2
op het droge
Ik leef op dit moment een beetje als een groot kind
PZC
RUDEN RIEMENS
Claudia de Breij
zaterdag 27 december 2003
Soms weet Claudia de Breij (28) even
niet of ze nou in Drachten of Rijs
wijk staat. Het introverte meisje is een
extraverte vrouw geworden die sinds
een paar maanden alles doet waarvan
ze droomde: theater, radio én tv. „Ik
leid nu heel erg een ikke-ikke-be-
staan."
De Breij: „Als kind dacht ik altijd dat
grote mensen per definitie goed en lief
waren. Je ouders wax-en lief, Sinterklaas
was nog liever en God was oneindig lief. Po
litici waren heel belangrijke mensen, dus
die moesten ook wel heel lief zijn. Nu denk
je: als er één soort mensen is dat juist niet
deugt, dan zijn het wel politici. Op mijn ze
vende, achtste zag ik de film All the presi
dent's men, waarin Nixon steeds zei dat-ie
geen boef was. Ik geloofde dat, want grote
mensen spraken altijd de waarheid. Bleek
aan het eind dat die Nixon wél een boef was.
Ik ben toen echt een tijd van de leg geweest.
Mijn hele wereldbeeld stond in één keer op
z'n kop.
Ik hoor ome Humbert nog zeggen met dat
zware Surinaamse accent van 'm: 'Oeweet
je, meisje, jij kannie tegen oinrecht.' Had-ie
goed gezien. Niemand kan tegen onrecht,
maar ik heb er inderdaad wel heel veel last
van. Na de moord op Fortuyn ben ik daar
ook weer eens achter gekomen. Ik ben toen
ontzettend geschrokken van de massa die
naar het Binnenhof trok. En dat gedoe met
al die küt-waxinelichtjes! Ik was aan het
werk op het mediapark en daar heerste een
enorme anti-mediastemming, de sfeer van:
'Jullie hebben het gedaan!Ik had altijd ge
dacht dat je met iedereen redelijk kon pra
ten, maar dat valt tegen. Ik ben erg
geschrokken van dat dierlijke. De gebeurte
nis, de moord op Fortuyn, is een incident.
Maar dat gedrag van die mensen niet. Zó ge
dragen ze zich in zo'n periode.
De wereld is nu eenmaal niet zo mooi als je
denkt. Dat weet je, maar als het waar blijkt,
is het toch weer een schok, een hele heftige
persoonlijke teleurstelling. Een val uit het
paradijs. Voor iedereen komt uiteindelijk
dat moment. Als je ouders gaan scheiden,
als je opa sterft, je hamster, als je voor het
eerst beelden van Auschwitz ziet. Ausch
witz... als je probeert te bedenken dat ie
mand een systeem heeft bedacht om mensen
te vermoorden: dan moeten we kampen
hebben, gas... Miljoenen mensen heel syste
matisch doden, daar kun je toch niet bij?
Toch zit het in iedereen, ook in mij, en daar
ben ik wel eens bang voor. De Tweede We
reldoorlog is geen ongelukje geweest. Was
dat maar zo. Ik was een jaar of zestien toen
ik in de bibliotheek een krant zag met foto's
van uitgemergelde mannen achter prikkel
draad. In de Balkan. Ik dacht: 'Huh? Waar
om is niemand daar naar toe?!
Je móet ook uit het paradijs vallen, anders
kun je niet leren nadenken. Je móet wakker
worden, je móet zien dat het niet allemaal is
zoals je dacht, zoals je hoopte dat het was.
Daardoor leer je namelijk dat er ook wat te
genieten valt in het leven. Ik kan ontzettend
genieten. Een zomerdag met vrienden op
een terrasje met drankjes; én zon, én vrien
den, én drankjes, mooier kan het niet. Ik kan
genieten, omdat ik heel bewust leef. Omdat
ik besef dat het leven aan de ene kant een
'gore hel' is en aan de andere kant een feest.
Mijn ouders zijn van de babyboom-genera
tie en dat zijn ouders die zich over het alge
meen behoorlijk inleven in hun kinderen.
Mijn ouders hebben mij en mijn vier jaar ou
dere broer altijd het gevoel gegeven dat wij
tweeën het belangrijkst zijn in hun leven.
Dat betekent niet dat we één grote blije EO-
familie zijn, maar dat er ondanks ruzies en
soms heftige meningsverschillen een gigan
tisch fundament is. Onze ouders zijn van een
zeer betrokken generatie, betrokken bij hun
kinderen en betrokken bij de maatschappij.
Ik denk dat ik daardoor zo bewust leef.
Ik was een stil meisje, heel introvert, ik leef
de in mijn eigen wereld. Tot ik op mijn zes
tiende meedeed in een musical van mijn
school. Op een gegeven moment was ieder
een zijn tekst kwijt. Ik kon als enige uit mijn
rol stappen en improviseren. Ik had een lol
lige rol, ik speelde een soort Koos Koets van
Kees van KootenIk riep: Do Ifeel confusion
on the stageDie zaal lachen. Daar ben ik op
doox-gegaan. Op dat moment wist ik: Dx't is
wat ik wil.
Ik was fan van Herman van Veen en Ramses
Shaffy. Zoiets wilde ik ook, maar of het er in
zit weet je helemaal niet. Mijn kick was dat
ik op dat toneel in een split second wist wat
ik moest doen. Dat hele snelle moment tus
sen nadenken en beslissen. Of beter: Niet
nadenken maar doen. Kijk naar Rafaël van
der Vaart met dat hak-doelpunt tegen Feye-
Claudia de Breij: „Ik zou een duet willen zingen met Barbara Streisand en dan sterven."
foto Bop Mulder/GPD
noord. Daar heeft hij niet eerst over nage
dacht. Het was een instinctmatige reactie,
in die split second was het van: hup, op de
hak. Dat is het geheugen van je lichaam. Op
het podium doe je dat ook. Je dóet het al
voox-dat je denkt: 'Is dit eigenlijk wel een
goed idee?' Dat is nog steeds mijn kracht.
De truc is om geen truc te hebbenJe moet zo
veel mogelijk jezelf zijn. Andex-s wordt het
gemaakt, sta je voor je het weet iemand na
te doen. Het moet authentiek zijn. Dat kan
door te improviseren, wat ik heel veel doe,
maar het kan ook door tijdens een liedje te
denken: Laat ik nog eens denken aan het
moment dat ik het schreef. Daax-door zing je
het tóch net even anders, eerlijker, echter.
Mijn vonn is vrij klassiek, liedjes en grap
pen met af en toe een type. Toen ik begon
was het de tijd van het zap-cabaret. De Vlie
gende Panters, dat soort. Wat ik doe is ogen
schijnlijk theatraler, traditioneler en dat
was niet zo in. Maar ik ben helemaal niet zo
traditioneel. Mijn liedjes zijn bijna popmu
ziek en mijn grappen meer stand-up come
dy dan conference.
Ik moet het ook allemaal zelf schrijven, om
dat ik het wil en omdat er dan ook minder
gevaar is dat het op iemand anders lijkt. Ik
maak gewoon wat ik wil maken. Omdat ik
vind dat het gezegd en gezongen moet wor
den. Ik zou het geen engagement noemen,
dat is iets van twintig, dertig jaar geleden.
Dat bestaat niet meer. Het is meer globaal-
engagement, kijken naar de wereld om je
heen, niet vrijblijvend maar ook niet meteen
een standpunt innemen. Als mensen zich la
ter nog een bepaalde zin hei'inneren, ben ik
tevreden.
Het gaat mij om onrecht in al haar verschij
ningsvormen. Bijvoorbeeld dat ik niet wil
acceptex-en dat ik hier meetel omdat ik hier
ben geboren en een ander pas serieus wordt
genomen als zijn leven in zijn eigen land ge
vaar loopt. Als je in de laadruimte van een
vliegtuig klimt met de kans dat je dood-
vriest of als je je dagenlang op elkaar ge
plakt in een vrachtwagen verstopt, waar
halen wij dan het recht vandaan om die
mensen economische vluchtelingen te noe
men?
Dan kun je makkelijk zeggen: 'Hou je bek en
ga zelf maar eens in zo'n wij k wonen die ver
pauperd.' Ja, als je het zelf goed hebt is het
inderdaad makkelijker om te roepen dat het
niet klopt, dat mensen niet mogen oordelen.
Toch ga ik heel erg steigeren als ik rneri
het wij-gevoel gaat opspelen. Dan moei
oppassen. Wij en zijHéél eng. Ik begrijp
misschien wel dat mensen in wijken mei
veel allochtonen om zich heen op e
ven moment gaan roepen dat er maar re
hek om de stad moet, maar ik blijf hetK
belachelijk vinden dat het zo oneerlijk!
deeld is.
Op het toneel kan ik daar hele platte dir:
over zeggen, kan ik het enorm aanzette
Maar er is een groot verschil tussen Cis:
privé en Claudia aan het werk. Op hetp:
um maak ik statements die doorbakken
van ironie, bereplat en vet. Hoe vetterik'
breng, hoe ii'onischer. Hoe ironischer.k
duidelijker dat ik het niet meen. Ik ben<
uitgesproken, maar niet dóm.
In een programma ga ik twee keer drie
kwartier los. Keten. Having a ball. Enc4
zeg ik ook nog een heleboel. Ik ben niettj
voor publiek en ik merk dat ik er wélbij!
dat ik momenteel drie dingen tegelijkdw
radio, televisie en theatexv Het één beïn-J
vloedt het ander. Door mijn theaterenh
ben ik niet bang voor publiek, niet band
te improviseren en daarom ook nietbanjl
deejay te zijn en om VAR A-Laat te pre^
ren. Terwijl echt xedei'een die aan dat tv-,
programma werkt véél meer tv-eivari^
heeft dan ik. Tegelijk merk ik dat ik door
ervaring die ik daar opdoe ook weer lekt.
der, meer ontspannen op toneel sta.
Ik leef op dit moment een beetje als een
groot kind. Ik leid heel erg een ikke-ikkf
bestaan, ik op de radio, ik op tv, ik inheit
ater. Dat moet je niet veiwairen metegö
tisch. Ik ben nu eenmaal een ambitieus
baasje. Wat je echt wilt bei-eiken, kunje
reiken. Nou ja, wel reëel blijven natuur.'
Zo zou ik ook wel een duet willen zingen'
Barbara Stx'eisand en dan stexwen. Maai
je talent hebt en heel hax-d werkt, kun je
eind komen. Ik heb het echt niet in clesce
geworpen gekregen. Ik ben een ontzette
luie donder, daarom werk ik zo hai'd. Sc
weet ik 's avonds bij een optreden even!
of ik nou in Drachten of in Rijswijk sta.
maar ik zeg niet voor niets al acht jaarc
Oudejaarsavond dat dx't is wat ik wil do
Dit jaar zal ik dat met een iets grotere,?
lach zeggen. Al mijn kinderdromen kon
uit." 3
Dick Hof