PZC
Ondergang dreigt voor marinebouw
23 I Almelo voetbalt op z'n Zeeuws
24 I Van Tellingen ligt op de loer
25 l Marijke Spoor schrijft in Frankrijk
Exportmarkt
Financiële redenen
£4 ;->T"
(ledactie: 0113-315680
tt i
F mail: redactie@pzc.nl
postbus 31,4460 AA Goes,
advertentie-exploitatie:
Unord- en Midden-Zeeland: 0113-315520;
Zuws-Vlaanderen: 0114-372770;
Nationaal: 020-4562500.
zaterdag 18 oktober 2003
De laatste, volledig zelfstandi
ge defensie-industrie dreigt
uit Nederland te verdwijnen. De
Koninklijke Marine heeft voorlo
pig, tot 2015, geen grote opdrach
ten in de la liggen. Na ruim vijfen
twintig jaar onafgebroken werk
aan high tech-marineschepen in
Vlissingen, valt de bijl. Is dat erg?
se overheid heeft een dikke vinger in
de pap bij Franse werven. In Duits
land bestaan dwarsverbanden met
bankinstellingen, die gunstige finan
cieringsconstructies kunnen bieden
aan buitenlandse afnemers.
Het slagveld overziend blijft de vraag
waarom Nederland een eigen defen
sie-industrie voor marineschepen
overeind zou moeten houden. Het Ne
derlandse Marinebouw Cluster geeft
het antwoord met een indrukwekken
de cijferreeks. Bij De Schelde alleen is
er de werkgelegenheid van ongeveer
negenhonderd mensen aan verbon
den. De hele bedrijfstak is goed voor
5.200 industriële arbeidsplaatsen en
een omzet van 1,1 miljard per jaar. De
fregatten die in Nederland worden
gebouwd, zijn onder meer door de in
tensieve samenwerking met de
Koninklijke Marine dertig procent
goedkoper. Vijfentwintig tot dertig
procent vloeit via allerlei belastingen
en sociale premies terug in de Neder
landse schatkist. En, ook niet onbe
langrijk, tachtig procent van de inves
teringen komt ten goede aan de eigen
economie en werkgelegenheid.
Voor defensiedeskundigen als De
Wijk en Homan speelt zeker zo'n grote
rol dat de marinescheepsbouw de
laatste zelfscheppende defensie-in
dustrie in Nederland is. Vrijwel van
boven tot onder zijn de in Vlissingen
gebouwde marineschepen van Neder
landse makelij. Technische vernieu
wingen die eraan te pas komen,
vinden hun weg naar de civiele
scheepsbouw, zoals de ontwikkeling
van een botswand voor gastankers in
de binnenvaart. En de export van
fregatten mag weinig opgeleverd heb
ben, als de Koninklijke Marine sche
pen afstoot, is er wel degelijk belang
stelling voor.
Dankzij de bouw van het eerste amfi
bisch transportschip, de Rotterdam,
heeft de Koninklijke Schelde Groep
ook het ontwerp plus de engineering
mogen leveren voor vergelijkbare En
gelse schepen. Als het Nederlandse
Marinebouw Cluster de bouw van
kleinere marinefregatten krijgt toe
bedeeld, lonkt een grotere export
markt. Wereldwijd varen er veel meer
korvetten rond dan fregatten. De
Duitse marinewerf Blohm und Voss
heeft dat overigens ook door. Dat be
drijf heeft onlangs een korvet-achtig
fregat geleverd aan Zuid-Afrika.
De Haagse politiek moet binnenkort
de knoop doorhakken. Volgende week
wordt de defensiebegroting bespro
ken. ,,We moeten het niet alleen over
de marinescheepsbouw hebben",
vindt Zeeuws PvdA-Kamerlid Luuk
Blom. „We moeten het over de toe
komst en de versterking van de positie
van de hele Nederlandse scheeps
bouw hebben." De steun van zijn
WD-collega Van Baaien voor de ver
vanging van twee M-fregatten door
vier korvetten neigt volgens hem naar
kiezersbedrog. „Hij zegt er niet bij
waar het geld vandaan moet komen.
Dat is gemakkelijk."
Staatssecretaris Van der Knaap, ver
antwoordelijk voor defensiemateri
eel, weigert in de aanloop tot de be
grotingsbehandeling het achterste
van zijn tong te laten zien. In Het Fi-
nancieele Dagblad heeft hij al wel la
ten weten 'absoluut oog te hebben
voor de gevolgen van onze beslissin
gen voor de industrie'. Hij zei 'voort
durend in contact te Staan met De
Schelde'. Zijn doel lijkt te zijn de Ne
derlandse marinescheepsbouw een
positie te geven binnen een Europese
defensie-industrie voor marinesche
pen.
Ook Homan van het instituut Clin-
gendael ziet dat als een lonkend per
spectief. „We moeten meer inspelen
op Europese ontwikkelingen, zoeken
naar integratie met de Europese de
fensie-industrie." Dat is in zijn visie
goed mogelijk. Hij noemt als voor
beeld Airbus, het volgens hem succes
volle Europese vliegtuig-industrie
project. „De ontwikkeling van een
Europees fregat biedt voor Neder
landse bedrijven grote mogelijkhe
den", denkt Homan, „maar Neder
land moet daarvoor wel een actieve
strategie volgen. Dat vraagt een stra
tegische keuze: Willen wij deze zelf
scheppende defensie-industrie in
stand houden of niet? En als we dat
willen, zullen we investeringen naar
voren moeten halen."
„Het gaat niet zozeer om de hoeveel
heid werk die daaruit voortvloeit",
verklaart Schelde-directeur René
Berkvens. „Het allerbelangrijkste is
dat de innovatie, de vernieuwing in de
Nederlandse marinescheepsbouw
kan doorgaan." Hij hoopt dat de
Tweede Kamer volgende week het
licht op groen zet voor de ontwikke
ling van een geavanceerd marineschip
voor de kustwateren. Dat biedt naar
zijn idee exportmogelijkheden én
houdt Nederland in de race. „Want",
stelt Berkvens, „Europese samenwer
king moet zeker worden onderzocht,
maar om daarin een rol te spelen, zal
Nederland een thuismarkt moeten
houden."
Harmen van der Werf
Rob de Wijk, defensiedeskundige
bij het Haagse instituut voor vre-
des- en veiligheidsvraagstukken
Clingendael, springt bijna uit zijn vel.
Hij heeft net een hoorzitting met de
Kamercommissie voor Defensie ach
ter de deur. „Natuurlijk is dat erg.Hij
laat een stilte vallen. „Moeten we na
Fokker en de KLM ook dit Nederland
se paradepaardje laten schieten We
raken op den duur alles kwijt."
De plannen van het duo op het minis
terie van Defensie, WD-minister
Henk Kamp en CD A-staatssecretaris
Cees van der Knaap, zijn duidelijk. De
krijgsmacht moet bijna vijftien jaar
na beëindiging van de Koude Oorlog
op een andere leest worden geschoeid.
De dreiging komt al lang niet meer uit
het oosten, maar van verre landen die
massavernietigingswapens hebben of
willen maken én van het internatio
nale terrorisme.
Het Nederlandse leger, inclusief de
Koninklijke Marine, moet zich meer
gaan richten op 'kwalitatief hoog
waardige eenheden' die geschikt zijn
voor expedities ver van de eigen
landsgrenzen. De bescherming van
aanvoerroutes tussen de Verenigde
Staten en West-Europa heeft niet
meer de hoogste prioriteit. En dat
heeft direct gevolgen voor het soort én
het aantal schepen dat de Koninklijke
Marine nodig heeft.
De aandacht richt zich vooral op de
hoeveelheid fregatten, redelijk grote
marineschepen die inzetbaar zijn in
grote conflicten. Nederland heeft er
nog veertien. Als het aan Kamp en Van
der Knaap ligt, wordt dat aantal te
ruggebracht tot tien. Volgens hen kan
dat, zonder dat Nederland verzaakt.
'Sinds begin jaren negentig is de voor
ziene maximale capaciteit nooit vol
ledig ingezet', stellen de bewindslie
den in hun Prinsjesdagbrief bij de
ontwerp-begroting voor 2004, 'en is
de effectiviteit van de zee- en
luchtstrijdkrachten aanzienlijk toe
genomen door veranderingen in de
wijze van optreden, de verbeterde on
dersteuning, betere wapens en meer
precieze doelaanwijzing'.
De Wijk en generaal-majoor der mari
niers buiten dienst Kees Homan, ook
werkzaam bij Clingendael, zijn niet
onder de indruk van dit verhaal. Zij
rekenen onafhankelijk van elkaar
voor, dat Nederland met een formatie
van slechts tien fregatten in de toe
komst niet meer aan zijn internatio
nale verplichtingen kan voldoen.
Nederland levert permanent één fre
gat voor een smaldeel van de Noord-
Atlantische Verdragsorganisatie
(NAVO) in de Atlantische Oceaan.
Hetzelfde doet de Koninklijke Marine
in de Middellandse Zee. In het Cari-
bisch gebied, bij de Nederlandse An
tillen, is altijd een fregat gestatio
neerd voor kustwachttaken. Vanwege
de drugssmokkel is dat geen overbo
dige luxe.
„Alleen al om die taken te kunnen uit
oefenen, zijn negen fregatten nodig",
stelt Homan. „Drie per opdracht. Eén
is er operationeel, één is bezig met de
opwerkcyclus, en één gaat bij terug
keer in de thuishaven Den Helder in
onderhoud. Onze fregatten zijn drij
vende elektronica-paleizen, dus niet
te vergelijken met gewone koopvaar
dijschepen."
Al met al heeft de Koninklijke Marine
Nederland behoefte aan minstens
veertien oorlogsbodems, geeft zowel
Homan als De Wijk aan. Twee zijn er
meestal uit de vaart voor groot onder
houd, één moet beschikbaar zijn op de
Noordzee en twee zijn in principe in
zetbaar voor vredesbewarende opera
ties. Dat maakt de som van veertien
compleet.
Kamp en Van der Knaap maken een
andere berekening om zuiver financi
ële redenen, stelt Homan onomwon
den. Het ministerie van Defensie ziet
de komende jaren de bezuinigingen
oplopen van 255 miljoen euro in 2004
naar 380 miljoen euro in 2007 en 2008.
Nederland kan desondanks, menen de
minister en zijn staatssecretaris, een
geloofwaardige rol blijven spelen in
internationaal verband, ook wat be
treft de Koninklijke Marine. Volgens
hen zal er een verschuiving plaatsvin
den van grote vlootverbanden op de
oceanen naar militaire en vredesbe
warende operaties in de kustwateren.
In dat licht is het mogelijk twee
M(ultipurpose)-fregatten, gebouwd
in de jaren tachtig, in 2004 uit dienst
te nemen en later te verkopen; de Bel
gische zeemacht schijnt belangstel
ling te hebben. De Nederlandse mari
ne houdt dan tien fregatten over: zes
M-fregatten en vier Luchtverdedi-
Op den duur raken
we alles kwijt
ning van die taken terug, van momen
teel ruim 130 naar zestig of zeventig.
Kamp en Van der Knaap concluderen:
'De aanschaf van korvetten is niet no
dig'.
Juist op de nieuwbouw van kleinere
marineschepen voor de kustwateren
wordt door Kamerleden én de marine-
bouw-industrie volop gezinspeeld.
Stoot twee extra M-fregatten af en
vervang die door vier korvetten, is de
inzet van WD-politicus Hans van
Baaien. Zijn CD A-collega Roland
Kortenhorst is minder uitgesproken,
maar lijkt ook op die lijn te zitten. Met
de steun van Mat Herbenfractievoor
zitter van de LPF, lonkt een meerder
heid in het parlement.
Dat zal de marinebouw-industrie
deugd doen. Al maanden trekken de
Koninklijke Schelde Groep, wapene-
lectronica-fabrikant Thales Neder
land (het voormalige Hollandse Sig
naal) en installateur Imtech Marine
and Offshore (onder meer het vroegere
Rietschoten en Houwens) bij de Haag
se politiek aan de bel. De drie con
cerns hebben het Nederlandse Mari
nebouw Cluster gevormd. Zij weten
zich gesteund door kennisinstellingen
die direct bij de vervaardiging van
marineschepen betrokken zijn, zoals
TNO Defensieonderzoek en het
scheepsbouwinstituut Marin in Wa-
geningen.
Het Nederlandse Marinebouw Clus
ter stelt voor zes fregatten vervroegd
te vervangen, met ingang van 2006 in
plaats van 2012. De samenwerkende
partijen willen daarvoor financieel
hun nek uitsteken. Zij zijn bereid het
werk gedeeltelijk voor te financieren,
als de rijksoverheid later terugbe
taalt. Twee extra M-fregatten moeten
in hun voorstel vervroegd worden af
gestoten. Het geld dat die schepen op
leveren, moet in het nieuwbouwpro-
gramma worden gestoken.
Het voordeel van zo'n operatie is zon
neklaar. De marinescheepsbouw weet
zich verzekerd van opdrachten. Zon
der die orders valt er een gat van pak
weg zeven, acht jaar. Het Nederlandse
Marinebouw Cluster zal dat hoogst
waarschijnlijk niet overleven. Zowel
Franse als Duitse bouwers van mari
neschepen liggen op de loer. Hun posi
tie is al sterker, blijkt uit een recent
uitgekomen studie naar de Neder
landse marinescheepsbouw. De Fran-
gings- en Commandoschepen, waar
van de laatste twee in Vlissingen in
aanbouw zijn.
Het nieuwbouwprogramma houdt
vervolgens op. In 2005 wordt een stu
die naar de vervanging van het be
voorradingsschip Zuiderkruis afge
rond. De opvolger van de Zuiderkruis
zou een bredere militaire uitrusting
moeten krijgen en ook (bijvoorbeeld)
helikopters, moeten kunnen vervoe
ren. Maar wanneer dit schip er moet
komen, staat nergens.
In het vat zit ook nog een plan om de
zes overgebleven M-fregatten te mo
derniseren. Die schepen kunnen dan
geschikt worden gemaakt voor kust
wachttaken en operaties in wateren
vlakbij een vijandige kust. Het aantal
bemanningsleden kan bij de uitoefe-
Ipm
April 2002: het fregat De Ruyter verlaat het dok van de scheepswerf De Schelde in Vlissingen
foto Lex de Meester