PZC 2 doorbladeren Ik heb heel wat kunstenaars werk uit handen genomen RUDEN RIEMENS Meestervervalser Geert Jan Jansen zaterdag 8 november 2003 o R Paradijs Heel gevecht O Meestervervalser Geert Jan Jansen (1944) vervaardigde duizenden Appels, Chagalls, Matisses en Mirós. Kunstexperts roemden de kwaliteit van 'zijn' werk, galeriehouders stelden geen vragen. „Kunsthandelaren denken bij dubieus werk alleen: hoe groot is het ge donder als ik dit verkoop?" Zijn eerste gouache had een zelfportret kunnen zijn: „Een figuurtje met een groot hoofd, een brede mond met dikke lip pen, kleine oren en korte benen. Geschil derd op oud papier, gedateerd 1951. Gesig neerd: K. Appel. Ik had er een mooie lijst uit de jaren vijftig omheen gedaan en voor de veiligheid ingebracht op een inboedelvei ling. Eigenlijk kon er niets mis gaan." „Maar toch. Ik stond er met knikkende knieën, dacht dat iedereen naar me keek. De gouache werd uiteindelijk voor 2600 gulden verkocht. De koper: architect en Appel kenner Aldo van Eijck. Buiten hoorde ik hem praten met een kunsthandelaar. 'Top kwaliteit. Ik heb het zelf nog op het atelier van Appel zien staan'." Het werk was echter niet van Appel, maar van Geert Jan Jansen. Hetzelfde geldt voor werken van De Kooning, Dali, Miró, Matis se, Picasso, Klimt. Aan heel wat muren en in heel wat kluizen, hangen of staan kunst werken die niet door de beroemde kunste naar zijn geschilderd maar door Jansen of één van zijn 'vakbroeders'. Twintig procent van de tegenwoordig verhandelde kunst is vals, zo concluderen auteurs Sander Kooistra en Ard Huibers in hun boek Valse kunst. Hoe de kunstkoper bedrogen wordt, dat vorige week verscheen. Jansen schatte dat percentage in zijn in 1998 verschenen boek Magenta nog hoger in. Gespecialiseerde kunstexperts zagen niet dat het door hen onderzochte werk geen Asger Jorn of Tapies was, maar een verval sing van Jansen. Ook de kunstenaars zélf hadden moeite diens neppers van door hen gemaakt werk te onderscheiden. Zo staat op Jansens atelier een grote foto van een breed lachende Karei Appel, poserend naast het door de vervalser gemaakte schilderij 'Spe lende kinderen in de sneeuw'. „Een minuut voordat die foto werd gemaakt had hij zijn naam achterop het schilderij gezet. Hij ver telde dat hij nog wist wanneer hij het had gemaakt, omdat het toen zo'n koude winter was.In Frankrij k, het land waar hij vele j a- ren woonde, staan in Orléans diep in een kelder van justitie nog altijd bijna duizend Jansens opgeslagen, evenals - volgens Jan sen zelf - zo'n tweehonderd echte werken van onder meer Sal Meijer, Bart van der Leek, Har Sanders en Leo Gestel. De schil derijen en tekeningen werden in beslag ge nomen bij zijn arrestatie in 1994. Een deel ervan dreigt in de speciaal voor valse kunst bestemde ovens in de kelders van het Lou vre te belanden. Probleem voor justitie is dat zelfs experts maar niet kunnen ontdek ken welke van de opgeslagen werken wél en niet echt zijn. Jansen, die een half jaar lang vastzat in het Huis van Bewaring in Orléans en in 2000 veroordeeld werd voor het vervaardigen van vervalsingen, is naar eigen zeggen in hoger beroep gegaan om de schilderijen van de vlammen te redden. Dat juridische akke fietje leverde hem uiteindelijk een hogere straf op: hij heeft nu nog ruim vier maanden in een Franse gevangenis tegoed. Wel mag hijzo kreeg hij onlangs per brief te horen, in ieder geval een deel van de schilderijen in Frankrijk ophalen. Dat gaat vermoedelijk een bevriende advocate voor hem doen. „Ik was al van alle kanten gewaarschuwd dat ze me zo naar Frankrijk willen lokken om me alsnog vast te zetten. Ongeveer tegelijk met het versturen van de brief hebben ze me op de internationale opsporing gezet. Dat zegt genoeg." Zijn raadsvrouw heeft hem verboden zelfs maar in de büürt van de grens te komen. Hij wil liever niet nog een keer in een Franse cel terecht komen. Jansen, nu woonachtig in Noord-Holland, probeert zijn straf over te zetten naar Nederland. Tegenwoordig geeft hij lezingen over het vak dat hij bij na 2 5 j aar heeft beoefend. Zijn schilderijen, die nog steeds grif worden afgenomen, worden van daag de dag aangeleverd met een 'Certifi caat van Onechtheid'. Ook maakt hij vrij werk onder zijn eigen naam. Alhoewel dat niet zo goed verkoopt als zijn 'look-a-like's', zoals hij ze betitelt. Het was sowieso wel even afkicken van zijn vorige leven als de vleesgeworden nacht merrie van de kunstexperts, zo vertelt hij „Het klinkt gek, maar de politie achter je aan geeft een andere dimensie aan je leven", zegt de man die als kleuter van een kunst minnende, in Brabant woonachtige Philips- ingenieur al mee naar het museum werd ge nomen. Later, als student kunstgeschiede- Meestervervalser Geert Jan Jansen vervaardigde duizenden Appels. foto Roland de Bruijn/GPD nis kocht hij op veilingen voor een prikje werk van onder meer Breitner en Israëls. Vals werk, dat op veilingen in de provincie vaak het dubbele opbracht. Het grote werk begon toen Jansen als gale riehouder de huur niet meer kon betalen. Valse schilderijen, als litho's verkochte zeefdrukken van Appel, gedrukt in een tochtige, stoffige boerenschuur in de Zaan streek, een eigenhandig met kauwgom en kinderverf gerestaureerde Odilon Redon: alles werd grif verkocht, ook in de interna tionaal vermaarde veilinghuizen. In Parijs bijvoorbeeld, nog steeds het para dijs voor vervalsers. Alles wat er wordt ge veild, dient vooraf goedgekeurd te worden door een kunstexpert of door de erven van de kunstenaar. Op zich een prima systeem, ware het niet dat zo'n expert een percentage van de waarde van het te verkopen schilde rij ontvangt. „Als het schilderij wordt afge keurd, verdient zo'n expert dus ook niks." Jansen heeft zelf jaren een goedbelegde bo terham gehad dankzij kunsthandelaren die een oogje dichtknepen om er zelf beter van te worden. „Als de kunsthandel geen vals werk zou willen, zou het er niet zijn. Zie je ooit een valse Picasso in een vuilnisbak in de Spiegelstraat in Amsterdam staan, of voor de deur van een van de grote veilinghuizen? Een vals werk wordt misschien een jaar in de kast gezet, maar het komt altijd weer te voorschijn. Al die zogenaamde litho's van Appel die ik heb gemaakt hebben in de krant gestaan. Toch worden ze nog steeds op veilingen verkocht. Ze brengen het dubbele op van wat er toen voor werd betaald. Of neem de Cobra-periode, het lijkt alsof die driehonderd jaar heeft geduurd, gezien het aantal werken uit die tijd. In werkelijkheid ging het om drie jaar. Ik zei wel eens voor de grap: ik heb meer voor het galeriewezen ge daan dan het ministerie van Cultuur. De kunsthandelaren hebben er goed van ge boerd, ook al waren er wel eens twijfels. Maar in de kunsthandel denkt men vooral: 'hoe groot is het gedonder als ik dit verkoop?" In zijn ogen is het begrip 'vals' nog steeds behoorlijk relatief. Zelf pleegt hij vaak te zeggen dat hij dacht dat wat hij maakte, écht was. Zoals hij zich ook nooit een crimi neel heeft gevoeld. „Wat is crimineel? Ik heb nooit meegemaakt dat mensen door mijn toedoen schade leden. Mijn gevaarlijkste wapen was een puntenslijper. Ik heb ge woon mooie schilderijen toegevoegd aan het oeuvre van kunstenaars en ze wat werk uit handen genomen. Ik heb hele mooie din gen gemaakt. Niet alles wat de bekende kunstenaars maken is goed. Picasso, Chagall, Appel, ze hebben ook krengen van werken afgeleverd. Als handelaar kun je daar niet mee aankomen, vind ik. Ik maakte er dus altijd iets moois van. Ik beschouw mezelf als uitvoerend kunstenaar. In de mu ziek heb je ook mensen die een partituur van Bach of Beethoven zo authentiek mogelijk uitvoeren. Ik voer de partituur van Appel of Matisse uit." Een nieuwe kunstenaar 'doen' begint met het intensief bestuderen van het oeuvre. „Vervolgens zoek ik een bepaalde periode uit die me bevalt, een periode die me de kans geeft iets toe te voegen, me ertussen te drin gen. Dan moet ik me de techniek eigen zien te maken. Zo'n proces is soms een heel ge vecht. Ik heb geen kunstacademie gedaan, ik heb dus niet leren schilderen maar wel heel goed gekeken hoe andere kunstenaars werken. Het is een geweldig gevoel als ik weer zo'n kunstenaar 'onder de knie heb." Zo slaagde hij er aanvankelijk maar niet in zich de speciale gouachetechniek van de Russische kunstenaar Serge Poliakoff eigen te maken. Alles geprobeerd, foto's bestu deerd, schilderijen bekeken, bevoeld. „Steeds opnieuw deed ik pogingen, maar steeds werd het niks. In die tijd woonde ik in Parijs. Terwijl ik aan het werk was kwam er iemand bij me langs. Goed, we gingen de stad in, ik liet alle verf zó staan. Na een dag stappen kwam ik weer thuis: alle verf was hard geworden. Ik rommel een beetje met die verfpotten, ik spuug er eens in. En dat was het! Mijn speeksel gaf op dat moment de juiste emulsie aan de verf. Toen ik het met zo'n half hard geworden penseel opborstel de, bleek het resultaat perfect. Voordat de verf was opgedroogd zag ik het al. Op zo'n moment kom je heel dicht bij de kus stenaar. In hoogtijdagen, als monsieur! Tongeren, bewoner van het riante Chatesj de Chavannes in Frankrijk, werkte hij sof aan wel tien, twaalf doeken tegelijk. Dedl tien verschillende salons van het kasteel met park, honderden hectares grondend kilometerslange oprijlaan, waren elkinfj richt voor één kunstenaar: een ruimte vol Margritte, een ruimte voor Appel, een ka mer voor Matisse. Het was zijn meest pre ductieve periode. ,,'s Morgens voor het ontbijt maakte ikon goeie dagen al een paar tekeningen vanAj pel of Picasso. Ik werkte onbevangen dooi dat ik met meerdere schilderijen tegelijk^ zig kon zijn. Met name bij kunstenaars^, De Kooning en Appel is dat prettig. VooK je de snelheid en gemak waarmee zij ver! het doek aanbrengen kunt evenaren, mod] veel uitproberen. Ik moet netzo snel werk] als Picasso en Matisse, omdat je het andfj ziet aan de lijnvoering. Hoe lang ik over® tekening doe? Hoe lang deed Cruyff overfj doelpunt? Vaak een kwestie van second® maar hij heeft vroeger in Betondorp wel) ren tegen een muurtje aan staan trappffl voordat hij zover was." Een simpele spelfout, één letter te veel, de in 1994 het einde van de bloeiende praktijk van de meestervervalser in. Eer oplettende kunsthandelaar in Duitsland schakelde de politie in omdat ze vermoed dat het echtheidscertificaat bij een aangf boden Chagall niet in orde was: er stond) virons' waar 'environ' moest staan. Inw' dels had de kunstenaar een nieuw kaste# betrokken. Bij een politie-inval werd het huis leeggehaald. Jansen zat een halfje vast in het Huis van Bewaring in Orléa® waar hij een eenpersoonscel deelde met twee andere gedetineerden. „Die Franse rechtspraak is echt middeleeuws, daarbe ik nu wel achter. Misschien dat ik er ooit# eens een boek over schrijf. In dat Huis*® Bewaring heb ik schrijnende dingen g®' en meegemaakt. Sadistische bewakers Sommige gevangenen werden aanhunb ren van de trap gesleurd. Een zwanger* je moest zitten omdat ze in de superma®' een blikje sardientjes had gepikt. Vraagt rechter tijdens de behandeling van haai zaak: 'Hoeveel sardientjes zitten er in® blikje? 'Vier mijnheer', antwoordt dat* je. Waarop ze meteen, pats, vier maand® krijgt. Voor elk sardientje één." Monique Bra#

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 24