PZC Mjèr en beuliengen Bedrij fskaartboekj es bijeen in expositie Het Petit Paris van Zeeuws-Vlaanderen Nieuwe Raadkaart 21 Agenda dinsdag 4 november 2003 to Atlassen Zaaiens J Omroep Zeeland heeft sinds september weer een dialec tenprogramma. In dit artikel een kijkje achter de schermen. Maar eerst iets rechtzetten. In mijn vorige artikel heb ik een fout gemaakt en heel wat lezers hebben mij daarop gewezen. Een steênpit is geen regenbak, zoals ik schreef, maar een welle- put. Verder ging de heer Oele uit Goes in op het hele artikel dat gewijd was aan het boekje 'De Zeeuwsche Lier' van Martien Beversluis: teveel eer voor ie mand die zo fout was in de oor log. Terug naar 'Praots voo twee' zo als het dialectenprogramma heet dat elke zaterdagmiddag tussen twaalf en één uur te beluis teren valt. De vrouw achter het programma is El- sa van Hermon, die het ook pre senteert. Zij is Zeeuws-Vlaamse van geboorte, een overtuigd dia lectspreekster, ze bedient zich van het Zeeuws- Vlaams zoals dat haar in Hoek is geleerd. Maar zodra ze tegen over een min of meer vreemde zit of bezig is met haar werk, dan gaat het automatisch en vaak ook 'verplicht' in het alge meen Nederlands. Na een lange periode zonder dialectenpro gramma, heeft Elsa van Hermon een nieuw concept ontwikkeld. „Ik wil een zo jong mogelijke doelgroep zien te bereiken, uit alle lagen en ook niet-Zeeuwen zouden het aardig moeten vin den. Het moet flitsend zijn en ook niet per se over het dialect zelf." Zo ontwikkelde ze een plan waarin korte hoofdstukjes zit ten, die wekelijks terug keren. 'Eten en drinken' is er een van. In dat onderdeel wordt er gebeld met een slager over mjèr en beu liengen of met een bakker over lekkernijen van nu of toen. „We zoeken dan naar typische streekgerechten",zegt ze. In de rubriek 'Politici'wordt met politici gesproken over hun bezigheden en taalgebruik. „En dan ontdek je dat heel wat poli tici die altijd keurig algemeen Nederlands spreken, thuis ge woon dialect pratenOnder het kopje 'Import-export'spreekt de presentatrice met mensen, die uit Zeeland zijn weggegaan of hier van buitenaf zijn komen wonen. In 'De Werkvloer' praat ze met iemand over zijn of haar werk. Elsa van Hermon: „Wat mij vooral dan interesseert is niet het werk in de eerste plaats, maar of er woorden en uitdruk kingen zijn die met dat werk sa men hangen en of daarin veran deringen waar te nemen zijn, want taal verandert immers en vaak verdwijnen spullen met ty pische namen." Een leuk onder deel, vindt ze zelf, is het spelle tje: een bekende Nederlander die ook een dialect spreekt wordt gevraagd een kenmer kende zin te zeggen, waarna het publiek de vertaling ervan kan doorgeven. Ze heeft al grote na men gehad: (Imca Marina, Baantjer, Jan Mulder, Seth Gaaikema) en er komen er nog meer: Huub Stapel, Felix Meur- ders, Van AgtHet is geen probleem om mensen te vinden en ze vinden het leuk om mee te doen. Verder is er ook aandacht voor niet-Zeeuwse dialecten in de vorm van gesprekjes met men sen uit Zuid-Holland en Bra bant en een bekende 'Vlaming van de week'. Ook in de muziek keuze wordt gestreefd naar dia- lectmuziek uit alle windstre ken. In 'De jeugd van tegenwoordig' nodigt Van Hermon jongelui tussen tien en achttien jaar uit om iets te vertellen over wat ze bezig houdt. Dat mag school zijn, sport, een hobby of wat dan ook. Uiteraard gaat het om jeugd die gewoon is om dialect te spreken. „Een moeilijk on derdeel", zegt de presentatrice, „vaak zijn ze wat verlegen en voor ze goed en wel op dreef zijn, is detijdom." Ver der worden Zeeuwse fami lienamen onder de loep genomen door een genea loog oftewel een naamkundige.Er is ook nog tijd voor een verhaal tje. Tenslotte is er nog een deskun dige op het gebied van de Zeeuwse dialecten, die de vrij heid heeft om tijdens het pro gramma mee te praten en aan het eind zelf uit te leggen waar zij of hij zich mee bezig houdt. Elsa van Hermon:,,Mijn ambi ties zijn ook niet dat iedereen dialect moet praten, maar wel dat er wordt geluisterd en dat er waardering is en groeit voor dialect." Of ze als presentatrice dialect spreekt? „Ja, natuurlijk in dit programma", zegt ze, „maar dialect spreken voor de radio is moeilijker dan in een gewoon gesprek. Je doet het gauw te net jes." Engel Reinhoudt Woensdag: Kieldrecht; ver telavond in de streektaal met; Sankie Koster, Cyril Pe ters, Herman Cools, André Uy- tendhouwen, Richard Willems en Noëlla Thieleman. De vertel lingen vinden plaats in de bi bliotheek en beginnen om 19.30 uur. Donderdag: Sas van Gent; ver telavond in de streektaal met: mw. Sarneel, mw.Kindt, Juliën Blommaert, Harold Baert, Cyril Peters en twee jeugdvertellers van de basisschool De Vlaken- burcht. De bijeenkomst wordt gehouden in de bibliotheek van af 19.30 uur. Vrijdag: Groede; vertelavond in de streektaal in de Lutherse Kerk met: Peter Quaak, Rini Fe- nyn, Rini Dieleman, Anita Maas uit Breskens, meester-verteller Juliën Blommaert, Thea de Bruine en Bas van Hoeve uit Sluis, die vorig jaar voorlees- kampioen is geworden. De bij eenkomst begint om 19.30. Zaterdag:, 't Kerkje van Elles- diek (Ellewoutsdijk), 20.00 uur, première van het toneelstuk 'D'eêste pries" vanJopie Min- naard gespeeld door Ad Hoc. In het voorprogramma speelt 'de Zeeuwse Rei', een muziekgroep die zich toelegt op het brengen van oude liederen op een origi nele manier. Entree 7,00 inclu sief koffie/thee en een Elles- diekje. Reserveren: 0113 351317. Het gaat om een bijzondere vorm van bijna vergeten cultureel erfgoed. Heel toepasselijk in het Jaar van de Boerderij 2003 aan de verge telheid ontrukt. Bedrijfskaartboek- jes heeft Aad de Klerk, consulent regionale geschiedbeoefening in Zeeland, ze genoemd. In deze boek jes, vaak uitgevoerd in zakformaat, zijn opstallen, erf en landerijen van een boerderij getekend weergege ven. Een typisch Zeeuws boerenge- bruik. Op de tentoonstelling Ploe- gens en maaiens is een aantal van de bewaard gebleven bedrijfskaart- boekjes te zien. Min of meer bij toeval stuitte consu lent Aad de Klerk op de agrarische bedrijfskaartboekjes. Hij was bezig met onderzoek naar kaartboeken in de Zeeuwse archieven. Al doende bleek hem dat er naast 'tiendkaartboeken' en 'kaar- boeken' als onderdeel van overlopers, nog een derde groep bestaat: de kaart - boekjes over boerenbedrijven. In de ar chieven slechts mondjesmaat aanwezig, maar ongetwijfeld nog in grotere getale bij particulieren - al dan niet op stoffige zolders - bewaard gebleven. Een oproep aan eigenaars van kaart- boekjes om zich te melden bij de Stich ting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) leverde zo'n 50 reacties op. Ongelijk ver deeld over de provincie: bijna de helft uit Tholen, geen enkele uit Zeeuws-Vlaanderen. Het oudste kaart boek dateert uit 1765 en beschrijft de hofstede van Pieter van Luijk in het ge hucht Het Oudeland (Schakerloo) bij Tholen. Tekenaar is landmeter Korstiaen Bestebroer. Het jongste kaartenboek werd nog in 1940 gemaakt. De bedrijfskaartboekjes zijn uniek. Per boerenbedrijf is er maar één. Ze zijn meestal samengesteld door een landme ter, maar ook voor waterbouwkundigen was het een aardige bijverdienste. Be kend is dat schoolmeesters in hun vrije tijd voor een boer gegevens opmaten en daarmee een kaartenboek vervaardig den. En Pieter Wisse maakte in 1837 een boekj e over het bedrij f van zijn vader Sa muel Wisse, in Aagtekerke. De Klerk stelt vast dat de bedrijfskaart boekjes er zijn in de vorm van heel klein en uiterst eenvoudig uitgevoerde op schrijfboekjes of schriftjes, tot fors uit gevallen en fraai ingekleurde atlassen. De meeste hebben het formaat van een schoolschrift. Erg zuinig uitgevallen - 15,5 bij 9,5 centimeter - is het boekje uit 1830 van Lein de Pagter in Domburg. Dat van Samuel Wisse is trouwens maar één centimeter groter. Die bescheiden omvang had wellicht te maken met het feit dat de meeste boerenbedrijven op Walcheren klein waren. De boekjes bevatten tekeningen van de woon- en bedrijfsgebouwen, het erf met toebehoren en de gronden (pacht of ei gendom). De kaarten, bijna altijd in kleur uitgevoerd, werden voorzien van cijfermatige en andere gegevens. De ti telpagina is doorgaans meer of minder uitbundig versierd met ornamenten, bloemen, vlinders, en dergelijke. Daarop staan de namen van de opdrachtgever, de boerderij en de maker van het boekje en de datum van vervaardiging. Aan het eind is een tabel met de totale gegevens (de 'vergaring') opgenomen. Waarom nu deze kaartboekjes? Volgens de landbouwhistorici P. Priester en Pvan Cruyningen kon de boer op basis van de effectief bewerkbare oppervlakte van de percelen de vruchtwisseling binnen zijn bedrijf plannen en nauwkeurig de stuk lonen van de arbeiders voor maaien, snij den en wieden berekenen. De Klerk houdt het vooral op de laatste functie. Voor het bijhouden van de vruchtwisse ling gebruikte de boer meestal een apart register, grootboek of veldboekje. In de bedrijfskaartboekjes werd de vrucht wisseling niet nauwkeurig bijgehouden. Dankzij de kaarten en oppervlakte-gegevens wist de boer niet alleen over hoeveel grond hij heerste, maar ook welke oppervlakte benut kon De boerderij werd in zakformaat getekend Afbeelding van Kosterhoek met waterput en gesloopt huis in het gehucht Westkerke. illustratie uit boekje Ploegens en Maaiens worden voor de productie (dus zonder greppels, wegbermen en slootkanten). Dat heette voor akkerland de oppervlak te zaaiens of ploegens (ook wel ploeg- ganck of plantersveld) en voor grasland de oppervlakte maaiens of maaiensveld. De naam van de tentoonstelling over de bedrijfskaartboekjes verwijst hier naar. Aardige bijkomstigheid is dat de opper vlakte- of landmaten die in de boekjes vermeld staan, nogal verschillend zijn. Per regio werden lange tijd eigen maten gehanteerd. Dat werd in de Franse tijd (vanaf 1795) afgeschaft, maar juist boe ren bleven nog heel lang oude gewoonten trouw en rekenden met traditionele ma ten. Tot ver in de 20ste eeuw worden be namingen als gemeten en roeden ge bruikt, meldt De Klerk. Voor hem een bewijs dat het om echte werkkaarten ging- „Je ziet de boer zo 'n boekje aan het eind van de dag tevoorschijn halen, om met behulp van één van de kaartjes nauw keurig te kunnen vaststellen hoeveel de arbeider krijgt uitbetaald die een lange dag heeft gerooid op het Voorste Stik of gemaaid op de Achterste Hofweie." Daarbij was vooral van belang de lengte van de greppels of reeduiven, die het bouwland in smalle, bol geploegde stro ken (meetjes) verdeelden, om de afwate ring te bevordering. Over die oppervlak te werd niet uitbetaald. De Klerk signaleert dat de boekjes een gedetailleerd beeld geven van groten deels verdwenen situaties, tot en met de soms minutieus weergegeven indeling van de tuin. Ze vormen een interessante bron voor veldnamen. Zo worden van de percelen in een kaartboekje van hof Domburg bij Kattendijke alle namen van de percelen vermeld. De boekjes geven informatie over de agrarische bedrijfs voering van toen, met inbegrip van de ge bouwen. En soms staan er ook archeolo gische gegevens in. Rinus Antonisse Ploegens en maaiens. De Zeeuwse boer derij te boek gesteld. Expositie van be drijfskaartboekjes. SCEZ, gebouw De Burg, Groenmarkt 13, Middelburg, tot en inet 22 december. Maandag tot en met vrijdag 09.00-17.00 uur. Via e-mail reageerde M. Schram uit IJzendijke vorige week dinsdag al heel vroeg op de raadkaart. Het was voor haar een feest der herken ning. „Dit is volgens mij IJzen dijke. Je staat in de Hoogstraat, rechts is de Markt, links de Ko ninginnestraat en je kijkt naar de Landpoortstraat. Op het lin kerhoekje had je een winkel van Plasschaert en op de hoek van de Markt hebben de De Lozannes jaren gewoond. De bijnaam van IJzendijke is Petit Paris." J. C. M. Nijkamp-Bruijnooge uit Beekbergen ziet haar ge boorteplaats terug. „In het huis met het spionnetje aan het raam, links op de hoek, ben ik in 1936 geboren. Hier was een drankwinkel van W. Bruijnooge gevestigd. Helaas is in de oorlog het huis verwoest door bombardementen en brand." Deze inzender weet dat rechts op de foto het huis van Bevin stond. Die drukkerij Bevin staat er nog altijd, meldden verschillende inzenders. Voor het gebouw po seert eigenaar Gustaaf Bevin, in gezelschap van een aantal be langstellende buurvrouwen. J. Engels-Martijn uit IJzendijke wijst op de 'Belgische tram' op de achtergrond. Die staat tussen de Vier Emmers en de Stadsher berg. „De Vier Emmers was het hotel van de familie De Witte. De Stadsherberg is het hoge huis op de hoek van de Markt, later be woond door de familie De Lo- zanne-Groosman. Door oor logsgeweld zijn, zowel rechts als links, de huizen totaal vernield geweesten is het nu een heel an der aanzicht geworden", aldus Engels. Ze schat dat de foto om streeks 1905 genomen is. „Ik ben zelf hier in 1935 geboren, dus dit is echt mijn dorp." Volgens P. J. Vercruijsse-van de Walle uit Sluis had in de jaren vijftig in het huis naast de tram Elza Groosman haar kapsalon. „Die was achter het rechter- raam. Samen met mijn groot moeder kwam ik daar graag. Later was daar het VW-kan- toor, dat werd gerund door de familie De Lozanne-Groos- 23 Dntvang tr.ijne groeie uit Yzendijke man." J. van Voorenberghe uit IJzendijke attendeert op de ge velsteen die zich op het rechtse huis bevindt. „In een van de hui zen links woont nu dokter D. Couquyt. In de Hoogstraat waren onder meer de winkel van de familie Van Looy en op de hoek de manufacturenwinkel van de familie Plasschaert, schrijft A. du Pon uit IJzendijke. C. Nieuwelink-Sturm uit Ter- neuzen bewaart herinneringen aan de Vier Emmers, kort na de oorlog. „Vanuit Middelburg fietsten wij via Vlissingen en Breskens door IJzendijke, waar wij de koffie gebruikten in de Vier Emmers, waarna we terug over Perkpolder gingen." Voor A. Aerssens-Pielaat uit IJzen dijke is de foto aanleiding voor een lofzang op haar woonplaats. Ze roemt vooral het prachtige marktplein met muziektent, waar dikwijls gebruik van wordt gemaakt. Eén inzender meende Aarden burg te herkennen. De winnaars van de waardebonnen zijn: R. Kopmels, IJzendijke, A. de Milliano, Terneuzen en A. Boer- jan-Boonman, Ovezande. Rinus Antonisse Au Uit de collectie van Hans Lindenbergh een prent briefkaart uit het oosten van de provincie. In welk dorp is de foto genomen? Nadere bijzonderheden over de situatie toen en nu zijn welkom. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 8 november worden gezonden naar: Redactie PZC Buitengebied, postbus 31, 4460 AA Goes; fax 0113-315669; e-mail: redactie@pzc.nl. Voor goede inzendingen zijn drie waardebonnen beschikbaar.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 21