Als kind al in de ban van het smidsvuur Recreatiewoning moet zich onderscheiden lerdag 29 november 2003 Schouwen-Duiveland Makelaardij Rendabel Ligging Bouwbesluit CTWOON Mallen J factie: 0113-315680 iiï/.pzc.nl „ail: redactie@pzc.nl {(bus 314460 AA Goes. jvertentie-exploitatie: jord-en Midden-Zeeland: 0113-315520; juws-Vlaanderen: 0114-372770; lionaal: 020-4562500. Advertentie Schouwen-Duiveland Makelaardij BV Lange Ring 2 4311 BD Bruinisse Postbus 139 4310 AC Bruinisse www.sdmakelaardij.nl Telefoon 0111-489400 Telefax 0111-489499 info sdmakelaardij.nl v worden in Zeeland nog steeds recrea tiewoningen gebouwd. Er wordt in Zee- ad ook nog steeds permanent in recreatie- oningen gewoond. Met een zogenaamde tsterfclausule willen gemeentes en provin- >deze onrechtmatige manier van wonen «engaan. Projectontwikkelaar Marco Bij Vaate van Delta Projektpartners in Zie- izeeheeft zo zijn eigen ideeën om het per- anent wonen op recreatieparken tegen te ian. Als voorbeeld neemt hij een park bij jrgh-Haamstede. Wat maakt het voor mensen aantrekkelijk om op een recreatiepark te gaan wonen?, vraagt Marco Bij de Vaate reto risch. ,,Dat is de prijs van de va kantiewoning en het bijbeho rende woongenot in verhouding tot waar ze op dat moment wo nen. Met andere woorden: als bijvoorbeeld oudere Rotter dammers op een kleine etage in een onaantrekkelijke buurt wo nen en ze kunnen voor niet al te veel geld in Zeeland een recrea tiewoning kopen met een lapje grond er omheen, dan hou je ze op geen enkele manier tegen. De man werkt nog een paar jaar vanuit Zeeland in de randstad voordat hij met pensioen gaat, de kinderen zijn de deur uit en zo kunnen ze nog jarenlang ge nieten." In Zeeland worden weinig re creatiewoningen permanent bewoond. Volgens een notitie van het provinciebestuur zou het om ongeveer zes procent van de recreatiewoningen gaan. Op vallend daarbij is dat het meest al om de wat oudere parken gaat waarbij de exploitatie en het be heer in handen zijn van de indi viduele eigenaren. „Een park met een eigen verhuurorganisa- tie die de gehele exploitatie en het beheer in een hand houdt, wint helemaal niets bij perma nente bewoning", zegt Recron- consulent voor Zeeland Tom Wegman. „Dat wil rendabel zijn door zoveel mogelijk te verhu ren." Volgens Wegman zitten de Recron en de provincie op de zelfde lijn wat dit onderwerp aangaat: zorgen dat er een kwa litatief goed toeristisch product staat dat goed te verhuren is om zo de Zeeuwse economie te sti muleren. „Wij zijn absoluut te gen uitponding, zoals op de Ve- luwe veel gebeurd is. Daarbij worden parken verkaveld en ontstaat er een wisselende groep eigenaren. Dan heb je geen grip meer op de kwaliteit en de erva ring heeft geleerd dat zulke par ken dan snel verpauperen." Het zijn vooral de oudere par ken uit de jaren zestig en zeven tig die geen collectieve verhuur en beheer kennen. De afgelopen jaren heeft de sector echter een flinke kwaliteitsslag gemaakt, mede gedwongen door de toerist die steeds kritischer wordt. Is het misschien niet overal in de architectuur en landschappelij ke inpassing terug te vinden, wel in de wijze van exploiteren. „Wij hebben een park overgeno men aan de Hogeweg in Burgh op Schouwen-Duiveland", ver telt Bij de Vaate. „Mooi gelegen, heel groen van opzet maar uit de jaren zeventig en vreselijk ver ouderd. De bungalows hadden een oppervlakte van circa veer tig vierkante meter en waren bij wijze van spreke van bordkar ton. Toch dachten we, gezien de groene omgeving, de ruimte en alle mogelijkheden in de buurt, het park nog enkele jaren op de ze wijze te kunnen exploiteren. Dat viel erg tegen. De moderne toerist wil het op vakantie beter hebben dan thuis. Dus wordt er gevraagd naar luxe en comfort. Delta Projektpartners werd door de markt gedwongen het hele park op de schop te doen. De aanschaf van de tweede woning wordt, naast luxe en prijs, bepaald door ligging en het mogelijke rendement uit de verhuur. foto's Dirk -Jan Gjeltema Er is vraag naar luxe en comfort De 88 geschakelde bungalow- tjes werden gesloopt, het terrein opnieuw ingedeeld en water partijen aangelegd. Er worden nu 96 vrijstaande, ruime en luxe recreatievilla's voor zes, acht en tien personen, in drie types en verschillende prijsklassen ge bouwd. De architect heeft zijn ontwerpen ontleend aan de tra ditionele Zeeuwse architectuur. Een beeldkwaliteitplan zorgt voor een bij de omgeving pas sende invulling van het groen en een bekende verhuuronderne- ming voor vakantieparken staat garant voor een hoog verhuur- percentage. Met de nieuwe naam Hof van Haamstede werden de plannen op de markt gezet en in bijzon der korte tijd waren alle wonin gen verkocht. „Daar is dus markt voor", constateert Bij de Vaate. „Ligging, luxe, ruimte en comfort zijn bepalend." De luxueuze, ruime en daardoor duurdere recreatiewoningen blijken een koperspubliek te trekken dat al in een comforta bel huis woont. De aanschaf van de tweede woning wordt, behal ve door luxe en prijs, bepaald door de ligging en vaak ook om het mogelijke rendement uit de verhuur. „Dan praat je over een publiek dat niet geïnteresseerd is in permanente bewoning." Bij de overheid is daar nog niet iedervan doordrongen. Het be stemmingsplan voor de West hoek op Schouwen-Duiveland bijvoorbeeld, beperkt de bouw van recreatiewoningen nog steeds tot een oppervlakte van 75 vierkante meter. „Daar mag je dan een verdieping op zetten Tekening begane grond van een van de luxe villa's. waardoor je toch nog wel aan een mooie woning komt, maar de toerist vraagt meer", zegt Bij de Vaate. „Bestemmingsplan nen moeten flexibel op de markt inspelen. Behalve naar luxe is er ook veel vraag naar woningen voor acht, tien of meer perso nen. En naar drie generaties woningen waarbij de grootou ders een slaapkamer met bad kamer op de begane grond wil len hebben. Dan moet je naar een bouwoppervlakte van hon derd vierkante meter kunnen gaan met als consequentie dat je minder huizen bouwt." Zijn er varing is dat veel ambtenaren niet eens weten hoe klein een huis met een inhoud van 250 ku bieke meter is. „En dat wordt wel als de norm gezien." Bij de Vaate realiseert zich dat het voor de lokale woningzoe kenden wel heel zuur is als zij zien dat er weer een mooi recre atiepark wordt aangelegd met luxueuze, betaalbare, vrij staande woningen. Het bouw besluit, dat vastlegt aan welke kwaliteitseisen woningen moe ten voldoen, bepaalt dat deze woningen kwalitatief vergelijk baar moeten zijn met de regulie re woningbouw. „Voor de Zeeuwse woningzoekende is permanente bewoning in zo'n park een aantrekkelijk alterna tief. Wij nemen echter stan daard een boeteclausule bij permanente bewoning in het koopcontract op van vijftigdui zend euro per keer." Recreatie woningen vallen niet onder het beperkte contingent reguliere woningen dat een gemeente mag bouwen waardoor er mak kelijker vergunningen voor worden uitgegeven. Jarenlang werd permanente be woning op parken gedoogd. Nu is gekozen voor een zogenaamde uitsterf clausule. De gedoogde bewoner krijgt een persoonsge bonden ontheffing op het ver bod tot permanente bewoning. Bij overlijden of verhuizing ver valt de ontheffing. Deze regel lijkt voornamelijk zinvol bij de recreatiewoningen in de dorpen en steden. Op de parken, die te genwoordig allemaal 365 dagen geopend zijn, zal controle niet te doen zijn. Bij de Vaate: „Ik weet wel waarom de overheid van de permanente bewoning in recre atiewoningen af wil. Deze men sen kosten de gemeentes geld zonder dat zij toeristenbelas ting of gemeentelijke belasting betalen. Maar Nederland is een van de weinige landen in Euro pa die een streng onderscheid maken tussen permanente en recreatieve bewoning. Het lijkt mij zinvoller het belastingsys teem te vereenvoudigen en de tweede woning ook belastbaar temaken. Dan ben je van dat ge donder af." 1 Als de recreatiewoningen die nu nog permanent bewoond wor den, weer op de markt komen, weet Bij de Vaate niet wat dat voor consequenties heeft. „In de zomer is alles wel verhuurbaar. Gaat het om woningen die onder gebracht zijn bij grote verhuur ders, dan zal de schade wel mee vallen. Maar er zal zeker ook leegstand gaan ontstaan. De ou dere recreatiewoningen zijn niet naar de moderne maatsta ven gebouwd. De kwaliteit is gewoon minder want het bouw besluit maakt pas de laatste ja ren geen onderscheid meer tussen deze twee vormen van bewoning. Vaak zijn ze ook ma tig onderhouden, daardoor zijn ze lastig verhuurbaar en slecht verkoopbaar. Maar het onder houd loopt wel door." Inge Heuff "fe serie woonberoepen staat lelijks een beroep op het ge- ^van wonen centraal. De *st uiteenlopende personen tten aan bod: van stucadoor "hovenier tot ambtenaar wel- ""tdscommissie of glazenwas- Vandaag: de siersmid. foto Peter Nicolai Naam: Simon Pladdet Plaats: Oostburg Beroep: siersmid Belangrijkste gereedschap: mijn ogen Als jongetje ging hij met zijn vader mee naar de boerensmid. En vanaf dat moment was Si mon Pladdet in de ban van het smidsvuur. Prach tig vond hij het. De magie van dat vuur en het werken met ijzer. Nu staat zijn eigen zoontje za terdags samen met hem bij zijn smidsvuur. Simon begon vier jaar geleden zijn eigen siersmederij in Oostburg. Uiteindelijk besloot hij om van zijn hobby zijn werk te maken. Hij is een van de weini gen in ons land die nog op de ouderwetse, am bachtelijke manier werkt. Met smidsvuur, hamer en aambeeld. Het is koud in de werkplaats aan de Oostburgse Industrieweg. Flink koud. Pas als Simon Pladdet het smidsvuur ontsteekt, wordt het lekker. „Het duurt wel even hoor, voor het brandt." Maar in no time schieten de vlammen omhoog. Een minuut of vijf later is de juiste temperatuur van 2000 graden in het hart van het vuur bereikt. Dat gaat onge twijfeld een stuk sneller dan vroeger. Een ventila tor jaagt vanonder lucht door het vuur, dat is op gebouwd uit smeedkool (een vette koolsoort). Daar komt geen blaasbalg meer aan te pas. Siersmid. Het roept een beeld op van bezwete, ontblote bovenlijven, glimmend door de vlammen van het smidsvuur. Leren schort aan. Gespierde armen en grote knuisten die de smidshamer om vatten. „Och", grijnst Simon gekleed in een stevi ge overall: „De ruimtes waren vroeger veel klei ner, het vuur was bijna altijd aan en er was geen afzuiging." Hij wijst naar zijn eigen vuur, waar boven een afzuigpijp hangt. Gooit er nog een schep kolen op, kijkt eens naar de kleur van de ko len en zegt:,Nu is het warm genoeg.Dat is in fei te ook het geheim van de smid. Kijken. Zijn ogen zijn onmisbaar. „Je kijkt naar het vuur en weet wanneer het heet genoeg is. Je kijkt ook naar het ijzer om te zien of het heet genoeg is. Het moet niet roodgloeiend zijn, maar witrood." Hij pakt een staaf ijzeren steekt die in het vuur. Na een tijdje is het uiteinde heet genoeg. De staaf kan hij gewoon met blote handen vasthouden. „Alleen het hart van het vuur bereikt die 2000 graden. De rest niet. Bovendien is de geleiding van dit ijzer vrij traag." Het ijzer wordt op het aambeeld ge legd en met de smeedhamer slaat hij erop. „Dit is het uitsmeden, dan breng je de eerste vorm aan." Afhankelijk van de vorm gaat het ijzer een paar keer terug het vuur in. Het moet op temperatuur blijven. Als de vorm is aangebracht moet het ijzer afkoelen. Geleidelijke afkoeling is de meest gang bare manier. Bij het maken van beitels bijvoor beeld wordt olie als 'koelbad' gebruikt en ook wa ter komt te pas. „Ik heb één vaste smeedhamer. Die zou ik niet zo maar kunnen vervangen door een ander. Verder gebruikt Simon onder meer mallen om krullen te vormen. „Die mallen heb ik ook zelf gemaakt. Veel smeden kopen kant-en-klare krullen en verwer ken die. Dat wil ik niet. Ik wil het pure siersmeed- werk doen.Daar ligt immers al jaren zijn hart, bij het oude ambacht. Hij volgde in Brugge de opleiding tot kunstsmid en waagde vier jaar geleden de stap om voor zich zelf te beginnen.De zaken gaan inmiddels goed. Pladdet heeft zelfs sinds drie maanden één man personeel. In zijn atelier wordt voornamelijk sier- smeedwerk gemaakt, naast gietijzer. De tijd dat hij alleen lantarentjes maakte voor familie en vrieden is voorbij. In zijn portfolio zitten foto's van hekwerken, complete spiltrappen ('Ik heb er ooit eens één gemaakt met een kachel aan de on derkant. De buis waarlangs de trap liep was de kachelpijp'), een draadwerk arreslee met kerst man en rendieren; lampen en prieeltjes. Zo staat er buiten een smeedijzeren prieel van 5 bij 5 meter en 4.80 hoog. „Een enorme klus maar wel heel leuk, uitdagend. Dat is wat ik wil. De creatieve kant van het vak benaderen, het ambacht tot zijn recht laten komen. Alles kan tegenwoordig per computer. Maar juist dat ambachtelijke, dat geeft het product zijn meerwaarde." Naast de twee grote aambeelden van Pladdet staat een derde, kleinere. Daar is Pladdet junior zaterdags achter te vinden. „Ik vind het belang rijk dat hij weet wat hier gebeurt en dat zelf kan proberen. Of hij later ook siersmid wordt? Wie weet.... Annemarie Zevenbergen Het Hof van Haamstede

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 27