Ontpolderen mag als het niet voor de natuur is PZC 7$. rst Zuivere koffie K7 Ontpolderen,. dat zal de Zeeuw niet zinnen; zijn bloed wordt karnemelk. Maar heel snel zal hij zich herpakken. Want is al niet eerder zo'n aanval op de Zeeuwse ziel afgeslagen? Jazeker, nog maar een jaar of wat geleden. En ais het grof geld opbrengt, wie heeft er dan nog bezwaar tegen het doorsteken van een dijk? woensdag 24 december 2003 Als je de Zeeuw op de kast wil krijgen, moet je over ontpolderen beginnen. Niet meteen, natuurlijk. Vraag hem eerst eens hoe het vroeger was. Dan gaat de Zeeuw er eens voor zitten. Hij vertelt over de schorren en de slikken, waar hij speelde met zijn maten. Hij wist feilloos de weg in het gril lige krekenlandschap. De vo gels en de planten kende hij bij hun boerennamen. Tonnen vis heeft hij gevangen, met ver schillende, niet altijd legale, vangstmethoden. Hier ging hij pieren steken, daar sneed hij lamsoren en een eindje verder op kon je de oesters bijna van de pannen scheppen. Van die lekkere, platte, Zeeuwse. Meermalen redde hij ook het vege lijf bij een zoute zwem partij Als de paling nog maar net liep, had de Zeeuw al een fuik staan in het binnenwater. Glasaal kwam immers batal- jonsgewijs naar binnen langs de vele uitwateringssluisjes. En otters? Wat denk je, die wa ren er zat. Tsjonge, wat heeft de Zeeuw een lol géhad in zijn jon ge jaren. Natuur, da's eigenlijk de Zeeuw zijn tweede naam. Ja. ja. da's allemaal leuk en aardig, maar wij zouden dat ook weieens willen: lekker struinen over de schor ren, net over de dijk in schoon water plonzen, de platte oester zo uit het wa ter proevenMaar dat gaat niet meer. De zoute schorren verdwijnen, slik ken zijn er al bijna niet meer en de vis zoekt vertwijfeld naar een ander plek je om een kraamkamer in te richten. Wat nog aan het landschap van de Zeeuw zijn jeugd doet denken, is be schermd. Je mag er niet komen, of al leen met een gids. Het moet gekoes terd en in de watten gelegd, want er is nog maar zo weinig van. En het ergste is: het wordt steeds minder. Dat is niet in de laatste plaats door toedoen van de Zeeuw himself. Het in polderen, of kanaliseren, zit hem in het bloed. Een opwas of een aanwas? Hup, gooi er nog maar een dijkjerond. Willen we industrie? We hebben nog wel een natuurgebied waarin je ton nen zand kunt spuiten, En, tja, met onze buren, de Belgen, hebben we nou eenmaal in de prehistorie afgespro ken dat hun bootjes over onze Wester- schelde mogen blijven varen. Kanaal Dat is het juiste moment om het o-woord te laten vallen. Want al die aanslagen op het natuurlijk verloop van de dingen in de Delta, zouden misschien een klein beetje kunnen worden gecompenseerd door eens een poldertje, het hoeft niet zo groot te zijn, onder water te zetten. Door de ri gingen. Als het reizende inspraak circus één ding heeft bewezen, is het dat de boeren in Zeeland geweldig goed georganiseerd zijn. Het werd een competentiestrijd tussen natuur en landbouw, die de landbouw glansrijk won. De natuur kwam er bekaaid af met het pijnlijke idee dat als de miljoenen meteen duidelijk verdeeld waren geweest - boter bij de vis - er nu een polder aan de zee zou zijn teruggegeven. Golfbaan Véél betere landbouwgrond kreeg immers een woonbestemming toen er grof geld voor werd geboden. De Koninklijke Maatschap de Wilhel- minapolder, die bijna honderd jaar geleden weigerde kleine lapjes erf pachtgrond onder de woninkjes aan de eigenaars te verkopen, liet zonder een traan te laten zeventig hectare onder water zetten, toen huizen en een golfbaan meer bleken op te leve ren dan tarwe en aardappels. Ook elders is ontpolderen erg bespreek baar, als het maar niet voor de na tuur is. Het ontpolderen ging niet door en de nobele Wet werd gewoon een beetje aangepast. Er kwamen alternatieve compensatieplannetjes. Een nolle tje hier, een sluftertje daar en wat binnendijkse speeltuintjes voor de natuurbouwingenieurs: allemaal doekjes voor het bloeden. De Zeeuw gaat er tamelijk hoog moedig van uit dat hij het landschap kan maken. Verdwijnt er natuur? Dan maken we toch nieuwe. Maar alleen natuur kan zichzelf scheppen. Voor iemand die tussen de regels door kan lezen, valt dat ook uit de Bijbel op te maken. Evengoed als dat hoogmoed voor de val komt. Die wa tersnoodramp had met natuur in zo verre te maken, dat die ons een lesje leerde. We vonden dat we het zó ge weldig hadden gedaan, dat we het onderhoud van de dijken maar lie ten versloffen. Dat de natuur evenmin te bedwin gen valt, leert de legende van Wes- terschouwen. Dat de vloek van de zeemeerman op gewelddadige ont- polderingneerkwam, zou de Zeeuw te denken moeten geven. Maar de Plompe Toren is nog steeds niet het symbool dat het zou moeten zijn: Mens, je kunt veel, maar niet alles. De uitgerekende hoogmoed van de Zeeuw, en trouwens van al zijn wes terse achterneven, wordt pas echt schrijnend in een groter perspectief, dat van de wereld. We lopen te hoop als een stel indianen een stuk oer woud kapt of platbrandt om er een boterham uit te'halen. Dan zijn we verontwaardigd; hoe durft die indi aan aan de longen van de wereld te komen? Aan dat laatste stukje para dijs waar nog zoveel soorten leven! Dat doet die indiaan om precies de zelfde reden als waarom de boeren naar de feestzaaltjes kwamen: eco nomische overwegingen. De Zeeuw is geen haar beter dan een ander. Hij telt eerst zijn centen en dan, misschien, pas zijn zegeningen. Mieke van de Jagt Een enthousiaste jongeling, een flinke dosis idealisme en optimisme, een verbouwde vouwcaravan, een be jaard Fordje voorzien van trekhaak en tot slot dozen vol producten uit de derde wereld. Het klinkt als een recept en dat was het eigenlijk ook. Zo'n 15,20 jaar geleden was het deze combinatie die voor de Wereldwinkel Schouwen-Duiveland in de zomermaanden alle mark ten en braderieën op het eiland afstruinde. Om koffie, thee, kleding en kunstnijverheid en allerlei andere za ken te verkopen, maar vooral om de boodschap uit te dragen dat we met z'n allen moeten werken aan eerlijke handel en een rechtvaardiger wereldsamenleving. Als onmisbare basis voor wereldvrede. Het idee van de Wereldwinkeliers was simpel. De uit voering ervan eigenlijk ook. Met minimale middelen maar veel creativiteit, geduld en vereende krachten werd een oude vouwcaravan omgebouwd tot markt kraam. Mobiel, snel inzetbaar en multifunctioneel, want met een hoop bergruimte. Een marktdag was een lange dag. 's Ochtends vroeg naar de winkel aan de Melkmarkt waar de dozen al klaar stonden. Kofferbank en achterbank van het Es- cortje volladen, vouwcaravan aankoppelen en op pad. Vaak naar de Schouwse Westhoek, want daar werden - en worden - om toeristenwege nogal wat braderieën en rommelmarkten gehouden. Er zaten topdagen bij met voor Wereldwinkelbegrippen hoge omzetten. Want dat was feitelijk het enige wat zich liet meten. Dat neemt niet weg dat je als enthousiaste vrijwilliger natuurlijk enorm je best deed het verhaal zo goed mogelijk over te brengen. Met wisselend resultaat. Soms bleef het gesprek aan de oppervlakte, een andere keer ging het de diepte in. Verbijstering over verregaande onverschilligheid van mensen mengde zich met bewondering voor hen die niet alleen zuivere koffie kochten maar ook op tal van ande re manieren hun bijdrage leverden aan een rechtvaardi ger wereldsamenleving. Afwisselend was de rij dende wereldwinkel op alle fron ten. Soms was er nauwelijks tijd de meegebrachte bo terhammen te nuttigen, maar er waren ook totaal verre gende markten bij waarop zich nauwelijks mensen op straat vertoonden. Een goed boek behoorde dan ook tot de standaarduitrusting van de Wereldwinkelier van dienst. De jaren zijn verstreken. De enthousiaste (toen haanlo ze) jongeling is een drukbezette veertiger geworden. Ie mand die nog steeds zuivere koffie koopt, maar geen tijd meer heeft om het zelf te verkopen. Iemand die nog steeds gelooft in het ideaal van een rechtvaardiger we reldsamenleving en eerlijke handel, maar geen kans ziet dat ideaal actief uit te dragen zoals hij dat vroeger deed. Zou eigenlijk wel moeten. Er is nog steeds een forse kloof tussen rijk en arm. Onderdrukking en uitbuiting zijn nog immer niet uitgebannen, dictatoriale regimes nog lang niet allemaal omvergeworpen en de wereld handel nog steeds niet zo eerlijk als die zou moeten zijn. De wereldvrede is nog ver. Het oude Fordje belandde op de schroothoop, de omge bouwde vouwwagen is reeds lang geleden gesloopt. Ge lukkig staan er nog wel steeds nieuwe idealisten op. Piet Kleemans Illustratie Cor de Jonge foto Ruden Riemens vier steeds smaller te maken, de oe vers steeds steiler, en door de vaargeul te verdiepen, hebben we van de Wes- terschelde intussen iets gemaakt wat op een kanaal gaat lijken. De toegeno men snelheid van het in- en uitgaand tij, neemt alles wat kwetsbaar is mee naar plaatsen waar het niet wil zijn. Als je het een beetje ruimte gee'ft, een lapje van een paar hectare waar het water tot rust komt, krijg je misschien wat van die vogels terug, en een paar van die planten. Dat zal de Zeeuw niet zinnen; zijn bloed wordt karnemelk. Maar heel snel zal hij zich herpakken. Want is al niet eerder zo'n aanval op de Zeeuwse ziel afgeslagen? Jazeker, nog maar een jaar of wat geleden. De verdieping van de Westerschelde zou gepaard gaan met natuurcompen satie. De Belgen, die het werk in hun belang voor het grootste deel betaal den, stelden daar miljoenen voor be schikbaar. De Staat der Nederlanden had immers verordonneerd dat iedere aanslag op de natuur met gelijkaardi ge natuur gecompenseerd moest wor den. De staat zou er zelfs een hoop geld bij doen. Dat was beloofd; dat was zeker; dat was Wet. Zelden is iets zo verkeerd aangepakt als de natuur compensatie voor de verdieping van de Westerschelde. Er ging een in spraakcircus op pad. In de hele pro vincie werden feest- en achterzaaltjes afgehuurd. Aan twee kanten van een tafel werden stoelen gezet: een rijtje voor een stel geestdriftige deskundi gen en een heleboel voor het publiek. Welnu, die stoelen kwamen vol. Grote krokodillentranen vloeiden van Kloosterzande tot aan Heinkenszand. Bij ontpoldering, zo bleek, moesten de aanwezigen weer aan de Watersnood van 1953 denken. Je kon toch zomaar geen goede landbouwgrond, bevoch ten op de zee, opgeven voor een beetje natuur. De aanpalende gronden zou den bovendien met zoute kwel wor den gekweld. Hadden de Hollanders daarvoor hun beurzen open en dijken dicht gedaan? Weldra zouden de Ne derlanders zonder zelf geproduceerd voedsel komen te zitten. De hongers nood lag op de loer. Ondertussen werd voorzichtigjes gevist naar de hoogte van de schadeloosstelling per hectare, maar dat kwam niet boven water evenmin als er hectaren onder water

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 37