Watergang is later gedempt met Brabants zand Boer moet de markt vóór zijn Vroeger was het zwiigt en wérk deu Nieuwe Raadkaart Agenda V dinsdag 10 februari 2004 Sint-Maartensdijk, de Oost singel met witte brug. Dat is de oplossing van de raad kaart van vorige week in Buiten gebied. De situatie is na de Fe- bruariramp 1953 ingrijpend ver anderd door het dempen van de watergang, maar voor veel in zenders was het desondanks een herkenbare prentbrief kaart. Dat komt mede door de toren van de Nederlands her vormde kerk op de achtergrond en door het smalle straatje (een brandgang), midden-links tus sen de huizen. Zo krap dat twee mensen elkaar niet zonder moeite kunnen passeren, meldt J.M. Gunter-Knuist uit Goes. De brandgang vormt een door gang tussen de Oostvest en de Markt, schrijft M Guequièrre uit Sint-Maartensdijk. „Met de fiets erdoor lukt niet, want aan de Marktkant is de uitgang maar 45 centimeter breed." De brug is vervangen door een weg, deTazelaarstraat. Volgens J. Koopman-Witte uit Smer- diek was de brug destijds de scheiding tussen de Oostsingel (rechts) en de Oostvest (links). Een oude watergang, weet Gun- ter-Knulst. „In een keur uit 1518 is sprake van nieuw gedol ven stadsgrachten, waaronder de Oostvest." Inzender Guequièrre ('onze fa milie behoorde tot de eerste Ne derlandse allochtonen; wij moesten in 1685 van de koning Frankrijk uit') was betrokken bij de afsluiting van de Pluim- pot met de Oosterschelde en toen is ook de watergang ge dempt. „Hij is in 1957 volge reden met Brabants zand, gelijk tijdig met de haven." De kaart roept bij D.F. Bentschap Knook Voshol uit Sint-Maartensdijk oude herinneringen op. „De wa tergang liep door tot in Stave- nisse. In de winter als er ijs was, zag het zwart van de schaatsers, zelfs was er ook cho colademelk. Als jonge jongens reden we dan over de water gang naar Stavenisse." Hij geeft aan dat het huis links op de kaart de achterzijde was van de ambtswoning van burge meester J. Polderman. Rechts van de brandgang woonde met selaar Kees Geluk en daarnaast huisschilder J. van de Hoek. „Verder op de Oostvest had je de achteruitgang van timmer man Kauffman en je had daar ook hoefsmid Jac de Wolf. Het huis vooraan bij de brug is er nog, maar niet meer bewoond. Vroeger woonde de familie F. Polderman er, die verkoch ten er melk, later is Job Pot er gaan wonen en daarna gebruik te W van Hemert het voor ber ging en verkoop van pootaard- appelen aan de kleine man. Het hoge dak erachter was de schuur van commissionair A. Polderman en daarnaast woonde A. Knuist." C. Kloet uit Scherpenisse ver telt dat commissionair Polder man augurken sorteerde voor Luyks. De garage van de burgemeester doet nu dienst als praktijk van dokter Janssen. „Over de brug naar rechts achter de schuren kwam je in de Vijf Zinnen, een straatje dat uitkwam aan de Noordpoort", schrijft C.P. Fase uit Sint-Annaland. „Begin ja ren zeventig zijn de meeste huis jes er afgebroken. Het was een volksbuurtje, er stonden meer dan vijf huizen." Op de plaats van het water be vindt zich nu een speeltuin, be richt W. Pot-Geluk uit Sint- Maartensdijk. „Het huisje aan de achterkant van de brug is Oostvest 13. Mijn man is er ge boren. Rechts van de brand gang, in het huis met de luiken, woont de familie W. Vroegop." Verschillende inzenders melden nog dat de singel bij de plaatse lijke bevolking bekend stond als het Kaadje. Er was een in zender die Kattendijke noemde De winnaars van de waardebon nen zijn: N Muller-Hage uit Goes, D. de Groote- de Visser uit Temeuzen en J. Poot uit Sint-Maartensdijk. Rinus Antonisse De nieuwe raadkaart uit de collectie van Hans Lïnden- bergh laat een echt Zeeuws dorp zien, met mensen in kleder dracht. De vraag is uiteraard om welk dorp gaat het? Nadere bijzonderheden over de vroege re en huidige situatie zijn wel kom. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 14 februan worden gezonden aan; Redactie PZC Buitengebied, postbus 31, 4460 AA Goes; of per fax 0113-315669 en per mail redactie@pzc.nl Drie waardebonnen worden ver loot onder inzenders van goede oplossingen. Boeren telen vaak de markt achterna. Als een bepaald product het goed doet - veel kilo's, leu ke prijs - neemt de teelt er van toe. Net zolang tot de prijs inzakt en het bouw plan weer aangepast moet worden. Nu het een goed aardappelseizoen lijkt te worden, groeit komend voorjaar het aantal hectares dat gepoot wordt. Die tradi tionele, zeg maar conserva tieve, benadering is niet echt verstandig. Veel beter is het om als boer marktge richt te telen. Het Zeeuws Agrarisch Jongeren Kontakt (ZAJK) begint daarom samen met ZLTO en DLV Plant het project 'Zeeuwse agrariërs gaan sa men de markt op.' Marktgericht telen - de vraag centraal in plaats van het aanbod - gebeurt nog te weinig, zegt Daphne Herinckx van de stichting ZAJK Projec ten. „Er worden heel veel buik producten geteeld, waarbij van de teler niet zoveel toegevoegde waarde komt. Het maakt niet uit of het van boer A of B van daan komt en de producten zijn niet onderscheidend. Dat is wel nodig voor marktgericht telen," Ze merkt op dat de aandacht van de agrariërs altijd erg teelt-technisch gericht is ge weest. Zo doelmatig mogelijk zo hoog mogelijke opbrengsten zien te bereiken. Voor de afzet van de producten - wil de markt ze wel hebben en er een goede prijs voor betalen - is de belang stelling aanzienlijk geringer. Het betekent ook dat de boer met veel oog had en heeft voor de ontwikkelingen in de markt. Maar wel mopperen als de aard appels voor het zoveelste jaar weinig opbrengen. Marktgericht telen kan daarin verandering brengen, stelt He rinckx. Elke individuele boer kan ermee beginnen, beter nog is om dat via samenwerking te doen. Dat is voor veel boeren even slikken. Weliswaar werd al in 1877 in Aardenburg de eerste coöperatie in Nederland opge richt, genaamd Welbegrepen Ei genbelang, maar als het erop aankomt houdt een boer het liefst het heft in eigen hand. Herinckx wijst erop dat de macht van de grote supermarkt ketens almaar groter wordt. „Als individuele teler ben je geen partij. Als groep kun je meer invloed uitoefenen." Grote afnemers doen liever zaken met grote leveranciers/producenten. Dan is het voor producenten makkelijker aan kwaliteitseisen te voldoen en een jaarronde leve ring te realiseren Inzet van het ZAJK-project is niet voor niets 'Zeeuwse agrariërs gaan samen de markt op.' Het jongerencon tact geeft het goede voorbeeld door voor het project nauw sa men te werken met de ZLTO en DLV Plant. Het project begint half februari met een marketingcursus. Daar in wordt uitgelegd hoe produc ten het beste 'vermarkt' kunnen worden, dus ook hoe de boer be ter kan inspelen op de ontwikke lingen in de vraag/markt. Daphne Herinckx legt uit dat het vervolg bestaat uit de vor ming van telersgroepen, die een marketingplan gaan opstellen voor een zelf te kiezen gewas. En dan ook met dat marketing plan aan de slag gaan, waaron der de presentatie van een pro duct en afspraken maken in de keten tussen boer en consument. Bij voorbaat laat Herinckx we ten dat van het project geen wonderen verwacht mogen wor den. „Het is wel een mooi hand vat voor boeren om op het eigen bedrijf marktgerichter aan de slag te gaan. Het is belangrijk dat de telers tussen de oren een omschakeling maken. Eerst kij ken hoe de markt in elkaar steekt, voordat ze producten gaan telen. Het gaat om een ver andering van denkwijze. Veel akkerbouwers werken nu met een traditioneel bouwplan." Is het wel mogelijk om met iets nieuws op de markt te komen? De ZAJK-medewerker gelooft Daphne Herinckx van het Zeeuws Agrarisch Jongeren Kontakt: „Als individuele teler ben je geen par tij. Als groep kun je meer invloed uitoefenen." foto Mechteld Jansen daar wel in. „Het is van belang hoe je een product in de markt zet. Dat is het marketingver- haal. Er zijn tal van producten in de supermarkt waar het woordje 'boer' aan vast zit, ter wijl er geen boer aan te pas komt. Maar het doet het goed bij de consument, het heeft iets vertrouwds. Het heeft allemaal te maken met marketingprinci- pes." Meekrap Ze vindt dat de boeren die mee doen aan het project zelf moe ten kiezen en met ideeën moeten komen. „Ik denk dat die er ze ker zijn, alleen moeten ze nog wat handen en voeten krijgen Je ziet al initiatieven ontstaan, maar nog te weinig. Bijvoor beeld op Tholen is onlangs een groep gestart met het telen van meekrap en daar doen ze ook wat met winterwortelen." De kans op succes is groter als samengewerkt wordt, weet He rinckx. Ze erkent dat het een moeilijk punt kan zijn. „Als je met een groep iets samen doet, of het nu bakkers of boeren zijn, moet je wel wat concessies doen. Ik denk dat er steeds meer boeren zijn die inzien dat samen werking noodzakelijk is." Ze at tendeert op het project 'Kiezen voor Toekomst' over samenwer king bij de bedrijfsvoering. Dat is zo'n succes, dat er een tweede ronde komt. Het project is bestemd voor alle agrariërs, niet alleen de jongere. In die groep is er wel veel be langstelling. Zowel akkerbou wers als fruittelers en tuinders kunnen meedoen. Het project duurt drie jaar; elke telersgroep krijgt twee jaar lang veel bege leiding. In het kader van Vitaal Platteland Zeeland geven de pro vincie en Europese Unie een flin ke subsidie. Rinus Antonisse Kiek si, zegt een oudere man in de pauze, „dien Ver- mandere die kan da zóó schöóne zeggen ee?" Ik denk dat hij ook uit het Land van Cadzand komt, want we kennen mekaar van de boot. Het is druk in het Schelde- theater „Jao, wa dienke hie joeng, Vermandere, da 's 'n glad de veugel 'öör." We waren al iets te laat binnen gekomen. Of ze al begonnen wa ren? „Allicht", zegt een man in zwart gekleed, die ons naar 't be sproken plekje bracht, ,,'t Is kwart over achte." Vermandere moet dao niks nii van gemorken en, denk ik. En dat zal ook wel. Want de zaal is vol en donker. „De brugge tegen zeker?", vraagt mijn buurman, die schijn baar om een praatje verlegen zit. Of hoorde ik toch een beetje vermaning in zijn stem? Ik knik, want dat is het vertrouwde ant woord in Terneuzen. Onwillekeurig denk ik terug aan mijn schooljaren. Wie te laat kwam, zei steevast dat hij voor de brug moest wachten. Ook al woonde je zelf in Terneu zen. En er waren wat bruggen en bruggetjes en schijnbaar zocht iedereen juist dat brugge tje op, waar op dat moment de schepen doorvoeren En dat ver haaltje klonk natuurlijk altijd 's morgens rond half negen, of be ter gezegd, iets na half negen. Eén keer had een leraar zich daar schijnbaar zo aan geër gerd, dat hij zich al op het voor val had geprepareerd. Toen de deur openging, begon hij de leer ling onmiddellijk uit te foete ren, waarna deze schuchter zei: „Menêêr, 'k 'aon 'n lekke band", waarna hij er vlug achterna zei: „En de fietsenmaoker, die 'ao z'n eigen verslaopen." Het warme applaus voor onze zanger doet me opschrikken uit mijn mijmering. Vermandere, de man uit de Westhoek, uit de buurt van Veurne. Het platte land, het boerenland, waar nog dialect geklapt wordt en waar mee de mensen in Zeeuws- Vlaanderen zich verwant voe len. Hard werken, zorgen van de vroege morgen tot de late avond, je verantwoording ne men en verder geen flauwekul. Vermandere houdt ons een spie gel voor en we lachen erin en la chen terug, om onszelf. Dat is Vermandere. Dat komt prachtig uit de verf in het lied 'La belle Roselle', een oude vrouw die in Frankrijk woont maar op grote afstand nog steeds alles volgt wat er in haar geboortedorp in de West hoek gebeurt. Als jong meisje is ze geëmigreerd, maar nog altijd die heimwee, en haar karakter blijft West-Vlaams Vermandere zingt: 'Z's is taoi liik 'n wisse, croyez moi!' Even later gaat hij verder met: 'z'is krom gegroeid, van 't schuppen in de groond.' Prachtige beelden: zo taai als een wilg. Wilgen, de bomen uit de polder, de toenken of kopböómen. Daarbij past na De Boerderijenstichting Zee land houdt, als vervolg op vorig jaar, nog twee boerenavon- den. Deze vinden plaats op vrij dag 13 februari in De Vroone in Kapelle en op vrijdag 20 februa ri in 't Meulengat in Sluiskil. Tijdens beide avonden worden verhalen verteld door Kees de Kubber (Oost-Zeeuws-Vlaams), Gerard Smallegange (Beve- lands) en Wim de Vrieze (dialect van Schouwen-Duiveland). En gel Reinhoudt en Anja Kopmels zingen liedjes in respectievelijk het Zuid- en Noord-Bevelands. Beide avonden beginnen op 19.30 uur. Toegang is 5,-. Komende zondag wordt in het Kerkje van Ellesdiek een bijeen komst in het Zeeuws gehouden. Aanvang 14.30 uur. tuurlijk de oude vrouw, die al jarenlang een stukje grond la beurt en door dat zware werk gebogen loopt, maar er niet aan denkt haar hoefje te verlaten. „Weet je", zegt mijn buurman, die net als wij halverwege de pauze naar zijn plaats terug gaat. „Weet je, wa 'k zoo schöóne von? Dat over da zwii- gen goeng. Zöö was 't vroeger toch ommerst? Zwiigen en je moond 'ouwen." Ik knik en denk terug aan dat stukje over zijn vader. De wagenmaker. Wil lem zijn vader was er eentje van weinig woorden Onder het wer ken tegen zijn knecht: Zwiigt en werk deu. Onder het eten tegen de kinderen: Zwiigt en eet deu en 's avonds in bed tegen de klei ne gasten: Zwiigt en gao sla open. 't Is juist die herkenbaar heid, ook van het dialect, de tref zekerheid van de woorden en be grippen, maar toch ook de af standelijk spot, die door de men sen gewaardeerd wordt. Als Willem na de pauze net is be gonnen, schuift een andere buur man langs. Is dat den diejen van: 'De brugge stong zeker open?' Zou ik het vragen? Maar hij was mij voor: 't Was 'óóg waoter", zegt hij, ,,'t was eigent- lijk spriengtij", en grinnikend gaat hij zitten. Rinus Willemsen foto Peter Nicolai

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 20