Zeuren kan altijd nog
Er is nog hoop voor de
schots-en-scheef-schrijvers
25
Vlissingse ouderen over de verzorgingsstaat
zaterdag 7 februari 2004
T-^yjamadagen. In verpleeghui-
zen betekent dat zoveel als
een hele dag aan je lot overgela
ten worden. Dat kan gebeuren,
in 2004. Bezuinigingen, werk
druk, er zijn altijd verklaringen.
En er is meer. Duurdere thuis
zorg, minder vergoeding voor
aanpassingen in huis, gescharrel
met de medicijnprijzen. Afgelo
pen week als klap op de vuurpijl
de suggestie om de aanschaf van
een rollator niet meer te vergoe
den.
Voelen ouderen zich langzamer
hand niet het kind van de reke
ning?
Het is stil in het atrium. Eind van
de ochtend op een grijze februa-
ri-donderdag. Bijna etenstijd. Vrijwil
ligers zijn bezig met de voorbereidin
gen voor de magnetronmaaltijden.
Een stuk of acht maar vandaag. Op de
hogere galerijen loopt af en toe ie
mand achter een rollator voorbij.
Woonzorgcentrum Theo van Does
burg in Vlissingen telt zo'n vijfenveer
tig appartementen. De woningen zijn
tegen de oude HBS aangebouwd. De
binnenplaats is overkapt, zodat er
ruimte is voor wat nog het meest weg
heeft van een tropische tuin. Een gro
te palm, cactussen. Achterin de hal
staat een bak water op poten van wel
drie meter hoog. In de glazen kubus is
het beeld van een naakte man te zien.
'Getijdenkus' van Gertjan Evenhuis
1984-1987, vertelt een begeleidende
tekst. 'Het watemiveau stijgt en daalt
met de eb- en vloedbeweging van de
Westerschelde'. Best mooi, zal een me
vrouw uit één van de hogere apparte
menten later zeggen. „Er waren wel
bewoners die zich aan het beeld stoor
den. Ik heb in de verpleging gezeten,
dus dat blote, daar kan ik wel tegen.
Ik vind het nog een mooie man ook."
Worden de bejaarden zo langzamer
hand niet ziek van alle maatregelen
die bezuinigende bestuurders op hen
afsturen? Het 'rollatorplan' van afgelo
pen week is dan weliswaar één van de
inmiddels befaamde proefballonne
tjes gebleken, er blijven genoeg voor
nemens over om je als bejaarde een
beetje ongemakkelijk te voelen. Thuis
zorg wordt duurder, verstrekking van
hulpmiddelen en medicijnen wordt
minder vanzelfsprekend en ook duur
der. Het wordt er allemaal niet makke
lijker op. Zeker niet als je weet dat el
ke verandering gepaard gaat met een
stapel onleesbare formulieren en brie
ven.
Kaartmiddag
„We hebben net weer loonsverhoging
gehad van de AOW", zegt H. van der
Linden. „Precies 8,04 euro per maand.
Daar kun je nog eens een deur van
opendoen." Tachtig jaar is hij, en het
is zijn kaartmiddag in het Van Does
burgcentrum. Hij woont in de Coosje
Buskenstraat, alleen, zijn vrouw is
overleden. Hij komt vrijwel elke dag
in het centrum. Je kunt er biljarten,
spelletjes doen, een kop koffie of een
borrel drinken. „We bin hartstikke
druk", zegt Van der Linden met in
stemming van zijn kaartmaat Jan Jas
pers (76). Nee, ze vinden dat er hart
stikke goed voor hen wordt gezorgd.
Dat gedoe met die rollators... Zij kun
nen nog goed lopen, dus wat zou dat?
Van der Linden: „Soms denk je, de re
gering verziekt het wel. Vadertje
Drees, na de oorlog, maar toen zat ik
in Amerika. Kijk, nou heeft-ie weer
een joker. De huur gaat drie procent
omhoog. Man alive, ja, ik heb twintig
jaar in Amerika in bakkerijen ge
werkt, ik heb een Amerikaans pen
sioen. Ach, de dollar staat zo laag hé.
Het was een avontuurtje, tot moeders
heimwee kreeg. That's the way. Maar
ik heb toch wel het idee dat er goed
voor ouderen wordt gezorgd." Klok
slag één vervoegt Jaspers zich aan het
buffet. Tijd voor een borreltje. „We
krijgen er één per uur. Dat houden ze
hier goed bij. Anders worden we zo
lastig, vinden ze."
In de eetruimte van het woonzorgcen
trum is een grijs gezelschap inmiddels
toe aan het dessert. Of ze zich nog wel
op hun gemak voelen in een land waar
harde cijfers vóór gevoel lijken te
gaan. Opeens heeft iedereen het hoog
ste woord over de niet te evenaren
kwaliteit van het eten. Behalve één
mevrouw. Zij mag eigenlijk helemaal
geen uien en prei. Volgende keer be
ter, wordt haar verzekerd.
Andere leden van het overwegend uit
dames bestaande gezelschap mompe
len iets over altijd ontevredenheid en
altijd zeuren.
Om vervolgens in een lofzang op hun
centrum en het bejaardenleven uit te
barsten. Mevrouw Van der Hout
wordt deze maand 90, ze woont in het
centrum sinds de ingebruikname acht
jaar geleden. „Mijn man is vier jaar
geleden gestorven, dat maken we alle
maal mee. Ik kom boven het minimum
uit. Dan voel je de bezuinigingen niet
zo. Toen we ons inschreven hier was
er een inkomensgrens van 2000,- gul
den. We hebben een heerlijke binnen
tuin, 's zomers leuke zitjes buiten.
Ach, je hebt allemaal wel eens wat. Ik
ben al zo gekrompen, dat ik in de keu
ken niet meer bij de bovenste bordjes
kan En ik ben blind aan het worden.
Alles gaat achteruit. Maar als je daar
chagrijnig over wordt, heb je niks
meer."
Mevrouw Van Wijnen wordt in mei 84
en woont anderhalf jaar in het cen
trum. „Ik zit hier bovenin, pal onder
het dak. Het wordt daar gloeiend
heet, ik heb een hele slechte zomer ge
had. Ik heb geen kinderen aan wie ik
iets kan vragen. Je krijgt zo veel papie
ren. Van de PZEM. eerst een brief,
dan een boekje, dan nog iets over de
AOW. Je wordt helemaal zot van die
rommel. Soms lig ik er 's nachts wak
ker van."
Mevrouw Van der Hout: „Dat is nou
mijn trots, dat ik nog heel mijn admi
nistratie zelf doe. Ik voel me rijk dat
ik dat kan. Wie zegt dat het volgende
week nog zo is."
Mevrouw Molhoek, ruim boven de 90,
woont in het appartement van de huis
meester op de begane grond. „Ik vind
het echt een verademing hier. Mensen
die geen kinderen hebben worden zo
gauw egocentrisch. Als je maar kinde
ren hebt wordt alles voor je gedaan,
denken ze. Dat is natuurlijk niet zo."
Mevrouw De Croo (90) is ook al acht
jaar in het centrum woonachtig. „Ik
had drie zoons. Maar ik heb er twee
verloren. Dat is nogal wat. De zoon
die ik nog over heb is zo'n fijne vent,
en zijn vrouw, en zijn kinderen."
Mevrouw Van der Hout: „Ik voel me
hartstikke rijk. Kinderen, kleinkinde
ren. vier achterkleinkinderen. Ik heb
vijftien jaar voor mijn vader gezorgd.
Zelf wil ik geen last zijn voor mijn kin
deren. Niet om te klagen, maar ik
weet wat ik heb moeten laten om voor
mijn vader te kunnen zorgen."
Mevrouw Molhoek: „Als je hulp nodig
hebt, kun je die hier krijgen Je moet
er wel wat voor betalen. Het is veel
vrijwilligerswerk. Wat die mensen
doen, daar neem ik diep mijn pet voor
af."
Eerlijk
Even komt het gesprek op rollators.
Bijna iedereen in het zorgcentrum
heeft er één. Zo handig. Er wordt ook
gemompeld - dat het niet terecht is
dat iedereen, ook al zijn ze goed ter
been, zomaar een rollator kan krijgen.
Mevrouw Van der Hout: „Je hebt geen
doktersverklaring nodig, dus iedereen
kan er zo één krijgen. Nu zie je dat er
mensen zijn die zich wel erg gauw
moe voelen. Met een doktersverkla
ring zou de verdeling veel eerlijker
zijn."
Mevrouw Schroevers (82) woont op de
eerste verdieping. Zij zit niet in het
eetclubje, haar aardappels staan op
het vuur „Ik ben graag op mezelf. Ver
velen? Nooit. Naaien, breien, puzze
len. En ik heb de tv met mijn soapjes."
Ook zij heeft een rollator. ..Alleen als
ik boodschappen doe. Voor de rest
vlieg ik de trap nog op. Ja, die rolla
tor. Er zijn mensen die er misbruik
van maken. Ze vinden het wel erg ge
makkelijk."
„De regering moet ons netjes behande
len. Wij hebben de boel opgebouwd.
Als ze goed voor de jeugd zorgen, moe
ten ze ook goed voor de ouderen zor
gen. Zeuren kan altijd. Ik heb pillen
tegen botontkalking, tegen chronische
verstopping. Volgens de oorarts heb
ik twee nieuwe gehoorapparaten no
dig. Dan informeer ik zelf bij de verze
kering hoe dat zit. Alleen met het be
stellen van een taxi heb ik moeite. Vo
rige week moest ik naar het zieken
huis. Om kwart over acht zat ik bene
den klaar. Om half negen was er nog
geen auto, ik had al twee keer gebeld.
Toen ben ik gaan lopen. Haastig, ze
nuwachtig, maar ik was er om kwart
voor negen. Later heb ik de gemeente
gebeld, het ziekenfonds ook. Zo'n
taxi, dat klopt gewoon niet. Maar ze
sturen je allemaal van het kastje naar
de muur."
Jan van Damme
Ze zijn er bij bosjes: leerlingen die zo
slecht schrijven, dat je in het Duitse
ïoefwerk niet eens meer ziet of er 'dem',
den' of 'der' staat.
kn beroerd handschrift kan net het ver-
jchil maken tussen voldoendes en onvol
doendes, en uiteindelijk een geslaagde
poolcarrière behoorlijk in de weg staan.
)e Zwolse (gym)lerares Morika Horn-
nan-Lodérus schiet de abominabele schrij
vers te hulp: ze ontwikkelde een methode,
raarmee zelfs het beroerdste handschrift in
wee tot vier maanden is op te vijzelen,
har geheime wapens: veel praktijkles en
«n dubbelzijdig schoolbord
-ol'ega s en leerlingen zijn lovend over de
Pnrijfjuf. Of haar leermethode Beter hand-
0 thrift ook breed op school wordt inge-
joerd, is echter de vraag - onderwijsminis
ter Maria van der Hoeven is niet zo scheutig
pt extraatjes.
^oorbeelden
jRaaf eigenlijk dat kinderen op de middelba
rs school beroerd schrijven. In de hele groep
P16 van de basisschool wordt het schrijven
peen jaar lang bijna ingeslagen; oefenen
Pt j e erbij neervalt - op het schrijven tussen
e lijntjes en op een mooie vloeiende lijn
[an je medeklinkers. Toch zeilen veel leer
den weg in onleesbaar spijkerschrift, zo-
*a ze eenmaal de brugklas hebben betre-
Morika Homman legt er aansprekende
Oorbeelden van op tafel: proefwerkvellen
®1 vreemd dansende letters, zinnen die dan
^riuf^tS' ^an weer naar *inks leunen. Te
roie blokletters die elkaar van de plek ver
engen, en antwoorden op repetitie-vra-
n, die zelfs met de beste wil van de wereld
eet le ontcijferen zijn.
Hoe kan dat? Doet de basisschool iets ver
keerd?
Morika Homman: „Eén van de oorzaken is
dat kinderen op een onrijpe basis leren
schnjven. Sommige leerlingen zijn in de ont
wikkeling van de motoriek nog niet zo ver
dat ze deze vaardigheid al aankunnen. Op
school wordt in groep drie inderdaad veel
geoefend, maar het echte bijhouden schiet
er daarna vaak bij in. In een klas van dertig
kinderen kan een juf lang niet altijd de aan
dacht geven die nodig is. In de bovenbouw
wordt het vizier vervolgens vooral gericht
op kennis. Dat gaat allemaal best, inclusief
het schrijven, tot de overstap naar de grote
school.
Dan worden leerlingen vaak overdonderd
door hun omgeving en kunnen ze vaak ook
gewoonweg het tempo niet aan. Dan zie je
terugval. Soms gaan ze ook experimenteren
met hun schrijfstijl - de puberteit dient zich
aan. Je hebt kinderen die psychisch niet
goed in hun vel zitten, of een verleden van
pesten hebben en op de middelbare school
in de problemen komen. Je ziet af en toe hoe
leerlingen zich letterlijk aan de pen vast
klampen: met hun stift geklemd in een ver
krampte vuist.
Of die scheef achter het tafeltje zitten. Of
met blokletters schrijven. In dat geval is het
tempo niet meer bij te benen. Het steeds op
tillen van de pen vergt onnodige spieractie
en al met al kunnen aantekeningen in
hiërogliefen verzanden: vooral bij Duitse
naamvallen en wiskundesommen vallen de
zwakke broeders door de mand.
Bij voorkeur moet dat blokschrift dus eerst
terug naar verbonden schrift, vindt Morika
Homman, al zijn er ook therapeuten die me
nen dat het kind best met blokletters mag
schrijven, als het zich daar prettig bij voelt.
Met zo'n soepele verbonden schrijfstijl is al
die informatie van al die leraren in al die
lesuren achter elkaar een stuk beter te pare
ren, vindt ze. „Je houdt het een stuk langer
vol."
Bok
Morika Hornman was als gymnastieklera-
res altijd al gefascineerd door de vraag
waarom de ene leerling bijvoorbeeld wel
soepel over de bok kon springen en een an
der niet. Vanuit haar vak ging ze vervolgens
op cursussen motorisch remedial teaching.
De volgende stap was handschriftverbete
ring - om meer te leren over de motoriek
van leerlingen.
Toen ze voor een paar uur schrijfles op
school werd ingeroosterd, stuurden colle
ga's de brekebeentjes maar wat graag door
naar de nieuwe schrijfjuf. Er ontstond een
wachtlijst, vooral toen bleek dat er snel een
zichtbare verbetering te verwachten was.
Homman begint steeds met het observeren
van de leerlingen. Is er een lichamelijke oor
zaak of een sociaal-emotionele die aan het
slechte schrijven ten grondslag ligt9 Is het
kind hyperactief? Is de concentratie slecht?
Soms blijkt dat het kind in de knoop zit
door een scheiding of een verhuizing, en er
hulp nodig is van de schoolbegeleider Soms
zijn het hele praktische dingen waardie zich
makkelijk laten oplossen Een tafel en stoel
die te klein of te groot zijn. „Een jongetje
met een groeistoornis kreeg een kruk omdat
hij met de stoel nauwelijks boven het tafel
blad uitkwam."
Verkrampt schrijven met de arm stijf tegen
het lijf komt ook regelmatig voor. Met bewe
gingsoefeningen - en spelletjes - zijn die
Morika Homman-Lodérus ontwikkelde een methode om het handschrift van kinderen te verbeteren.
foto Tom van Dijke/GPD
spieren al snel wat losser te krijgen. Voor
het verkrampte vasthouden van de pen be
dacht Morika eveneens praktische oefenin
gen: balletjes klei rollen, aardappels schil
len, een tolletje draaien tussen duim en wijs
vinger. „Zo maak je spieren losser. Verge
lijk het met een sporter die voor de wed
strijd langs de lijn wat oefeningen doet. Het
is trouwens ook goed om zo wat concentra
tie te vinden voordat je gaat schrijven".
Een andere pen kan ook al wonderen ver
richten: ze adviseert zelf de Lamy-pennen
die naar de punt toe driehoekig worden.
„Zo kun je ze maar op één manier vasthou
den, de goede, natuurlijke manier".
Heel essentieel in haar methode, zegt ze, is
het leren schrijven op een dubbelzijdig
schoolbord: met de linker- en de rechter
hand tegelijk letters en kringen en lijnen ma
ken. „Voordat een kind met een dominante
hand leert werken is er de stabiliteit van de
tweehandigheid, ik ga bewust naar die stabi
liteit terug om de nieuwe vaardigheid van
daar weer op te bouwen en beter leren te be
heersen. Er zijn ook methoden met een hori
zontaal bord, maar bij deze methode ont
breekt het visuele en is dus veel concentra
tie nodig: een leerling moet de opdrachten
goed volgen en kan geen oogcorrectie ge
bruiken, en zo krijgt het kind de vorm van
de letters veel beter in de vingers."
Met tien minuten oefenen per dag (er gaat
een bord mee naar huis) is dat snel te perfec
tioneren. Al klinkt het voor buitenstaanders
ongeloofwaardig: „Toch is het praktijk dat
je slordigheid die er in jaren van verwaarlo
zing insloop in korte tijd heel goed kunt cor
rigeren."
Jelle Boonstra
foto Mechteld Jansen
Het atrium van het woonzorgcentrum Theo van Doesburg in Vlissingen.