Doek en beuk gaan de kast in
Vlieg poetst plots met de voorpoten zijn kop
iiSUü
weerwoord
Muziek in
het dialect
van de streek
18
Tankstation
in Lewedorp
op raadkaart
18
De Moed
maalt in
Stavenisse
19
Tangen en
zagen op de
Rusthoeve
19
IT
ledactie: 0113-315680
fww.pzc.nl
mjjl.redactie@pzc.nl
Justbus314460 AA Goes
Hvertentie-exploitatie:
JLj.en Midden-Zeeland: 0113-315520;
vJiws-Vlaanderen: 0114-372770;
Sonaal: 020-4562500.
Wast het gras
wel in januaar,
voelt men dit
het ganse jaar
Nieuwe weerwoorden zijn
welkom hij de redactie PZC,
postbus 31, 4460 AA Goes,
fax 0113-315669,
e-mail redactieQpzc. nl
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- én tuinbouw,
streektaal en streel^cultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie Buitengebied van de
PZC, postbus 31,
4460 AA, Goes,
fax 0113-315669,
e-mail redactie@pzc.nl
Zeeuwse klederdracht, met vlnr: mevr. Willeboordse-Moens (Westkapelle), mevr. Ventevogel-De Nooijer (Arnemuiden, zie ook foto onder) en mevr. Faasse (Westkapelle). foto's Mechteld Jansen
Over een kwart eeuw
zijn ze allemaal ver
dwenen. Mensen in een
Zeeuwse klederdracht. Man
nen die op hun boers gaan
zijn er al niet meer. De laat
ste overleed eind 2003. Het
aantal vrouwen dat dage
lijks in streekdracht door
het leven gaat, neemt snel
af. Piet Minderhoud uit
Westkapelle, als goudsmid
gespecialiseerd in Zeeuwse
sieraden, deed een telling
op Walcheren en onder
zocht meteen hoeveel men
sen er in heel Nederland
nog streekdracht dragen.
De Evangelische Omroep
laat in programma's over
Zeeland graag mensen in kleder
dracht zien. Op de nieuwjaarsre
ceptie van de provincie draaft
steevast een groep mensen in his
torische dracht op Ook minis
ter-president Balkenende krijgt
bij een bezoek aan zijn geboorte
grond mensen in boerengoed ge
presenteerd Een vertekend
beeld van Zeeland, want de kle
derdrachten zijn in feite folklo
re.
De oudste vrouw die altijd in
klederdracht gehuld is, woont
in Arnemuiden en is 102 jaar; de
jongste is 65 jaar, ook woonach
tig in het vissersdorp. „Er is
daar nog één boerin die net als
haar nog levende moeder in
dracht gaat, dus nog een relatie
moeder/dochter", vertelt streek -
drachtkenner Piet Minderhoud,
die naging hoeveel vrouwen nog
een echte Zeeuwse klederdracht
dragen. Hij deed dat met name
op Walcheren.
Minderhoud krijgt er in zijn
twee winkels in Westkapelle en
Arnemuiden nogal eens vragen
over: hoe zit dat met de Zeeuw
se klederdracht. Zijn vader
bracht in 1988 het aantal vrou
wen in Walcherse streekdracht
in beeld. Zijn telling eindigde
op 995. Piet Minderhoud vond
het aardig opnieuw te tellen en
schakelde een aantal mensen in
('ik heb door m'n werk en m'n
belangstelling een heel net
werk') om actuele gegevens te
verzamelen. De teller bleef deze
keer steken op 216 inwoonsters
van Walcheren.
Arnemuiden gaat, net als vijf
tien jaar geleden, met 52 vrou
wen aan kop, gevolgd door West
kapelle met 30. Verder komen
op het eiland alleen nog Aagte-
kerke (16) en Koudekerke (15)
boven de tien vrouwen uit Min
derhoud is over de uitkomst niet
echt verbaasd. Jonge mensen
die bewust streekdracht dragen
komen niet meer voor. „Het is
mooi voor een ander om te zien,
maar niet praktisch meer." De
overstap van dracht op burger
kleding is allang aan de gang.
„Als iemand eenmaal het gemak
van een jurk ervaren heeft, dan
blijft ze meestal op d'r burgers",
zegt Minderhoud. Hij kent wel
enkele gevallen van vrouwen
die burgerkleren aantrokken,
maar ze toch weer gauw verwis
selden voor de vertrouwde
dracht, onder meer omdat ze het
altijd koud hadden. „Streek
dracht is geen comfortabele kle
ding, maar als je het van kinds
af gewend bent, dan weet je niet
beter. De stap van dracht naar
burger is groot. Het is een soort
metamorfose. Als er geen nood
zaak is, bijvoorbeeld ziekte, dan
verandert iemand niet zo
gauw."
Bij de mannen is de verandering
sneller en ingrijpender gegaan.
Had Westkapelle in 1995 nog
acht mannen in Walcherse
dracht, nu geen enkele meer. In
heel Nederland gaan nog onge
veer 19 mannen in klederdracht
(ongeveer tien in Staphorst-Rou-
veen, acht op Urk en een in Vo-
lendam). Minderhoud: „Dat het
met de mannendracht zo droe
vig gesteld is - in mijn hart wist
ik het. Maar nog geen twintig in
het hele land is heel erg wei
nig."
De Westkappelaar gebruikte
zijn netwerk ook om na te gaan
hoe het elders met de streek
dracht is gesteld. In Zeeland
zelf zijn er op Zuid-Beveland
nog 27 vrouwen in klederdracht
(de jongste draagster is 78 jaar)
en op Nieuw- en Sint-Joosland
twee (de jongste is 90 jaar). Min
derhoud wijst erop dat hij onder
scheid maakt tussen de Walcher
se, Arnemuidse en Nieuwlandse
dracht. Hij constateert dat in
Nederland nog in twaalf plaat
sen of regio's een streekdracht
wordt gedragen.
Verreweg het meest in Stap
horst (725 vrouwen, van wie de
jongste 9 jaar is) en Bunscho
ten-Spakenburg (440 vrouwen,
de jongste is 52 jaar) Minder
houd noemt het opmerkelijk dat
Walcheren en Arnemuiden de
bekende klederdrachtdorpen als
Volendam (50 vrouwen) en Mar
ken (39) achter zich laten. Extra
bijzonder is dat de Walcherse
dracht de meest complete van
Nederland is, aldus Minder
houd ..Daar wordt nog altijd
een jak gedragen, ontstaan in de
zeventiende eeuw, evenals oorij
zer. onder- en bovenmuts en
beuk. En het jak wordt nog op
de originele manier gevouwen."
De overstap van streekdracht
op burgerkleding is vooral van
af het eind van de Tweede We
reldoorlog hard gegaan, weet
Minderhoud. Veel mensen uit
Walcheren werden vanwege de
inundatie geëvacueerd en kwa
men terecht in een omgeving
waar iemand in klederdracht
als 'boerentrien' werd aange
merkt. Bovendien waren de spe
cifieke stoffen voor streek
dracht schaars en was het aan
trekken van een jurk vaak nood
zaak. „En doordat men uit de ei
gen omgeving weg was, was de
sociale controle ook minder en
durfde men eerder op zijn bur
gers te gaan."
De tijd dat meisjes bewust
streekdracht aantrokken om zo
aan een vrijer te geraken, komt
nooit meer terug. Minderhoud
herinnert aan de gewoonte in
Westkapelle: een meisje dat in
dracht ging, ging niet met een
jongen op z'n burgers. Omge
keerd evenmin. Het is voorgeko
men dat meisjes zo verkikkerd
waren op een leuke jongen in
dracht, dat ze alsnog de burger
jurk verwisselden voor doek en
beuk.
Rinus Antonisse
In het blad De Wete van de
Heemkundige Kring Walcheren
is het onderzoek van Piet Min
derhoud gepubliceerd. Het is
ook te vinden op de website
www.hkwalcheren.nl.
SX
Insectenkast met daarboven een gaasvlieg en eronder (vlnr) een
tweestippelig lieveheersbeestje, een zebraspinnetje en een roze met-
selbij. illustratie Adri Karman
Eindelijk eens een zonnige
dag tussen alle regendagen
door. Vanuit de keuken kunnen
we de tuin overzien. Een paar
vogels hebben opmerkelijke aan
dacht voor de nestkast die aan
de stam van de els hangt. Het is
echter te ver weg om de dieren
met het blote oog te kunnen de
termineren en we nemen de ver
rekijker er bij. Tijdens het
scherp stellen, komen er enkele
muggen die in het zonlicht dan
sen in beeld en dat herinnert
ons aan de insectenkasten die
we vorige zomer hebben opge
hangen. Niet alleen vogels ma-
HET TUINTJE
VAN
Adri Karman heeft ach
ter zijn huis een kleine
tuin, waar toch van alles
gebeurt. In 'Het tuintje
van' schrijft en tekent hij
elke week over de beleve
nissen in de natuur rond
om het huis.
ken gebruik van kunstmatige on
derkomens, ook insecten bewo
nen speciaal daarvoor ontwik
kelde behuizingen.
We waren de insectenkasten
bijna vergeten. De winter is nu
eenmaal geen jaargetijde waar
in de dieren veel aandacht vra
gen. Toch de kasten maar eens
inspecteren, wie weet wat we
ontdekken. Soms hoor je verha
len waarbij gezegd wordt dat de
kast helemaal vol zit. Nu, dat is
bij ons allesbehalve het geval.
Een enkel buisje is maar bezet
en dan nog maar voor een klein
deel.
Voor het goede begrip: de insec
tenkasten zijn aan de binnenzij
de voorzien van ongeveer twin
tig horizontaal geplaatste door
zichtige plastic buisjes - waar
van de voorkant open is - van
verschillende diameter. Dit om
zoveel mogelijk soorten, groot
en klein, onderdak te kunnen
bieden.
We nemen de kasten mee naar
binnen om ze aan een gedegen
onderzoek te onderwerpen. Op
het eerste gezicht zien we, zoals
gezegd, weinig, maar het insec
tenvolkje kent ook hele kleine
en daardoor moeilijk waarneem
bare soorten. De bewoners lij
ken levenloos te zijn. Dat blijkt
een vergissing. Zodra we enkele
buisjes waarin zich een insect
bevindt uit de kast nemen, komt
er leven in de brouwerij.
De bewoning blijkt toch nog ver
rassend en ook divers. Zo toont
een vrij forse spin. die bovenop
een gelig - van spinrag gemaakt
heuveltje - zit, duidelijk teke
nen van onrust. Wat zich onder
het heuveltje bevindt, is met het
blote oog niet te zien. maar de
binoculair geeft uitkomst. Tien
maal vergroot zijn er door het
fijne spinrag heen een tiental ei
eren zichtbaar. Het is duidelijk
het nest van de spin die blijk
baar broedzorg kent.
Een tweede buisje is voorzien
van cellen die duidelijk met
grijs gekleurde wanden van el
kaar zijn gescheiden. Mogelijk
broedcellen van de roze metsel-
bij die we vorig jaar meerdere
malen de kast zagen binnen
gaan.
Een volgend buisje toont twee
langwerpige cellen waarvan de
achterste een langwerpige gele
cocon bevat. De eerste cel zit vol
met uitgedroogde dode spinne
tjes. Zijn het broedcellen van
een pottenbakkerswesp die als
voedsel voor zijn larven de spin
netjes daar heeft gebracht en er
later een ei heeft bijgelegd? Ver
moedelijk wel. Waarschijnlijk is
de ontwikkeling van ei tot larve
in de achterste cel succesvol ver
lopen en heeft de larve zich te
goed gedaan aan het aanwezige
voedsel, de spinnetjes. Is in de
eerste cel óf geen ei gelegd, óf is
dit niet bevrucht geweest, óf is
het op een andere manier verlo
ren gegaan en is de voedselvoor
raad daardoor onaangesproken
gebleven? Wie zal het zeggen?
Voorin hetzelfde buisje houdt
zich met zichtbaar bewegende
poten een klein spinnetje op. We
herkennen een fraai getekend
zebraspinnetje.
Een vierde buisje is alleen be
woond door een langwerpig in
sect met naar verhouding kolos
sale doorzichtige vleugels. Als
we hem onder de loep houden,
kijkt een paar zwarte ogen met
een gloeiend oranje weerschijn
ons aan. Een gaasvlieg heeft in
de kast een beschut plaatsje ge
vonden. In een vijfde buisje zit
ten een paar dode vliegen.
Dood? Een exemplaar gaat na
enige tijd op het gemak de kop
poetsen met de voorpoten.
Op de bodem van het kastje ten
slotte vinden we een drie milli
meter groot tweestippelig lieve
heersbeestje. Als w e hem onder
de binoculair bekijken, ziet hij
er aan de voorkant anders uit
dan we gewend zijn. Voor blad
luizen - het hoofdvoedsel van zo
wel larven als volwassen insec
ten van het lieveheersbeestje -
moet het zijn alsof er een tank
aan komt denderen.
Hoewel de kast eigenlijk voor
solitaire bijen is bedoeld, gaat
zoals zo dikwijls de natuur ook
hier haar eigen gang. Eigenlijk
leuk om eind januari deze die
ren op het gemak gade te kun
nen slaan. De conclusie dat zo'n
inspectie naast allerlei ontdek
kingen ook vragen oproept,
maakt het wat ons betreft alleen
maar boeiender.
Belangstelling voor een insecten-
kast? Ze zijn voor 15 euro ver
krijgbaar bij het kantoor van
stichting Het Zeeuwse Land
schap (0113-569110).
Adri Karman