Alleen een flirt met de dood zorgt nog voor opwinding Met eerbied voor indianen Expositie over Amerika's oorspronkelijke bewoners zaterdag 20 december 2003 0 pelen met het toeval. Stunten op de iss ^scheidslijn van leven en dood. Soms 2ï: °eemt het bizarre vormen aan. Russische [oulette bijvoorbeeld. Of sterrenkijken: y nachts op de as van een verkeersweg gaan oi'-r l>8en. In Amerika en daarbuiten was het ilail ioitjaar een rage om stunts uit het program- f1* Jackass van Johnny Knoxville te imite- f?' ^zien om het aanzien te verhogen. ^ween ton vanaf zestig meter hoogte voor- 5. over de Niagara-watervallen in laten plon- !t ren. Een vrije val van één van de Petronas- ol),! tens in Kuala Lumpur, waarbij je wangen voorbij je oren hangen. Of met een duize- S "ngwekkende vaart op je motor dwars door 23[e nnv'jf centimeter dikke glasplaat rijden, dat allemaal voor de kick. P^ierden de zenuwen al door je keel bij oelletjetrekken en slootjespringen, maar terkun je vandaag de dag niet meer mee - inkomen, wil je tenminste nog voor vol borden aangezien. Ook bungeejumpen en SRvatervaren zijn in feite achterhaald. e|springen met een elastiek om je enkels is 20 langzamerhand uitgegroeid tot een Jsport en wildwatertochten zijn er nu j °°k al voor senioren. Daar leg je geen eer F ter mee in. V teippen als spanning en sensatie zijn ju» sterk aan devaluatie onderhevig. Spannend is al lang niet meer spannend genoeg. Het moet tegenwoordig vooral bizar, extreem zijn. Het lijkt'wel of alleen een flirt met de dood nog voor opwinding kan zorgen, waar bij het toeval vaak de - fatale - afloop be paalt. Op zoek naar het ultieme avontuur, dat de alledaagse werkelijkheid doet verge ten, stijgt de waaghalzerij ten top. De politie klaagt over idioten die bewust op de verkeerde weghelft rijden, de rotonde verkeerd om nemen, midden in de nacht op de middenstreep van de weg gaan liggen, wachtend op de auto's die voorbij razen. 'Sterrenkijken' heet dat in vakjargon. Ook het fenomeen trein- en liftsurfen wordt nog steeds populairder. In het ene geval hang je kilometers aan een trein en bij lift surfen laat je je meevoeren op het dak van een lift in een donkere schacht. Volgens de Groningse emeritus-hoogleraar sociale psychologie en besliskunde C. Vlek is het normale leven voor veel mensen te vlak, te saai. „Vroeger werden we uitge daagd door de natuur. Belaagd door allerlei dieren en rampen als overstromingen. Maar sinds die primitieve angst is weggevallen, gaan we als het ware automatisch zelf op zoek naar gevaar." Die zoektocht om het aangeharkte dagelijk se bestaan te ontlopen of te doorbreken kan heel divers zijn. De één gaat riskante weten schappelijke projecten aan, de ander steekt z'n nek uit als klokkenluider, weer een an der gaat wadlopen, bergbeklimmen, pootje baden in een vijver vol piranha's of meedoen aan een spelletje Russische roulette. Het is maar waar je door wordt gegrepen. Vlek: „In elk geval gaat het daarbij telkens om vrijwillige blootstelling aan risico's, ge voed door de illusie van beheersbaarheid. Mensenzijn in dat opzicht trouwens snel ge neigd zichzelf te overschatten." Sommige 'sky-divers', ook wel basejumpers genoemd - en dan gaat het om mensen die met een pa rachute van een hoogte springen - hebben daar nogal last van. Volgens een onofficiële lij st zouden er in de loop der j aren tenminste 7 6 van hen zijn omgekomen bij de sprong van een gebouw, brug of rots. Begin oktober sprong nog een team skydi- vers uit onder meer Nederland, met een knipoog naar de dood, van de Jim Mao-wol- kenkrabber in Shanghai, het hoogste ge bouw van China. De groep sprong niet vanaf het hoogste punt op 425,5 meter, maar van af een platform op 358 meter. De waaghal zen maakten een vrije val van zo'n acht se conden voordat ze hun parachute openden. Gemiddeld dertig seconden later stonden ze met beide benen weer op de grond. Onge schonden en wel, een bijzondere ervaring rijker. Nederland telt een stuk of tien van die base jumpers. Hun favoriete springobjecten zijn de Rotterdamse Euromast en de Utrechtse Domtoren. Vergeleken bij de mogelijkheden in het buitenland is het binnen onze lands grenzen natuurlijk veredeld kinderspel. Een van de springers is Henny Wiggers uit Twello. Hij doet nu een jaar of acht aan ba- sejumpen. „De meeste mensen begrijpen het niet. Maar ik leef maar één keer en wil uitdagingen hebben. Mijn adrenaline moet stromen." Dat skydivers roekeloos zouden zijn, wijst hij met klem af. „Onzin, het ver eist juist enorm veel vakmanschap, het juis te materiaal en een gedegen voorbereiding. Het is allemaal heel doordacht. Daar haal ik ook mijn persoonlijke voldoening uit." Hoogleraar in de besliskunde Vlek herkent dat van die voldoening. Hij wijst er op dat mensen nooit op vrijwillige basis dat soort risico's zouden nemen als er geen persoon lijk voordeel aan zo'n uitdaging vast zit. „Als je geen bijzondere dingen doet, ben je sociaal minder interessant. Door je te on derscheiden, scherp je ook je eigenwaarde aan. Het zoeken naar de ultieme kick van het risico is dus niet per definitie verwerpe lijk. Het heeft ook zijn leerzame kant. Het leert je nieuwe vaardigheden en het leert je tevens overleven; de essentie van het mense- lijk bestaan. Hoewel, niet altijd overleef je. Dan heb je jezelf gruwelijk overschat. Met dramatische afloop." Gedurende enkele decennia hebben twaalf mensen gepoogd hun sociale aanzien te ver hogen door zich met doodsverachting in tonnen of andere omhulsels van de Niagara- watervallen af te storten. Slechts drie over leefden het avontuur. Zij kunnen niet meer stuk in hun omgeving. De anderen sloegen te pletter tegen de rotswanden. Voor wie de matheid van zijn bestaan wil oppoetsen, maar zijn neus ophaalt voor bergbeklimmen of autoracen, is het uit de Verenigde Staten via muziekzender MTV overgewaaide waaghalzenprogramma Jackass wellicht een bron van inspiratie. De makers van Jackass, een mix van onder- broekenlol en bizarre stunts, waarschuwen de kijker telkens om de acties vooral niet na te bootsen. Een betere aanmoediging om aan de hand van de getoonde (voor)beelden je grenzen op te schuiven, kun je je nauwe lijks wensen. Hoewel; het zal in Nederland niet meevallen om aan een staalkabel met een stuk vlees aan je achterwerk over een vijver vol krokodillen te schuiven. Inspelend op de hype brengt Veronica het programma Fear Factor op de televisie. Daarin worden kandidaten blootgesteld aan verschillende uitdagingen. De deelne mers springen op duizelingwekkende hoog te van de ene op de andere glasplaat; liefst zonder hem te breken. Zoals besliskundige prof, Vlek al aangaf, zou niemand het in z'n hoofd halen zich aan de verschillende extre miteiten over te geven als er geen persoon lijk voordeel uit het programma viel te slaan. Naast je - van angst vertrokken - ge zicht op de beeldbuis, staat de winnaar van elke aflevering een geldbedrag te wachten. Gelukkig is ervoor de angsthazen onder ons nog hoop. Voor wie bijvoorbeeld Russische roulette te heftig is, is de moeder aller spelen met de dood nu ook als alcoholische versna pering op de markt verschenen. Russian Roulette wordt aangeprezen als een 'zeer gevaarlijk drankje'. Het wordt verkocht in een verpakking van vier zogenaamde 'shot' flesjes. Je drinkt het met z'n vieren op, steekt j e tong uit en één van de vier heeft een groene tong. Die moet op de bar dansen, de toilet juffrouw kussen of vul verder maar in. De verpakking lijkt op een cilinder van een revolver. Een schot in de roos, denkt de fa brikant. Rob Hirdes De Amerikaanse fotograaf Edward S. Curtis legde de in diaanse cultuur vast toen het nog net kon. Later fotografeerde Mi chelle Vignes de indianen zoals ze er nu aan toe zijn: verkerend aan de rand van de samenleving. Het Fotomuseum Den Haag toont werk van beide fotografen. Over de tragische teloorgang van trotse volkeren. Een indiaan van de Navaho-stam kleedde zich in een hertenvacht, terwijl de vrouw consequent de zoge naamde squawjurk droeg, gemaakt uit zwarte dekens. Ook een Apache had als kleding een hertenvacht, ech ter nooit zonder een lendendoek. En bij de Athapascan-stam kon je een squaw tegenkomen in een jurk ge maakt uit hertenvacht waarbij de rok tot op de knie viel. Daaronder droeg zij mocassins met een brede leren riem. Het zijn zo maar wat wetenswaardig heden die je kunt lezen in The North American Indian, Volume 1, 1907- 1930, samengesteld door Edward Sheriff Curtis (1868-1952). Tijdens zijn leven produceerde Curtis maar liefst twintig delen. Het omvangrijke standaardwerk is van groot belang, zowel voor de fotohistorie als voor de moderne antropologie. De Yuma, de Maricopa, de Cheyennes, de Yakima, de Sarsi - noem een willekeurige stam en je zult hem vinden in The North American Indian. Het Fotomuseum Den Haag toont nu foto's van Curtis uit een particuliere verzameling. Edward S. Curtis wijd de maar liefst dertig jaar van zijn leven aan zijn persoonlijke encyclo pedie. Zijn wens was het oorspronke lijke gezicht van Amerika voor het nageslacht vast te leggen en dit resul teerde in maar liefst 40.000 fotopor tretten, die hij maakte bij zo'n tachtig verschillende stammen die de streken ten westen van de Mississippi bevol ken. Het was zijn wens de 'Sacred Le gacy', de heilige erfenis van zijn land veilig te stellen, omdat hij dacht dat hun culturen zouden verdwijnen. Hij kon toen nog niet bevroeden hoe pro fetisch deze veronderstelling was. Curtis heeft consequent in woord en beeld alles vastgelegd wat hij van be lang achtte. Dat varieerde van nauw keurige notities over tradities en ge bruiken, kleding, de wooncultuur en architectuur tot religie en ceremoni ën. Dat hij er uiteindelijk zelf bijna aan onderdoor ging - bankroet, geen privé-leven van enige betekenis en een slechte gezondheid - heeft hem er niet van weerhouden zijn missie, die begon in 1895, te voltooien. Edele wilden In de ogen van Curtis waren indianen 'edele wilden' (noble savages) die niet alleen dicht bij de natuur leefden maar er ook ontzaglijk veel eerbied voor koesterden. Met diezelfde eer bied, maar dan voor de indianen zelf, legde Curtis hen voor volgende gene raties vast. Over de wijze waarop hij de indianen in beeld brengt, kun je kort zijn: alle clichés die j e vandaag de dag bedenkt, keren in het werk terug. Prachtige hoofdtooien bestaande uit reeksen veren, typische veelkleurige kralensi eraden, angstaanjagende en tegelijkertijd prachtige maskers bedoeld voor ceremoniën - het is allemaal te zien in het oeuvre van Cur tis. Zijn mannelijke indianen blikken trots, fier of uitdagend in de lens, vrouwen zijn een tikkeltje verlegen. Bij portretten regeert het frontale standpunt: je kunt elk rimpeltje zien, terwijl door deze manier van fotogra feren het 'contact' tussen geportret teerde en kijker welhaast intiem is, alsof je elkaar recht in de ogen kijkt. Hoewel het indianenbestaan dat Cur tis toont in grote lijnen niet geheel on bekend is - al was het maar door alle films die je hebt gezien - gaat er toch een wereld voor je open. De levens die dels naar de periferie van de samenle ving zijn verdrongen. Toch, hoe klein het aantal indianen ook is dat de cul tuur in stand houdt, laten ze zich met regelmaat horen. Sla er de berichten in de Nederlandse kranten maar op na. Daarin valt bijvoorbeeld te lezen dat musea op grond van de wet religi euze en heilige voorwerpen - zoals maskers en poppen - terug moeten ge ven aan indianen van de Hopistam. (Dergelijke nieuwsberichten zijn op internet te vinden onder 'Indiaans Nieuws uit de Nederlandse Dagbla den', www.dekiva.nl). Soevereiniteit De indianencultuur is dus ook van daag de dag nog levendig en actueel. Daarom is het heel goed dat op deze tentoonstelling de huidige stand van zaken ook aan bod komt. Deze wordt duidelijk aan de hand van de fotogra fie van Michelle Vignes (Parijs, 1926). Een fotografe die zich de afgelopen 35 j aar heeft geconcentreerd op de india nen die nu leven in reservatenEen an dere focus binnen haar werk is te vin den in de strijd die de indianen voeren om soevereiniteit. Wie geen idee heeft hoe het tegen woordig met de indianen is gesteld, krijgt ruim voldoende informatie bij het zien van de foto's die Michelle Vig nes maakte. Ontroerend én treurig is de foto van een oude man die in een nogal armoedig kamertje op een bed hangt (1985). Hij heeft de gelooide huid van iemand die zijn leven lang in de zon heeft gewerkt. Hij bevindt zich in het reservaat Pine Ridge in Zuid- Dakota. Op een andere foto is het ex terieur van dit gebouw te zien, dat het uiterlij k heeft van een uitvergrote hut. Aan weerszijden van de deur zijn twee indianenhoof den met tooien geschil derd, een karig overblijfsel van wat eens zijn cultuur was. Maatschappijkritisch Waar de foto's van Curtis getuigen van een romantische blik, degelijke ken nis van en nauwe betrokkenheid bij zijn personages, getuigt de waarne ming van de geëngageerde Vignes van een maatschappijkritische houding. Die krijgt vorm in een bijna koele re gistratie; zij is de getuige met camera, de fotojournalist, die eveneens voor het nageslacht het leven van de he dendaagse indiaan vastlegt, maar dan vooral met een scherp geoefend oog voor hun problematiek. Ook bij haar kijken de indianen ons frontaal aan. Maar waar de blik van hun voorouders vooral trots was, do mineert hier de zorgelijke uitdruk king, de gekwelde blik. Vignes - die werkte voor het beroemde fotopers bureau Magnum Photo's en wier foto's zijn gepubliceerd in onder meer Newsweek, Time en Der Spiegel - legt tevens vast hoe de indianen, georgani seerd in de American Indian Move- ment, het eiland Alcatraz bezetten. Ook was ze aanwezig bij de '71 dagen van Wounded Knee' waar jonge india nen hun voorouders wilden wreken, omdat in 1890 de indianenleider Sit ting Bull en zijn Siouxstam (honder den leden) door het federale leger en de politie waren afgeslacht. Te zien is op de foto's hoe een tank van het Amerikaanse leger de toegangs weg tot het terrein afzet; een indiaan reinigt zijn geweer, strij ders pauzeren een moment aan de bar. Ook was de strijd in Wounded Knee (Zuid-Dako- ta, 1973) een militant protest tegen de immer voortdurende bevoogding door de Amerikaanse overheid. Acties voerden de indianen niet voor niets, want him rechtspositie verbe terde uiteindelijk wel enigszins. Het werk dat Vignes voor deze minder heidsgroep verrichtte, had naast de historische verslaglegging ook effect op de politieke agenda. Met name on derpresidenten als Carter en Clinton kregen indianen de aandacht die ze verdienen. Maar, dat erin dit land van de onbegrensde mogelijkheden een rijke cultuur verloren is gegaan, is nooit meer terugjte draaien. i Roos van Put Sacred Legacy, foto's van Edward S. Curtis (1868-1952) en Indiens d'Amérique, foto's van Michelle Vig nes: tot en met 21 maart in het Fo tomuseum in Den Haag, Stadhouder slaan 43, open di. t/m zo. 14-22 uur. Bij de tentoonstelling verschenen twee publicaties: Sacred Legacy (prijs 39,50) over het werk van Curtis en Indiens d'Amérique over het werk van Michelle Vignes (prijs 39,-). hier aan je voorbijtrekken behoren tot een ver verleden, de culturen die toen levendig waren, zijn nu vrijwel ver dwenen. Een beschaving is zo goed als verloren gegaan. Verdwenen, bijna net zo snel als het leven zelfwaarbij j e soms het gevoel hebt dat het tussen je vingers door glipt. Een wijze oude in diaan, Crowfoot genaamd, verwoordde dat besef van de vluchtig heid van het leven heel treffend: 'What is Life? It is the flash of a firefly in the night. It is the breath of the buffalo in the winter time. It is the little shadow which runs across the grass and loses itself in the Sunset.' ('Wat is Leven? Het is de flits van een vuurvlieg in de nacht. Het is de adem van een buffel in de winter. Het is de kleine schaduw die over het gras rent en zichzelf verliest in de Zonsondergang.') Het pijnlijke besef ontstaat bij deze tentoonstelling dat deze oorspronke lijke bewoners van Amerika inmid- Canyon De Chelly, Navaho, 1904. foto Edward S. Curtis foto Edward S. Curtis Chief Garfield, Jicarillo, 1904. foto Michelle Vignes Opperhoofd Mad Bear houdt een toespraak,1970.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 43