Rijnen geeft heel grappig les Gek hoor, al die ereplaatsen jfZC Vooral meisjes zijn dol op muisje Diddl m dE JQfl&E ondERZOEkER Brugpiepers op survivalcursus woensdag 11 februari 2004 Diddl steelt de harten van honderdduizenden meis jes. In dertien jaar tijd heeft het vrolijke ansichtkaartenmuisje met zijn grote vlam Diddlina en vriendjes Pimboli Co Europa veroverd. Geheel op eigen kracht, zonder reelamegetetter of tekenfilmseries. „Hoi Diddl. Hoe gaat het met jou en Diddlina? Nog altijd op elkaar?" Zomaar een briefje uit de stapel post die Diddl elke dag ontvangt, keurig opgebor gen in de ordner Fanmail. Vanaf zijn geboorte, op 24 augustus 1990. werd Diddl reuze popu lair. Vooral meisjes vinden hem leuk. Wie is die Diddl? Een vrolijke springmuis uit Duitsland. Aan vankelijk was het een kangoe roe met een tuinbroek. De be denker, tekenaar Thomas Go- letz, vond hem niet knuffelig ge noeg. Hij bouwde de kangoeroe om tot muis en verbeterde deze in de loop der jaren. Zo werden de oren en voeten groter. Goletz tekende van Diddl een serie an sichtkaarten. „Vanaf dag één was het een suc ces", zegt Michael Plohmann van de Diddl-winkel in Utrecht. Waarom? „Het zijn heel vrolij ke, kleurrijke kaarten. Mensen vonden die zo leuk dat ze die zelfs gingen sparen. De kaarten kregen spreuken die te maken hebben met het karakter van Diddl. Met vriendschap, liefde, humor, eerlijkheid en vrolijk heid." In 1993 ging het platte cartoonfiguurtje driedimensio naal leven. Geestelijk vader Go letz zelf knutselde met zijn moe der voorbeelden van een knuffel beest in elkaar. Er kwamen be kers, pennen en potloden met Diddl erop. Het assortiment werd breder en breder en breid de uit met figuren als Diddlina, Pimboli, Ackaturbo. Primeurtje voor de fans: in september zijn er Galupi-producten te koop. Kwijlen Voor die fans is de Diddl-win kel in hartje Utrecht de Did- dl-hemel op aarde. Met ouders, want die moeten mee. De fans lopen er zowat te kwijlen bij het zien van het aanbod knuffels, sleutelhangers, agenda's, brief papier, pennenzakjes, afsluitba re drinkbekers, kussens, boeken leggers enzovoorts. Vanuit Utrecht brengt Plohmann de vrolijke handelswaar op de markt in Nederland en België. De winkel aan de Lijnmarkt is de enige in Nederland. Er zijn ook vergelijkbare Diddl-shops in Antwerpen, Parijs en Notting ham. Aan de website - voor elke taal is er een aparte site - is de popu lariteit van Diddl en zijn kornui ten goed af te lezen. Er komen 300 000 bezoekers per maand op de Nederlandse site af, in de leef tijd van zes tot veertien jaar. Re latief scoren Nederland en Bel- gie hoger dan andere landen. De kinderen lezen er, doen spelle tjes, chatten en versturen digita le kaarten, logo's en ringtones. Ook kunnen ze er visitekaartjes en briefpapier samenstellen en printen. Niet echt verrassend is dat voor al de meisjes tot de vaste klan ten behoren. Met twintig pro cent delven de jongens het on derspit. Maar Diddl verliest hen niet uit het oog. „We zijn bezig met rugzakken en baseballcaps in jongenskleuren", zegt Mi chael Plohmann. Er zijn meer graadmeters voor de populari teit. Stuur een twee meter grote Diddl naar een winkel voor een fotosessie en het loopt er zeker storm. Sommige winkeliers heb ben succes met ruilbeurzen van Diddl-dingetjes. In Utrecht brengt de postbode elke dag tientallen brieven van fans, die ook allemaal antwoord kunnen verwachten. Het bijhouden van de Duitse site biedt werk aan drie man. In Nederland is één vrouw er zoet mee. Geduldig be antwoordt ze vragen als 'Hoe he ten de mam en pap van Diddl?' Snoopy Apart aan het verhaal van Diddl is ook de oorsprong. Snoo py, Winnie de Poeh of Mickey Mouse leidden eerst een leven als stripfiguur Van Diddl hoe ven we geen Disney-achtige din gen te verwachten, geen tv-se- rie, geen bioscoopfilm en zeker geen reclamespotjes. „Op die manier willen we geen invloed uitoefenen op de kinderen. Kin deren moeten zelf ontdekken: wie is Diddl en wat is zijn bood schap? Die boodschap vol blij heid, vrolijkheid en optimisme heeft ook voor het succes ge zorgd", zegt Plohmann. Maarten van de Rakt Teun Rijnen is door zijn leerlingen opgegeven voor de Docent van het Jaar-verkiezing. Een eer wil hij dat niet noemen. „Ze noemen me wel eens popi-jo- pi. Daar ben ik niet altijd even blij mee. Een beetje lol mag wel, maar het mag niet ten koste gaan van het on derwijs." Rijnen (24) is le raar bij de Pontes Scholen gemeenschap (zowel op het Goese Lyceum als op het Goese Lyceum voor beroeps onderwijs). De verkiezing Docent van het Jaar is opgezet door de website scholieren.com en radio zender 3FM. Leerlingen uit heel Nederland kunnen op de site aangeven wie hun favoriete le raar is en waarom deze docent van het jaar moet worden. Aan het eind van een ronde kiest de redactie van het radioprogram ma BuZz twee docenten die het tegen elkaar opnemen in een stemronde. Rijnen is de populairste docent in Zeeland. Met drieëndertig stemmen tot nu toe steekt hij met kop en schouders boven de andere Zeeuwse deelnemers uit. De meeste van hen hebben niet meer dan twee stemmen. Rijnen vindt het allemaal wel grappig. „En ik ben niet eens een Zeeuw", lacht de uit Etten-Leur afkomstige docent. Leraar worden was voor hem een tweede keus. „Ik was te groot voor de luchtmacht." Het is echter wel de goede keus ge weest. Rijnen: „Ik had altijd al iets met pubers en toen dacht ik: 'leraar worden; ik probeer het gewoon en zie dan wel verder'. Mijn eerste stage is toen zo goed bevallen dat mijn keus al ge maakt was." Hij is nog maar net afgestudeerd. Dit is zijn tweede jaar als leerkracht sinds hij in augustus 2002 afstudeerde aan de Fontys in Tilburg. Rijnens hoofdvak is geschiede nis. Dat heeft hemzelf altijd erg geboeid. „Mijn opa had allebei de wereldoorlogen meegemaakt. Hij kon daar zo levendig over vertellen, daar kon ik uren naar luisteren. Zo is de voorliefde ont staan. Geschiedenis boeit me ma teloos." Naast geschiedenis geeft hij ook aardrijkskunde en maatschappijleer. Maar wat maakt hem nou zo bij zonder? Mariska de Wit en Jacco Schipper hoeven met lang na te denken. „Hij geeft gewoon heel grappig les", zegt Mariska. „Ja, en de radio mag aan", voegt Jac co toe. „Dat werkt een stuk re laxter." Rijnen geeft toe dat hij een apar te manier van lesgeven heeft. „Ik vind dat je informatie humo ristisch moet brengen. Dat maakt het makkelijker bespreek baar." Humoristisch brengen hoeft niet eens met grappen „Ik beeld ook dingen uit. Als ik het bijvoorbeeld over holbewoners heb, dan doe ik een holbewoner na. De leerlingen weten zo pre cies waar ik het over heb." Die aanpak heeft volgens hem zeker effect. „Dan zie je ze bij een proefwerk denken: 'hoe deed hij toen ook al weer?', ver volgens een blik dat ze het zich herinneren en dan beginnen ze te schrijven." Zijn manier van lesgeven is voor hem geen keuze, het gaat vanzelf. „Ik ben zelf nogal druk, dus ik wil nog wel eens opgaan in het moment. Ik ben vaak zo enthousiast aan het vertellen, dat ik nergens meer op let, alleen op de leerlingen. Dan ga ik automatisch met mijn armen zwaaien en dingen doen." Rijnen denkt dat hij zijn popula riteit vooral te danken heeft aan zijn leeftijd. „Ik sta dichter bij de leerlingen dan oudere colle ga's, denk ik. Ze zien mij eerder als één van hen. Ik ben dus toe gankelijker als ze met iemand willen praten." Dat is een zegen, vindt Rijnen, hij helpt graag leer lingen. „Nog niet eens zozeer om dat het mijn taak als docent is, het is meer een gevoel", legt hij uit. „Als ik een leerling zie die ergens mee zit, dan wil ik die hel pen. Dan mag de rest van die les een rommeltje worden, maar dan moet dat probleem verhol pen worden. Ik ben meelevend, soms een beetje té." „Hij is gezellig en grappig én een maatschappijleraar. Zoiets heb ik nog nooit gezien", merkt Ilham Talab, één van Rijnens leerlingen, op. „Omdat een vak als maatschappijleer zo herken baar is, kan het saai gevonden worden", geeft Rijnen toe. „Maar je moet het leuk maken. Daarom stel ik vaak inzichtvra- gen om de leerlingen er meer bij te betrekken. En nu zie je dat veel leerlingen maatschappijleer voor hun eindverslag kiezen." Al met al mag zijn lesmethode dan een beetje anders zijn en hij is misschien nog een beetje nat achter de oren, maar de resulta ten liegen er niet om. „Vorig jaar hadden maar twee van de negentig eindexamenscholieren die ik had een onvoldoende. Dan doe ik blijkbaar toch iets goed." Hij verwacht niet dat hij wordt verkozen tot docent van het jaar. „Ik wist niet eens van de verkiezing af en als je zo nieuw bent als ik verwacht je dat toch niet. Maar leuk is het wel Salva de Nooijer Teun Rijnen (vijfde van links) temidden van enkele leerlingen die hem hebben opgegeven voor de Docent van het Jaar-verkiezing. foto Dirk-Jan Gjeltema Insiders noemen hem een ta lent. De nieuwkomer in de Oranjewoud crosscompetitie ziet het zelf wat anders. Een crossloop is voor Kevin de Pag- ter (16) in de eerste plaats pure ontspanning. „Doe ik al jaren. Lekker langs de zeedijk hier in m'n woonplaats Westkapelle of een stuk over het strand. Maakt eigenlijk niet uit waar, als je maar lekker kunt lopen. Vorig jaar heb ik meegedaan aan het Stratenloopcircuit en aan een aantal triatlonwedstrijden. Ja, ook triatlon, omdat zwemmen en fietsen m'n andere favoriete sporten zijn. Triatlon is voor mij dus een ideale sport." Vorig jaar besloot Kevin de za ken wat serieuzer te gaan aan pakken. „Ik heb altijd mezelf getraind, maar ik wilde wel eens weten wat ik kon preste ren in een veld met echte atle ten. Ben Üd geworden van Dyna mica en dat bevalt uitstekend. Je krijgt gerichte traimngsar- beid en het trainen met een groep is uiteraard ook gezelli ger dan in je uppie. Ik heb ge leerd dat ik m'n voeten op moet tillen bij het hardlopen. Deed ik niet goed Klinkt gek, maar een ander ziet dat veel beter dan je dat zelf doet. Ander foutje was dat ik teveel met m'n armen zwaaide. Kleine correcties, waar je wat aan hebt. Boven dien kan ik - als lid van Dyna mica - ook een uurtje per week zwemtraining volgen in het Vrij- burgbad, zodat ik dit onderdeel van de triatlon ook kan gaan verbeteren." De deelnemers aan de Zeeuwse crosscompetitie zijn inmiddels nog niet helemaal van hun ver- Kevin de Pagter: „Mijn eerste crossseizoen is voor mij in ieder geval meer dan geslaagd." foto Wim Kooyman bazing bekomen. „Wie is dat ventje, zag je ze denken", zegt Kevin lachend. „Zeker toen ik ook nog als eerste over de finish kwam in Hulst. Nu, met nog één wedstrijd te gaan, zullen ze me zeker met meer onderschatten. Zaterdag valt in Vlissingen tij dens de Kustcross bij de B-ju- nioren de beslissing. Grootste concurrent? Ik denk m'n clubge noot Wouter Jansen. Die staat nu tweede met een achterstand van 29 punten. Een behoorlijk gat, maar alles is mogelijk." De eerste van de in totaal zeven wedstrijden - de Inkelcross in Kruiningen - moest Kevin we gens vakantie in Turkije, laten schieten. „De Moerschanscross was m'n eerste echte wedstrijd, die ik won. Ook de Elder- schanscross, de Braakmancross, de Delta- en de Pallandtcross leverden eerste plaatsen op. Gek hoor, al die ereplaatsen. Hoor je bij de prijsuitreiking steeds je eigen naam als eerste door de luidsprekers schallen. Ik ben zelf misschien nog wel het meest verbaasd over de re sultaten tot nu toe. Het loopt let terlijk en figuurlijk boven ver wachting. Tja, zaterdag valt dan de beslissing. Hoe de uit slag ook is, mijn eerste cross seizoen is voor mij in ieder ge val meer dan geslaagd." Of hij in de toekomst ook als baanatleet succes zal gaan boe ken is voor hem nog een vraag. „Op de langere afstanden mis schien. De 1500 meter of de vijf kilometer. Een marathon? Hm, voor de sfeer zou ik het wel eens mee willen maken, maar voordat je 42 kilometer in de be nen hebt, moet je wel heel wat trainingsuurtjes achter de rug hebben. Zover ben ik nog niet." Hans Segboer •JT. OJJCKJIUMTL, foto's Roland de Bruin/GPD D£ STORM EEN KLEUR GEV£N Leerlingen van groep acht van de basisschool kunnen zich via een 'survivalcursus voor brugpiepers' voorbereiden op het voortgezet onderwijs. Ze leren onder meer wat ze kun nen verwachten op de middelba re school en hoe ze als brugklas ser moeten omgaan met peste rijen van oudere leerlingen. Ook krijgen ze tips over praktische zaken als aanschaf van school tas en agenda. De cursus is een initiatief van de Haagse onderwijsdeskundige Ofkje Teekens. Het doel ervan is de brugpiepers te leren hoe ze angsten moeten overwinnen. Ofkje Teekens, die een instituut voor onderzoek, advies en bege leiding bij leerproblemen heeft en jarenlang mentor was van een brugklas, verwacht dat haar initiatief in een grote behoefte voorziet. De overgang van de ba sisschool naar het voortgezet on derwijs verloopt volgens haar lang niet altijd soepel.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 24