PZC
Steeds gewonnen in
de loterij der genen
Laat niet de lengte van je tanden meten
Pianist
Menahem
Pressler
Gewoon een clip van
Handel op MTV
e laatste dagen?
„Twee soloconcer
ten en drie master-
classes in Parijs. Toen naar
Londen, waar we gisteren
een concert hadden. Vanmor
gen drie uur gerepeteerd en
daarna de vlucht naar Neder
land voor een concert in Rot
terdam, maandag terug naar
Londen..." Menahem Pressler
is een befaamd musicus en:
tachtig jaar.
donderdag 22 januari 2004 27
Het moet er nu maar eens
van komen, vindt Andreas
Scholl. „Gewoon een spannende
videoclip maken en daarmee
naar TMF of MTV. Ik ken een
aria van Handel, die het daar
heel goed zou doen. Dat stuk
moet je dan natuurlijk ook op
een single zetten die je net als
elk willekeurig popnummer uit
brengt. Ik ben benieuwd naar
wat er dan gebeurt." In elk ge
val zou ook de inhoud van zijn
jongste album Arcadia zich le
nen voor op zijn minst aantrek
kelijke televisiebeelden.
Volgens de Duitse countertenor,
specialist in oude muziek, moe
ten de platenmaatschappijen
maar eens durven. „Het publiek
voor klassieke muziek zou tien
keer groter kunnen zijn, als het
genre niet zo'n elitair imago
had. Maar zolang zo veel liefheb
bers van klassieke muziek vin
den dat hun genre niet populair,
mag worden, zal de belangstel
ling nooit echt toenemen. Want
zodra het populair zou worden
is voor hen de aardigheid eraf."
„Kijk maar hoe die elite rea
geert op het succes van Andrea
Bocelli. Ze verwijten hem dat
hij populair werd met hun mu
ziek. Maar hoe zou het dan ko
men dat zijn cd met Verdi-aria's
een miljoenenoplage haalt, ter
wijl de cd's van andere tenoren,
die zeker zo goed zijn, daarbij
ver achterblijven? Kennelijk
kan hij contact maken met een
groot publiek. Dit fenomeen, de
ze volkstenor, vind ik toch te be
langrijk om te negeren."
„De klassieke muziek heeft zijn
glamour verloren. Helaas. Toch
is het nog niet zo lang geleden
dat een Maria Callas zelfs nog
de voorpagina's van de boule
vardpers haalde. Maar wie inte
resseert zich tegenwoordig voor
het privé-leven van Cecilia Bar-
toli? Veel mensen zijn zelfs een
beetje bang geworden voor klas
siek, bang iets niet te begrijpen.
Zelfs de drempel van de klassie
ke platenzaken vinden ze al te
hoog."
„Jammer, want stel je voor: je
hoort iets wat je mooi vindt en
zou willen kopen, maar je weet
niet hoe het heet. Dan moet je
toch naar zo'n winkel durven
gaan en de melodie even voorzin
gen? Klassieke muziek moet
weer gewoon worden. Op de
Vlaamse televisie zag ik een pro
gramma waarin een presentator
van popprogramma's op bezoek
ging bij John Elliot Gardiner
met een paar simpele vragen en
kreeg toen een voor de 'gewone
kijkers' helder antwoord. Prach
tig idee."
Feestelijk
Zelf heeft Scholl over belangstel
ling niet te klagen en al hele
maal niet over de gemiddelde
leeftijd van zijn publiek. „Die is
naar verhouding jong. Ik zing
veel barok en daarmee bereik je
een relatief jong publiek. Die
muziek is spontaner, vaak een
beetje feestelijk. Trouwens, de
falsetstem komt in de pop nog
veel vaker voor, zoals bij Prince
en The Bee Gees. Ik ga daarom
ook zeker nog een popalbum ma
ken, al zal een deel van mijn
klassieke publiek me dat niet in
dank afnemen. Maar soms moet
je durven jezelf te zijn. Het is
niet goed alleen te doen wat je
publiek verwacht." Scholl stelt
zijn albums samen rond een the
ma. Zo ontstond Arcadia na het
zien van een schilderij van Pous-
sin in het Parijse Louvre. Het
doek toont een landschap vol
herders en nimfen en een opper
ste staat van geluk: Arcadië.
„Poussin was lid van een soort
geheim genootschap. Maar wat
nu het mysterie was dat ze koes
terden? Wisten ze waar het ge
heime Evangelie in Zuid-Frank
rijk lag begraven, ging het om
een schat?" Scholl associeerde
dat beeld met het werk van de
Accademia Arcadia, een groep
componisten in het Rome van
rond 1700, die zich door een der
gelijke idyllische wereld liet in
spireren. „Jongens van rond de
twintig, die op initiatief van ko
ningin Christina van Zweden 's
zondags bij elkaar kwamen voor
een soort wedstrijd: 'Wie
schrijft de mooiste cantate?'
Handel is daar destijds ook nog
te gast geweest."
„Hun trefpunt was het paleis
van een kardinaal die libretto's
liet schrijven, nota bene toen de
paus in Rome de opera had ver
boden. Hij stak daar zelfs zo
veel geld in dat hij uiteindelijk
failliet ging en totaal van het to
neel verdween. In wezen be
stond de groep rond die kardi
naal uit een stel hippies dat in
de muziek het ideaalbeeld koes
terde van het leven: een arcadia,
een paradijs. Een boeddhistisch
aandoende wereld van on
schuld, liefde en geluk'."
Eva
„Maar dan wel het Paradijs
waar God, na het eten van de
verboden appel door Eva, nog
niet heeft ingegrepen. Dus het
paradijs waar de lichamelijke
liefde bekend was. Een beetje in
consequent natuurlijk. Met de
simpele thema's van hun canta
tes zetten ze zich af tegen de
complexe klassieke Griekse go
denverhalen uit de opera van
die tijd. Het was ook muziek
voor feesten die 's avonds om
zes, zeven uur begonnen en
duurden tot de volgende mor
gen. Het leek mij een mooi uit
gangspunt voor een nieuw al
bum."
„Onderzoek naar wat daarvan
nog was terug te vinden leverde
een schat aan muziek op die
nooit in druk was verschenen,
laat staan op cd gezet. Met de
Accademia Bizantina, een zeer
muzikaal barokensemble met
Italiaanse spontaniteit, ben ik
toen gaan experimenteren en
vervolgens kozen we een serie
stukken voor alt. Maar gezien
de teksten moeten ze destijds
zijn gezongen door een man, een
castraat dus."
„Het is ongelooflijk als je ziet
hoe ze schreven. In een aria 'De-
stati, Lidia mia', ofwel 'Mijn Li-
dia, wordt wakker' van Gaspari-
ni, hoor je een haan kraaien. Al
die stukken zitten ook vol onver
wachte wendingen. Ze probeer
den bij voorbeeld middenin reci
tatieven van toonsoort te veran
deren. Ik denk wel eens dat ze
zich thuis bij het schrijven za
ten te verkneukelen van voor
pret bij idee hoe verrast de ande
ren op zo'n nieuw werk zouden
reageren."
En zo komt na eeuwen onbe
kend werk van mannen als
Gasparini, Marcello, Pasquini,
Corelli, Bencini en Alessandro
Scarlatti opnieuw tot leven. Mu
ziek van jonge componisten die
iets anders wilden en later alle
maal een mooie baan bij een gro
te opdrachtgever zouden vin
den. „Hun kwaliteit had zich nu
eenmaal ontwikkeld doordat ze
elkaar in die beginjaren voortdu
rend wilden verrassen en over
troeven."
Binnenkort gaat Scholl met Ac
cademia Bizantina en dit oude
Italiaanse repertoire op tournee.
Hans Visser
Andreas Scholl, Accademia Bizanti
na'Arcadia', canates van Gasparini,
Marcello, Pasquini, Corelli, Bencini
en Scarlatti Decca 470 296-2. Te
zien: Amsterdam, Concertgebouw, 1
februari; Rotterdam, Doelen, 3 fe
bruari; Utrecht, Vredenburg, 5 fe
bruari.
In Washington had men van
wege zijn 80e verjaardag mas
saal voor hem gezongen en dat
had hem deugd gedaan. In zover
re zou Menahem Pressler voor
een gewone opa kunnen door
gaan. Maar trek de vergelijking
niet door, want het zou al gauw
beledigend kunnen worden. Me
nahem Pressler voelt zich nog
maar 30.
Een musicus, klein van stuk ('5
voet 2 en als ik heel goed speel
misschien 5 voet 3...'), maar met
een reusachtige reputatie.
Veelgevraagd concertpianist en
pianoleraar en medeoprichter
leider van het vermaarde Beaux
Arts Trio, dat al bijna vijf decen
nia meedraait in de top van de
internationale kamermuziek.
De interpretaties, muzikaliteit
en instrumentbeheersing van
het Beaux Arts Trio zijn spreek
woordelijk. De podiumpresenta
tie, beminnelijkheid en ongebrei
delde werklust van Pressler
bijna legendarisch. De Beaux
Arts-pianist is ook buitenge
woon communicatief. Volgens
sommigen is dat juist de sleutel
tot het succes van zijn ensem
ble. Pressler kan met z'n ge
zichtsuitdrukking en lichaams
taal medemuzikanten boven
zichzelf uit laten stijgen. Mede
daardoor zou het Beaux Arts
Trio ondanks ingrijpende perso
nele wisselingen altijd aan de
top zijn gebleven.
Communicatie betekent ook een
goed contact met orkesten, diri
genten, concertzalen, platenba
zen en met pers en publiek.
Menahem Pressler loopt lang ge
noeg mee om precies te weten
wat 'men' wil horen.
„Ik vind het heerlijk om weer in
Nederland te zijn. Ik hou van
Holland en zijn mooie muziekza
len. Van het Concertgebouw in
Amsterdam en van, hoe heet het
ook alweer, het Philipscentrum
in Eindhoven. Ik hou van the
wonderful people in Holland..."
En alsof dat niet genoeg is:
„Weet je waar ik ook zo van
hou? Van de haring. Ik ben een
enorme haringliefhebber, maar
nergens is ie zo lekker als in Hol
land!"
Huzarenstuk
Menahem Pressler werd gebo
ren in het Duitse Magdeburg en
moest als geboren jood al jong
op de vlucht voor het nazisme
en de holocaust. Zijn muzikale
vorming kreeg hij in Palestina,
nog voordat de staat Israël was
geproclameerd.
In 1946 vestigde Pressler zijn
naam tijdens het Debussy Piano
Concours in San Francisco met
een waar huzarenstukje. Hij
kon pas onderweg aan de mu
ziek komen die hij daar moest
spelen. Zonder piano en prakti
Menahim Pressler geeft tips aan de leden van het Amsterdamse Storioni Trio. foto Annemiek Mommers/GPD
sche oefening maakte Pressler
zich onderweg de partituren ei
gen en won het concours. Daar
na pendelde hij een paar jaar als
concertpianist tussen Palestina
en Amerika, om zich uiteinde
lijk in de nieuwe wereld te vesti
gen. In 1955 werd hij medeop
richter van het Beaux Arts Trio.
Pressler is zich ervan bewust
dat hij als hoogbejaard kamer
musicus bijna een curiositeit is
geworden. Dat er misschien
zelfs critici zijn die hem graag
op 'verval' zouden betrappen.
„Maar zolang ik zelf mijn groot
ste criticus ben, maak ik me
geen zorgen", zegt hij. „Het per
fecte concert bestaat niet en er
valt altijd iets te verbeteren.
Juist dat inspireert me om door
te gaan. Het voelt nog altijd ge
weldig om mezelf te overtref
fen." Voor het geld hoeft Pres
sler de wereld niet meer over.
Roem telt ook niet meer en ap
plaus, och, hij zegt het te kun
nen missen.
„Toch ga ik door. Bij mijn ge
boorte heb ik een hoofdprijs ge
wonnen in de loterij der genen.
Ik ben gezegend met vingers die
na tachtig jaar nog altijd soepel
over de toetsen glijden en met
hersenen die het allemaal nog
kunnen vatten. De vreugde daar
over kan ik alleen uiten door ac
tief te blijven." „Zelfs goede mu-
ziekvrienden vinden me crazy
dat ik me nog zo uitsloof. Waar
om ga je niet van het leven genie
ten in Florida of Arizona, vra
gen ze dan. Maar ze vergeten
dat ik het meeste geniet als ik
dicht bij mijn idolen ben. Bij
Rachmaninoff, Beethoven en de
anderen. Nooit kan ik hen dich
ter naderen dan door hun mu
ziek te spelen."
Componisten
„Componisten vervelen me
nooit. Ik kan een trio van Beet
hoven voor de 150e keer uitvoe
ren en er nog nieuwe dingen in
ontdekken. Het is zoiets als met
jullie Nachtwacht. Daar raak je
toch ook nooit op uitgekeken?"
Menahem Pressler heeft bewon
dering voor componisten, maar
een slaafse volgeling wil hij niet
zijn. „Als uitvoerend musicus
kan ik een compositie groter ma
ken dan een componist heeft ge
droomd. Ik kan er iets in ontdek
ken en uit halen dat hij zelf niet
gezien heeft. Juist dat maakt
zijn creatie groot. Maar altijd
blijft een compositie de schep
ping van de maker." Een favorie
te componist of voorkeurscom
positie heeft Pressler niet.
„Speel ik vandaag Ravel, dan is
het Ravel. Speel ik Dvorak, dan
is het die. In de loop der jaren
ben ik wel tot de overtuiging ge
komen dat Beethoven en Schu
bert tijdens hun leven al een
kijkje hebben mogen nemen in
het hiernamaals. Het is een ge
not om over hun rug te mogen
meekijken!" Van de hedendaag
se toondichters vindt Pressler
de Hongaarse componist Györgi
Kurtag de moeite waard. Maar
die heeft dan ook van het Am
sterdamse Concertgebouw op
dracht gekregen om in 2005 een
stuk klaar te hebben voor het ju
bilerende Beaux Arts Trio.
Pressler, buitengewoon hoogle
raar aan de Indiana University
School of Music en eredoctor in
muziek aan de Universiteit van
Nebraska, is ook geliefd als le
raar. Dit weekend zal hij in het
Eindhovense Muziekcentrum
tussen twee Beaux Arts-concer
ten door in een masterclass het
Storioni Trio Amsterdam bijspij
keren. „Ik heb die jongens al ge
zien en gehoord in Oxford en Pa
rijs. Een heel goed trio. In Eind
hoven gaan we een paar delen
van Dvoraks Dumky Trio door
nemen", besluit Pressler.
Piet Snijders
Concert Beaux Arts Tno met werken
van Rachmaninov, Schubert en
Bridge. Zaterdag 24 januari (uitver
kocht) en zondag 25 januari om
20.15 uur m de Rabobank Zaal van
het Muziekcentrum Frits Philips in
Eindhoven. Masterclass Pressler met
Storioni Trio: zondag 25 januari om
11 uur in dezelfde zaal.
isteren begon in Rotterdam de 33ste
'editie van het International Film Festi-
«tterdam, het druk bezochte festival
■dekunstzinnige film. Voor de Brit Si-
^•ieldis het de laatste aflevering als di-
fflffie verkeerd' bestellen in het Neder-
gaat hem moeiteloos af, maar verder
Field er in zeven jaar tijd niet in ge-
^onze moerstaal onder de knie te krij-
;Het is hem nagedragen, net als zijn te
■ge kennis van de Hollandse filmwe
rk kan het me voorstellen", zegt de
■wnde festivaldirecteur, „maar het was
■"sequentie van het leven in twee lan-
v u! Ve'e reizen- En dat reizen was
de kracht van wat ik deed, het versterk-
uitstraling van het festival in het bui-
p Zelfs als ik Nederlands geleerd
ik er niet genoeg geweest zijn om
'witte wortelen.
.^ook nooit de bedoeling: mijn vrouw
M werkt in Londen." Zowel het be-
-- a's de directeur zelf vonden dat het
ïer" v°or iets anders, zo benadrukt
r Simon Field van het Filmfestival Rot-
foto Fred Libochant
Field: „Het is goed voor het festival en het is
goed voor mij. Het gaat goed met het festi
val, alleen maar beter eigenlijk. En voor me
zelf: als ik nog een periode gebleven was,
dan was ik bij vertrek 62 geweest. Dan gaan
mensen 'de lengte van je tanden meten' -
zeg je dat in Nederlands ook zo? - en dat wil
de ik voorkomen."
Rationeel mag het besluit kloppen, de emo
ties zijn er niet minder sterk om: „Het is
gek: het festival is het nog een heel intense,
alles opslokkende ervaring, over drie weken
is er niks meer. Nou ja, bijna niks." Field
vreest het zwarte gat overigens niet: „Ik
voel ook opwinding over de toekomst: ik ga
speciale programma's voor festivals samen
stellen, ik ben gevraagd voor jury's. Dat is
een mooie manier om deel te blijven uitma
ken van de filmgemeenschap." Verder heeft
hij plannen om films te gaan produceren en
te distribueren. „Ik denk aan een soort ge
specialiseerd dvd-label, zoals je ook specia
le muzieklabels hebt. De dvd maakt het mo
gelijk om films iets extra's mee te geven -
een introductie, uitleg, interviews - en die
vervolgens wereldwijd te distribueren, onaf
hankelijk van landsgrenzen. Dat is ideaal
voor het type film dat in Rotterdam te zien
is. Die film is verder aangewezen op festi
vals en hooguit een bescheiden vertoning in
de filmhuizen.
Met de dvd kun je er ook op het platteland
van meegenieten. Natuurlijk had video ook
al zulke mogelijkheden, maar de dvd heeft
Filmdirecteur
Simon Field
voor een doorbraak gezorgd. De dvd legt
ook de geschiedenis van de film open. Oude
films worden opnieuw gepresenteerd, gere
censeerd, dat is een reden tot optimisme."
Niet dat Field in het verleden wil vluchten,
daarvoor gaat het volgens hem veel te goed
met de hedendaagse film: „Er zijn mensen
die zeggen dat er geen grote films meer wor
den gemaakt. Dat is totale nonsens. De film
wordt zelfs opnieuw uitgevonden dankzij
de digitale revolutie, neem Russian Ark (een
in één camerabeweging opgenomen film
van Aleksander Sokoerov), of Elephant (een
in de VS omstreden film over een schietpar
tij op een Amerikaanse school) van Gus van
Sant. Er gebeurt echt van alles, je moet al
leen goed om je heen kijken. In China zie je
energieke jonge filmmakers die met digitale
camera's buiten de officiële kanalen om
films maken. Nog geen meesterwerken,
maar het borrelt en bruist er. De Balkan be
gint ook actief te worden, logisch want daar
zijn samenlevingen die sterk in beweging
zijn, dat levert altijd wat op." Zelfs in het in
Rotterdam vaak verguisde Hollywood zijn
lichtpuntjes, aldus Field: „Natuurlijk is Hol
lywood in de eerste plaats een op bezoekcij
fers gerichte herhalingsmachine, maar Lord
Of The Rings is een sterke film die inventief
gebruik maakt van een groot budget zonder
in simplificaties te vervallen. En aan de
rand van Hollywood heb je mensen als Ste
ven Soderbergh en Gus van Sant. Ze wer
ken soms binnen het systeem, soms erbui
ten. Hollywood lijkt alles plat te drukken,
maar als je goed kijkt zie je er op elk niveau
wel iets interessants gebeuren. Daarom zit
Hollywood ook altijd in het programma van
Rotterdam."
Gevraagd naar zijn beste herinnering aan
zijn Rotterdamse periode laat Field een lan
ge stilte vallen. Aarzelend: „Het gaat denk
ik om de combinatie van een bijzondere
film, een bijzondere filmmaker en het unie
ke publiek hier. Het waren eigenlijk twee
hoogtepunten tegelijk. De avond dat ik Ca
therine Breillat aan een volle grote zaal
voorstelde, voorafgaand aan de vertoning
van Romance, een film die ook het festival
van Berlijn graag wilde hebben maar die
wij toch veroverd hadden. Vijftien minuten
later gevolgd door het presenteren van de
Taiwanees Hou Hsiao-hsien, die lang niet
op het festival was geweest, aan alweer een
bomvolle zaal. Zo'n soort combinatie vind
ik geweldig, daar doe ik het voor.
Rob de Kam