PZC Ganzen zijn een attractie Neem de korstmossen maar eens onder de loep §M'; V- Overwinteraars in Zeeuwse delta 21 21 23 23 weerwoord Een fout familiewapen is zielig Merientje de Bokkeboer was bekend Het rijtuig heeft zijn tijd gehad Zeldzame grondzeiler in Abtskerke At Jmm i Yi v*. Redactie: 0113-315680 www.pzc.nl E-mail: redactie@pzc.nl Postbus 31,4460 AA Goes. Advertentie-exploitatie: Noord-en Midden-Zeeland: 0113-315520; Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. dinsdag 2 december 2003 .V- ïl Brandganzen in V-formatie Rietganzen Hun opvallende geroep is overal in het buitenge bied te horen. Elke soort een eigen geluid. Ze doorkruisen in typerende V-formaties het luchtruim. De sterkste voor op. De winterganzen zijn weer in Zeeland. Overgeko men uit het onherbergzame hoge Noorden om hier te overwinteren. Onlosmake lijk verbonden aan de groen blauwe oase die de Delta biedt. De duizenden gasten zorgen voor leven in het grauw-verstilde gewest. Welkom in Zeeland, maar niet heus. Boeren schreeu wen moord en brand over schade aan gewassen. Prompt geeft de provincie vrij baan aan de jagers. Gan zen zijn leuk, zolang ze niet hinderen. De gouden rand van Schou- wens door rampen geteis terde zuidkust doet de naam vogelboulevard eer aan. Het miechelt er van de vogels. Hans Peeters van Vogelbescherming Nederland komt ogen tekort om ze allemaal te duiden. Ze pre senteren zich onbekommerd én waakzaam aan de mens. Ture luur, wulp, kievit, goudplevier, buizerd, scholekster, smient, kleine zilverreiger, bergeend. En niet over het hoofd te zien de ganzen. Sierlijke zwart-witte brandganzen uit Nova Zembla in de Zeeuwse inlagen. Kleine rotganzen uit het Oost-Siberi sche schiereiland Taymir op de glinsterende Oosterschelde. Ze ontlenen hun naam aan het ge luid dat ze maken. Her en dei- groepjes grauwe ganzen uit Skandinavië, bezig de dagelijk se kilo gras te verorberen - wat ze in 60.000 hapjes doen. De kolganzen met deftige witte kol, buurten bij de rietganzen, over gevlogen van de toendra's. Flink wat dominante nijlganzen. Ooit losgelaten en tot verdriet van veel ganzenliefhebbers bezig aan een opmars. De ganzen zijn overwegend te vinden in de inlagen achter de zeedijk en in het waterrijke nieuwe natuurgebied Tureluur. Vooral bezig met eten, maar bij elk groepje staan enkele dieren rechtop. Die houden de omge ving in de gaten. De wachtlo- pers worden regelmatig afge lost. Het cultuurland laten ze voor wat het is. Behalve op een akker waar nog rijkelijk bieten- loof ligt. Dat is niet alleen een lekker, maar ook makkelijk te vergaren kostje. Monogaam Peeters koestert de ganzen. „Het zijn fantastische beesten om naar te kijken. Vaak grote aantallen tegelijk en niet zo moeilijk uit elkaar te houden. Hun sociale gedrag is geweldig. Man en vrouw blijven hun hele leven bij elkaar, ze zijn mono gaam. Ze komen vanuit de broedgebieden in het Noorden hierheen met him jongen en blij ven als gezin de hele winter sa men. Pas in het voorjaar, bij de terugtocht naar de broedplaat sen, moeten de jongen op eigen vleugels staan. Als ze in V-for matie vliegen is het net als bij wielrennen, de kopman wisselt steeds." Na een paar jaar rust heeft mi nister Veerman onder druk van een rechtse kamermeerderheid de jacht op grauwe gans, kol- gans en smient weer open ge steld. Alleen op schadegevoeli- ge gronden en onder beperkte voorwaarden. Toch vreest de natuurbescherming terugkeer naar oude tijden. „Kennelijk hebben boeren en jagers een be tere lobby in Den Haag dan de natuurbescherming", zegt Pee ters. „We kregen al signalen uit het land dat door j agers speciaal grasland wordt ingezaaid om ganzen te trekken. Dat zullen we komende winter goed in de gaten houden." De minister wil vóór de volgen de winter 80.000 hectare aange wezen hebben als opvanggebied voor ganzen, waarvan 55.000 hectare in natuurgebieden. „Als je dat doet, moet je wel zorgen dat daar wat te eten is", merkt Peeters op. „Het zal moeten blij ken of het voldoende is. Zoniet, dan zijn meer gebieden nodig. En meer boeren zoeken die voor opvang willen zorgen. In Fries land zijn al speciale ganzen- kringen gevormd, daar zijn de vogels een attractie." Verantwoordelijkheid In nog geen twintig jaar tij d ver dubbelde het aantal overwinte rende ganzen. De laatste jaren ligt het stabiel rond 1,4 miljoen. Grauwe gans en kolgans vor men de grootste groep. Het voedselaanbod in de winterge- bieden en de omstandigheden in de broedgebieden zijn sterk be palend. „Het kan wel eens zo zijn dat de broedgebieden te klein zijn voor meer ganzen", verklaart Peeters de stabilisa tie. „Wij denken dat Nederland een populatie van ruim één mil joen moet kunnen herbergen. Er is trouwens geen land in Europa waar zoveel ganzen komen als hier. Nederland heeft gewoon een internationale verantwoor delijkheid." Vogelbescherming vraagt daar speciaal aandacht voor via de campagne Tour de garis. Pee ters: „Puur omdat Nederland zo'n uniek ganzenland is. Daar moet je wat mee doen. We zeg gen tegen de mensen: ga eens op pad en ervaar eens wat het ultie me ganzengevoel is." In een brochure staan tien prima gan- zenkijkplekken. Zeeland is ver tegenwoordigd met de Koude- kerksche Inlaag bij Burghsluis (vooral brand- en rotganzen) en het Verdronken Land van Saef- tinghe (tot 50.000 grauwe gan zen). Naast de brochure is een gan- zen-intemetgame gemaakt en worden veel excursies gehou den (zie ook www.vogelbescher- ming.nl). Peeters hoopt dat cle campagne ertoe bijdraagt dat er een beter ganzenbeleid komt, met verjaren in plaats van beja gen. „We waren op de goede weg. Doordat er nu minder geld is, wordt het weer terugge draaid." Rinus Antonisse Donder in decembermaand, belooft veel wind voor 't jaar aanstaand Nieuwe weerwoorden zijn welkom bij de redactie PZC, postbus 31, 4460 44, Goes, fax 0113-315669, e-mail redactie@pzc.nL Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie Buitengebied van de PZC, postbus 31, 4460 AA, Goes, fax 0113-315669, e-mml redactie@pzc.nl Bij de buren heeft zich, jaren geleden al, spontaan een vlier gevestigd tussen de hees- teraanplant. De spreeuwen wis ten de bessen in het najaar maar al te goed te vinden. De sterke groei van de struik nam op den duur echter het licht weg voor HET TUINTJE VAN Adri Karman heeft achter zijn huis een kleine tuin, waar toch van alles ge beurt. In 'Het tuintje van' schrijft en tekent hij elke week over de belevenissen in de natuur rondom het huis. de andere heesters en bomen. Snoeien was dus geboden. Helemaal weg was niet nodig, drastisch terugzetten bracht al veel licht in de tuin. De dikste takken konden nog als open haardhout dienen en werden achter de schuur opgestapeld. Opvallend is de begroeiing op deze stammen en takken. Aan een zijde zijn ze voor een groot deel bedekt met schubvormige organismen in een, als je ze goed bekijkt, prachtig kleurengam ma. De vlier staat erom bekend. De schors van deze struik is een goed substraat voor de aan hechting van verschillende soorten korstmossen. Verder zoekend in eigen tuin naar aanwezigheid van verwan te soorten, blijkt dat de pergola onder de esdoorn bezaaid is met grijzige en geelgroen gekleurde korstmossen. Ook op de tegels van het tuinpad bleken er voor te komen. Het opvallendst is daar het korstmos met een lichte kleur, het zogenaamde kauw- Rood beker(korst)mos Kopjesbeker- (korst)mos Muurkorstmos Gewoon Schild- (korst)mos gommos. Een sterke soort die, zoals de naam al doet vermoe den, zich dikwijls ook op trot toirtegels hecht en doet denken Kauwgom(korst)mos illustratie Adri Karman aan een platgetrapt stuk kauw gom. Om het verschil te zien tus sen de korstmos en het kauw gom moet men echt door de knieën. Niet alle platte licht - grijsgekleurde plakkaten zijn stukjes kauwgom. De ramen van de broeibak zijn behoorlijk aan het rotten en grijsgroene schilfers met op staande bekervormige uitsteek- seltjes schijnen er zich goed op thuis te voelen. Zelden zullen we de soorten korstmossen zo dichtbij elkaar zien groeien als op de illustratie is verbeeld, want elke soort heeft een voor keur vooreen bepaald substraat (de ondergrond waarop ze zich vestigen). Toch zijn ze niet erg kieskeurig en wie in eigen tuin zijn ogen goed de kost geeft zal er zeker verschillende soorten ontdekken. De naam korstmossen doet ver moeden dat ze familie zouden zijn van de 'gewone' mossen, maar ze zijn daaraan in het ge heel niet verwant. Mossen pre fereren over het algemeen een vochtige biotoop en zijn in feite miniplantjes die wortelen en hun voedsel via dit wortegestel uit de voedingsbodem halen. Korstmossen vormen een heel aparte soort vegetatie; zij zijn een samenlevingsverband van een alg en een schimmel en leven dus in symbiose, waarbij beide organismen profijt hebben van elkaar. Ook de groeiplaats van de korst mossen verschilt nogal van die van mossen. Zij pref eren over het algemeen droge substraten en dikwijls vinden we ze dan ook in de volle zon op muren, stoeptegels en boomschors. De voedingsstoffen worden direct uit de lucht door het de huid van het gevormde lichaam opgeno men. Wortels zijn alleen aanwe zig voor de aanhechting. Korstmossen kunnen dan ook bepaalde aanwijzingen geven wat betreft de luchtverontreini ging op een bepaalde plaats. Sommige soorten verdwijnen, andere gedijen juist bij een be paalde verontreiniging. Minus cuul als ze zijn worden ze vaak over het hoofd gezien. Wie ech ter de moeite neemt om met een vergrootglas eens goed de korst mossen onder de loep te nemen ondekt een wereldje van fraai gevormde, interessante levens vormen. Dan ook zijn dikwijls de vruchtlichaampjes waar te nemen die de sporen bevatten. Evenals de mossen, varens en paddestoelen planten de korst mossen zich via sporen voort. Over het algemeen bestaand uit kelkvormige bekertjes, al of niet sterk boven het eigenlijke orga nisme uitstekend of plat hierop liggend. Het minuscule, ook dichtbij huis, herbergt soms een wonde re wereld. Adri Karman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 19