De Kaiser in het zadel !C Graslandpaddestoelen kennen veel variatie De kapper komt aan bod tijdens het sorteren De Korenbloem is het tweede grote wonder van klein Zonnemaire 2B 4t/ dinsdag 18 november 2003 In zijn doornig leungestoelte, In het centrum van ons land, Lucht de ex-Germaansche keizer Zijn doorluchtig luchtverstand. En de krant wijdt haar kolommen Voor het lezende publiek Aan de reuzen-interessante Keizerlijke luchtcritiek. In zijn doornig leungestoelte Spreekt de groote Caesargeest: Dit is fout en dat daar deugt niet En dat is heel stom geweest. Wat een brein en wat een doorzicht, Wat een hersens en verstand Van één die nooit heeft gevlogen, Van een stuurman aan den kant! Eenmaal vloog de Hooge Vlieger Maar niet hoog, niet door de lucht: Laagteglijvlucht naar het laagland: Zijn Duitsch-Nederlandsche vlucht. Het mag duidelijk zijn: op de oude Wilhelm had Joos Kop het niet. De Duitse Keizer, oud ste kleinzoon van Koningin Vic toria, was in 1918 naar Neder land gevlucht, waar hij een soort van politiek asiel kreeg. Omdat hi j ook nog in de verte fa milie was van Koningin Wilhel- mina, had hij Huis Doorn tot zijn beschikking gekregen, waar hij zijn Pruisische huis houden met een lange reeks treinwagons naar toe had laten brengen. De kranten, ook die in Zeeland, brachten regelmatig berichten over het wel en wee van de ge wezen opperpruis en zijn twee de vrouw, die in Doorn gasten van diverse pluimage ontvin gen. Die deden dan weer kond van de opvattingen van Wil helm, die in zijn grootheids waanzin nog dacht dat zijn me ning ertoe deed. Wilhelm liet zich met enige regelmaat uit over luchtvaartzaken, vooral als het ging om zeppelins. Toen de Amerikanen in 1925 de She nandoah zagen verongelukken, wist de Kaiser dat dat kwam omdat alleen Duitsers wisten hoe ze met zeppelins moesten omgaan. Op gewone mensen als Joos van Zweeden, moet de kei zer wel als knettergek zijn over gekomen. Wilhelm had een aan geboren lamme arm maar had in Doorn als belangrijkste hobby het vellen van bomen. Toen de kaalslag rond het kasteeltje ver ontrustende vormen begon aan te nemen, stelde een adellijke dame uit de buurt een stuk bos ter beschikking van de Kaiser, die daar naar hartelust aan het kappen ging. Joos Kop voelde zich op het ge bied van het ontkroonde Duitse hoofd nog extra deskundig, want zijn zoon Toon, mijn opa, had in het begin van de jaren twintig nog in Doorn gediend als marechaussee. Met een stel collega's moest hij zorgen dat Wilhelm hem niet smeerde, want de gewezen vorst zat in feite gevangen. Toon en zijn col lega's hadden een hekel aan Wil helm, die uitgesproken antise mitisch was gebleven. Over zijn vreemdsoortige gedetineerde schreef hij in weinig vleiende bewoordingen naar zijn ouders in Borssele. Wilhelm clie alleen illustratie Danker Jan Oreel onder bewaking naar zijn bosje mocht, weigerde plaats te ne men op een gewone stoel. De Kaiser wilde in het zadel blij ven, maar kon dat alleen nog letterlijk. Zijn zogenaamde commentaren debiteerde hij vanaf een ruiterzadel. Niet van uit een leungestoelte dus. Mieke van der Jagt Paddestoelen groeien niet al leen in het bos; ze zijn in al lerlei landschappen te vinden. Zo wekt het altijd weer verba zing hoeveel paddestoelen er groeien in het stuivende zand van de buitenste duinenrij en soms zelfs tot op het strand toe! Ook in weilanden kom je nogal wat paddestoelen tegen, zoals iedere gazonbezitter weet (in feite is zo'n gazon een soort mi- nigraslandje). In een gevarieerd graslandge bied als de Yerseke Moer gaat het om een groot aantal ver schillende soorten. Het aardige daarbij is dat het voorkomen van een paddestoel heel veel in formatie biedt over het milieu ter plekke. Als je vlekplaten vindt weet je dat de grond rijk is aan voedingsstoffen als fosfaat en stikstof. Maar binnen een fa milie kunnen nog grote ver schillen optreden. Zo groeit de geringde vlekplaat weliswaar vaak op mest (vooral op paar- denmest), maar dan wel op schrale zandgronden. Hetzelfde geldt op plaatsen waar je kaal kopjes of stropharia's aantreft. Veelal groeien die op een plek waar het vorige jaar een koeien- vlaai gelegen heeft. De pad destoelen zorgen in feite voor de afbraak. Op voedselrijke plaatsen groeien ook champig nons. In het wild komen veel verschil lende soorten voor, maar die zijn lang niet allemaal eetbaar. Zo vind je af en toe de karbol- champignon, die bij koken een buitengewoon walgelijke car- bolgeur verspreidt. Sommige champinonsoorten zijn zelfs giftig. Een trucje wat padde stoelenverzamelaars nog wel eens toepassen om te bepalen of een champignon wel of niet eet baar is, is het kneuzen van de paddestoel. Als het vlees roze of roodachtig verkleurt gaat het veelal om eetbare soorten; bij geel verkleuring is het oppassen, omdat daar giftige soorten tus sen zitten. Overigens is het in Nederland gelukkig niet ge bruikelijk om paddestoelen voor de consumptie te verzame len. In Oost-Europa, waar deze traditie wel bestaat vallen jaar lijks nogal wat doden door con sumptie van giftige paddestoe len. De paddestoelen van voedselri j - ke gronden zijn vaak opvallend NATUURLIJK ZEELAND De PZC sponsort Het Zeeuwse Landschap. In 'Natuurlijk Zee land' doen medewerkers van deze stichting verslag van wat er speelt in de Zeeuwse natuurgebieden: on verwachte vondsten en bijzondere gedragingenpasserenwekelijks de revue. En natuurlijk ook de succes sen en mislukkingen in het beheer. De geringde vlekplaat groeit met name in paardenweiden op schra le zandgrond. fto Chiel Jacobusse en talrijk. Toch geldt voor pad destoelen, net als voor hogere planten dat minder voedselrijke gronden veel meer soorten her bergen en dat die soorten bo vendien veelzeggender zijn voor de beoordeling van de natuur kwaliteit. In de Yerseke Moer groeien op de minder voedselri j - ke plaatsen veel stuifz wammen. De afgeplatte stuifzwam, de loodgrijze bovist en en de ruit- jesbovist groeien op plaatsen waar de bodem wat zandig en een beetje verschraald is. Naar mate er minder mest op derge lijk plaatsen terecht komt gedij en de stuifzwammen beter. Vochtige plaatsen die geduren de langere tijd onbemest zijn, zijn het meest soortenrijk. We vinden hier prachtige koraal- vormige zwammetjes als de gele knotszwam en de ivoorknots- zwam. Ook wasplaten zijn van de partijWasplaten worden wel de orchideeën onder de padde stoelen genoemd. Net als wilde orchideeen zijn ze kritisch wat hun standplaats betreft en spec taculair door hun vormen en kleuren. De gewoonste soort in de Yerseke Moer is het sneeuw- zwammetje, een wasplaat die inderdaad opvalt door een De rubriek Windstreken besteedt aandacht aan de Zeeuwse molens, aan de mensen erachter en aan de positie van de windgemalen in het landschap. Vandaag: molen De Korenbloem in Zonnemaire Zonnemaire lijkt een onop vallende plek in een rustige hoek van Duiveland. Kerk en molen verheffen zich boven de karakteristieke kom van het dorp dat in het telefoonboek amper anderhalve bladzijde aan abonnees beslaat. In 1902 was Zonnemaire evenwel we reldnieuws. Toen won de daar geboren Pieter Zeeman de No belprijs voor de natuurkunde. Zijn geboortehuis, met gedenk tekenen, herinnert aan deze rimpeling in de wereldgeschie denis. Is het al een wonder dat een dorp dat nooit de duizend inwoners haalde zo'n beroemde zoon voortbracht, dat er nog een mo len staat kan men eveneens als een mirakel van Duiveland be schouwen. Toen eind jaren tach tig redding daagde, was het voor De Korenbloem al zeker vier voor twaalf. De kap was vrijwel verdwenen en het bovenwiel stak zo boven de zolder naar de hemel. Aan de voorzijde hing het bijna kale wiekenkruis met nog wat restjes rot hekwerk. Gelukkig besloot de raad van de toen nog bestaande gemeente Brouwershaven in de herfst van 1990 om de molen te kopen. Het was vervolgens lastig om aan een molenmaker te komen, om dat die het steendruk hadden, mede door de zware storm die januari van dat jaar over Neder land raasde. Maar op 25 april 1992 kwam toch de grote dag waarop de toen 95-jarige oud molenaar David Rijstenbil de vang kon lichten. Hij stamde uit een molenaarsfamilie die uit Scherpenisse kwam. In dat Thoolse dorp bezaten leden der familie beide molens, terwijl er ook actief waren op windgema len in Baarland en Dirksland. David Rijstenbil, najaar 1993 overleden, was op de Zonne- mairse De Korenbloem be roepsmatig actief tot aan zijn pensionering in 1961. Daarna ging hij in Renesse wonen en kwam de molen terecht in han den van een projectontwikke laar. Die kon er niets mee, waar na het verval inzette. Na de res tauratie werd De Korenbloem het domein van vrijwilliger Dirk Haak (60) uit Nieuwer- kerk, die ook de molen in zijn woonplaats beheert. Samen met zijn zoon Elvin is hij bovendien betrokken bij het gaande hou den van Windlust in Brouwer shaven en De Lelie in Eikerzee. Haak is geboren in het Land van Axel, zoals zijn achternaam al doet vermoeden. Hij ging na de lagere school werken als tim merman. Daarna ontpopte Dirk zich als een selfmade man. Na zijn werk ging hij 's avonds blokken. Zodoende behaalde hij zijn HTS-diploma. Bouwkundige Haak ging ver volgens naar Anrhem waar hij voor verschillende bureaus werkte. Maar Zeeland bleef wenken en zodoende trad Dirk in 1971 in dienst bij de gemeente Duiveland. Daar bracht de be baarde Nieuwerkerkenaar het tot directeur gemeentewerken. Hij was in die tijd onder meer betrokken bij de herbouw van de in de Tweede Wereldoorlog opgeblazen toren van de her vormde kerk in zijn dorp. Na nog een periode bij de huidige gemeente Schouwen-Duive- land te hebben gewerkt, runt Haak tegenwoordig een eigen bouwkundig adviesbureau. Dat Dirk met zijn tijd meegaat blijkt uit de snelle manier waarop hij zich bekwaamde in het maken van bouwtekeningen met de computer. Zijn passie voor molens ontwik kelde Dirk Haak kort na zijn komst naar Nieuwerkerk, waar toen de dorpsmolen een ingrij pende restauratie onderging. Hij volgde met succes de oplei ding vrijwillig molenaar en is sindsdien niet meer bij de wind- gemalen weg te slaan. Alhoewel Haak er zelf niet over zal opsnijden, is hij van grote betekenis voor de Zeeuwse mo lenwereld. Hij zit al tientallen jaren in het bestuur van de pro vinciale vereniging en zit ook in dat van het Gilde van Vrijwilli ge Molenaars. Bovendien is Dirk adviseur van de nationale vereniging De Hollandse Molen en heeft hij als instructeur ook vrijwilligers opgeleid. De laat ste is de onlangs geslaagde Bart van der Spek uit Dreischor, die nu de molen in Zonnemaire mag bedienen. Zijn verleden al timmerman be nutte Haak bij het vervaardigen van molenonderdelen. Zo maakte hij perfecte kopieën van de molenbaarden in Oosterland en Middelburg (De Koning). De zorg voor het molenbehoud draagt vrucht. Niet alleen staat de molen van Zonnemaire er goed bij, dat geldt voor vrijwel alle wiekendragei-s in de streek. Willem Staat sneeuwwitte kleur. Vaak groeit in zijn gezelschap het papegaai- zwammetje, die naast in elkaar overlopende groene en bruine tinten ook opvalt door gele en oranje kleuren. De zachtoranje elfenwasplaat en de felrode zwartwordende wasplaat komen ook geregeld voor. De paddestoelen hebben elk hun eigen typische stand plaats en aan de hand van hun voorkomen is het mogelijk om heel subtiele verschillen in het milieu op te sporen. Een strui kelblok is echter dat paddestoe len in het algemeen nogal moei lijk op naam te brengen zijn. In Nederland komen meer dan 3000 verschillende soorten voor en sommige zijn alleen met be hulp van tijdrovend microsco pisch onderzoek met zekerheid op naam te brengen. Wie de moeite neemt wordt echter rij kelijk beloond met een fascine rende hoeveelheid kleuren, geu ren en vormen die steeds opnieuw voor verrassingen blij ven zorgen. Chiel Jacobusse Chiel Jacobusse is Hoofd Exter ne betrekkingen bij Het Zeeuw se Landschap Dirk Haak bij het machtige bovenwiel van De Korenbloem in Zon nemaire foto Dirk-Jan Gjeïtema Adrie Albregtse, Albert Ebbens en Laurens Kamp werken op proefboerderij De Rusthoeve in Colijns- plaat. Op 85 hectare pol- dergrond doen zij, in op dracht van onder meer Zeeuwse boeren, proeven met akkerbouw- en soms tuinbouwgewassen. 'De Rusthoeve' volgt weke lijks de belevenissen van de mannen van de proef boerderij. Hoewel het prachtig weer is voor allerlei buitenwerk, staan Adri en Laurens bijna de hele dag binnen: sorteren en tel len. Bemestingsproeven van aardappels moeten worden be oordeeld op de opbrengst. In een grote, oude kist zitten zakjes aardappelen, waarin de opbrengst van een bepaald aantal plantjes is gedroogd. Per soort bemesting zijn vier zakjes bewaard, die van ver schillende plekjes in het veld zijn gehaald. Laurens gooit ze alle vier bij el kaar een een machine, die er eerst op de bovenste band de keuenpetaten uitgooit: minder dan 4 centimeter in doorsnee, te klein om te schillen. Vroeger werden die aardappeltjes in een grote ketel voor de varkens ge kookt. Adrie klimt op een pla- teautje om de misvormde exem plaren eruit te halen terwijl de band heftig schudt om de klei, de tarra, eraf te halen. Al ram melend en schokkend rolt de machine de aardappelen ver volgens op een serie grove ze ven, waarop eerst de kleinste aardappelen en vervolgens de grotere eruit worden gezeefd. Aan de zeven hangen jute zak ken, die Laurens vervangt zodra er bijna 25 kilo in zit. De zakken moeten straks weer worden op getild om de knollen te tellen en de mannen moeten rekening houden met hun ruggen. „De ar- bo-wet schrijft trouwens voor dat je niet meer dan 25 kilo tilt", zegt Laurens. Het aantal kilo's per maat wordt opgeschreven, waarna de aard appelen worden geteld in een telmachine. Ook dat wordt weer in de lijstjes gezet. „Zo kunnen ze precies nagaan hoeveel knol len er gemiddeld aan een plant hebben gezeten." Adrie neemt uit elke partij ook nog een mon ster voor het laboratorium. Daar gaan ze de gehaltes aan stikstof en zetmeel bepalen en misschien worden de aardappe len ook nog op bakkwaliteit be oordeeld. De hele boel wordt afgevoerd in een grote kist. Laurens rijdt het met een vorkheftruck naar een hoekje verderop in de schuur. „Met die aardappels is zoveel gerommeld, die kun je niet meer bewaren of verkopen. De spul len die wij hebben gesorteerd en geteld, gaan naar de koeienboer als veevoer." Bij het werk in de schuur heeft iedere zijn eigen taken en het loopt gesmeerd als een machine. Adrie en Laurens zouden de he le dag zwijgend hun werk kun nen doen, maar waarom zouden ze? Ze zijn allebei naar de kap per geweest en over en weer worden analyses gemaakt van de resultaten. Volgens Laurens wil Adrie als dokter Spock aan monsteren op het ruimtestation Enterprise. Adrie meent dat Laurens in de brillcream-pot is gedoken om het zaakje bijel- kaar te houden. Het binnenwerk gaat door tot dat het loonbedrijf weer bieten komt rooien: de vierde en laatste lading, die begin december wordt opgehaald. Dan kruipen de heren weer op de trekker om af en aan te rijden met tonnen suikerpeeën. Albert is ook bin nen bezig, in het kantoortje. Hij is naar de landbouwbeurs in Den Bosch geweest om stekken te steken voor de open dag van volgend jaar. „Nee, niet om me te vergapen aan landbouw werktuigen. We hebben op het moment niks nieuws nodig." Op de landbouwbeurs doen boeren wat ze vroeger op de markt deden: een beetje contac ten leggen, een beetje handelen en informatie opdoen voor het beleid op het bedrijf. Voor Al- bert is de bijeenkomst extra nuttig want de thema's voor de open dag moeten nog worden uilgekristaliseerd. „Die thema's richten zich op de gewassen, niet op machines want we wil len van de open dag geen me- chanisatiebeurs maken. Gras zaad, zit er zeker bij, volgend jaar, en ook aardappelen en vlas. Het zit er ook wel in dat tarwe een thema zal zijn. Tij dens zo'n beurs praat je met po tentiële deelnemers en natuur lijk ook met de bezoekers. Zo'n beurs is ook gewoon gezellig. Het is geen straf om erheen te gaan." De mannen die de riolering ko men aanleggen hebben inmid dels een sleuf rond het hele schaftlokaal gegraven. Door de deur kun je er niet meer in. Dan maar door de schuur om de kof fie. Voor de schoonmaakster zijn het bittere tijden want het hele erf ligt vol met slik. Totdat de bieten weg zijn, valt er niet tegen de poetsen. Mieke van der Jagt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 23