Voorbij is de paardenglorie
zc
Is natuur maakbaar?
Fraaie akkerranden kosten nu eenmaal geld
Als De Poel nu draait
vliegen er stukken af
dinsdag 2 december 2003
planten en diersoorten de nei
ging naar het Noorden uit te
breiden.
Toch is het zuidwestelijk gebied
in Nederland al sinds mensen
heugenis een bijzondere plek.
De grootste populatie van
boomkikkers in Nederland
komt in West-Zeeuws-Vlaande-
ren voor! Het ging er de laatste
jaren slecht mee en daarom is er
ook in het project voor de boom
kikker extra aandacht. Voor de
boomkikker werkelijk in de
nieuwe gebieden opduikt zullen
we waarschijnlijk nog een poos
je moeten wachten.
Evenals op de terugkomst van
een klein orchideetje, dat luis
tert naar de naam Herminium
monorchis. Voor het laatst in
Zeeland gevonden aan de oever
van een drinkput nabij de bou
levard van Cadzand. Drie ande
re soorten, die op de Europese
Rode Lijst van planten staat,
komen voor in Zeeland en uitge
rekend wéér in West-Zeeuws-
Vlaanderen. Het gaat om plan
ten, die uiterst kieskeurig zijn
als het gaat om de keuze van hun
standplaats. De drie planten lij
ken in de verste verte niet op el
kaar. Het gaat om de schraal -
landpaardebloem, kruipend
moerasscherm en een klein fra
giel, slank geelgroen orchidee
tje met de wetenschappelijke
naam Liparis loeseli. De Neder
landse naam is op zich ook niet
opzienbarend en luidt Sturmia.
Behalve de schraallandpaarde-
bloem zijn het soorten met kriti
sche eisen ten aanzien van het
bodemwater.
Er is nog veel te ontdekken aan
die planten en vooral veel te ver
wonderen. Zoveel, dat we gedu
rende onze wandeling alle re
gels van het natuurbeheer al
gauw zijn vergeten. Misschien is
natuur wel datgene wat we in
ons voelen. Geluk en verwonde
ring van zoveel moois
Ron Brouwer
Daar gaat alweer een stukje
stad,
Een stevig stuk historie:
Het rijtuig heeft zijn tijd gehad
Uit is de paardenglorie.
De ouderwetse warme stal
Centrale hippo-tractie,
Wordt opgeruimd en ingericht
Voor de moderne taxi.
't Gemoedelijk koetsierenras
Moet voor 't chauffeursdom wij
ken.
De groenig zwarte hoge hoed
Zal in 't museum prijken.
En voortaan heerschen in clen
stal
De luchtjes van benzine
In plaats vanU vermoedt het al -
Een ander woord op 'ine'.
De rijtuigen in lange rij
Staan doodstil in gedachten,
Berustend, tijdens den verkoop
Hun vonnis af te wachten.
Een vigilant zei zachtjes tot
Een afgeleefd coupeetje:
Door vijftig jaren trouwe dienst
Heb ik heel goed mijn weetje.
Waarom verdonk'remaant men
ons?
Waarom komt hier 'n garage?
Ik wed de mensen worden bang
Voor wat men noemt chantage
Want als ik eens vertellen ging
Wat ik heb ondervonden,
Dan werden negentig procent
Der huw'lijken ontbonden.
Aan fantasie geen gebrek in
het piepkleine huisje aan de
Zuidstraat waar Joos Kop met
zijn grote gezin woonde. Hij zag
niet alleen twee afgedankte rij
tuigen met elkaar buurten; je
zou bijna geloven dat de dichter
in een stadse omgeving woonde,
waar klakkende zwepen, dom
melende koetsiers en overspeli
ge bourgeoisie het straatbeeld
bepaalden. Maar nee, dit werd
geschreven in Borssele. Daar
had de veldwachter een fiets,
een boer reed met een platte kar
of een boerenwagen en alleen op
zon- en feestdagen werd de sjees
ingespannen. Als de Koningin
jarig was werd de sjees, het rij
tuig van de boerenstand, ver
sierd met bloemen en strikken.
Vigilanten, coupeetjes en calè
ches had je op het platteland
niet, overspelig volk waar
schijnlijk wel.
Toch kon de gemeentebode met
de vele baantjes weemoedig
worden van de veranderingen
der moderne tijd, die ook in
Borssele het straatbeeld anders
kleurden. Middenin de jaren
twintig werd Borssele als laat
ste dorp op de waterleiding aan
gesloten. De tankwagentjes, die
met hippo-tractie schoon water
kwamen brengen, verdwenen
van hun vaste stek en weldra
illustratie Danker Jan Oreel
zou ook Joos Kop zelf iets uit een
andere tijd zijn. Met zijn ladder
tje op zijn rug trok hij bijna zijn
hele leven door het dorp om de
lantarens aan te steken en te do
ven. Mét de automobielen
kwam ook het elektrisch licht
naar het dorp.
Mieke van der Jagt
Kees Mol bij de molen van 's-Heer Abtskerke. foto Willem Mieras
NATUURLIJK
ZEELAND
De PZC sponsort Het
Zeeuwse Landschap. In
'Natuurlijk Zeeland' doen
medewerkers van deze
stichting verslag van wat
er speelt in de Zeeuwse
natuurgebieden: onver
wachte vondsten en bij
zondere gedragingen pas
seren wekelijks de revue.
En natuurlijk ook de suc
cessen en mislukkingen in
het beheer.
Boeren en natuurbeheerders
hebben tegenwoordig veel
met elkaar gemeen. Op het eer
ste gezicht zou je dat niet zeg
gen. Dat zit hem voornamelijk
in de manier waarop er met de
grond wordt omgegaan.
De belangen zijn wel tegenstrij
dig waar het gaat om bodemop-
bouw. Voor natuur is variatie in
natte en droge omstandigheden
vereist, voor voedselproductie
is de aandacht gericht op droge
uniforme eigenschappen van
bodem en waterhuishouding.
De belangen worden gemeen
schappelijk wanneer het gaat
om productie. De natuurboer is
geïnteresseerd in de productie
van soortenrijkdom en zeld
zaamheid. De boer gaat het om
massaproductie van een enkele
selectie uit de keuze van voor de
mens nuttige planten. In beide
gevallen wordt echter het maxi-
Kruipend moerasscherm
male uit de bodem gehaald!
Nu kun je ethische bezwaren
hebben tegen de maakbare na
tuur. Je kunt je namelijk afvra
gen of dat nou eigenlijk nog wel
natuur is. Velen hebben gepro
beerd het woord natuur te defi
niëren. Een sluitend begrip is er
niet gemakkelij k voor te vinden.
De Rijksoverheid bemoeit zich
ook nog intensief met de beide
vormen van grondgebruik. Een
natuurlijke gang van zaken zou
je dat nauwelijks kunnen noe
men. Het is echter nu eenmaal
zo en in de huidige situatie komt
het voor de beide sectoren wel
goed uit.
Zelfs het Europese hof bemoeit
zich actief met natuur door het
opstellen van allerlei richtlij
nen. Recent is de Europese Rode
Lijst voor planten tot stand ge
komen. Naast de Rode lijsten,
die Nederland al kent voor vo
gels, planten en dieren, worden
in toenemende mate ook voor
andere diergroepen - insecten
en andere ongewervelden - lijs
ten opgesteld. Deze lijsten leve
ren een belangrijke bijdrage
voor het opstellen van natuur
ontwikkelingsplannen. De
Rijksoverheid ondersteunt het
werk ook nog eens door de zeld
zaamheid van een bepaald na-
tuursysteem (ecosysteem) te ho
noreren met extra geld.
In de Willem Leopoldpolder
tussen het Zwin en de Wallen
van Retranchement in West-
Zeeuws-Vlaanderen ligt een
omvangrijk natuurontwikke
lingsproject. Alle beschikbare
kennis is aangewend om wat
verloren i s terug te krijgen en a 1 -
les wat zeldzaam is uit te brei
den. Als je er nu in loopt - ja, dat
mag op de paden! - zie je niets
anders dan een natte kale vlakte
met een vriendelijk reliëf van
lage heuvels. Tijdens een recen
te wandeling in het gebied was
het meteen prijs. Langs de rand
van een lage natte plek stond
kleine kattestaart, een nieuwe
plantensoort voor Nederland.
Behalve het specifieke van de
standplaats is het tevens moge
lijk dat de vestiging van de plant
te maken heeft met de klimaats
verandering. Door het warmer
worden hebben verschillende
De rubriek Windstreken besteedt aandacht aan de Zeeuwse molens,
aan de mensen erachter en aan de positie van de windgemalen in het
landschap. Vandaag: de molen van 's-Heer Abtskerke.
De uit 1752 stammende molen
De Poel aan de Gerbemesseweg
bij Nisse behoort tot de kleinste
van Zeeland. Het is moeilijk
voor te stellen dat de gezinnen
van eigenaar Piet Verburg,
diens zoon Ko en knecht Jaap
Otte hier rond de Tweede We
reldoorlog van rond moesten
komen. Vrijwillig molenaar
Kees Mol 6 8uit Goes houdt het
erop dat men in die tijd met wei
nig tevreden was.
Het molentje staat dan wel te
gen de bebouwde kom van Nisse
aan, het behoorde vanouds bij
's-Heer Abtskerke, een kilome
ter noordelijker. Dat heeft te
maken met grillige gemeente
grenzen van weleer. Bovendien
was het voordelig om een molen
neer te zetten op een plek waar
je vanuit twee dorpen klandizie
kon trekken. De voormalige ge
meente 's-Heer Abtskerke, waar
ook de gehuchten Baarsdorp en
Sinoutskerke onder vielen, tel
de niet meer dan 400 inwoners,
dus daar was geen droog brood
aan te verdienen. Het verschijn
sel was in Zuid-Beveland heel
bekend. Frans Weemaes schrijft
in zijn recente boek Molens in
Zeeland dat de wiekendragers
van Baarland, Ellewoutsdijk,
Ovezande en Driewegen ook
buiten het dorp werden ge
bouwd. Een nog gekker grens
geval was de stellingmolen van
Breskens, waarvan de romp nog
bestaat. De molen is opgericht
aan de rand van het voormalige
veerdorp, op het grondgebied
van het pakweg vier kilometer
verderop gelegen Groede.
Wondertje
De molen van 's-Heer Abtskerke
is een houten achtkante grond-
zeiler van het (zeldzame)
Zeeuwse type. Veel houten mo
lens verdwenen door stormen of
branden en werden later ver
vangen door stenen. Dat De
Poel er 2,5 eeuw na de stichting
nog staat, mag een wondertje
worden genoemd. Nadat Rinus
Moerland, de laatste molenaar,
zijn bedrijf staakte trad het ver
val in. Het was op den duur zo
erg dat je dwars door de molen
kon kijken. Na tussenkomst
door vereniging De Zeeuwse
Molen, die het monument tijde
lijk aankocht, werd de gemeen
te Borsele eigenaar. In 1981/2
volgde restauratie.
Vrijwilliger M. Verhulst uit
Kloetinge liet na het herstel de
wieken draaien. De huidige
vrijwilligers Kees Mol leei'de
het vak in Driewegen bij zijn va
der op molen De Grenadier. Zijn
grootvader werkte daar ook al
als molenaar. De Grenadier was
een bijzonder geval. Hij is in
1695 gebouwd in Dordrecht,
werd in 1744 verplaatst naar
Goes en belandde in 1856 in
Driewegen. Na te zijn onttakeld
in 1958 iö het restant van deze
molen in 1968 gesloopt.
Kees Mol sloeg na beëindiging
van het maalbedrijf in zijn ge
boortedorp andere wegen in. Hij
heeft tot aan zijn vut 20 jaar ge
werkt bijh een drankengroot
handel in Endewege. Slechts de
daar verhandelde partijen ko-
renwijn herinnerden nog aan
het voormalige beroep.
Wiekenkruis
Zoals bij meerdere molenaars
zoons, kwam ook bij Mol 'het
ouwe bloed' boven, zoals hij het
zelf noemt. Na zijn vuttering
ging hij assisteren bij vrijwilli
ger Jo de Schipper in Borssele.
,,Toen bleek dat ik na veertig
jaar de zeilen nog goed kon
voorleggen", vertelt Mol. He
laas kan De Poel momenteel niet
draaien omdat het wiekenkruis
niet te vertrouwen is. Het hek
werk (het ruitjeswerk aan de
wieken) en de uitneembare
windborden zijn slecht. Mol wil
niet het risico lopen dat de stuk
ken er af vliegen wanneer hij de
molen in beweging zet. Door de
grote drukte met restauraties
van de afgelopen jaren zit de
vrijwilliger al twee jaar met
smart te wachten op de molen
maker. Dat is sneu, want Kees
Mol wil graag draaien met zijn
molen. Aan bezoek loopt het
geen storm, maar de molen trekt
toch de aandacht. Druk is het 's
zomers tijdens het schaap-
scheerdersfeest in Nisse, terwijl
er ook op Nationale Monumen
tendag belangstellenden ko
men.
Bijzonder veel hinder heeft Mol
gehad van vliegen die bij dui
zenden onderdak zochten in De
Poel. Op een gegeven moment
kon hij de molen niet stopzetten
doordat het vangwerk, de rem,
doorgleed op de massa insecten
die ertussen werd geplet. Tegen
woordig zet de vrijwilliger de
ramen open en dat blijkt prima
te helpen.
Willem Staat
Adrie Albregtse, Albert
Ebbens en Laurens Kamp
werken op proefboerderij
De Rusthoeve in Colijns-
plaat. Op 85 hectare pol-
dergrond doen zij, in op
dracht van onder meer
Zeeuivse boeren, proeven
met akkerbouw- en soms
tuinbouwgewassen. 'De
Rusthoeve' volgt weke
lijks de belevenissen van
de mannen van de proef
boerderij.
Deze keer drinken we koffie
in de bestuurskamer, waar
een knots van een televisie en
een DVD-speler al staan te zoe
men. Die hebben de vrijwilli
gers van Akkerleven, de club die
veel werk steekt in het biologi
sche deel van de Rusthoeve,
voor nog geen driehonderd euro
gescoord door voor dag en dauw
op de stoep van een niet nader te
noemen discount-winkel te
gaan liggen. „Akkerleven heeft
maar een heel bescheiden bud
get, maar door de grote inzet
van de vrijwilligers kunnen ze
er toch een heleboel van doen",
zegt Albert.
De spullen zijn nodig om in de
komende seizoenen de voorlich
tingsfilm te kunnen tonen,
waarvan we de ruwe versie mo
gen bekijken. Laurens, Adrie en
Albert, die vanzelfsprekend fi
gureren in de film, hebben hem
zelf ook nog niet gezien en de
vrijwilligers van Akkerleven
zijn ook benieuwd. Ze zijn be
gonnen om voor het woonhuis
van de boerderij kruidenblokjes
van buxus in te planten rondom
de leilinden, die daar nog niet zo
lang geleden zijn gezet. Met lin
den, de drinkput, de oudere
beuken en de kruidentuintjes,
krijgt het hof van de Rusthoeve
steeds meer een streekeigen
erf.
De film belicht het werk van
Akkerleven en dat van de Rust
hoeve, al ligt het accent op het
biologische deel van het boeren
bedrijf. Want juist daarvoor is
bij burgers en buitenlui veel be
langstelling. De excursies en
open dagen die de vrijwilligers
in de zomer organiseren, trek
ken steevast een hele hoop be
zoekers. De film geeft niet al
leen achtergronden over wat de
mensen zelf kunnen zien tijdens
een bezoek aan de Rusthoeve,
maar geeft ook beelden uit de
andere seizoenen en van ver
schijnselen waarvoor je geluk
moet hebben om ze met eigen
ogen waar te nemen: een kwa
kende kikker, 's avonds in de
drinkput; de stoere gang van
een pad die op weg is naar het
water; de jonge torenvalken
die ieder seizoen de uilenkast in
de schuur bevolken en zwaluw
tjes die hun nesten gereed ma
ken.
Het is een mooie film geworden,
niet te lang en met alle aspecten
van het biologisch proefboeren
netjes uitgelegd op een rijtje.
Volgens Albert moet er nog wel
wat aan gebeuren en als hij ze
opnoemt ziet iedereen de man
kementjes ook. Het gezelschap
van insiders wordt natuurlijk
wel vrolijk van een shot waarin
we Laurens iets te lang met zijn
achtereind uit de vleermuiskel
der zien steken, maar filmtech
nisch gezien is het raadzaam het
in te korten.
Vrijwilligers en proefboeren
zijn het erover eens dat de ge
sproken boodschap over akker
randen en antagonisten niet
overkomt als hij struinend door
een akkerrand wordt gebracht.
Een voice-over zal dat beter
doen.
Op het einde, als Rusthoeve-
voorzitter Klompe met zijn ge
bruikelijke enthousiasme wat
conclusies trekt, valt het ingeto
gen strijkje op de achtergrond
op als veel te seutig voor de
boodschap en helemaal voor
Klompe. Het gaat allemaal nog
veranderen, weet Albert.
Hij hecht eraan om toe te voegen
dat al die biologische en milieu
vriendelijk ingrepen in het boe
renbedrijf wel door het publiek
op prijs worden gesteld, maar
dat het wel veel geld kost. „De
mensen moeten er wat voor over
hebben om fraaie akkerranden,
streekeigen erven, milieuvrien
delijke oevers en slootkanten
met karkieten te zien. Hier
wordt het door vrijwilligers ge
daan maar voor een gewone
boer kost het vaak veel geld en
energie."
Albert vindt dat aspect van het
biologisch boeren in de film wat
onderbelicht.
Maar een boer hoeft toch min
der met dure middelen te spui
ten, als de zweefvliegen, zoals in
de film wordt uitgelegd, de lui
zen bestrijden? „Ja, maar dat
voordeel weegt niet op tegen te
gen de investering in de akker
randen. Het voordeel is voor een
groot deel ook landschappelijk
en daar kan een boer niet van le
ven. Hoe je het ook wendt of
keert, het zal moeten worden
betaald. Nu gebeurt dat nog met
subsidies en uit potjes die de
landbouworganisaties er zelf
voor hebben gemaakt. Maar uit
eindelijk horen de investerin
gen in de kwaliteit van het land
schap, het milieu en het voedsel,
te worden betaald in de prijs van
de producten."
Mieke van der Jagt