We hunkeren naar besneeuwde toppen PZC De Ramp werd nu bespreekbaar KI Wintersport is een koorts woensdag 31 december 2003 Zodra in september/oktober het kwik onder de 15 graden zakt, steekt in Nederland de win tersportkoorts op. Dik een miljoen mensen trekken naar de bergen om te glijden en te wandelen. Zelfs in eigenland is een wintersportin dustrie ontstaan. ~|\Tog wat nagloeiend van anderhalf -LN uur skiën zit een stel van tegen de vijftig aan een tafeltje in een typische skihut: houten lambrizering, lange tafels met vaste banken en een raam met sponningen. Een dampend glaas je glühwein en een fikse pul Stiegl- bier moeten de eerste dorst en behoef ten lessen en bevredigen. Twee zoons zijn met hun snowboard nog op de pis te. Aan een tafeltje verderop zingt ie mand spontaan mee met het uit de luidsprekers knallende liedje Ich bin so schön, ich bin so toll, ich bin der An ton aus Tirol. Klossende skischoenen komen voorbij. Een geur van verse Kaisersmarchen en Apfelstrudel stijgt op. Typisch Oostenrijk. Oostenrijk? Welnee, de gemütlichkeit vindt plaats op een tot skibaan ver bouwde Zoetermeerse vuilnisbelt. Het tekent de gekte die elk najaar en winter in Nederland de kop opsteekt. Elk jaar vertrekken meer dan 1 mil joen mensen tussen december en april voor een week wintersport naar de Al pen en soms de Pyreneeën of (goedko per!de Tsjechische heuvels. Een deel heeft er zelfs een tweede huis. Hoeveel Nederlanders precies op win tersport gaan is een groot twistpunt onder de kenners. De een houdt het op 1,2 miljoen, mét groei, de ander zegt dat hooguit 800.000 mensen gaan ski- en, snowboarden, langlaufen en wan delen en dat het aantal de laatste jaren daalt. ,,De mensen die bijvoorbeeld advertenties of onderzoeken moeten verkopen hebben er belang bij dat het aantal wintersporters zo hoog moge lijk is", zegt Leo Lochtenbergh, oud bestuurder van de Nederlandse Ski Vereniging en oud-coach van de Ne derlandse ski-jeugd.Anderen zien liever een getal dat zo waar mogelijk is." Hoe dan ook, het aantal mensen dat gaat wintersporten is enorm. Voor de Fransen en de Oostenrijkers zijn de Nederlanders na de Duitsers de groot ste groep wintersporters die op be zoek komen. In Zwitserland laten Ne derlanders zich niet meer zo vaak zien: te duur. Elite Wintersporten was lange tijd een be zigheid van de elite. Voor de gewone man was skiën onbetaalbaar. Boven dien was het praktisch onmogelijk om in de bergen te komen. De eerste ski liften werden kort voor de Tweede Wereldoorlog in chique wintersport plaatsen geplaatst. De eerste gebie den voor de massa werden in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in de Verenigde Staten geopend. Door toenemend autobezit konden nieuwe skitoeristen plaatsen als Lake Placid en Aspen bereiken. In Europa was Oostenrijk de drijven de kracht achter de popularisering, zegt Bert Romani, hoofdredacteur van Ski Magazinehet blad van de Ne derlandse Ski Vereniging. „De Oos tenrijkers hadden nagenoeg alleen de landbouw als inkomstenbron en er was dringend behoefte aan een aan vulling. Net als veel Oost-Europese landen hadden de Oostenrijkers voor bruinkool kunnen kiezen, maar het werd het toerisme. Overal verrezen nieuwe pensions en liften. Door con currentie bleven de prijzen laag." Frankrijk werd pas later door de Ne derlanders ontdekt, maar het speelt volgens Romani net zo'n belangrijke rol als Oostenrijk. „In Frankrijk was het niet zozeer de economische nood zaak die de doorslag gaf; daar vond de regering eind jaren zeventig dat skiën voor iedere Fransman bereikbaar moest zijn. De Fransen gingen goed kope appartementencomplexen bou wen midden op de berg, zogenaamde skistations. Flats van soms wel twaalf verdiepingen hoog en de skiliften bij de voordeur." Omdat bergen niet te importeren zijn, proberen Nederlanders op andere ma nieren de wintersport te importeren. Eerst kwamen de borstelbanen en brede lopende banden waarop de ski ers in halletjes het echte zwieren en zwaaien konden oefenen. Sinds enige jaren zijn erindoor-sneeuwbanen met door machines gemaakte echte sneeuw. En in mei 2002 opende de Ne derlandse Ski Vereniging, de bij NOC *NSF aangesloten wintersportbond, in het recreatiegebied Rottemeren ten noorden van Rotterdam het Nationaal Noords Centrum, een sportcentrum voor de langlaufliefhebber met rol- skiparcoursen en zelfs een biathlon- schietbaan. De zeven indoor-skibanen zijn in het oog springende ski-attracties. Popu lair zijn ze ook. Tussen 2000 en 2002 hebben de banen samen 7 miljoen be zoekjes gehad en de helft van de be zoekers zegt de komende jaren nog eens terug te komen. Met deze cijfers is het geen wonder dat nog steeds in uitbreiding van de capa citeit en in nieuwe banen wordt geïn vesteerd. Zo heeft Snowworld Land graaf (Limburg) in oktober dit jaar de derde 500 meterbaan geopend, inclu sief een nieuw zogenaamd funpark voor snowboards. In Zoetermeer is driejaar geleden een 210 meter lange baan naast de twee bestaande kortere banen gelegd. Maar dat belette onder nemers in buurgemeente Den Haag niet om daar ook nog een baan van 210 meter te bouwen. De Nederlandse Ski Vereniging, met haar ruim 140.000 leden, is erg blij met de ontwikkel i ngenAls één van de grootste sportbonden in Nederland waren er dicht bij huis maar weinig accommodaties, teiwijl de ambities van de bond redelijk hoog zijn. De bond wil graag skiërs, boarders en langlaufers opleiden die wereldwijd met de beste dertig in hun discipline mee kunnen. Vier talenten moeten dit tijdens de Olympisch Winterspelen in Turijn in 2006 al waar maken. Een vijfde talent, skispringer Ingemar Mayr, besloot onlangs te stoppen. De sneeuwbanen zorgen er volgens de bond voor dat dit aanwezige talent realistischer kan trainen en niet altijd naar de Alpen hoeft af te reizen. De vijf zijn al duur genoeg. Dit jaar gaat dik zes ton op aan de trainingen, de wedstrijden en het reizen, los van het geld dat sponsors opbrengen. Vakantiegeld Die paar ton zijn een schijntje in ver gelijking met het totale bedrag dat Nederlanders aan de wintersport uit geven. Gemiddeld kostte een winter sportvakantie vorige winter 513 euro per persoon, als de vakantieganger tenminste met eigen vervoer reisde. Ging hij georganiseerd met bus, trein of vliegtuig, dan was hij 703 euro kwijt. Deze getallen zijn niet com pleet, want tal van kostenposten die wel degelijk (deels) bij de wintersport horen zijn niet opgenomen, zoals sportieve warme kleren en de verze kering. En veel mensen volgen in de weken of maanden voor de winter sport nog een sportcursus om enigs zins fit op de piste te komen. De Nederlandse sportzaken, al dan niet volledig gespecialiseerd in win tersport, danken zelfs een deel van hun bestaan aan de sneeuw. Ondanks een continue strijd met de ski winkels bij de pistes in de alpenlanden gaat het volgens de branchevereniging voor de detailhandel nog steeds goed met de Nederlandse wintersport win kels. De opkomst van de carve-ski heeft de sportzaken volgens Leo Lochtenberg geen windeieren gelegd. In vier, vijf jaar tijd hebben alle skiërs en ver huurbedrijven het volledig assorti ment vernieuwd. „Je wilt jezelf de el lende van ouderwetse ski's niet meer aandoen. Je beweegt makkelijker op de carves, leert er makkelijker op ski- en en skiet veiliger." De makers van die ski's spelen handig in op die wens door voor iedere soort skiër aparte carves te ontwikkelen. Je hebt ze om wat vaker mee naast de piste te skiën, die het beter doen op de moeilijke steile pistes en over buckels, ze zijn er om extra hard te gaan, je hebt ze om rustiger te gaan, met extra demping, voor zwaardere mensen, je hebt speciale voor vrouwen, met de binding in het midden van de ski in plaats van meer achterop, enzo voorts. Liftpas Toch zijn er wel degelijk grote bedrei gingen voor de wintersport. Door het broeikaseffect moeten de lager gele gen alpendorpen zich meer inspannen om de pistes met sneeuwkanonnen van kei'st tot pasen wit te houden. Die kanonnen zijn prijzig en de kosten worden doorberekend in de prijzen van de liftpas. Die tarieven stijgen hier en daar toch al flink door enorme investeringen in nieuwe liften en gon dels. Bij een tegenzittende economie doet dit pijn in de portemonnee. Toch zal het aantal wintersporters dit jaar niet dalen, verwacht Jan Smets, organisator van de jaarlijkse winter- sportbeurs Ski Happy en free lance wintersportpublicist. „Het is al een paar jaar zichtbaar dat een gezin met twee kinderen bijna niet meer weg kan. Zij zijn aangewezen op de duur ste weken van het jaar: de kerst- en de krokusvakantie. In die weken zie je bijna alleen nog kleine zelfstandigen naar de Alpen trekken. Op de Duitse en Franse autowegen barst het dan van de Nederlandse busjes met een bedrijfsnaam op de portieren. En na tuurlijk zijn er mensen in loondienst met een vorstelijk salaris. Die zie je ook nog wel op die wegen; de Saabs slaan bij Karlsruhe af naar Zwitser land, de Volvo's naar Oostenrijk." Rijen met Nederlandse bussen spot Smets alleen nog maar in januari, in Frankrijk, en die zitten vol met twin tigers. „De accommodatie is dan so wieso goedkoop en dan gaan ze ook nog met z'n vijven in één appartement zitten", weet Smets. „Tsjechië wordt ook een ietsje pietsje populairder, want daar is alles een stuk goedkoper. Maar voor de meeste Nederlanders is dat land toch te beperkt. De liften zijn vaker stuk en het aantal kilometers piste is beperkt, zo'nveertig kilometer tegen honderden in de grote bekende gebieden in de Alpen. Wat naar Tsje chië gaat wordt aangetrokken door het goedkope bier en vindt het prettig om tegen de Tsjechen te zeggen: 'Als je goed je best doet bereik jij ook nog wel eens de westerse standaard'. Toch ziet Smets het niet zuur in. Als het betaalbaar is gaan de meeste men sen die al ooit zijn gaan skiën toch weer naar de sneeuw. De ANWB twij felt niet aan die visie. „Het is een koorts die je grijpt", zegt Hans de Looij, de wintersportspecialist bij de bond. „Mensen gaan zich in septem ber oriënteren, in oktober boeken, in november worden wat winterspullen gekocht en vanaf december houdt ie dereen zich bezig met de vraag: 'sneeuwt het al in de Alpen?"' Alex Bogers Het is guur zaterdag 1 februari. Sneeuw, wind, temperaturen om het vriespunt. Jammer hè dat weer"vinden sommigen „Goed hè dat weer", zeggen de meesten. De weersomstandigheden tijdens de nationale herdenking van de watersnoodramp van 1953 doen sterk denken aan die van vijftig jaar geleden. Het gure weer deert koningin Beatrix niet. In Oude Tonge legt ze een krans op de begraafplaats waar ruim drie honderd slachtoffers van de overstromings ramp liggen en in Ouwerkerk bezichtigt ze het monument van Gust Romijn en het mu seum Watersnoodramp 1953 en praat ze met slachtoffers en nabestaanden. Het hoogte punt van een herdenkingsjaar. Ria Geluk, voorzitter van het museum Wa tersnoodramp, is nauw betrokken geweest bij deze en andere herdenkingactiviteiteri. Ze blikt terug. „Er is veel aandacht aan be steed", constateert ze. „Misschien wel wat laat, maar dat heeft zijn oorzaken. Na de Ramp is alles gezet op de sluiting van de dij ken en het herstel van de schade. De verwer king van het leed van degenen die alles aan den lijve hebben ervaren, bleef onderbe licht. De mensen hebben hun verdriet en hun belevenissen zelf ook lang weggestopt. Ik heb gemerkt dat kleinkinderen soms niet wisten wat hun grootouders vijftig jaar ge leden hebben meegemaakt. De brede be langstelling voor de Ramp heeft eraan ge holpen dat die ervaringen nu bespreekbaar werden." Het herdenkingsjaar heeft er ook aan bijge dragen dat de toenmalige inwoners van het in 1953 nagenoeg weggevaagde gehucht Capelle tussen Zierikzee en Nieuwerkerk elkaar weer hebben ontmoet. Veel overle venden uit het gehucht zijn over het land verspreid geraakt en hebben elkaar uit het oog verloren. Kees Slager achterhaalde hun adressen voor de voorbereidingen van zijn boek 'Hier was eens Capelle'. Bij de presen tatie van dat boek ontmoetten ze elkaar voor het eerst weer. Ria Geluk (57, eertijds en nu opnieuw inwoonster van Capelle): „Dat was een heel bijzondere ervaring. Bu ren die elkaar voor het laatst hadden gezien toen ze op een half dak langs kwamen drij ven, kwamen nu weer samen." Inmiddels zijn nog drie van dergelijke reünies voor oud-Capellenaren gehouden. Op 31 januari 2004 staat nog een hereniging op het pro gramma. Dan worden bij de kleine begraaf plaats van Capelle een gedenksteen en een plattegrond van het gehucht onthuld. Daar voor zijn weer alle bewoners van weleer en hun familieleden uitgenodigd. Geluk: „We moeten het er dan ook maar eens over heb ben hoe we met deze bijeenkomsten door willen gaan." Na de herdenking van afgelopen winter is gesuggereerd dat dit de laatste keer was dat op een dergelijk grootschalige manier bij de Ramp zou worden stilgestaan. Geluk vindt het te vroeg voor zo'n conclusie. „Je zou in derdaad kunnen zeggen dat het nu afgeslo ten is. Maar als ik kijk naar de enorme be langstelling voor het Watersnoodmuseum - dit jaar 50.000 bezoekers en al weer veel boekingen voor 2004 -dan moet ik constate ren dat de Ramp nog steeds leeft. Je moet niet blijven herdenken alleen maar om te blijven herdenken. Maar je moet zeker ook niet stoppen om te stoppen." foto Robin Utrecht/ANP Nederland is een natie geworden van skifanaten. foto Evert-Jan Daniels/GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 30