zc Overvloed is een handicap )e tijd van de Grote Verkooptrucs is aangebroken Dik de Koning, ambachtsman 27 zaterdag 20 december 2003 etworden de weken van de waarheid in de winkelbranche. Nu de consument en extra geld heeft om te shoppen, zijn omende veertien dagen voor de detail del een uitgelezen - en laatste - kans om 'ets goed te maken van het rampj aar "Hoe zorgen verkopers in de rtv-bran- ide parfumerieën en kledingzaken er- jdatze de klant kunnen verleiden juist eun te kopen? Het antwoord ligt in de [chologie. filet een goed jaar is geweest? Kom over twee weken nog maar eens terug, want ember is in veel branches de allesbeslis- mmaand. December is volgens het CBS iddeld goed voor 9,6 procent van de fomzet, tegen gemiddeld 8,2 procent lfdeandere elf maanden. Dat is liefst 17 cent meer en in sommige branches is het schil nog hoger. Bij woninginrichters 'Oorbeeld ligt de decemberomzet 20 pro- li hoger dan anders, in de witgoed- en pOudelijke branche wordt 50 procent j'iisten juweliers pieken deze maand s '5 procent boven het niveau van een male maand. ""hoe lok je klanten op de bodem van de ^conjunctuur: met lage prijzen, toch met e(even de ellende vergeten) of met servi- nadvies? Met aanbiedingen scoort een to wel omzet, maar dan wordt er niks Jead, luxe artikelen blijven misschien W omdat het gezicht van de consument futig staat en uitvoerig voorlichten en seren kun je wel vergeten als de winkel milt van het koop vee. z')n er technieken die altijd werken. Jemaar weet wat voor type consument j e winkel hebt, zegt verkooptrainer Henk ler uit Holten. Cretier geeft als mede- jaar van trainingsbureau CretierQim- Jisultants al bijna twintig jaar cursus- enPeptalks voor organisaties als de Bo- vag, Free Record Shop, Piet Zoomers, Chrysler, Decorette, Giant en Cartier. Vol gens hem bestaat het koopgrage publiek uit drie categorieën en bij elk van die type ko pers past een eigen verleidingstactiek. Grofweg verdeelt Cretier het kooppubliek in: A. De vaste, trouwe klant. „Dat is de oude mevrouw Wiggers die eens per jaar schoe nen gaat kopen bij de Bata. Nee, juffrouw, ik wacht wel tot meneer Gerard zelf vrij is. En mijn man wil net zo'n schoen als hij nu aan heeft. Die groep is opgegroeid in de jaren vijftig en zestig, heeft een grote winkel- en merkentrouw. Ze vormt nog maar 20 pro cent van het publiek en wordt steeds klei ner." B. De kijken-vergelijken-en-verder-kij- ken-consument. „Dat zijn de dames die der tien winkels aflopen voor een spijkerbroek, niet lastiggevallen willen worden door ver kopers, „nog even verder kijken" en zonder gêne overal aan zitten te trekken om ten slotte de jeans te kopen die ze het eerst za gen. Die groep vertegenwoordigt 50 procent van het publiek, is opgegroeid in jaren ze ventig en tachtig en koopt op basis van ra tionele en materialistische motieven." C. De balansconsument. „Let ook op andere waarden als duurzaamheid en keert zich af van massaliteit van winkelketens. Koopt liever een iets duurdere tv bij Elektro Jan sen om de hoek, waar hij een persoonlij k ad vies krijgt, dan een goedkopere bij de Ma- kro, waar het toestel voor reparatie naar een centrale werkplaats wordt opgestuurd. Die groep is in opkomst en vormt al 30 procent van het winkelend publiek." Tweeslachtig Natuurlijk, zegt Cretier, het zijn generalisa ties, maar een winkel kan er wel zijn beleid op afstemmen. „Mits hij beseft dat elke con sument tegenwoordig tweeslachtig is. Hij Hoe krijg je de consument zover dat hij voor de kerst nog allerlei inkopen doet? foto Phil Nijhuis/GPD koopt in één autorit goedkope wijn en melk bij de Aldi en luxe vleeswaren bij AH. Zeg dus nooit: ons publiek kijkt niet naar prij zen of kwaliteit. Soms doen ze het ene, soms het andere." Parfumerie Douglas is volgens Cretier zo'n zaak die de 'hybride consument' perfect doorheeft. „Buiten liggen de aanbiedingen, waarmee de klant naar binnen wordt ge lokt, binnen is het doorsnee assortiment royaal vermengd met topmerken. Die top is maar goed voor 10 procent van de omzet, maar krijgt 20 procent van de schapruimte. Dat is de vergaapfunctie. Misschien koop je dié parfums dan niet, maar wel die daar net in prijs onder zitten. Door de exclusieve parfums nadrukkelijk te presenteren, lijken de overige goedkoper." Voor een grote Nederlandse diamantenzaak heeft Cretier wel eens de proef op de som ge nomen. „Als een Amerikaanse klant aangaf dat hij een steen van zo ongeveer 10.000 eu ro zocht, dan presenteerden we een diamant van 9900 euro, een van 11.400 en een van 138 0 0In negen van de tien gevallen kocht hij dan de middelste. Die duurdere mocht echter niet te duur zijn, want dan werkte het niet, omdat één keus dan sowieso afviel en de klant vaker op de steen van 9900 uit kwam. Voor Amerikaanse klanten bleek dat de duurste diamant hoogstens 60 procent duurder mocht zijn, voor een Nederlandse klant maar zo'n 30 procent. Manipulatie? Ja, maar wel positieve manipulatie en daar is niets mis mee. In boetieks blijkt dat als verkoopsters een setje nieuwe kleding zelf dragen, die dan vijf keer zoveel wordt ver kocht. Dat is een hele functionele manier om de verkoop te stimuleren." Die verkoopsters dragen de kleding dan echt, maar wat te denken van al die rtv-ver- kopers die de klant over de drempel duwen met de mededeling 'zo één heb ik er zelf thuis ook'. Cretier: „Walgelijk vind ik dat. Ik ken tapijtverkopers die thuis een trap tot in de hemel moeten hebben voor alle vloer bedekking die ze zeggen erop te hebben lig gen." Ook moet de adviseur niks hebben van ver kopers die de consument altijd naar het „middelste" product toepraten met het smoesje „die wordt hier veel verkocht". Of naar het product dat toevallig van het win kelmerk is. Want dat is niet per se het beste voor die klant, maar daar verdient de win kelier veel meer op dan aan het duurdere A- merk (waarop minder marge zit). Cretier: J e moet j uist goed luisteren na ar wat de klant eigenlijk wil. Het is geen kunst om één keer iets te verkopen, maar je moet zorgen dat de klant blijft terugkomen. Zo ben ik eens bij een bandenbedrijf geweest, dat me een paar dagen na de aanschaf opbelde met de vraag: hoe bevallen ze? Kijk, dat is echte aandacht.Cretier geeft toe dat de winkel in december vaak te druk is om iedere klant persoonlijke aandacht te geven. „Dat moet je de rest van het jaar doen. Dan zorg je dat de klant juist in de lucratieve december maand naar jouw zaak komt." Helpen Minstens zo belangrijk is volgens Cretier hoe je de klant aanspreekt: „Bespring hem niet met de vraag: kan ik u helpen? Want dan zal de klant gauw zeggen: ik kijk alleen maar even rond. Probeer aan te haken op waar hij naar kijkt en zeg iets over dat pro duct. Klanten kijken met hun vingers. In een fietsenzaak zal een geïnteresseerde klant altijd even in de remmen knijpen." Als het al zover komt.Want wie een winkel binnenstapt, maakt binnen zeven seconden een mind-seteen mentaal oordeel. Dan zie je vrouwlief haar man toefluisteren dat 'de ze zaak niks is', nog voordat ze het assorti ment hebben kunnen overzien. In zo'n geval klopt er iets niet in de winkel. De ldeuren zijn te ouderwets, de verkoopsters kijken te apatisch of te gretig, de muziek staat te hard of is te oubollig. En helemaal dodelijk is om half zes al te gaan stofzuigen en de ldant toeroepen: we gaan zo sluiten, hoor." Cretier wil niet het personeel zelf afkraken. „Iedere winkelier krijgt het personeel dat hij verdient. Een zaak die het van de massa en stuntprijzen moet hebben, kan zich geen goed personeel veroorloven. Ik voorspel dat, als het economisch weer wat beter gaat, er weer behoefte is aan goed geschoold, ge motiveerd en beter betaald winkelperso neel. Want de klant gaat dan weer meer op kwaliteit en duurzaamheid van producten letten en wil daarover eerlijk voorgelicht worden. Winkels die alleen maar aan het ei gen gewin denken, leggen het dan af." Jan Ruesink Muziek bestaat bij de gratie van de stilte, zegt hij. ,,Dat heb ik niet van mezelf, maar van een van de grootsten in de muziek: Bach. Wijze woorden van grote mannen citeer ik voorzichtig, want ik heb van al die wijsheid zelf nog niet alles begrepen. Maar dit wel, en je kunt het ook door trekken: overvloed bestaat bij de gratie van soberheid, vruchtbaar werken bij de gratie van rust. Voor mezelf probeer ik van mijn dagen ook muziekstukjes te maken: de spanning afgewisseld door simpe le bezigheden. Ik loop bijvoor beeld graag een stukje langs de dijk. Voor mij geeft dat even wicht." Wat betreft het componeren, blijft het voor Dik de Koning bij dat muziekstukje van de dag. Hij noemt zichzelf 'een ambachtsman'. „Ik ben geen componist, heb die ambitie ook niet. Ik ben al gelukkig als ik de mu ziek die anderen geschreven hebben, kan begrijpen." Muziek is er niet met de paplepel inge goten bij Dik. „Mijn vader was mos selvisser in Bruinisse en wij waren hervormd. We hadden geen instru ment, een orgel of zo, in huis. Maar ik zong graag. Het zingen in de kerk en op de zondagsschool is een dierbare herinnering, net als de gebrandschil derde ramen. De mensen zeiden: Joh, Dik, koop een gitaar, dan kun je jezelf begeleiden. Dat deed ik. Én maar zin gen: Michael row the boat ashore, My Bonny is over the ocean, en Kumba- jah; dat soortliedjesIk was vijftien en iedereen zong dat mee. Tot ik een plaat kreeg van Alirio Diaz. Klassieke gi taarmuziek. Ik wist niet wat ik hoor de; dat wilde ik ook. Ik ben begonnen met het mezelf te leren, maar een verre achterneef die werd opgeleid tot con certpianist, suggereerde dat ik maar op les moest gaan. Via hem kwam ik bij een conservatoriumstudent in Rot terdam terecht. Een uur les per twee weken. Na een jaar opperde hij dat ik misschien ook wel conservatorium kon gaan doen. Vanaf dat moment heb ik mijn vingers blauw gespeeld om dat te halen." Zo kwam hij, met maar twee jaar vooropleiding in de muziek, in het Rotterdamse muziekmekka terecht. De vereiste toewijding, waarvan ge wone conservatoriumstudenten nog weieens schrikken, zat hem door die korte vooropleiding, al in de vingers. Plank „Eigenlijk zit me dat ook in het bloed"geeft hij toe. Aan de muur van zijn leskamer hangt een plank, minu tieus houtsnijwerk in oude, symboli sche motieven. „Dat heeft mijn vader gemaakt, geduldig uitgesneden in op perste concentratie. Voordat ik gitaar ging spelen, deed ik ook zulke din gen.Hij haalt een piepklein blokhut- je tevoorschijn, gebouwd van houten plankjes, en een dito zeilbootje. „Heel veel van die dingen heb ik gemaakt, bij wijze van ontspanning. Het stelt niks voor, maar het ordent je gedach- Dik hoe inspirerend een leerkracht kan zijn en tegelijk praktisch onder steunend. „Zo'n gewelig mens was dat. Toen ik van het conservatorium kwam, en les wilde geven, zei ze: Goh, Dik, je hebt geen ruimte om les te ge ven. Kom maar bij mij op de logeerka mer." Dat hij les wilde geven, stond eigen lijk al vanaf het begin vast. Hij deelt zijn passie graag. Niet alleen met kin deren, maar ook met ouderen. „Ik heb er altijd een paar ouderen tussen, sommigen al jaren. Het gaat dikwijls over meer dan alleen de muziek. Ik ben er altijd op uit om de leerlingen zelfvertrouwen te geven, ze bezig te laten zijn met wat ze wél kunnen en zich geen zorgen te laten maken om het stuk dat ze misschien niet goed ge oefend hebben. Je ziet inspiratie en toewijding ontstaan als de maten be grepen worden. 'Je moet goed kijken', zei mijn vader altijd op z'n Bru's. Je moet ook goed luisteren, proberen de dingen te begrijpen. Dat probeer ik de leerlingen bij te bréngen." Het was ook Bach die gezegd heeft dat muziek de ziel moet verheffen. „Maar zulke woorden gebruik ik liever niet. Het geloof, de liefde, de ziel. Er zit te veel stof van onbegrip op die woorden mooie woorden, dat wel. Ik ben er zelf erg mee bezig, maar vooral om mezelf op te voeden. Er zijn nog genoeg ande re woorden, zoals respect en schoon heid. Laten we maar eerst proberen om die te begrijpen." Geen tijd Dat begrip heeft niets met verstand te maken, daarvan is Dik inmiddels overtuigd. „Het verstand zit vaak al leen maar in de weg. Dat wil altijd maar meer, heeft geen tij d voor het he den en neigt ernaar alles tegelijk te willen. En dan gaat het moment voor bij dan sterft de toon weg voordat je hem goed hebt kunnen horen. Daarin px-obeer ik mezelf, maar ook mijn leer lingen, te trainen. De leerlingen zijn ook met honderd dingen tegelijk be zig, Ik probeer ze te laten kiezen: hoe veel van je vrije tijd wil je aan compu teren, televisie kijken, gitaar spelen en vriendjes besteden? Die kinderen wordt zoveel aangeboden, overvloed is een soort handicap, het zit in de weg." Niet dat Dik zelf de verleiding niet kent: „Ik heb dat natuurlijk ook. Dan ligt er een nieuw stuk in de kast, waar ik vreselijk benieuwd naar ben. De verleiding van het nieuwe stuk, terwijl je de partij waaraan je bezig bent nog niet volkomen beheerst. Daar moet je voor oppassen." Die voortdurende druk die mensen ophitst naar grotere haast, meer van het materiële, probeert Dik te weer staan, een paar ï-egels van Mahatma Ghandi indachtig: „De aarde heeft genoeg voor ieders behoefte, maar niet genoeg voor ieders hebzucht." „Zo is het. Ik heb maar één instru ment; een gitaar die ik voor weinig geld heb gekocht en waar ik steeds naar bleef pakken. In die tijd had ik ook een concertgitaar: kostbaar, uniek, maar niet de goede voor mij. Die heb ik verkocht en ik heb besloten geen andere te kopen als die niet van zelf op mijn weg komt. Aan de gitaar waar ik op speel, heb ik vanalles laten doen: politoeren, de hals vervangen. Nu is het onvervreemdbaar mijn gi taar, al kun je er geen indruk mee ma ken. Wel als je speelt, natuurlijk. Dat zal ik altijd proberen. Noem het niet de ziel verheffen, maar alles een beetje oplichten naar wat het verstand te bo ven gaat. Zoals Bach het ons laat ho ren: muziek die je wakker maakt, om je in harmonie te leren leven. Mieke van der Jagt Naam: Dik de Koning Geboren: 1957, Bruinisse Opleiding: christelijke mavo Zierikzee, havo RSG Pieter Zeeman Zierikzee, Conservatorium Rotterdam. Werk: enkele jaren docent gitaar aan de Muziekschool in Middelharnis en tot op heden zelfstandig gitaarleraar in Zierikzee. ten, geeft je rust. Eén ding tegelijk, zeg ik altijd tegen mijn leerlingen. Als je met dat priegel werk bezig bent, kun j e nergens anders aan denken. Ik heb toen al ervaren dat concentratie en ge duld heilzaam zijn. De kinderen die bij mij op les komen, hebben het zo druk, er speelt zoveel door hun hoofd. Ik probeer ze altijd te bepalen bij het heden, bij wat ze op dat moment aan het spelen zijn. Als dat lukt, merk je dat de muziek ze op kan lichten, op een ander plan kan tillenMij ook nog, hoor. Als een jonge leerling met de tong tussen tanden op één snaar Kort- jakje speelt, kan ik daar toch erg van genieten.Op de havo had Dik mu ziekles gehad van Riet van den Dun- gen, die ook een soort schoolorkest bij elkaar bracht. Bij haar ondervond foto Mechteld Jansen LH

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 27