks, de bouwsteiger moet bovendien
stevig zijn en met relingen omheind
en aangelegd door een gediplomeerde
steigerbouwer
Probleem is echter dat de Europese re
gels niet worden nageleefd, ook al om
dat op de bouwplaatsen nauwelijks
toezicht is. „In de hele regio Athene
werken maar vier bouwinspecteurs",
klaagt Vagelis. In Nederland speelt de
zelfde kwestie. Volgens woordvoer
ster Anne Pols van FNV Bouw vraagt
haar bond al jaren om de inzet van
meer inspecteurs. Ander issue van de
Hollandse bouwbond is de strijd te
gen de werkdruk. „Werkdruk is altijd
een belangrijk gevaar in de bouw",
zegt Pols. „Elk mens heeft nu eenmaal
de neiging om onder druk niet zo na
drukkelijk naar de veiligheid te kij
ken. Werkdruk leidt tot die ene fatale
fout."
Werkdruk en onveiligheid in Athene,
dat is het thema van de stapel foto's
die de Griekse bouwbond de afgelo
pen weken op bouwplaatsen liet ma
ken, Op het, door sigarettenrook mis
tig geworden kantoortje van vice-voor-
zitter Vagelis zindert het van de ver
ontwaardiging wanneer de bondsbon-
zen de stapel prenten nog eens bekij
ken. Met grote gebaren gooit Vagelis -
ruige bouwvakkerskop met borstelige
wenkbrauwen - de foto's op de met
kopjes sterke Griekse koffie gevulde
tafel.
Foto's van openliggend stroomdraad.
Van valgaten in flatgebouwen. Van
schaftruimtes temidden van vuilnis.
Van bouwvakkers op teenslippers op
de bouwplaats. Van dunne loopplan
ken tussen steiger en dak.
Bouwvakkers die zo hoog werken dat
ze tussen de hoogspanningskabels ver
toeven. Een man die zich door een hijs
kraan laat ophijsen. En dan is er nog
die foto van die betonnen trap. Beton
nen trap? Vagelis vertelt het verhaal
over de Albanees die een paar weken
geleden aan het werk was in het nieu
we mediacentrum. De man kreeg de
opdracht langs de trap naar de bodem
van de kuil af te dalen. Hij ging. Het
daglicht uit, de duisternis in. Treetje
voor treetje. Plots stopte de trap. Hij
viel. De man werd een van de laatste
doden in de aanloop van Athene 2004.
Waarschijnlijk niet de laatste.
Wessel Penning
Vanuit hun bungalowtje in Milheeze pen
delen Jan (65) en Irana (66) van Ewijk
met regelmaat naar een verscholen plek
diep in Bretagne. Lang gaat dat niet meer
duren. Dezer dagen zetten zware machines
in Plouray de tanden in de grond voor de
bouw van hun eco-village Cornan Ze heb
ben er zeven jaar voorbereiding in zitten en
het moet niet minder dan een stukje hemel
op aarde worden. Hun eigen huis in het eco
logische dorp wordt eind dit jaar als eerste
opgeleverd. Met dank aan aartsengel Mi-
chaël.
Het is me nogal een verhaal dat Jan en Ira
na van Ewijk te vertellen hebben. Het ver
haal is zo hard als de fundering van vijftien
woningen zijn kan, maar tegelijk zo zacht
en ongrijpbaar als een hoofdstuk uit een
new-age-boek. En het begint met een on
waarschijnlijke proloog.
De Van Ewijks woonden in het Brabantse
Beek en Donk, Jan was makelaar, ze liepen
tegen de zestig en hadden het werk er zo'n
beetje opzitten Was het dat? En nu lang
zaam naar de oude dag met zijn gebreken?
Zo voelden zij het niet. Ze waren fit, over
schakeling op voeding in de alternatieve
sfeer had bij hen niet alleen gezondheids
problemen opgelost, maar ook nieuwe ener
gie en een nieuwe kijk op het leven opgele
verd.
De dagelijkse sleur raakte zijn vanzelfspre
kendheid kwijt. Ze voelden zich betrokken
bij het lot van een geteisterde planeet en
zijn bewoners en vroegen zich af wat een
mens van goede wil voor die aarde zou kun
nen betekenen.
Ze formuleerden hun intentie op papier: Le
ven met respect en in harmonie met jezelf,
elkaar, de natuur en de aarde. Leven in de
meest pure volheid, heelheid, zoals is be
doeld. Dicht bij huis, waar je de weg kent,
zou voor zo'n streven praktisch. Maar Bra
bant? Bedompte lucht van fabrieken met ar
me, op elkaar gestapelde dieren. Als er al
een frisse wind staat, komt die aanwaaien
uit het Ruhrgebied, van Botlek of de kanten
van Ant weipen.
Ze gingen op zoek in Frankrijk, in
Zuid-Bretagne. Golfstroom, zeewind. Puur
Irana: „Een helderziende vertelde ons dat
Michaël met ons mee zou gaan."
Jan) „Ik zei: Tjongejonge, had-ie daar zelf
met over kunnen bellen'.'"
Jan is er voor het rationele, technische deel.
zegt Irana. Zij is er voor de dingen die je
niet kunt beredeneren. Want hoe berede
neer je de beslissende rol van een aarts
engel?
Dat er prompt iemand op de stoep stond
om een al langer noodzakelijke reparatie
van hun dak aan te pakken en dat die man
Mike heette, herkenden ze pas achteraf als
passend in een patroon. Daar in Bretagne
stapelde het zich dusdanig op, dat er geen
ontkomen aan was.
Magische plek
Ze belandden in een gehucht met de naam
St.-Michel. In het gemeentehuis, waar ze
naar bouwlocaties informeerden, verwees
men hen naar notaris Michel Cravat. Hij
was het die de magische plek voor verkoop
in portefeuille had Bij de gemeente vertel
de secretaris André Michel dat ze ter plek
ke twintig huizen mochten bouwen. De
schriftelijke bevestiging kwam van de bur
gemeester: Michel Morvan.
Het kon niet anders of hier was sprake van
een zekere leiding, begrepen ze, een be
moeienis die het normale begrip te boven
gaat. Want: „Er kunnen best veel Michellen
Het echtpaar Ewijk voor hun boerenhuis in Bretagne.
foto Johan Otten/GPD
zijn, maar in deze mate, en steeds als het
om cruciale dingen ging..."
Romaanse kerkjes en vierkante supermar-
chés. Rook van houtvuur uit schoorstenen
op daken van leisteen. Tot de rand gevulde
beken die traag door sappig grasland gaan.
Hier zagen ze Cornan voor het eerst, wijst
Jan. Hier, op het smalle toegangsweggetje
zette hij de auto aan de kant. Wat ze zagen
was een goed onderhouden, eeuwenoude
boerenwoning in grijs graniet. Ze zagen de
hoge begroeiing, de woekerende braam
struiken, de bomen tegen de helling, de af
gebrokkelde resten van schuurtjes en gesta
pelde muurtjes. Ze wisten meteen dat ze
niet verder hoefden te kijken.
Al moeten ze de vraagprijs hebben, dan
koop ik het nog. Zo zei Jan het toen. Irana:
„En dat voor een makelaar' Hij was de au
to nog niet uitgeweest..." Waar het hem pre
cies in zat? Jan probeert het uit macht der
gewoonte in brochuretermen: geacciden
teerd terrein, oude bomen, maar voor hij
toe is aan de mime living met schuifpui
valt Irana hem in de rede: „Het was het ge
voel. Weten. Hier is het."
In het rustieke boerenhuis is het goed toe
ven rond de haard Fantastische vakantie
woning zou het zijn, heerlijk pied-a-terre.
Maar straks wordt dit een gemeenschappe
lijke ruimte voor de bewoners van het eco-
dorpje dat er binnen twee jaar rondomheen
gaat verrijzen.
Vijftien huizen moeten er komen. Jan gaat
voor over paden die hij dwars door de
braambossen heen met een motormaaier
heeft gemaakt. Hier komt hun eigen huis.
Daarachter zeven andere. Rechts nog eens
zes, met in de hoek een flinke waterpartij.
Huizen gebouwd van natuurlijke materia
len, Gebogen dak, begroeid met vetplanten.
Muren van dikke gebakken leemsteen met
luchtkamers, hout van ecologische bos
bouw, zonnepaneel voor warm water, hout
kachel, energiezuinige radiatoren.
Water opgepompt uit de grond, ze hebben
het laten testen, de flessen hadden een
week in de auto gelegen en nóg stonden ze
in het laboratorium versteld van de kwali
teit. De richting van de wind, de stand van
de zon, daar houden ze ook rekening mee.
En met feng shui, niet te vergeten. Al wat je
maar kunt bedenken
Cornan had meer ijzers in het vuur. Hoefij
zers, bijvoorbeeld. Eén hoefijzer brengt ge
luk, maar wat te denken van zeven, het ge
tal van de overvloed? Zes hoefijzers vonc
Irana her en der verspreid op Cornan, en
uiteindelijk ook het zevende, vergroeid in
de schors van een knoestige boom.
Nog zoiets. Bezoekers maakten op Cornan
foto's waarop een lichtvlek zichtbaar bleet
Niet één, maar meerdere keren. Irana haai
ze tevoorschijn: doodgewone kiekjes zou;*
denken, maar inderdaad met vreemde, owr-
belichte cirkeltjes en zuiltjes. Technische
mankementen? „Een fotograaf zei dat het
fototoestel lekte. Maar dan lekken er ineö
wel erg veel.
Voor Jan en Irana is het duidelijk: de vla
ken zijn vonken, zichtbare bewijzen van»
energie die de levende aarde hier herbergt
Energie. Het verschil tussen leven en dood
„Het verschil tussen optimaal leven en ne
der leven. Dit soort energie verandert de De
le atmosfeer. Alles wordt leefbaarder
Vijf van de huizen zijn al verkocht, de res',
komt, dat voelen ze. Flinke percelen, flinfe
huizen. Mooi project voor een ex-makelatf
om nog even zijn slag te slaan, hoor je mate
rialisten denken. Jan: „We maken er geen
winst op. Ik riskeer er mijn pensioengeld
voor om het op te zetten." Irana: „Mensen
vragen zich af waar we aan beginnen, waar
om we geen cruise gaan maken of gaan
bridgen.
Het is een mooie plek daar in Bretagne,
mooi, maar, om het voorzichtig te zeggen,
beperkt van omvang. Hoe nobel hun initia
tief ook mag zijn, hebben de Van Ewijks
het idee dat de planeet ermee te redden^
valt? „Er is op meer plaatsen iets aan bet ge
beuren. Het moet klein beginnen, maarn»
een stevig fundament. Zaadjes die worden
gezaaid, die de tijd krijgen om te ontkie
men. Kom over drie, vier jaar maar eens
ken hoe het verdergaat.
Johan Otta