PZC Elektronisch klassenboek wijst de weg Als ondernemer leer je de wereld kennen 21 Leerlingvolgsysteem Praktijkonderwijs Een voorproefje op het werken met de sterkteleer zaterdag 17 januari 2004 Het aloude klassenboek bestaat niet meer. Op de meeste scholen is het ver- oagen door een elektronisch leerlingvolg- ssteem- Het Zwin College in Oostburg ont- «kkelde, alséénvande weinige middelbare siiolen in Nederland, zelf zo'n eomputer- pgramma. Met als bijzonderheid dat het ml: kan worden gebruikt om de overgang na basisschool naar Zwin College vlot te la- nverlopen. Kinderen die van de basis school komen, kunnen be ter en persoonlijker worden be geleid doordat kenmerken uit groep acht - zoals cijfers, werk houding en werktempo - meteen uit de computer kunnen worden gehaald. Ook bijzonderheden zoals extra of speciale begelei ding bij dyslexie of ADHD, een problematische thuissituatie of pestgedrag worden genoteerd. De basisscholen leveren de ge gevens op diskette aan. Het elektronisch 'klassenboek' gaat mee tot en met het einde van de schoolloopbaan. Om de leerlingen zo goed mogelijk te kunnen begeleiden, wordt iede re relevante verandering geregi streerd. Ook praktische zaken als verzuim, rapportcijfers, ver wijdering uit de les en rooster- wijzigingen worden er in opge nomen. Aangezien iedere docent dergelijke informatie kan raadplegen, kan de school problemen in een vroegtijdig stadium het hoofd bieden of pijnlijke vergissingen voorko men. Het Zwin College ontwikkelde het systeem zelf uit onvrede over de commerciële software, die als duur en weinig flexibel werd ervaren. In de persoon van Het Zwincollege in Oostburg: vooral leerlingen uit de onderbouw blijken baat te hebben bij een goede begeleiding. fotografie Lex de Meester rector Cees Hoek had de school de kennis in huis om een eigen, volledig op de schoolpraktijk toegesneden versie te maken. Brugklascoördinator Hilde Don, die als docent lichamelijke opvoeding aan het Zwin College is verbonden, schetst de voorde len. „De kracht van ons sys teem", zegt ze, „is dat naar be hoefte veranderingen kunnen worden doorgevoerd. Ook is het mogelijk informatie te koppe len, waardoor in beeld kan wor den gebracht waar het ergens aan schort en welke actie daar op moet worden ondernomen. Denk bijvoorbeeld aan iemand die steeds op maandag ziek is of bij een bepaalde docent zijn huiswerk niet maakt. Vooral leerlingen uit de onderbouw blijken baat te hebben bij een dergelijke structuur." Wachtwoord De docenten van het Zwin Col lege hebben allemaal een eigen wachtwoord, waarmee ze op de computers in de leslokalen ge gevens kunnen bijwerken of op vragen. Een deel van de infor matie - zoals het elektronische klassenboek en roosterwijzigin- gen - is ook opvraagbaar op de website van de school. Volgens Don vraagt een dergelijke syste matiek strikte discipline van de docenten. „In de praktijk werkt dit goed. Het besef dat het niet om overbodige administratieve rompslomp gaat, is nadrukke lijk aanwezig." Don benadrukt dat het onder wijskundig rapport en het leer lingvolgsysteem niet bedoeld zijn als 'totale' controlemidde len. „Controles worden dus niet puur uitgevoerd om te controle ren. Het is vooral een hulpmid del om leerlingen beter te bege leiden. Trouwens, hoe goed je technologische hulpmiddelen ook zijn, bijna alles staat of valt met persoonlijk contact. Op ba sis daarvan worden nog steeds de belangrijkste beslissingen op school genomen." René van Stee De werkplaats van het autopoetsbedrijf is ingericht zoals te verwachten valt. Een uimte die eruit ziet als elk ander garagebe- rijf, compleet met een garagebuitendeur en ffibrug waar de auto's op gezet worden. Ook typische verhoogde kantoortje waar de ssszit, ontbreekt niet. Het autopoetsbedrijf één van de mini-ondernemingen die prak- jkschool Het Bolwerk in Middelburg heeft: be bedrijfjes waarin de werkelijkheid ge- inuleerd wordt. id Bolwerk is een school waar praktij kon- Swijs wórdt gegeven. „Onze leerlingen zijn 'wretisch te zwak om een VMBO-diploma [halen, maar zijn praktisch juist heel sterk. Ve missie is om de leerlingen klaar te sto- ïn voor de maatschappij en ze uiteindelijk Keen baan van school te laten gaan", ver st directeur L. van Duivendijk. 'Nederland zijn ongeveer 180 soortgelijke ben als Het Bolwerk, maar elke school teft een eigen invulling aan het lesprogram ma De Middelburgse school heeft op ver blende scholen gekeken hoe het lespro- fómma in elkaar zat en aan de hand daarvan en eigen lesprogramma samengesteld. De "^-ondernemingen vormen een belangrijk brdeel m dat programma. „Het systeem de mini-ondernemingen is uniek in Ne tland. We hebben er zelfs de Zeeuwse Merwijsprijg mee gewonnen", aldus Van ^•endijk. Momenteel heeft de school drie ^--ondernemingen draaien: een catering-, poen- en een autopoetsbedrijf. Daar- zijn er verregaande voorbereidingen _nog twee onderneminkjes te beginnen: -^aurant en een winkeltje. Een zesde Jqe, een fietsreparatiewerkplaats, zit vrrUj P^ann'ng- Van Duivendijk heeft t de school begon met het nieuwe les- yamma, contact gehad met de Kamer van .andelom te vragen in hoeverre scholen J^mogen opzetten. „Het bleek dat je Lk i ina alles mag. dus dat vormde ^belemmering." Succes Het groenbedrijf is één van de goedlopende mini-ondernemingen van praktijkschool Het Bolwerk in Middelburg. -r«iSoedrijfje was de eerste mini-on- ming dje de school een aantal jaren ge- opzettp Inmiddels draait het succes- krïa6 r°rgen nu bHvoorbeeld al twee d n u cater'ng voor de provincie Zee- k- ar\heb je het toch al gauw over 750 «h"0 Ür, verschillende dingen willen Bootfil i- ^an duivendijk. Omdat zo'n nahge opzet voor de school alleen niet >en is, werkt Het Bolwerk samen u "V" Middelburg. Naast de pro- de onderneming, net als in het Verse andere klanten. „Voorwaarde is L-e breng( wel dat de klanten ruim van tevoren de op dracht geven. Het moet namelijk worden in gepland in het lesprogramma." Ook het groenbedrijf loopt inmiddels prima. Het bedrijfje onderhoudt de tuinen van een aantal Middelburgse scholen, waaronder Het Springtij. Ook een aantal tuinen van mensen uit de buurt wordt onderhouden. Leerkracht P. van der Maas is verantwoordelijk voor het groenbedrijf. Hij heeft het lesprogramma voor zijn mini-onderneming ontwikkeld. Oorspronkelijk komt Van der Maas uit het bedrijfsleven en die ervaring kan hij goed verwerken in de mini-onderneming. „De leerlingen komen bij dit systeem in een ande re situatie terecht. Ze werken bij opdrachtge vers en moeten zich daarom ook anders gedragen. Er moet na een klus bijvoorbeeld netjes opgeruimd worden. De leerlingen wor den zo op een goede manier voorbereid op de stage." Het werken in de onderneming wordt door de kinderen als een baan gezien en niet zozeer als school. „De leerlingen zien mij dan ook als baas. Bovendien werk ik gewoon met ze mee." Ferdinand Rijsdijk is één van de leerlingen die momenteel aan het werk is in het groenbe- drijf. Het systeem bevalt hem goed. ..Ik vind het erg leuk en heb een hoop geleerd." De er varing kan hij goed gebruiken in zijn toekom stige loopbaan. Het geld dat de school verdient met de mini- ondernemingen vloeit terug in de bedrijfjes zelf. Het groenbedrijf heeft al diverse machi nes kunnen kopen van de opbrengsten. ..We begonnen met wat handgereedschap. Inmid dels hebben we bijvoorbeeld een grasmaaier en een hakselaar gekocht", vertelt Van der Maas. Bloemist Ook binnen een onderdeel van het groenbe drijf, de bloemsierkunst, wordt net als bij de catering samengewerkt met een externe part ner. Directeur Van Duivendijk: „Bloemen zijn heel erg duur en onze leerlingen moeten toch leren hoe ze bloemen schikken Daarom wordt samengewerkt met een bloemist Die brengt bloemen en geeft dan een opdracht om er boeketten van te maken. Die brengen wij dan weer naar de bloemist. Binnenkort hoopt de school een nieuwe on derneming te openen: een restaurant. Mo menteel draait het restaurant nog intern om het uit te testen. Het is de bedoeling dat er ge kookt gaat worden voor mensen uit de buurt. Van Duivendijk denkt dan voornamelijk aan senioren. „We willen één keer in de veertien dagen het restaurant laten draaien." Tijdens de bouw van het schoolgebouw is al rekening gehouden met de restaurantfunctie. De gas ten worden ontvangen in de hal van de school het eten wordt uitgeserveerd vanuit het kooklokaal. Het daarvoor noodzakelijke doorgeefluik is al aanwezig. Het Bolwerk be schikt over een volledig professioneel inge richte keuken, die aangeschaft kon worden met subsidie van de provincie Zeeland. Er moet eigenlijk nog één ding geregeld worden: de drankvergunning. „Want we willen onze gasten natuurlijk wel het bijbehorende glaasje wijn kunnen serveren", aldus Van Duivendijk. Autopoetsen Het autopoetsbedrijf staat onder leiding van Hans Eising. Hij vindt de mini-ondernemin gen ook een waardevolle aanvulling op het lesprogramma. Het zit volgens hem een beet je tussen de praktijk en school in„De leerlin gen ervaren hoe de praktij kis. Ze leren vooral ook doorzetten. Het is toch specialistisch werk wat wij doen." De binnengebrachte auto's worden compleet schoongemaakt en opgeknapt. Voor elk materiaal, van lederen bekleding tot de autolak, is het juiste onder houdsmiddel aanwezig. Momenteel worden alleen auto's van leerkrachten opgeknapt. Volgens directeur Van Duivendijkis vooral de wettelijke aansprakelijkheid een probleem „Daar is een verzekering voor nodig. Alleen, zo'n verzekering bestaat niet omdat scholen dit soort dingen normaal niet doen. We zijn dan ook in onderhandeling met een verzeke ringsmaatschappij In de toekomst hoopt hij naast mensen uit de wijk, ook te kunnen sa menwerken met autocleanbedrijven „Ik denk dan aan auto's die bijvoorbeeld bij een dealer in een etalage moeten staan. Die zou den wij perfect kunnen schoonmaken." De leerlingen zelf zijn erg tevreden met het systeem. Martin Vrugt en Rogier van Slooten hebben allebei in een mini-onderneming ge werkt. Martin in het groenbedrijf en Rogier bij het autopoetsen. Vooral Martin is erg en thousiast over de aanpak. „Het is hartstikke gezellig en ik heb al veel geleerd." Martin ziet Van der Maas binnen het groenbedrijf inder daad als baas. „Hij regelde de opdrachten en vertelde wat je moest doen. Hij werkt zelf ook mee Ook Rogier heeft binnen het autopoets bedrijf soortgelijke ervaringen. „De leraar werkt gewoon mee binnen de poetsploeg." Jeroen Boer Bert Malj aars De Hogeschool Zeeland noemt het 'een uitda ging voor iedere techneut'. Maar Bert Mal- jaars (17) uit Aagtekerke ziet het toch vooral als een aantrekkelijke kennismaking met het vak. De vwo-leerling van het Calvijn College in Goes hoefde niet lang na te denken toen bekend werd dat de HZ-opleiding werktuigbouwkunde scho lieren in staat stelde om alvast een lesmodule over sterkteleer te volgen. Hij meldde zich er me teen voor aan. Verbonden met de Virtual Learning Desktop van de Vlissingse hogeschool verdiept Bert zich nu in de krachten die inwerken op onderdelen van con structies en machines. Belangrijk, want wanneer je daar als ontwerper niet voldoende van weet, dan loop je gerede kans dat je constructies onder de optredende belast ing bezwijken. Straks, na 40 uur studeren, weet Bert hoe hij die krachten kan berekenen, tekenen en beschrijven, zowel gra fisch als in formulevorm Het is nu ook weer niet zo dat de vwo'er uit Aagte kerke als volstrekte leek aan de studie begon. Bert is een verwoed modelbouwer. Als hij een bootje maakt, is dat geen siermodel, maar een scheepje dat echt kan varen. Logisch dus dat hij kiest voor techniek Leuk dat de hogeschool hem nu de mogelijkheid biedt zich thuis alvast in de sterkteleer te bekwamen. Maar als vwo'er mikt hij natuurlijk wel een treetje hoger: een studie werktuigbouw aan de technische universiteit van Eindhoven of Delft. Niet dat dit nu al direct een groot verschil maakt. Want wat de sterkteleer betreft, weet Bert, ge bruiken ze op de hogeschool hetzelfde boek als op de universiteit. Of hij via het internet veel met de HZ-docent of met z'n medestudenten zal com municeren, is nog de vraag. „Het is toch vooral een kwestie van het boek goed lezen en goed na denken En als ik tegen een probleem aan loop of iets niet snap. dan kan ik altijd ook nog terecht bij m'n vwo-docent op het Calvijn College."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 21