Marijke Spoor, schrijfster in Frankrijk
Bill Clinton bleef altijd als een zestienjarig jongetje
25
zaterdag 18 oktober 2003
Boekenbal
Huisbewaarder
Katharen
Heksenketel
Weifelaar
Ontluisterend
pzc
Een mysterieuze moord door
een 80-jarige Nederlander
trok Marijke Spoor naar Frank
rijk, waar ze in een stil dorpje
werkt aan haar derde boek. Weg
van alle oorlogsellende die ze in
Nederland maar niet kan ont
vluchten.
„Hier lees ik geen kranten, luister
ik geen radio en kijk ik geen tele
visie. Het is een weldaad."
Ik heb een vrouw gedood, zei de 80-
jarige Menno door de telefoon, na
dat hij zijn hospita Jacqueline (74) in
de tuin van de molen had vermoord.
De Franse politie kwam subiet. Het
dorp Fitou stond op z'n kop. Die goed
aardige, zachte Nederlander had de
weduwe Jacqueline die hij al meer
dan veertig jaar kende, zowaar het le
ven benomen. De lokale pers stond er
bol van. Menno werd door de rechter
tot twaalf jaar veroordeeld. De Ne
derlander zit al drie jaar zijn straf uit
in Riom. Zonder radio, televisie en
nauwelijks bezoek. De mysterieuze
moord heeft de Nederlandse media
nooit bereikt. Ook Joop Spoor, de do
minee die in het buitenland Neder
landse gevangenen bezoekt, wist niet
van zijn bestaan. Totdat zijn zus en
schrijfster Marijke Spoor er lucht van
kreeg via een Franse vriendin. Ze zeg
de haar comfortabele woning in Bilt-
hoven op en betrok in het Zuidfranse
Fraïsse des Corbières een sober huisje
in een vredig dorpje tussen de bergen.
Opvallende vrouw met lang haar,
rood gestifte lippen, strak jurkje bo
ven de knie, de spontane blik van een
meisje en toch al 62 jaar. De woning is
niet veel breder dan een deur en een
raam. Een geadopteerde poes sluipt
binnen. In de hoek rust een reusachti
ge open haard en op een oude buffet
kast staan zorgvuldig uitgekozen art
deco spulletjes mooi te zijn. Slapen
doet ze boven, net als schrijven, een
fles water naast haar computer.
Iedereen in de buurt kent l 'écrivaine
Hollandaise. Niemand gelooft dat ze
62 is en ze zegt het ook niet meer. Ze
heeft al genoeg bekijks. Veel mannen
menen dat de extravagante Spoor te
krijg is en vrouwen vinden haar be
dreigend. Dansen doet ze amper meer,
ze houdt zich in. „Vrouw alleen uit
Nederland", verzucht ze. „Die staan
erom bekend dat ze goed in bed zijn.
Franse mannen krijgen al een erectie
als ze m'n Nederlandse nummerbord
zien." Wildvreemden spreken haar op
straat aan. Laatst vroeg een man haar
of hij haar een dienst kon verlenen.
„Waar had u aan gedacht", vroeg zij
hem. „Langdurig neuken", ant
woordde hij
Ze lacht haar stulpje vol. Mannen! ze
heeft wel wat anders aan haar hoofd.
„Ik ben hier om te schrijven. Dat is
m'n passie. Het opbouwen van een
verhaal, een literair werk. Het compo
neren van een roman boeit me mate
loos."
Ze had zich zó verheugd op haar eer
ste boekenbal, enkele jaren geleden.
Zoals gevraagd was ze in het lang ge
komen en met veel zin in een goed ge
sprek en een nog beter feest. Maar wat
ze ontmoette was een bij eenkomst van
zelfgenoegzame schrijvers die hele
maal niet in haar waren geïnteres
seerd en mensen die een short en
T-shirt goed genoeg vonden voor de
gelegenheid. „Nooit meer."
Op tafel liggen twee eerdere boeken:
Zeven jaar hel (over de gevangen
schap van Hans van Dam in India) en
Het volmaakte kind (een autobiogra
fische roman over het oorlogsdrama
in Putten). De familie Spoor ont
vluchtte tijdens de Tweede Wereld
oorlog het bombardement van Rotter
dam en dacht in het Veluwse Putten
rust te vinden. Marijke was vier jaar
toen meer dan zeshonderd mannen uit
Putten werden afgevoerd naar con
centratiekampen.
Net oud genoeg om er een trauma van
te krijgen. „Ik ben een oorlogskind.
Wij zaten in een kerk opgesloten die in
brand zou worden gestoken. Ons huis
Ik wil het kwade ontvluchten
is opgeblazen als represaillemaatre
gel." Een fors litteken herinnert haar
dagelijks aan haar geschonden jeugd.
„Oorlog en ellende maken me depres
sief. Ik heb vreselijke dingen meege
maakt en als ik dan denk aan al die
duizenden kinderen in de wereld die
lijden onder oorlog en geweld....
Daarom ben ik donateur van War-
child."
Het was een bevrijding om Nederland
te verlaten waar ze voortdurend
wordt geconfronteerd met dood en
verderf. „Ik wilde Nederland ont
vluchten, weg van radio, televisie en
kranten. Toen de oorlog met Irak be
gon, heb ik de televisie uitgezet. Ik
weet niet eens hoe de oorlog is afgelo
pen. Hier volg ik niets van nieuws. Ik
heb niet eens telefoon en dus ook geen
internet. Dat is een weldaad. Dan is
m'n hoofd leeg en kan ik schrijven en
feest vieren. Ik wil het kwade ont
vluchten. En nu schrijft ze dus een
boek over een moord.
Menno woonde al bijna vijftig jaar in
Frankrijk. Begin jaren vijftig vertrok
hij naar de Ardèche, waar hij de huis
bewaarder was van een kasteel dat
bewoond werd door een Russische
vrouw. Menno woonde in het nabijge
legen koetshuis, waar hij tapijten
weefde van leer. Hij was bevriend met
Kees van Willigen, een Nederlandse
kunstenaar die was getrouwd met de
Franse Jacqueline en een zoon met
haar had.
Toen de kasteel vrouw in 1975 haar
landgoed verkocht en Menno dakloos
werd, mocht hij in de oude molen in
Fitou gaan wonen die Van Willigen in
1950 had gekocht. Menno regelde de
aanbouw van een paviljoen. Kees en
Jacqueline gingen scheiden. Kees
keerde met kanker terug naar Neder
land, verzoende zich met zijn ex-
vrouw en kinderen, en stierf.
Jacqueline wilde in de molen gaan
wonen, maar Menno liet zich na zo
veel jaren niet wegjagen. Jacqueline
betrok het bijgebouw. Volgens vrien
den en bekenden hadden ze heel vaak
woorden maar gingen ze ook samen
overal naar toe. Op een zondagoch
tend in november 1999 lag Jacqueline
Maar in Fitou lijkt niemand verbaasd
dat Jacqueline is vermoord. „Volgens
dorpsgenoten en bekenden is Menno
een lieve zachtaardige man en was
Jacqueline een moeilijke vrouw die
altijd wat had aan te merken. Ik heb
de burgemeester gesproken en die
zegt ook gewoon dat het een kreng
was. Het goede heeft het kwade opge
ruimd. Zo denken de mensen er hier
over. Maar is het goede dan nog wel
het goede? Dat intrigeert me."
Op haar bed ligt een waaier aan boe
ken over het Katharisme, een levens
overtuiging die in de elfde, twaalfde
avontuur. Ik lok m'n eigen boek uit."
Spoor is niet het type toeschouwer. Ze
is snel betrokken. Toen ze in 1996 op
vakantie was in Frankrijk werd ze
smoorverliefd op een 25 jaar jongere
Marokkaanse beignetverkoper die
zijn zoete broodjes verkoopt op het
strand. Ze kregen een relatie en Spoor
nam zonder aarzelen een jaar onbe
taald verlof om Frans te studeren aan
de universiteit van Toulouse. Ze was
er studente onder de studenten en
kwam terecht in het milieu van beig
netmakers en -verkopers.
„Ze bleken totaal afhankelijk van
cannabis en coke. Van die coke wist ik
eerst helemaal niet. Ik wist alleen dat
dood in de tuin. Vermoord door Men
no. Waarom, is nog steeds onduidelijk.
Spoor heeft de inmiddels 83-jarige
Menno in de gevangenis opgezocht.
„Ik had me voorbereid op een moorde
naar. Een grote stevige man of zo.
Maar wat ik zag was een klein oud
mannetje steunend op een kruk, hele
maal blij dat er bezoek was. Een man
met vriendelijke ogen en een lief ge
zicht. M'n hart brak. Ik vind u een lie
ve man, zei ik. En hij zei: Ik heb wel ie
mand gedood. Dat intrigeert en be
nauwt me tegelijkertijd: dat iemand
met zo'n zachte uitstraling kan do
den."
en dertiende eeuw heel populair was
in dit deel van Frankrijk, het land van
de Katharen.
De katholieke kerk heeft hen verket
terd en verbrand. „Volgens de katho
lieken zijn er twee machten: een god
die het goede heeft geschapen en een
duivel die het kwade heeft geschapen.
De Katharen hadden de overtuiging
dat god zowel het goede als het kwade
heeft geschapen. En het kwade is de
schaduwzijde van het goede. Zoals de
goede Menno in staat was tot moord,
zo moet de vervloekte Jacqueline een
goede kant hebben. Daar ben ik naar
op zoek. Verder sta ik open voor elk
mijn vriend zwart werkte, een uitke
ring had en een belastingschuld. Ik
leende hem steeds vaker geld, maar
kreeg het nooit terug. Daarbij was hij
vreselijk jaloers. Ik mocht niets meer,
niet eens meer dansen. Daar zat ik dan
in een klein kamertje waar hij tien,
twaalf moslims uitnodigde om de ge
hele middag hasj te roken en erbij te
drinken. Nu begrijp ik al die vrouwen
die in zo'n situatie zaten en die ik als
maatschappelijk werkster heb
begeleid. Ik voelde me diep ongeluk
kig maar kon niet los van hem komen.
Want ik was wel verliefd op hem, we
hadden geweldige seks en hij had een
zoontje van vier dat dol op mij was en
ik op hem.Toen haar vriend uit jaloe
zie een man mishandelde, lukte het
Spoor om de ban te breken. Ze verliet
haar liefde waar ze nog altijd vierdui
zend euro van krijgt.
Ze is inmiddels drie keer bij de molen
geweest. In de aanbouw woont een
vriendin van Jacqueline. In de molen
zelf woont de beste vriend van Menno
en Jacqueline die nog altijd het beeld
van de vermoorde Jacqueline op z'n
netvlies heeft en de kalenders in huis
op 1999 heeft laten staan. Hij heeft
Spoor aanvankelijk van het erf weg
geblazen ('Als u iets negatiefs gaat
schrijven dan sleep ik u voor de rech
ter'), maar werd kort daarna verliefd
op haar. Ze zucht. „Ik helaas ook op
hem. Ik ben helemaal uit m'n even
wicht. Ikheb deze man nodigvoorm'n
boek. Hij weet alles over Menno en
Jacqueline. En nu jopen roman en
werkelijkheid dwars door elkaar
heen. Ik weet vaak niet of ik hier als
Marijke ben of als Matena, de hoofd
persoon van mijn boek. Dit is heel
Kafka."
Aan het eind van het jaar keert ze te
rug naar Nederland. Een huis heeft ze
niet meer, maar dan trekt ze gewoon
in bij haar 90-jarige vader in Ede. Alle
ruimte en rust om haar ervaringen uit
te werken tot een roman.
En daarna? Grote verbaasde ogen.
„Geen moment over nagedacht! Hetis
alleen maar boek, boek, boek. Ik ben
verliefd op m'n boek."
Monique de Knegt
'illiam Jefferson Clinton, geboren als
Billy Blythe in 1946, president van de
erenigde Staten van 1992 tot 2000, is altijd
(iber gebleven. Als gevolg van merkwaar
de omstandigheden in zijn prille jeugd en
tee opvoeding, versterkt door dwang-
turosen in zijn formele volwassenheid, is
ijnpsychologische leeftijd nooit verder ge
inen dan zestien jaar.
tezeop het eerste gezicht merkwaardige
Ming ontvouwt de Britse biograaf Nigel
taiilton in een nieuw boek over Clinton,
«erin legt Hamilton, sterker dan eerdere
l'ografieën deden, de nadruk op twee din-
en: de psychologie van de mens Clinton, af
stegen de veranderingen in de Ameri-
tese samenleving in de tweede helft van
f vorige eeuw.
lamilton meent dat Clinton zowel succes-
te Product van deze combinatie is, als tra-
Mi slachtoffer ervan. De man die de ge-
diiedenis in had kunnen gaan als een van
succesvolste (economische) leiders van
te VS ooit, zal echter altijd herinnerd blij-
91 als de man die zijn broek niet kon aan
doen, zijn vrouw bedroog met een stagi-
het Witte Huis en die zijn aarzelingen
JPbelangrijke momenten slechts door an
te: kon laten overwinnen.
narde oordeel van Hamilton is niet hele-
|®al nieuw, al is het gezichtspunt van
'Mruit het wordt beschreven dat wel. Te-
te'] kertljd omschrijft Hamilton ook de ka-
vertrekken die Clinton zo succesvol heb-
11 gemaakt. Hij is niet geïnteresseerd in
■teoonlijk gewin - financiële corruptie is
vreemd (al leidt dat er wel toe dat hij fi-
ncieel rare sprongen maakt: het is immers
9 voor hemzelf, maar voor het Goede
°el). Daarnaast is hij een van de zeldzame
ar'be Amerikaanse politici die geen enke
le neiging tot discriminatie hebben. Hij gaat
gemakkelijker met zwarten en andere min
derheden om dan sommige leden van die
minderheden zelf. In al zijn openbare func
ties heeft Clinton meer zwarten benoemd
dan zijn voorgangers.
Maar vooral, aldus Hamilton: Clinton was
en is een getalenteerd tactisch politicus, die
kansen ziet waar anderen slechts proble
men zien, die een vijandige zaal binnen kan
gaan om met gejuich weg te gaan, die onge
looflijke klappen kan incasseren om even
later minzaam de overwinning op te eisen.
Toch heeft Hamilton, wiens boek eindigt
met Clintons onverwacht succesvolle cam
pagne voor het Witte Huis eind 1992 (deel
twee is bijna klaar), per saldo een negatief
oordeel over deze politicus. Hij hekelt zijn
maniakale seksverslaving, zijn onvermogen
om in lastige omstandigheden tot heldere
besluiten te komen, zijn weigering in prin
cipiële kwesties een standpunt in te nemen.
Volgens hem wordt Clinton geregeerd door
puberale angsten.
Hij illustreert dat met verhalen over Clin
tons jeugd. Vader/naamgever Blythe was
niet de - onbekende - biologische vader, en
overleed trouwens drie maanden voor zijn
geboorte. Zijn nogal wilde moeder Virginia
liet de opvoeding gedurende jaren over aan
de overdreven christelijk/strenge oma,
waarna Bill terecht kwam in een ouderlijk
huishouden dat werd gedomineerd door een
drankzuchtige en jegens zijn moeder ge
welddadige stiefvader, Roger Clinton,
wiens achternaam Bill overigens later toch
zou aannemen.
Uit deze emotionele heksenketel groeide
een jongeman op, die desperaat was,die
niet wenste te worden buiten gesloten, die al
vijanden genoeg had en dus ieders vriend
wilde zijn. Bovendien groeide hij op in een
omgeving van sterke vrouwen en zwakke
mannen. Zijn emotionele beperkingen kop
pelde hij aan een vriendelijk uiterlijk, een
extreem hoge intelligentie (Clinton is de
president met het hoogste IQ sinds dat voor
het eerst werd bijgehouden in de jaren der
tig) en - vooral - aan een hoog empatisch
vermogen.
Hamilton legt keer op keer uit dat Clinton
door de decennia heen zo verschrikkelijk
goed in staat is geweest in te voelen hoe een
ander in elkaar zit - en dat ook te communi
ceren - dat zowel mannen als vrouwen voor
zijn charmes bezwijken. Dat geldt niet voor
iedereen: er zijn ook velen die Clinton bijna
instinctief haten en wel op zeer diep niveau.
Hamilton is met zijn aanpak niet onomstre
den. Hij heeft eerder psychologische bio
grafieën geschreven over de Britse veld
maarschalk Montgomery en John F. Kenne
dy, Clintons grote voorbeeld. Ook daar gaat
het op basis van vooral bronnenonderzoek
van dik hout zaagt men seksuele planken.
Ook voor dit boek trekt Hamilton een grote
boekenkast omver, al heeft hij wel een aan
tal mensen uit de omgeving van Bill en Hil
lary gesproken - maar niet de hoofdperso
nen.
Over die laatste gaat overigens een groot
deel van het boek. Hillary is volgens Hamil
ton het plechtanker van Clinton, de angsti-
Bill Clinton tijdens een bezoek aan Rotter
dam (2002). foto Niels van de Hoeven/GPD
ge weifelaar. Zij trekt hem met haar onver
stoorbare doelstellingen steeds uit het moe
ras. Beiden hebben een machtspact met el
kaar geslotenzij is zonder hem niets in poli
tiek opzicht en vergeeft hem dus alle slip
pertjes. Hij weet dat hij zonder haar geen
ruggengraat heeft, en verlaat haar dus niet.
Hamilton plaatst zijn onderwerp in het ka
der van de veranderingen die de Ameri
kaanse samenleving de laatste vijftig jaar
heeft doorgemaakt. Meer materialisme,
meer sensatiezucht, ongekende welvaart.
Tegelijkertijd echter angst, behoefte aan ze
kerheid, dubbele moraal in seks en zaken.
Clinton kwam aan alles tegemoet, zo scheen
het, en dreigde tegelijkertijd aan de combi-;
natie te bezwijken.
Zijn seksuele slippertjes en ontwijken van
de dienstplicht in Vietnam deden hem bijna
de politieke das om. President Clinton over
leefde nipt een procedure tot afzetting. Ha
milton laat zien dat zijn politieke tegenstre
vers uit deze periode geen haar beter waren,
al slaagden zij er beter in hun broek op te
houden. Clinton had het geluk aan de macht
te zijn in een periode dat het economisch
goed ging.
Ondanks alle plannen en machinaties die
Hamilton schetst (met heel onfrisse details,
een goede politieke biografie niet altijd
waardig) is het ontluisterend te bezien hoe
de gang van zaken in het machtigste land ter
wereld toch vooral door toeval wordt be
paald.
James McGonigal
Nigel Hamilton, Bill Clinton - An American
Journey, 750 pag, uitg. Random House, imp.
Van Ditmar, adviesprijs €38,95
Marijke Spoor: „Het is alleen maar boek, boek, boek
foto Phil Nijhuis/GPD