S
F c c K
PZC
Van brandend hout tot elektrische vlammetjes
Wonen in grenen
aan de rand
van Gapinge
I WOON
Eeuwenoud
Simpel
Bos
ZOALS SFEER BEDOELD IS
f«©1 L5« SANITAIR* H A A R D EN*
SCHOUWEN •NATUURSTEE N«
HOT TUBS •INFRAROODCABfNESv
W estkéiei/g-OoE i 1 o - -
iedactie: 0113-315680
pzc.n I
mail: redactie@pzc.nl
ostbus 314460 AA Goes.
dvertentie-exploitatie:
nnrd-eri Midden-Zeeland: 0113-315520;
Ls-Vlaanderen: 0114-372770;
Sonaal: 020-4562500.
aterdag 22 november 2003
Rob Pauw: „Het is een milieuvriendelijke en duurzame manier van bouwen en wonen.
Het was een hele
grote klamp hout
Het houten loghuis van de familie Pauw.
foto's Ruben Oreel
Je eigen huis bouwen.
Niets nieuws onder de
zon, maar het is wel wat an
ders dan even een vogelhuis
je timmeren. Hoewel, Rob
Pauw uit Gapinge vond het
allemaal wel meevallen. Na
dat de gemeentelijke hob
bels genomen waren althans
Hij is nu de trotse bewoner
van een houten huis aan de
dorpsrand. Binnen drie
maanden stond zijn optrekje
er. Nou ja, optrekje. Een
pand met een enorme woon
kamer, vier grote slaapka
mers, praktijkruimte, gara
ge en inpandige sauna is niet
bepaald een bescheiden be
huizing te noemen. De fami
lie Pauw is er bijzonder ge
lukkig mee. De kinderen
vonden het alleen wel jam
mer dat ze niet mochten dar
ten in de huiskamer; de pijl
tjes bleven immers zo lekker
in de houten balken han
gen...
Tervetuloal
Hij kent ze wel. Alle vooroor
delen over houtbouw: 'Je
huis rot onder je kont weg. De
brandverzekeringspremie is
enorm, je schildert je een breuk
en 't zal wel koud wezen hè, zo in
de winter?' Rob Pauw ligt er niet
wakker van, maar hij vind het
wel jammer. Zeker omdat hij er
van overtuigd is dat houtbouw
een milieuvriendelijke en duur
zame manier van bouwen is.
Daarom heeft hij zich opgewor
pen als een soort intermediair
tussen Finnhouse, de firma die
houten huizen verkoopt, en be
langstellenden. Hij stelt zijn
huis open voor geïnteresseer
den. „Als je een houten huis wilt
bouwen, of laten bouwen, is het
moeilijk om voorbeelden te zien
of ervaringen te horen. Je kunt
moeilijk ergens aanbellen en
vragen of je het kot even van
binnen mag bekijken." Grinni
kend: „Ik heb dat trouwens wel
eens gedaan. In Burgh-Haam-
stede waren de bewoners van
een houten huis in de tuin bezig.
Ja, dan is het iets makkelijker
om een praatje aan te knopen.
Die mensen waren heel bereid
willig. Dat valt me toch op."
„En", vervolgt hij opnieuw la
chend: „Wij 'houtbewoners'zijn
toch van een speciaal soort. We
hebben allemaal een groot en
thousiasme voor hout en willen
dat graag delen met anderen.
Tervetuloa (Fins voor welkom)
in de wereld van hout.
Houtbouw is van alle tijden,
maar in ons land blijft steen
toch nummer één. Nu hebben
wij niet zulke enorm arealen
aan bos als bijvoorbeeld de
Amerikanen. In de VS is hout
van oudsher het meest gebruik
te en goedkoopste bouwmateri
aal. De meeste Amerikanen wo
nen nog steeds in houten huizen.
Niet in simpele blokhutten,
maar (houtskeletbouw)wonin-
gen waarin diverse bouwstijlen
hun sporen hebben nagelaten.
In de VS staan nog zo'n tachtig
17 de eeuwse houtskelet wonin
gen, waarvan het oudste - het
Jonathan Fairbanks House in
Massachusetts - in 1636 werd
gebouwd. Als we met een hink-
stap sprong door de (hout)
bouwgeschiedenis gaan, zien
we dat de eerste 'huizen' ge
bouwd zijn van lichte organi
sche materialen op een dragend
houtskelet. Diverse steppenvol-
ken wonen overigens nog steeds
in tenten die volgens dat princi
pe zijn gebouwd.
Logsysteem met grenenhouten balken.
Blokhuizen (stapelbouw) wer
den al in het Neolitische tijd
perk (de laatste periode van de
steentijd) gebouwd. De Ro
meinse schrijver Tacitus be
schreef woningen van balken in
Duitsland. En volgens Herodus
pasten de Scythen rond 1800
voor Christus al balk- en blok-
constructies toe in koninklijke
graftombes. In Noord- en Oost-
Europa, met een grote rijkdom
aan naaldwouden, was hout het
belangrijkste bouwmateriaal.
Uit Polen is een nederzetting
van houten huizen bekend uit
800 voor Christus. In Scandina
vië werden op grote schaal hou
ten blokhuizen gebouwd vanaf
ca. 1000 na Christus. Zo is de
oudste blokhut te vinden in het
Volksmuseum in Oslo. Dit huis,
genaamd Raulandstrue, werd
rond 1250 gebouwd.
Stapelbouw is dus een eeuwen
oude methode die nog steeds
wordt toegepast. In Nederland
ook, zij het niet op zo'n grote
schaal. Toch constateert Oscar
Walraven (directeur Finnhouse)
wel een toenemende belangstel
ling voor de zogenaamde stapel
bouw met houten logs. Dat zijn
massieve grenen balken (gas- en
dampvrij) met een dikte van 88
tot 200 millimeter. Het hout
komt uit Finland, waar hout
wordt geteeld voor woning
bouw. Walraven ervaart dat het
niet altijd makkelijk is om langs
gemeentelijke welstandcom
missies te komen. „De mede
werking van gemeentes is heel
wisselend. In Brabant bijvoor
beeld is gezegd, wij willen geen
hout. Dat is duidelijk. Dan dek
ken wedathoutaf met steen bij -
voorbeeld. Heel omslachtig na
tuurlijk, maar binnen heb je dan
wél hout rond je heen."
„In Zeeland kost het soms nogal
wat moeite. Ik begrijp vaak niet
waarom. Tegen hout is niets in te
brengen, het dus milieuvriende
lijk en duurzaam, dus vallen ze
over andere zaken. Zo hebben
we een woning in het Prooijens-
park aan de buitenkant moeten
voorzien van stucwerk..." Zo
wel de gemeente Veere, waar
Gapinge onder valt, als Middel
burg verklaart dat er geen apar
te regels gelden voor houten
huizen. Architect G. J. Blekers
van Dorp, Stad land, als advi
seur verbonden aan verschillen
de welstandcommissies in Zee
land: „Het hangt van de situatie
ter plaatse af en de manier van
houtbouw. Je hebt houtskelet-
bouw, logbouw en hout met
steen gecombineerd. Bouwaan-
vragen worden getoetst aan be
stemmingsplan, hoofdvormen
in relatie tot belende panden,
kleur- en ma-teriaalgebruik,
noem maar
op."
Rob Pauw: „Voor alles moest ik
naar de gemeente. Ik wilde spe
ciale dakpannen. Romaanse,
niet van die oud-Hollandse. Ge
lukkig liggen die Romaanse er
nu op. Die hebben een mooie
warme uitstraling. Ik vind die
ronde vorm mooi bij het hout
passen. Ik heb mijn woning in
een bepaalde roodbruine tint
moeten beitsen. Dat had ik lie
ver niet gedaan. Ik wilde de
warme houttint behouden. Ik
begrijp heel goed dat je niet
maar kan bouwen wat je wilt,
maar kijk daar eens." Hij wijst
naar buiten. Aan de rand van de
weg staat een grote loods, zwart
met knalgele roldeuren. „Dat
zoiets dan wel kan."
Maar ach, zijn huis staat er en
daar gaat het om. „Ik ga er van
uit dat dit huis mij overleeft. Het
is zo solide. Die balken zijn ro
buust. En het bouwen is heel
simpel." De theatertechnicus
('nee, geen bouwervaring') heeft
zelf ook meegewerkt. „Ik schrok
wel even toen de eerste lading
balken kwam. Het was wel een
hele grote klamp hout. Maar alle
balken zijn genummerd. Je 'sta
pelt' eerst de begane grond.
Daarna komt het dak (houtske-
letbouw). Als het dak erop
komt, 'zakt' de rest van het hout
wat in. Daarna kun je kozijnen,
deuren en ramen gaan plaat
sen."
„Het is hartstikke makkelijk. In
de praktijkruimte van mijn
vrouw (zij is homeopaat) misten
we een raam. Dat was niet in
getekend. Dus dan pak je de
elektrische zaag en hup, je zaagt
een raam eruit. Ik vind de sfeer
van een houten huis heel prettig.
Het voelt heel natuurlijk aan. Je
hebt een prettig leefklimaat
omdat het hout zorgt voor een
natuurlijke vochtregulatie."
Het onderhoud baart hem geen
zorgen. „Jóh, die beits is net wa
ter, je kliedert het er zo op."
Finnhouse adviseert eens in de
vijf jaar de zuidwest en west
kant te schilderen en eens in de
zeven jaar de overige wanden.
Walraven: „Je schildert alleen
buiten. Maar je moet natuurlijk
niet vijf jaar lang niet naar de
buitenwanden kijken. Gewoon
ieder jaar even alles langslo
pen." Binnen krijgt het hout
eenmalig een behandleing met
een uv-remmer om verkleuren
te voorkomen.
Walraven: „Het natuurlijke, de
sfeer en de vrijheid komen altijd
naar voren in gesprekken met
bewoners van loghuizen. Met
vrijheid bedoel ik dat alles kan
in hout. Je kunt ieder huis bou
wen dat je wilt. Ik zeg altijd, we
hebben vier basismodellen,
maar het zou zonde zijn om de
rest van je leven in zo'n basiswo-
ning te gaan zitten. Maak er iets
persoonlijks van. Neem zo'n ba
sismodel als uitgangspunt,
maar ga dan spelen met de
ruimte. Weet je, houtbewoners
zijnnetalsmotorrijders. Dierij
den allemaal op een ander merk,
maar ze hebben de gemeen
schappelijke liefde voor de mo
tor. Hout is die bindende factor
voor 'ons'."
De brandverzekeringspremie is
niet hoger dan voor een stenen
pand. Walraven: „Als een bos in
de fik gaat blijven de dikke
stammen over. Hout verkoolt
aan de buitenkant, sluit dan
vervolgenstde binnenkant af
waardoor er geen zuurstof bij
komt en het hout verder niet
gaat branden. Dat geldt voor die
massieve logs ook."
Rob Pauw blikt tevreden rond.
„Nu de sauna nog afwerken.
Heerlijk. Tijdschakelaar afstel
len en na een avondvoorstelling
heerlijk alles uitzweten. Ge
woon lekker thuis."
Zijn drie kinderen vinden het
allemaal prachtig. En dan met
name de ruimte: Skates aan;
voordeur in en in een roetsj over
de stenen vloer doorskaten naar
de schuifpui achter en weer
naar buiten. Gaaf...
Annemarie Zevenbergen
e serie woonberoepen staat
een beroep op het
lec*van wonen centraal. De
'eest uiteenlopende personen
aan bod: van stucadoor
en hovenier tot ambtenaar
welstandscommissie of
laHi^ Vandaag: de
Kamerontwerper/verkoper.
toto Marijke Folkertsma
Naam: Rini Berrevoets
Plaats: Zierikzee
Beroep: sfeerverwarmingspecialist
Belangrijkste gereedschap:
diamantzaag
Op de vraag wat zijn belangrijkste gereedschap
is, valt Rini Berrevoets van 't Vegertje in Zie
rikzee even helemaal stil. Als eigenaar van een
zaak in haarden, kachels en schouwen voor sfeer
verwarming, die door hemzelf en zijn medewer
kers worden aangelegd, heeft hij de keuze uit een
uitgebreide gereedschapskoffer. „Er is eigenlijk
niet een stuk gereedschap dat ik altijd gebruik, of
het moet de waterpas zijn", zegt hij ten slotte.
„Maar dat is zo afgezaagd."
Berrevoets zit zo'n dertig jaar in het vak en heeft
de laatste tien a vijftien jaar grote ontwikkelingen
binnen zijn branche voorbij zien komen. „Vooral
het moderne assortiment is revolutionair veran
derd. Wat te denken van een strak vormgegeven,
vrijstaande open haard die zonodig 360 graden
kan draaien?"
Wie sfeerverwarming zoekt, kan bij 't Vegertje
(dat anders dan de naam doet vermoeden geen
schoorstenen veegt behalve bij de aanleg van een
haard) terecht voor een klassiek vormgegeven,
elektrisch namaakvuur maar ook voor die ultra
moderne, vrijstaande open haard. En het hele as
sortiment daar tussen.
„Ons advies, gebaseerd op vakmanschap, is ei
genlij k het belangrij kste element in de verkoop en
aanleg van sfeerverwarming", vindt Berrevoets.
„Mensen weten vaak niet precies wat ze willen en
nog minder vaak welke keuze er is." Berrevoets
gaat allereerst na of de klanten de sfeerverwar
ming ook als bij verwarming gaan gebruiken of al
leen maar op hoogtijdagen willen aan hebben.
„Gaat het om een gezellige uitstraling waar je
geen omkijken naar wilt hebben, dan kan een
sfeervolle gashaard in een mooie schouw een
goede keuze zijn. Is er helemaal geen mogelijk
heid voor een rookkanaal, wat vaak bij service
flats het geval is, dan zou je toe kunnen met een
elektrisch haardvuur. Deze kan ook nog extra
warmte afgeven en is met de afstandsbediening te
regelen. Je hebt er alleen een stopcontact voor no
dig."
Mensen die niet vies zijn van het sjouwen met
hout, kunnen voor een hout vuur kiezen. „Wie
rendement wil behalen en aan het milieu denkt,
kiest voor een gesloten vuur, al dan niet met trans
parante deurtjes. Gaat het om die ene keer met
sinterklaas en kerst of is de warmte van geen be
lang, dan is een open haard natuurlijk aantrekke
lijk."
De aanleg van haarden en kachels is bij nieuw
bouwhuizen niet lastig. Rookkanalen zijn daar
duidelijk zichtbaar. Anders is dat bij oude huizen.
„Het meest bizar was een huis waarvan de open
haard in het huis van de buren stond. Toen daar
een nieuwe eigenaar in kwam en hij de bult in zijn
toekomstige keuken wilde weghalen, werd dit pas
duidelijk. Daar is nog een hoop gedoe over ge
weest." Huizen waar rookkanalen verdwenen
zijn, met vijf tot tien kanalen die soms ook nog on
derweg samengevoegd zijn, voor Berrevoets zijn
dat de krenten in de pap waar hij zijn vakman
schap kan tonen.
j Inge Heuff