i
h
Over een woordenboekenmaker en een onderwijzer
24 Derde roman van Yves Petry
lerdag 23 oktober 2003
Z3 I Japans avontuur
27 I Sympathy for the devil
factie: 0113-315680
Aj.pzc.nl
ajl: redactie@pzc.nl
tbus31,4460 AA Goes.
/ertentie-exploitatie:
rcj.en Midden-Zeeland: 0113-315520;
Ls-Vlaanderen: 0114-372770;
„aal: 020-4562500.
r% I
Van Dale wordt
de maat genomen
«H e komende weken kunnen we niet
om Johan Hendrik - roepnaam
Jan - van Dale heen. Morgen
jrdtin Sluis, de geboorte- (1828) en
[rfstad (1872) van de vermaarde
oordenboekenschrijver, de vuistdikke
jigrafie Een leven in woorden
presenteerd. Voor het eerst wordt zijn
lenuitputtend beschreven en zijn
pordenboek gewogen. Volgende week
pensdag doet de man van Sluis nog eens -
jhet indirect - van zich spreken, als het
schenk van de Week van het Zeeuwse Boek
Joktober tot 9 november) het licht ziet. Het
^eauboekje gaat over Jan Jobse, collega-
iderwijzer en vriend van Van Dale.
Iteur van beide boeken is dr. Lo van Driel,
alkundige in Middelburg.
Misschien zou je de twee
boeken niet in één verhaal
bij elkaar moeten brengen.
De biografie is weliswaar ui
terst leesbaar maar toch ook
zeer verantwoord, zeg maar we
tenschappelijk van opzet. Bijna
450 pagina's, waarvan 300 voor
het levensverhaal en een ruime
100 voor een letterlijke weerga
ve van bewaard gebleven brie
ven van Van Dale.
De tweede uitgave, het ge
schenkje in het kader van de
provinciale boekentiendaagse,
is veel meer spielerei. Serieuze
spielerei, om bij de terminologie
van schrijver Van Driel aan te
haken. Het boek biedt een gero
mantiseerd verslag van de
speurtocht naar de onderwijzer
Jan Jobse (1824-1887). De on
derzoeker - in het boek 'de man',
in wie we vooral niet Van Driel
mogen herkennen - reconstru
eert aan de hand van archief
vondsten in Aardenburg, Mid
delburg en Leiden een vergeten
leven. Een dramatisch leven,
daarover kan geen misverstand
bestaan. 'De man' fietst - hij be
schikt over drie fietsen - vrolijk
tussen het Jobse-verhaal door
met waarnemingen en bespie
gelingen over hedendaags Mid
delburg en West-Zeeuws-
Vlaanderen. Dat alles gelar
deerd met fotootjes die zijn ge
schreven observaties illustre
ren. Als 'de man' vertelt overeen
bezoek aan het Zeeuws Archief,
waar hij zijn jas in een kluisje
>ii\L
Het in plastic verpakte borstbeeld van J.H. van
Dale op het Walplein in Sluis.
iff,
V -3
Jan Jobse's schooltje in St. Anna ter Muiden.
Biograaf dr. Lo van Driel bij het graf van Van Dale in Sluis.
fotografie Mechteld Jansen
frommelt, zien we een bladzijde
verder een foto van een in een
kluis gefrommelde jas. Met het
onderschrift: '...frommelt hij
zijn jas in een kastje...' Afbeel
dingen en bijbehorende teksten
hebben, beaamt Van Driel, een
lekker hoog lulligheidsgehalte.
Toch hebben de twee in stijl en
omvang van elkaar verschillen-
'Welijksportret van Van Daleen Maria Moens.
collectie Lo van Driel
de publicaties veel meer met
elkaar gemeen dan alleen de au
teur. Beide boeken zijn boeien
de, op nog niet eerder opgediept
archiefmateriaal gebaseerde le
vensverhalen van 19e-eeuwse
onderwijzers. De één wereldbe
roemd, in elk geval in Neder
land en Vlaanderen. De ander
volstrekt vergeten. Schrijver
Van Driel legt zelf de link. In zijn
Van Dale-biografie reserveert
hij niet te veel ruimte voor Jan
Jobse, sinds 1851 een niet on
verdienstelijk dichter en onder
wijzer in het op een kwartier
gaans van Sluis gelegen Sint
Anna ter Muiden. Wel maakt hij
duidelijk dat Jobse in het jaar
1858 op staande voet werd ont
slagen, omdat hij zijn handen
niet van de meisjes kon afhou
den. Op pagina 64 van zijn Van
Dale-boek schrijft Van Driel
over Jobse: 'Als ooit nog iemand
zich serieus verdiept in zijn
dichtwerk, kan een bescheiden
grafmonument voor deze tragi
sche dichter worden opgericht.'
Awel, zouden de Vlamingen on
der ons zeggen, dat heeft Van
Driel nu zelf al gedaan. Welis
waar niet door zich in de poëzie
van de jonge dichter te verdie
pen, maar wel door in De kwes
tie Jobse het dorpsdrama tot in
detail boven water te halen.
Want we komen veel over de
grijpgrage schoolmeester te we
ten: 'Sommige meisjes die
school gingen, moesten de split
ten harer rokken toe naaijen, om
zekere onbetamelijkheden, van
hunnen leermeester beter te
kunnen beletten of tegen hou
den' (De kwestie Jobse, pag. 88).
Het cadeauboek De kwestie
Jobse mag best een monumentje
worden genoemd. De na zijn
ontslag naar Milwaukee in
Amerika uitgeweken onderwij
zer - gevluchte is wellicht een
beter woord - zou daar zonder
twijfel anders over gedacht
hebben. Maar zou ook geglim
lacht hebben om de door een al
te ijverige opmaakredacteur ge
maakte zoek- en vervangfout.
In de oorspronkelijke tekst
werd de plaatsnaam Sint Anna
ter Muiden de ene keer met St.
geschreven, de andere keer vol
uit met Sint. Om dat recht te
trekken dacht iemand er op het
laatste moment goed aan te
doen alle St.-en door Sint te ver
vangen. Met het gevolg dat ook
woorden als 'geweest' en 'rust'
aan het eind van een zin werden
meegepakt, zodat daar nu 'ge-
weeSint' en 'ruSint' staat. De
wraak van J an Jobse? De schade
had ernstiger kunnen zijn: in to
taal komt de fout acht keer voor
op een totaal van 111 pagina's.
Lo van Driel zorgt met zijn boe
ken voor rimpelingen in letter
land. Met het cadeauboek uiter
aard, omdat er een sappige
dorpshistorie wordt opgediept
en de schrijver zichzelf op een
zeer eigen wijze voor het voet
licht brengt. Wie de taalkundige
weieens heeft ontmoet herkent
A ik
ff
gaWMSr'
mm
lÜfff* ij
\-y >r.
hem in het boek over Jan Jobse.
Terugkerende merkwaardighe
den als de aandacht voor de
schoenen van allerhande da
mes, je zou het Drielliaans kun
nen noemen. Het rode schoentje
staat zeker niet toevallig op de
omslag. Over 'de man' - met
Jobse de hoofdpersoon in het
boek - merkt hij op: 'Zijn leven
zou in enkele zinnen samenge
vat kunnen worden. Een mooie
jeugd, een acceptabele afkomst,
een goede opleiding, niet onge
lukkig in de liefde en een manier
van leven waar buitenstaanders
jaloers op waren' (pag. 12). Is
daarmee het leven van Van Driel
globaal doch kernachtig geka
rakteriseerd? ,,Ik ben 'de man'
niet", reageert hij. „'De man'in
het boek heeft drie fietsen: een
statige Batavus, een sportieve
Gazelle en een lichtzinnige
Phoenix. Ik heb zelf maar één
fiets. Bovendien, die passage is
een citaat van Nabokov, uit de
roman over Sebastian Knight.
Nee, dat weet niemand. Nabok
ov duikt natuurlijk niet toeval
lig op. In De kwestie Jobse is het
Lolita-motief overduidelijk."
Lo van Driel werd 4 november
1944 geboren in een dijkhuisje
in de omgeving van Axel. Zijn
moeder was op dat moment uit
Terneuzen gevlucht, de Duitse
bezetter werd die dagen door de
geallieerde strijdkrachten met
veel moeite uit Zeeuws-Vlaan-
deren verdreven. Vader Van
Driel was sinds 1942 tewerkge
steld in Duitsland. Begin 1944 is
hij een keer met verlof thuis ge
weest. Ja ja, daar heb ikhet na
drukkelijk met hem over ge
had." Zo vrolijk als hij in het
Jobse-boek over zijn leven ver
telt, zo terughoudend is hij als er
naar simpele biografische gege
vens wordt gevraagd. De ge
boortedatum, vooruit. Maar
over jeugd en opleiding wil hij
eigenlijk niets kwijt. Tot zijn ze
ventiende jaar in Terneuzen,
daarna pedagogische academie.
Vervolgens studie Nederlands
in Utrecht en Amsterdam. In
1988 promoveerde hij op de
taalfilosofische achtergronden
van de grammatica in de 19e
eeuw. Van 1970 tot 1986 was hij
leraar Nederlands aan de Ste
delijke Scholengemeenschap
Middelburg, sinds 1972 doceert
hij taalkunde aan de lerarenop
leiding van de Hogeschool Rot
terdam. En, voegt hij er in het op
schrift aangeleverde bio'tje aan
toe, 'publiceerde sinds 1982 vele
wetenschappelijke artikelen op
het gebied van de geschiedenis
van de Europese taalweten
schap.'
Met het proefschrift en de taal
wetenschap als basis moet je als
onderzoeker en auteur wel bij
Van Dale uitkomen. Van Driel:
„Het is heel prozaïsch. Ik, als
één van de twee, misschien drie
specialisten in het Nederlands
van de 19e eeuw, móet schrijven
over die Sluisse taalkundige. Ik
heb dat over andere 19e-eeuwse
taalkundigen gedaan, Roorda,
De Vries, Te Winkel, Bril. Op een
gegeven moment kom je bij Van
Dale, dat is heel simpel. Ga je
over die man nadenken, dan
komt er een gevoel van verant
woordelijkheid. Fascinatie, ook
wel. Als ik, een taalkundige uit
Zeeuws-Vlaanderen, zijn le
vensverhaal niet schrijf, wie
doet het dan wel? Dan gebeurt
het dus niet. Je moet immers wel
een aantal 'tools' en 'ability's'
hebben om dat te kunnen. In
verband met de archieven moet
je in de buurt wonen, je moet de
19e eeuw goed kennen, van de
historische taalkunde op de
hoogte zijn, en heel erg geboeid
raken door het Zeeuws-Vlaan-
deren van die tijd."
De Van Dale-biografie, zoals die
morgen met een 'symposium' in
Sluis ten doop wordt gehouden,
zal stof doen opwaaien. Grond
legger van het Groot Woorden
boek der Nederlandse Taal, zo
'by,
MX to*
wordt de aan de pokken gestor
ven Sluisenaar tegenwoordig
gepresenteerd. De huidige drie
delige 'Dikke' draagt toch niet
voor niets zijn naam? Bij de ont
hulling van zijn borstbeeld, 4
september 1924 op de wallen
van Sluis, bleek dat er al veel
verkeerd gegaan was in de
beeldvorming. Van Driel signa
leert in zijn biografie veel hero-
iek in de toespraken en schrijft:
'Bij die monumentale huldiging
schalt dan ook nog iets door de
Zeeuws-Vlaamse lucht: Van
Dale als nauwelijks te evenaren
vertegenwoordiger van een ver
geten grensgebied dat de baker
mat van de beschaving is' (pag.
293). En een bladzijde verder:
'Valse romantiek altegader'.
Van Driel beschrijft de ophe
meling, die tot de dag van van
daag duurt, aan het eind van
zijn boek. Hij heeft dan al lang
duidelijk gemaakt dat 'grond
legger' een veel te groot woord is
voor de Sluisse onderwijzer. Van
Dale wordt 'lexicografisch' een
maatje te klein bevonden. Hij
was niet goed genoeg om echt
mee te draaien in het taalkundi
ge wereldje van de 19e eeuw, hij
miste gewoonweg bagage. Bo
vendien, wat hij deed was niets
meer of minder dan het bewer
ken en uitbreiden van een reeds
bestaand woordenboek, zoals
dat door de Amsterdammers
Calisch en Calisch - zwagers,
geen broers - was samengesteld.
Daar komt nog eens bij dat een
aanzienlijk deel van het werk
door steun en toeverlaat Jan
Manhave (1850-1927) is ge
daan.
Van Driel formuleert zijn eind
oordeel als volgt: 'De Zeeuws-
Vlaamse schoolmeester mag
zich vandaag de dag in een be-
nij denswaardige populariteit
verheugen. De naam is immers
een referentiepunt dankzij de
Dikke van Dale. Voor een genu
anceerde visie op Van Dale is
echter nodig het commerciële
succes van de merknaam te eli
mineren. Zelfs de relatie tussen
de lexicograaf Van Dale en het
huidige woordenboek moet ge
relativeerd worden. Goed be
schouwd is de hoofdonderwij
zer bekend geworden door een
woordenboek dat in oorsprong
niet van hem is en waarvan hij
de matige bewerking niet vol
tooid heeft. Na hem is zijn uit
gave in de loop van de tijd zo
grondig aangepast dat er nau
welijks een inhoudelijke of for
mele reden is zijn naam aan dit
woordenboek te hechten' (pag.
300).
„Zal ik je een geheim vertellen",
vraagt de biograaf als we het
over de van zijn zuil gevallen
Van Dale hebben. „Ik vond dit
helemaal niet leuk. Toen ik zijn
woordenboek analyseerde en
vergeleek met andere - dat was
nog niet eerder gedaan - liep ik
naar de kamer en zei tegen mijn
vrouw: dit vind ik niet leuk.
Maar de vraag is of ik de man
onrecht doe. Ik weet dat mijn
boek over van Van Dale ook in
vakkringen hard aan zal komen.
Toch is het duidelijk: hij was
wetenschappelijk lexicogra
fisch onvoldoende geschoold.
Van Dale is een beeld, in Sluis
letterlijk een beeld op een veel te
hoge sokkel. De persoon Van
Dale is een merknaam gewor
den, die helemaal verscholen zit
achter dertien drukken Dikke
Van Dale's. De historisch-bio-
graaf moet daar doorheen kij
ken, moet het beeld afkrabben
en met nieuwe ogen zien wat er
aan de hand is. Ik schets een ont
nuchterend beeld, dat is wat ik
doe. Kritisch en integer. Ik had
Sluis ook liever een nóg grotere
Van Dale geschonken. Dat kan
echter niet. Van Dale was een
hardwerkende onderwijzer, die
veel meer gedaan heeft dan het
samenstellen van een woorden
boek. Spraakkunst, schoolboe
ken, historisch werk. Ach, hij
was beslist niet slechter dan ve
le andere woordenboekmakers
en onderwijzers in zijn tijd."
Om vast een voorproefje te ne
men op de presentatie wandel
den we eind vorige week in Sluis
naar het Walplein, waar het
borstbeeld normaliter staat te
glimmen. Het plein werd op
nieuw bestraat, we waren voor
af gewaarschuwd. Wat er niet
bij was verteld was dat het
standbeeld van Van Dale van
top tot teen in plastic was ver
pakt. Stratenmakers die het
plein onderhanden namen had
den het zekere voor het onzeke
re genomen. Biograaf Lo van
Driel had het zich niet beter
kunnen wensen en constateert:
„Kijk nou toch. Van Dale moet
met plakband bij elkaar worden
gehouden."
Jan van Damme
Lo van Driel: Een leven in woorden -
J.H. van Dale - schoolmeester - ar
chivaris - taalkundige. Uitgeverij
Walburg Pers, 448 pag., gebonden,
geïllustreerd, 29,50Het boek
wordt morgen in de raadzaal van het
Belfort in Sluis gepresenteerd tij
dens een symposium (aanvang 14
uur) met voordrachten van dr. P.G.J.
van Sterkenburg, directeur van het
Instituut voor Nederlandse Lexico
logie en hoogleraar Lexicologie aan
de Universiteit Leiden, en van de
Vlaamse auteur Geert Van Is-
tendael.
Lo van Driel: De kwestie Jobse - uit
gave van de gezamenlijke Zeeuwse
boekhandels, cadeau tijdens de
Week van het Zeeuwse Boek 29 okt.
ttm 8 nov. bij aankoop van €12,50
aan boeken.