Hoe geslepen smokkelaars kunnen zijn
23 I Leve de bever!
24 I Tilly uitTerneuzen
Op zoek naar contrabande langs de Zeeuwse kusten
rdag 15 november 2003
26 i Moordenaars in het paradijs
Blauwe grens
Spelevaren
Vreemd luik
actje: 0113-315680
v.pzc.nl
„ail-redactie@pzc.nl
Istbus 31» 4460 AA Goes.
Lertentie-exploitatie:
en Midden-Zeeland: 0113-315520;
fcpuws-Vlaanderen: 0114-372770;
Paal: 020-4562500.
foto's Mechteld Jansen
De witte kristallen glinsteren
uitnodigend. Een lichte
spanning maakt zich meester van
de douaniers die in de hal van de
Vlissingse verlader gebogen staan
over het doorgezaagde blok Suri
naamse aardappelpuree. Zou het
coke zijn? Daan Peeters wipt met
z'n revolver een paar van de witte
kristallen in een klein glazen buis-
je, bekend van de Amerikaanse
politieseries, schudt even en
Niets. Geen cocaïne. Geen nieuwe
spectaculaire vondst verdovende
middelen. De kristallen zijn gewoon
bevroren druppeltjes water, conclu
deert Peeters die met z'n drugshond
Fun aanwezig is bij het onderzoek
naar de lading bevroren aardappel
meel en vis uit Suriname. De lading is
door de analisten van de douane be
stempeld als een potentieel risico en
wordt dus onderzocht. De kartonnen
dozen worden door douaniers, gesto
ken in feloranje overalls, met de hand
uitgeladen en gaan vervolgens door
een mobiele scan, ingebouwd in een
douanebusje.
Scanoperator Ben van Meer ziet in het
busje op twee monitors de dozen
langskomen. Zolang de vis en de aard
appelpuree normaal oplichten op zijn
monitor is er niets aan de hand. Als ze
wat meer verkleuren slaat hij alarm
en wordt de inhoud nader bekeken. In
het geval van de puree betekent dat de
ene keer alleen de doos open maken.
De andere keer enkele 'worsten' puree
uit zo'n doos pakken, doormidden za
gen en controleren.
Smokkelaars kunnen werkelijk alles
gebruiken om hun waar te verbergen,
weet Van Meer uit ervaring. Zo heeft
hij smokkelwaar gevonden in boeken,
speeldozen, handgereedschap en mo
toren. „Bedenk het en het is moge
lijk." Alle douaniers dragen bij deze
controle wapens. Niet handig, zo geeft
Rick van Sleen direct toe. „Maar wel
noodzakelijk.Want als er echt cocaï
ne verstopt zit in de lading moeten de
douaniers op alles voorbereid zijn.
Het is niet ondenbaar dat een bende
probeert de geconfisceerde partij als
nog in bezit te krijgen of een concurre
rende organisatie de boel probeert
over te nemen.
Van Sleen vertelt hoe geslepen smok
kelaars kunnen zijn. Enige tijd terug
viel een partij industriële verwar-
mingspijpen voor de Britse markt op.
Hoe de douaniers ook keken en zoch
ten, ze konden niets verdachts vinden.
Desondanks vertrouwden ze de la
ding niet. Daarom werd een van die
pijpen doormidden gezaagd met het
risico dat de Nederlandse staat de af
zender een fiks schadebedrag zou
moeten uitkeren. Dat bleek niet no
dig: in de veertien buizen tezamen za
ten 3,1 miljoen sigaretten. „Dat was
een leuke vangst.
De douaniers vertrouwen niet alleen
op de scanapparatuur en de ogen van
Van Meer. Fun is er ook nog. Hij klimt
op de dozen, steekt z'n neus in elke
opening, draait rond de pallets en
snuffelt overal aan. De spaniël is op
geleid om drugs te vinden. Elke denk
bare vorm van drugs kan Fun volgens
zijn begeleider opsporen. Behalve een
aantal drugshonden heeft de douane
ook honden die speciaal getraind zijn
om tabak op te sporen. Rookwaar
wordt immers zeer veel gesmokkeld,
weet projectmanager J. Bruynooge
van de Douane-Zuid uit ervaring. De
contrabande is vaak afkomstig uit de
voormalige Oostbloklanden en heb
ben meestal Engeland als eindbe
stemming waar een pakje sigaretten
door de hoge accijns nog enkele euro's
duurder is dan in Nederland.
De mannen - het zijn vooral mannen
die de touwtjes in handen hebben bij
grootschalige smokkel - verdienen
miljoenen met deze vorm van smokkel
terwijl de straffen relatief licht zijn.
En ze zijn volgens douanier Evert de
Lange in de verste verte niet te verge
lijken met de smokkelaars die jaren
her wat sloffen sigaretten in hun fiets
tas hadden of bij nacht en ontij boter
naar België brachten. Hij schroomt
niet om het woord maffia te gebrui
ken. „Als het erop aan komt deinzen
sommigen nergens voor terug.
Om die reden was er een paar maan
den terug dan ook zeer zware bewa
king toen de douane, samen met
andere instanties, in de haven van
Vlissingen de Panamese zeesleper Ot-
ton doorzocht. In het schip werd na
lang zoeken ruim vierduizend kilo co
caïne gevonden, de grootste drugs
vangst in Nederland ooit.
De Vlissingse douaniers praten vol
trots over die vangst. Ze wisten dat er
iets niet klopte maar konden lang
niets verdachts vinden. Niet vreemd,
want de smokkelbende had zelfs de
bouwtekeningen van de Otton zeer
vakkundig vervalst, zodat het gehei
me compartiment uiterst moeilijk was
te vinden. Sommigen hadden de moed
al bijna opgegeven, maar uiteindelijk
ontdekten ze het verborgen comparti
ment in de brandstoftank van de sle
per met daarin voor ruim tweehon
derd miljoen euro aan coke.
De Nederlandse douane - waar ver
spreid over het land ruim 5500 men
sen werken - is de controlerende
dienst op het terrein van de in-, uit- en
doorvoer van goederen. Vanaf 1798
werd de dienst, als een direct gevolg
van de Franse overheersing van Ne
derland, ondergebracht bij het minis
terie van Financiën. Tot op de dag van
vandaag ressorteert de douane onder
dat ministerie en vormt het een onder
deel van de belastingdienst.
De laatste jaren is vooral het belang
van de niet-fiscale taken van de doua
ne voor de Nederlandse samenleving
gegroeid. De controles in het kader
van de Opiumwet, de Flora- en fauna
wet en de milieuwetgeving zijn hier
van voorbeelden. Maar de controles
op bijvoorbeeld het rijden op goedko
pe rode diesel heeft ook nog steeds de
aandacht van de dienst. Evenals de
kustvaart.
Ruud de Zwart rijdt zijn Mitsubishi
Pajero over het strand bij Westkapelle
en houdt even halt om te kijken naar
een coaster die dicht onder de kust
vaart. Hij houdt de 'blauwe grens' in
de gaten, de Noordzeekust. Hij en zijn
collega's patrouilleren van Cadzand-
Bad tot Nieuwestatenzijl en proberen
de illegale import van goederen tegen
te gaan. Hoeveel er via de blauwe
grens illegaal binnen komt weet hij
niet. Wel weet hij dat de douane zo af
en toe een mooie slag slaat.
Zo vertelt hij over het scheepje dat
door een collega gespot werd toen het
de Roompotsluizen passeerde. Het
viel op omdat het oude en aftandse
scheepje spiksplinternieuwe zeilen
voerde en erg diep in het water lag.
Toen de tweekoppige bemanning aan
meerde in Zierikzee stonden enkele
douaniers al klaar om het te inspecte
ren. Vele honderden kilo's hasj werden
gevonden.
Douaniers zijn stuk voor stuk trots op
hun werk, vertellen honderduit over
bijzondere vangsten, nachtelijke
klussen, achtervolgingen en hoe knul
lig sommige smokkelaars operen. Het
vak is echter ook gevaarlijk, geven ze
aan. Om die reden wil een aantal abso
luut niet met de eigen naam in de
krant en mag de fotografe hen ook niet
herkenbaar in beeld brengen. „Ver
geet niet dat we soms te maken heb
ben met de georganiseerde misdaad",
zegt De Zwart.
Van die terughoudendheid is niets te
merken aan boord van de Zeearend,
een van de vaartuigen van de douane.
Het hypermoderne schip (250 ton,
lengte 43 meter, breedte 71 meter) pa
trouilleert dag en nacht voor de
Nederlandse kust. De bemanning, mi
nimaal zeven, maximaal twaalf, is
zestig uur aan boord en wordt daarna
afgelost. Gezagvoerder Arie Leewis
houdt in de stuurhut de radar in het
oog.
Hij weet dat iedereen een potentiële
smokkelaar kan zijn. Nog niet zo lang
geleden werd dat weer eens duidelijk
toen hij een klein jachtje controleerde.
Op het eerst oog waren de keurige va
der, moeder en twee jonge kinderen
lekker aan het spelevaren. Toch ver
trouwde hij het niet. Terecht zo bleek
bij controle. Onder de slaapbanken
van de kinderen lagen vele kilo's hasj.
Zolang een schip juridisch gezien niet
als verdacht is aangemerkt, mag de
douane alleen op speurtocht. Het
strippen van een schip, zoals bij de Ot
ton gebeurde, mag pas na toestem
ming en onder controle van de officier
van justitie.
Maar dat hoeft teamleider Bart van
Wijk de visitatieploeg 's ochtends tij
dens de briefing niet te melden. Uit
verschillende bronnen heeft de doua
ne vernomen dat een schip mogelijk
een verdachte lading aan boord zou
kunnen hebben. Wat voor informatie
dat is, wil de douane niet kwijt. „Maar
om een voorbeeld te noemen: een
schip met bananen uit Noorwegen
trekt de aandacht."
Dit schip is 's nachts in Vlissingen
aangekomen en is sindsdien door ver
dekt opgestelde douaniers in de gaten
gehouden om er zeker van te zijn dat
niets van boord gaat. Nu gaan acht
man, verdeeld over vier koppels en
een tabakshond op speurtocht.
De Russische kapitein heeft geen pro
bleem met de zoektocht, vertelt hij in
gebroken Engels tegen teamleider
Bart. De Rus schuifelt wat zenuwach
tig in zijn hut heen en weer. In Ant
werpen is de boot de nacht ervoor af
gemeerd, vertelt hij tegen Bart. Alle
papieren komen boven tafel, waarop
staat hoeveel drank en sigaretten per
bemanningslid zijn ingeslagen. On
dertussen hebben de koppels zich
opgesplitst en speuren ze de verblijfs-
ruimten van onder tot boven na. Hoe
wel douanier Ruud verzekert dat het
erger kan, is de lucht in het schip om
misselijk van te worden. Bedompt is
een eufemisme. Het is een mengeling
van zweet, rook en eten in ruimtes die
weken niet gelucht lijken te zijn. De
bemanningsleden laten alles over
zich heen komen. Menig spottende
blik wisselen ze uit, al verlenen ze
vriendelijk hun medewerking.
„Als ze op reis zijn, zien ze soms we
ken, soms maanden geen vrouw.
Schrik niet van de plaatjes die her en
der ophangen", waarschuwt douanier
Reinier. Werkelijk alles gaat onder
steboven. Kasten gaan open, matras
sen omhoog, spullen opzij.
„Op de eerste verdieping niets gevon
den", klinkt het krakend uit zijn mo
bilofoon. „Okay, we zijn hier nog even
bezig", antwoordt Reinier. De toilet
ruimte is verre van schoon, maar 'het
valt hier nog mee hoor', glimlacht de
douanier, ondertussen een luikje open
trekkend. Niets bijzonders. Terug
naar de gang. „Is this the engineroom?
Een Rus knikt. Hij lijkt geïrriteerd,
slaakt een diepe zucht en mompelt
wat in onverstaanbaar Russisch. Met
een paar stappen staat hij dichterbij
en wijst de toegang tot de machineka
mer.
Drie smalle trappen leiden naar de
motoren. Na wat rondkijken stuiten
een paar douaniers op een vreemd
luik. „Je hebt er geen erg in, want je
loopt eroverheen en ziet het niet.Met
veel moeite gaat het loodzware luik
open. „Een prachtige plek om iets te
verstoppen. Zie je? Het is een grote
bak." Maar er ligt niets in.
Als de verblijfsruimten zijn gecontro
leerd, volgt de rest van het circa 100
meter lange schip. De tabakshond
volgt zijn neus. Af en toe stopt de her
dershond en blaft luidkeels. „Voor
hem is het zoeken een spel. Om de
hond dus blijvend te motiveren ver
stoppen we een buisje met tabaks
geur."
In het vrachtruim, tussen de net inge
laden kisten appels, ontstaat verwar
ring over de inhoud van de ballast-
tanks Are these tanks full or empty"
vraagt Ruud aan een bemanningslid.
Die haalt zijn schouders op. „These
are full." Hij draait wat rond en wijst
naar een deksel. „That one is empty, I
think."
Vier man draaien de moeren los en
lichten het deksel van een ballast-
tank. Vol met water. „Is this empty?",
vraagt Ruud lichtelijk ironisch. De
Rus zucht, moppert en schopt iets
weg. „Alle tanks zijn vol", luidt de
mededeling uit het stuurhuis via de
mobilofoon. Bart laat zijn collega's
weten dat alle papieren kloppen. „Nu
vinden we niets", concludeert Reinier.
„Jammer dan. Maar reken erop: ze
kleppen allemaal met elkaar. Ze we
ten dat we ze in de gaten houden."
Emile Calon en Jeffrey Kutterink