kopzorgen
Christenen en moslims kunnen wèl naast elkaar leven
PZC
22
RUDEN RIEMENS
Vrouwen voor Vrede
op de Molukken
Wederopbouw gaat langzaam
zaterdag 24 januari 2004
E erf op het oog onschuldige ruzie
op het busstation van Am-
bon-stad tussen een moslim en chris
ten leidde vijf jaar geleden tot een sle
pende oorlog. Nu is de situatie op de
Molukken stabiel. Het kostte bloed,
zweet en veel tranen. Ook in Neder
land, waar twee Molukse vrouwen
hun eigen strijd voor vrede en verzoe
ning hebben gestreden. Farida Pattisa-
husiwa is moslim, Vera Tentua chris
ten. De strijd is nog niet gestreden,
maar hoop gloort. „Onze grote kracht
is dat we vrouwen zijn."
Vijf jaar geleden, 19 januari 1999. De eerste
beelden op het Journaal. Gebouwen zijn ver
woest en Molukkers op Ambon maken el
kaar af. Moslims vallen christenen aan en
vice versa. Maluku staat in brand, Moluk
kers schreeuwen om hulp.
Farida Pattisahusiwa (51) zit op dat mo
ment in Ridderkerk met haar moeder op de
bank. Ze ziet de beelden, maar kan ze niet
bevatten. „Ik observeerde mijn moeder. Ze
was verschrikt, verbijsterd. Ze stamelde her
haaldelijk dat ene zinnetje: 'Dit kan niet
waar zijn.' Als klein kind was ze daar opge
groeid tussen moslims én christenen. Daar
zat ze op de bank voor de televisie. Lamge
slagen."
Diezelfde avond in het huis van Vera Ten
tua (49). „De eerste gedachten gingen uit
naar mijn familie. Via via kreeg ik later
mijn oom aan de telefoon. Hij schreeuwde:
'Waarom komen jullie niet helpen?!' Ik
kreeg er kippenvel van."
Farida en Vera, moslim en christen. De een
getrouwd met een imam, de ander met een
dominee.
Verschil in religie, maar dezelfde Molukse
pijn en verdriet. Gedeelde wanhoop en ge
voel van machteloosheid. Wat kunnen ze
doen op duizenden kilometers afstand van
de brandhaard? Nachten lang wordt er ge
praat, ettelijke malen worden de tv-beelden
afgespeeld, steeds weer die zoektocht naar
informatie over dierbaren. Er worden veel
tranen gelaten. Dit kan toch nooit lang du
ren? Immers, moslims en christenen hadden
altijd in harmonie met elkaar geleefd. De
harde realiteit wordt al snel zichtbaar.
Tocht
Farida woont in Hilversum maar komt van
oorsprong uit Ridderkerk. Vera woont in
Krimpen aan den IJssel. Het was haar man,
dominee Zeth Mustamu, die Vera in contact
bracht met Farida. „Hij zei: jullie vrouwen
moeten nu opstaan. Wij moesten onze krach
ten bundelen, want wij zouden meer aan
dacht kunnen trekken."
Gesterkt door het succes van een stille
tocht, waaraan een kleine duizend Moluk
kers deelnamen, richtten Vera en Farida in
de zomer van 2000 'Vrouwen voor Vrede op
de Molukken' op. Ze wilden tegenwicht ge
ven aan de eenzijdige beeldvorming als zou
het op de Molukken gaan om een religieus
conflict. „Wij geloofden het niet", zegt Fari
da. „Gevoelsmatig wisten we dat er meer
achter zat."
Veel tekenen wijzen erop dat de oorlog was
geregisseerd. Het vuur op de Molukken
werd opgestookt door provocaties van bui
tenaf, zoals de komst van de moslimstrij
ders van de Laskar Jihad. Bovendien zorgde
de (christelijke) soevereiniteitsbeweging
FKM voor veel onrust. Molukkers waren ge
voelig voor de provocaties en fungeerden
als speelbal voor hogere machten in Indone
sië. Met name bij moslim-Molukkers speel
den onderhuids gevoelens, omdat ze zich al
decennialang achtergesteld voelen ten op
zichte van christenen, een grote rol.
'Vrouwen voor Vrede op de Molukken' mani
festeert zich bewust als een interreligieuze
organisatie. Farida en Vera treden gezamen
lijk naar buiten op diverse manifestaties.
Farida: „We laten zien dat moslims en chris
tenen naast elkaar kunnen staan. Het is een
signaal naar de Molukse gemeenschap hiel
en naar de Molukken toe. Laat elkaar niet
los."
Aan beide geloofskanten in de Molukse ge
meenschap was er veel scepsis over de vre
desbeweging. Er waren spanningen en men-
Af en toe ontploft er nog wel
eens een bom of zijn er geweld
dadigheden. Maar her en der wor
den ook woningen gebouwd en
staan moslims en christenen geza
menlijk op de markt. Hoopvolle te
kenen van verzoening, gematigd op
timisme over de vrede en zorgen om
de lange weg die met beperkte mid
delen nog is te gaan.
De samenleving is ontwricht, zegt
directeur Wim Manuhutu van het
Moluks Historisch Museum. „Jonge
ren hebben hun schoolopleiding
sen weigerden samen te werken met 'de vij
and'. Familie van Farida in Jakarta vroeg
bezorgd of de samenwerking met Vera te
vens een steunbetuiging was aan de RMS,
die in islamitische kringen doorgaans met
weinig enthousiasme wordt ontvangen.
Het zijn tekenen dat ook in Nederland beide
groepen redelijk gescheiden van elkaar le
ven. De oorlog op de Molukken maakte iro
nisch genoeg duidelijk dat ook moslim- en
christen-Molukkers in Nederland vreemden
voor elkaar zijn. Dat is voor een belangrijk
deel de erfenis van de overtocht van het gro
te contingent Molukse KNIL-militairen en
hun gezinnen in 1951, waarbij moslims
apart werden gehuisvest. „We kenden el
kaar niet," zeggen de vrouwen.
Nu is dat anders. Vera heeft gevast tijdens
de ramadan en de moskee in Ridderkerk be
zocht. „Ik voelde me er thuis, geaccepteerd
Farida Pattisahusiwa en Vera Tentua in het Moluks Historisch Museum te Utrecht.
foto Rianne den Balvert/GPD
door de moslimgemeenschap," zegt ze. Fari
da heeft op haar beurt menige kerk van bin
nen gezien en voor het eerst een (christelij
ke) Molukse wijk bezocht. „Dat was toch
spannend. Hoe zouden ze mij ontvangen? Ik
heb getwijfeld, maar mijn man en dochter
zeiden dat ik moest gaan. Vanaf het begin
voelde ik respect. In mijn speeches praat ik
ook bewust vanuit mijn islamitische identi
teit. Ik lees verzen uit de Koran voor, waar
in staat dat we een verplichting hebben ten
opzichte van onze christelijke naasten."
Nu interne barrières zijn weggenomen en de
twee vrouwen elkaar goed kennen, is een ste
vige basis gelegd voor hun vredesstrijd die
is gebaseerd op 'geloof en (h)erkenning'. De
werkgroep 'Vrouwen voor Vrede op de Mo
lukken' telt zes vrouwen. Eerlijk verdeeld:
drie moslims en drie christenen (onder wie
een katholiek van de Keï-eilanden). Met
hun werk oogsten ze veel lof. Ja, zelfs van
de Molukse mannen.
„Onze kracht is dat we vrouwen zijn", zegt
Vera stellig. Vrouwen als symbool voor dra
gers van nieuw leven, voor moeders en ver
zorgers. „Wij pakken geen geweren. Onze
mond is ons wapen.
Frustaties
De gemeenschap in Nederland projecteert
de eigen geschiedenis en frustraties op de
situatie op de Molukken, zegt Farida. Daar
van wordt soms misbruik gemaakt. „Die
twee dingen moet je goed scheiden. Het was
soms wel moeilijk om er tussen te laveren.
Maar wij laten ons niet beïnvloeden door
strijd en macht. Wij dragen verantwoorde
lijkheid voor onze kinderen." Vera: „Toen
Molukse jongeren in Nederland plannen
hadden om aanslagen te plegen, hebben wij
ze toegesproken en een brief geschreven.
We hebben ze verteld dat wij dezelfde pijn
voelen, maar dat dit niet de weg naar vrede
is."
Verzoening en wederzijds begrip binnen de
eigen gelederen in Nederland moet een voor-
beeld zijn voor de voorzichtige vrede op de
Molukken, en andersom. Het lijkt nu goed
te gaan. Farida heeft het in oktober met ei
gen ogen kunnen zien. Toen reisde ze naai
de Molukken voor de opening van een nieu
we moskee in haar dorp Sirisori Islam op
het eiland Saparua. De opening van het ge
bedshuis werd aangegrepen voor een groot
se verzoeningsbijeenkomst tussen moslims
en christenen op Saparua. Het was zeer in-
grijpend en emotioneel, vertelt Farida. Ie-
dereen was aanwezig: broeders en zusters
(pela's en bongsós), dorpshoofden (radja's)
en de vice-gouvemeur. Allemaal stonden ze j
te huilen.
„Het was een prachtig statement voor het i
hele gebied"blikt Farida terug. „Bij de
mensen zelf is ook veel ongeloof. Maar het
was voor beide ook een kwestie van overle-1
ven."
Er is nog een lange weg te gaan, weten de j
twee vredesactivistes. „Je hoeft maar één i
vraag te stellen en er komt een hele water-
val", zegt Farida. „Mensen willen graag i
hun ervaringen kwijt. Er is een enorme be-
hoefte aan traumaverwerking. Er moet niet j
alleen worden gewerkt aan wederopbouw j
maar ook mentaliteitsverandering en be
wustwording."
Farida was tijdens haar bezoek op Ambon
getuige van de terugkeer van vluchtelingen
naar het dorp Waai. De huizen waren op- i
nieuw gebouwd, met hulp van moslims, De-|
zelfde moslims die hen een paar jaar terug
uit datzelfde dorp hadden verjaagd. De arg
waan is merkbaar, maar het zijn tekenen i
van hoop.
Markten draaien weer volop. Farida: „Ik
viel om van verbazing. Het was een vrolijke
boel, geen wegversperringen, geen militai
ren op straat. "Januari 2004, telefoonge
sprek met familie op Ambon. „Het gaat
goed!krijgt Vera te horen. „Alsof er deal-
gelopen jaren helemaal niks was gebeurd
Tonny van der Ms
moeten afbreken waardoor hun per
spectief slecht is. Bovendien is er
veel drugs- en drankmisbruik."
Daarnaast herbergen de vluchtelin
genkampen nog circa 200.000 ont
heemde Molukkers. Een deel van
hen durft niet meer terug te keren
naar het dorp van herkomst.
De Nederlandse pater Böhm, die
vanuit zijn 'crisiscentrum' in Am-
bon-stad regelmatig bericht over de
situatie, constateert een zekere geza
pigheid.
„Veel vluchtelingen kijken niet ver
der dan hun neus lang is. Ze voelen
zich wel happy met hun barak en ge
bruiken het geld dat ze voor de
bouw van een huis hebben gekregen
om een tv en andere mooie spullen
te kopen." De vluchtelingen die wél
terugkeren, blijven gescheiden van
elkaar wonen. Manuhutu: „Dat kan
van invloed zijn op hoe de samenle
ving eruit gaat zien."
Pater Böhm: „Opvallend is de ver
zoenende houding van islamieten.
Zij laten zich niet provoceren."
De wederopbouw gaat echter lang
zaam en er is te weinig geld. Veel
hulp wordt gestremd door corruptie
van ambtenaren bij het Gouverne
ment, zegt pater Böhm. Bovendien
zijn nog niet alle gebieden helemaal
veilig en twijfelen veel Molukkers in
Nederland of hun particuliere hulp
initiatieven ook daadwerkelijk de
plaats van bestemming bereikten.
Toch zet de gemeenschap in Neder
land zich nog volop in. Ron Bartels
blijft met de stichting Hard(t) voor
Maluku strijden voor een n
inzamelingsactie. „Ik vinddatNe-
derland nog steeds een rekening
richting de Molukse gemeenschap
heeft open staan", meent de Cap^6"
naar
Voor Bartels blijft een nationalete-
levisie-actie een mogelijkheid.
heb recent gesprekken in Hilversun
gehad en die houden mijn hoopl^
vend. Ook een voetbalwedstrijd^
het Nederlands elftal, aange'v|J*L
met Molukkers, tegen een wereld®
tal heb ik niet uit mijn hoofdge^