PZC Elk vrij uurtje )en je bezig Je krijgt de mooiste dingen onder handen Stap voor stap richting droomhuis WOON zaterdag 31 januari 2004 Ieder vrij uurtje aan de slag om het droomhuis te verwezenlijken Je eigen huis bouwen is helemaal niet zo moeilijk. Rini Karman uit Oost-Souburg spreekt uit ervaring. In slechts veertien maanden tijd bouwde hij - geholpen door zijn vrouw Ina, zijn zoon Corné en zijn zwager Bas - zijn droomhuis. Belangrijk is Volgens hem het kunnen opbren gen van de discipline om elk vrij uurtje te metselen, te tim meren en te verven. Hij had altijd al het idee om ooit zelf een vrijstaand huis te bouwen. Het leek hem als onderhoudstimmerman bij de Woningstichting Walcheren een hele uitdaging. En, ook niet onbelangrijk, zelf bouwen le vert een aanzienlijke kostenbe sparing op. Karman schat dat hij ongeveer veertig procent goedkoper uit is dan een woning die gebouwd is door een project ontwikkelaar. Hoeveel uren hij samen met zijn familie in zijn woning heeft gestoken, weet hij niet. ,,Ik heb dat bewust niet bij gehouden. We zijn gewoon be gonnen." Slechts twee jaar woonde de fa milie Karman in een nieuw bouwwoning in de Vlissingse wijk Rosenburg toen de gemeen te Vlissingen bekendmaakte vrije kavels grond te verkopen in het nieuwe bestemmingsplan netje van Oost-Souburg, dat ligt ingeklemd tussen het Koop mansvoetpad en de spoorlijn. ,.We stonden al acht, negen jaar ingeschreven bij de gemeente voor een stuk grond. Mijn vrouw en ik zijn geboren en geto gen in Souburg. Hier liggen on ze roots. Toen we het huis in Vlissingen kochten, leek het er op dat het nog wel vijf jaar zou duren voor er in Souburg kavels uitgegeven zouden worden. Mis schien heeft de gemeente de zaak wel versneld Wij stonden al zo lang ingeschreven, dat wij de tweede keus hadden voor een stuk grond. We zijn wezen kij ken naar het plannetje en dach ten meteen: dit is een mooi stek je voor de rest van ons leven." Informatie Van begin af aan was voor Kar man duidelijk dat hij het huis zelf zou bouwen. „Ik had daar geen ervaring mee, maar ik ben direct begonnen met het inwin nen van allerlei informatie. Tus sen het kopen van de kavel en het heien van de eerste paal, za ten zes maanden. Ik ging al heel veel kijken naar bouwplaatsen, gewoon omdat ik dat leuk vind, maar je blijft daardoor ook op de hoogte van allerlei nieuwe bouwmethodes." Het echtpaar bestelde allerlei catalogi van kant en klare ont werpen van woningen. Niet om daaruit een keuze te maken, maar meer om ideeën op te doen. Niet alle woningen waren toegestaan in het nieuwe wijkje. De gemeente Vlissingen stelde een aantal voorwaarden. Zo moest bijvoorbeeld de boven bouw van de nieuw te bouwen woning drie meter terugge plaatst worden uit de voorgevel. „Ons rijtje moest een moderne uitstraling hebben. Ook waren er voorwaarden gesteld aan de hoogte. Dat was voor ons niet zo'n probleem. Onze kinderen waren het huis al uit. Anders hadden we toch wat minder ruimte gehad op de bovenverdie ping. Hoewel, we hebben nu een derde slaapkamer en een tweede badkamer op de begane grond." Intiem Via het werk van zijn vrouw, kwam het echtpaar in contact met architect Fred Sijnesael uit Westdorpe. Hij maakte vrijblij vend een schetsontwerp, nadat hij samen met de familie door de wijk Rosenburg was gelopen om te zien wat de wensen wa ren. „Wij vonden", zegt Kar man, „het meteen goed toen hij met zijn ontwerp kwam. Het is speels, ruim en tegelijkertijd in tiem." Sijnesael maakte rondin gen in de woonkamer, de hal, de badkamer en de buitengevel. Het ontwerp bracht Karman la ter nog wel eventjes in de proble men. „Om een ronding bij de badkamer te kunnen maken, heb ik zelf mallen moeten ma ken. Leveranciers verkopen wel ronde elementen, maar de ma Rini Karman voor zijn zelfgebouwde huis: „Ik heb een sterkere band met dit huis." ten klopten niet. Ik heb dus zelf de rondingen moeten maken en later moeten stucen voor de af werking Een planning had Karman niet in zijn hoofd voor hij begon aan zijn woning. Dat lukt ook niet, weet hij nu achteraf. „Ik had een contractje gesloten met een heier, die ook al in de Wijk bezig was. In het contract stond dat hij op mijn kavel zou heien, na dat hij klaar was met het heien van de woningen die langs het spoor gebouwd werden. Het zat allemaal wat tegen met het weer. Uiteindelijk was ik er al vier weken klaar voor. toen ze eindelijk kwamen. In het begin dacht ik ook wel eens: als ik nu een beetje opschiet, kan ik eind van de week de vloer storten Het gevolg was wel dat ik soms zaterdagavond om elf uur nog stond te werken, omdat ik het beton had besteld. Soms had ik het werk wel een beetje onder schat. Maar, zoals 't liep, liep 't. Eigenlijk is het alleen maar mee gevallen." Zelfs het bevestigen van de tres paplaten op de bovenverdieping - een klusje dat hij nog nooit had gedaan - was bij nader in zien een fluitje van een cent. „Ik wilde per se geen schroeven, want dat vond ik lelijk. Toeval lig was er een gespecialiseerd be drijf bezig in de wijk. Ik heb ge woon gevraagd of ik een paar uurtjes mocht meelopen om de kunst af te kijken." De woonkamer van de familie Karman. Slechts twee, misschien drie keer viel het zwaar om elke, vrije minuut in het huis te stop pen. „Ik heb het altijd met veel plezier gedaan. Je moet met ver geten, dat mijn zoon of mijn zwager of mijn vrouw altijd aan wezig waren. Ik ben maar heel weinig alleen bezig geweest. Als je helemaal alleen bouwt, is het ook lang niet zo gezellig. Twee keer ben ik 's avonds geweest en dan dacht ik: ik heb eigenlijk he lemaal geen zin. Dan ging ik ook terug naar huis. Of ik liep een rondje op de bouwplaats, ging eventjes zitten en dacht bij mezelf: morgen weer een dag. Het zat dan niet tegen, maar dan was je het gewoon eventjes beu. Soms nam ik een snipper- avond. Ik was er praktisch elke avond. Pas nadat het huis klaar was, zijn we met vakantie ge weest." Na veertien maanden was het huis zover klaar, dat het be woond kon worden. De garage, de tuin, de slaap- en badkamer op de begane grond, konden wel wachten. „Vooral de tuin viel te gen. Het was verschrikkelijk veel werk, zeker omdat we de aanleg ook zelf wilden doen. Aan de rest van het huis, heb ik zeker nog een jaar gewerkt. Al deed ik het toen wel rustiger aan. Ik hoefde niet meer elk uur tje bezig te zijn." Tegenvallers Wat Karman van het zelf bou wen heeft opgestoken, is dat en thousiasme en discipline van het grootste belang zijn. „Je moet het echt zien zitten, ook met z'n tweeën. Je moet ook je spullen goed regelen. Sommige materialen moet je twee maan den van tevoren bestellen, an foto's Ruben Oreel ders valt halverwege de bouw stil." Tegenvallers kende hij nau welijks. ..Volgens mij is juist al les meegevallen. Zelfs het weer. Wat vooral leuk was, is dat je zo'n huis samen met je vrouw en je familie tot een goed einde kan brengen. Ik heb er altijd met veel plezier aan gewerkt. Als je er uiteindelijk gaat wonen, heb je het idee dat je er al heel lang woont, omdat je er alle dagen toch al was. Als ik dit huis had moeten laten bouwen, was het voor mij ook onbetaalbaar ge weest." Het zelf bouwen is hem en zijn familie zo goed bevallen, dat hij overweegt ooit nog een keer een woning van de grond af aan op te bouwen. „Toen ik pas klaar was, dacht ik meteen al dat ik het nog wel een keer zou doen. Niet voor onszelf. Wij willen hier blijven wonen. Maar als één van mijn kinderen een stuk grond zou kopen... Als ik me goed voel, zou ik het meteen nog een keer doen." Hij heeft ook meer een band met het zelfgebouwde huis, dan de andere twee woningen t waarin de familie ooit woonde. „Je hele ziel en zaligheid ligt iVi dit huis. Sommige mensen ko pen een huis en gaan twee, drie keer kijken tijdens de bouw. An dere mensen gaan elke week twee tot drie keer kijken. Mijn eerste woning heb ik helemaal verbouwd. Toen riep ik altijd: dat huis verkoop ik nooit. Uit eindelijk viel het toch niet te gen, toen ik het verkocht. Met dit huis, heb ik een veel sterkere band dan met de andere twee woningen, Ik ben best wel een beetje trots op mezelf." Ab van der Sluis n de serie woonberoepen a at wekelijks een beroep op het gebied van wonen centraal. De meest uiteenlopende personen komen aan bod: van tucadoor en architect tot ambtenaar welstandscommissie en glazenwasser. Vandaag de antiekrestaurateur. foto Willem Mieras Naam: Joop van Baaien Woonplaats: Goes Beroep: Antiekrestaurateur Belangrijkste gereedschap: Politoerdotje Het pronkstuk in zijn overvolle atelier annex werkplaats is een Hollandse bonheur uit de tijd van Willem III. Het is letterlijk een familie stuk. Joop van Baaien, antiekrestaurateur te Goes, kocht het meubel zo'n dertig jaar geleden. „Dit verkopen we nooit. Mijn broer heeft eraan ge werkt, mijn vrouw en ik ben er nu aan bezig. Het is echt van ons geworden. Liefdevol glijdt zijn hand over de opgesneden vo gels in de zwart houten omlijsting „Dat is echt vakwerk. Zoiets maken ze tegenwoordig met meer. Eeuwig zonde", verzucht hij. Joop van Baaien is antiekrestaurateur en zijn klanten komen uit heel Nederland. „Ik heb heel wat beroemde mensen ontmoet, van wie ik meu beltjes heb opgeknapt. Dat is één van de leuke kanten van dit vak. Je leert veel mensen kennen en je krijgt de mooiste dingen onder handen." Voor Joop is zijn vak zijn grote liefde. Hij is er al tijd mee bezig. Zelfs in zijn slaap. „Als ik een moeilijk stuk heb en met weet hoe ik dat moet aanpakken, droom ik er soms van. Als ik dan wakker word, heb ik het in gedachten al af. Het gekke is, dat ik dan ook weet hoe ik het moet aanpakken. Op de één of andere manier heb ik dan de oplossing in mijn onderbewustzijn gevon den." Van Baaien knapt antiek op. Meestal meubelen, maar hij draait zijn hand niet om vooreen taber nakel of koorhekken in een kerk. „Antiek is ons erfgoed. Onvervangbaar. Als je daar niet zuinig mee omgaat, verdwijnt die erfenis naar de stort Er is al zo veel van verdwenen. De ambachtslie den van vroeger hebben hun kennis meegenomen in hun graf. Ik zie wel eens meubelstukken waar van ik me afvraag hoe ze die in hemelsnaam heb ben gemaakt. Dan weet ik, er is nog zo veel te ont dekken. Nog zo veel te leren. En dat ga ik doen als ik over een jaartje met pensioen ga. Dan gaan we in Frankrijk wonen en wil ik me in van alles en nog wat gaan verdiepen. Onder andere in de tech niek van het inleggen. Nee, ik ga dan niet stop pen. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit ophou met dit werk. Bovendien wil ik mijn kennis en er varing overdragen." Hij pakt een glimmend stuk hout. Spiegelglad is het oppervlak en de glans komt prachtig uit als hij het stof er af haalt. „Dit is gepolitoerd hout. Dat doe ik heel veel. Het is een beetje mijn specia liteit. Ik politoer nog op de ouderwetse manier, laag voor laag. Eerst het hout beitsen, en dan ga ik wrijven met mijn politoerdot met schellak, ook wel knooppolitoer genoemd. Je moet iedere keer wachten tot de vorige laag is opgedroogd, voor je er een nieuwe op aanbrengt. Dat kost tijd, heel veel tijd." Er zijn tegenwoordig politoeren op basis van een oplossing van kunsthars. Eén laag; de nerven zijn opgevuld én de glans is er tegelijkertijd. Dat is niets voor Joop. Hij wil alles op de ambachtelijke manier opknappen Met de oude materialen en oude technieken. Dat betekent dat hij bijvoor beeld zijn eigen beitskleuren mengt. In de talloze flesjes en potten op en boven zijn werktafel staan talloze variaties aan beits, lak en lijm. Aan de wand hangen honderden beiteltjes, hamers, scha ven Trots is Van Baaien ook op zijn verzameling oud gereedschap, tentoongesteld in een vitrine in de antiekwinkel bij de werkplaats. De restaurateur moet over veel geduld beschik ken en over een forse portie creativiteit, want ie der meubel heeft weer zijn eigen specifieke proble men. „Ik haal altijd eerst alles uit elkaar. Mijn vrouw zegt wel eens, 'moet je er weer eerst een sta pel plankjes van maken?" Van Baaien gaat er vanuit dat alles is te restaure ren, „Als je maar goed kijkt hoe het in elkaar zit. Het is soms moeilijk om aan materiaal te komen. Ik bewaar alles. Zelfs het kleinste stukje hout. Dat komt altijd te pas als bijvoorbeeld inlegstuk- je" „Je moet ook echt nieuwsgierig zijn. Je bent nooit volleerd. Er is altijd wel iets dat ik niet weet." La chend: „En daar kom ik wel achter hoor." Annemarie Zevenbergen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 31