Chuck Palahniuk Geef Afrika de kans om Afrikaans te blijven 25 Nietzche niet van alle smetten vrij Genocide Rwanda donderdag 16 oktober 2003 proza vertaald pzc Ariënne de Bruijn: Ismael. Ariënnede Bruijn (1975) is doc torandus geschiedenis, werkte onder meer op de Nederlandse ambassade in Jakarta en was schapenhoeder in een indianen reservaat. In haar romandebuut Ismael komt een jonge vrouw er stukje bij beetje achter dat ze verliefd is op een fantoom. Zij wordt geconfronteerd met drie prototypen man: de Onbereik bare, de Vriend Die Wel Wil Maar Niet Durft en de Rasop portunist. Uitgeverij Vassalluc- ci, 175 pag., €14,50. Bart Van Lierde: Violist van de duivel. Bart Van Lierde (1974) voltooide een zangopleiding aan het conservatorium in Brus sel, schrijft jeugdtheater, acteert en zingt. Zijn romande buut speelt zich af in het Habs- burgse Rijk aan het begin van de negentiende eeuw. De mis vormd geboren Janos Szapins- ky wordt in een achterkamer opgesloten. Wanneer zijn ou ders ontdekken dat hij talent heeft om viool te spelen, wint hun trots het van hun schaamte. Janos trekt langs Europese vor stenhuizen en ervaart dat de weerzin voor zijn uiterlijk af- f neemt naarmate hij beter speelt, i Uitgeverij Meulenhoff, 272 pag., €18,50. i. Frans Stüger: Weerloos. Roman i die zich afspeelt in het katholie- i ke, kleinburgerlijke, antisemi- i tische Amsterdamse arbeiders milieu van vlak na de Tweede i Wereldoorlog.AlsRenétienjaar i is, ontdekt hij dat zij n vader zich ook wel eens vergist. Die ont- I dekking vormt de opmaat tot i een reeks gebeurtenissen waar in het rustige leventje dat René tot dan toe leidde, volkomen op zijn kop wordt gezet. Frans Stü- ger (1946) is verbonden als do- i cent prozaschrijven aan de Schrijversschool in Amsterdam en is literair medewerker bij de VPRO-radio. Uitgeverij Bert Bakker, 128 pag., €17,95. Mijn helden zijn schuldig Mario Vargas Llosa: Het para dijs om de hoek. In afwisselende hoofdstukken beschrijft de Pe ruaanse schrijver Vargas Llosa de levens van de half Franse, half Peruaanse Flora Tristan en haar kleinzoon, de schilder Paul Gauguin. Uitgangspunt is het Peruaanse kinderliedje: 'Is hier het paradijs, mevrouw? Nee mijnheer, het paradijs is om de hoek'. Tristan en Gauguin streefden hun eigen paradijs na. Tristan was een utopiste die een betere maatschappij in de toe komst wilde verwezenlijken; Gauguin zocht zijn paradijs in het heden, maar wel ver van huis, in Frankrijk, Tahiti en de Marquesa-eilanden. Vertaling Mariolein Sabarte Belacortu. Uitgeverij J.M. Meulenhoff, 467 pag., €24,50. Emily Barr: Cuba Libre. Wan neer de relatie van Maggie op de klippen loopt, verhuist ze naar Brighton. Uit eenzaamheid ont wikkelt Maggie een dwangma tige belangstelling voor de bu ren Libby en David. De twee, die een sabbatical nemen, vertrek ken naar Havanamet Maggie in hun kielzog. Op Cuba begint Maggies verleden - en dan voor al de gewelddadige dood van haar jongere zus - haar te kwel len. Cuba Libre is de derde ro man van Emily Barr, die eerder succes boekte met Backpack en Bagage. Vertaling: Jeannet Dekker. Uitgeverij Arena, 374 pag, €19,50. rie in Milaan, drie in Bologna. Geen gekke score, vindt Chuck Palahniuk. „De teller staat op 36", stelt hij vast, een vileine grijns op zijn gezicht. We hebben hier duidelijk te maken met een wolf in verfijnde schaapskleren. Sinds de schrijver zes weken geleden begon aan een lezingentournee zijn 36 van zijn toehoorders flauwgevallen. „En daar ben ik trots op, zeker weten. Mensen aan het lachen of huilen maken, dat kan. Maar mensen laten omvallen. Wat moet ik nog schrijven om dat te overtreffen?" Het verhaal in kwestie is slechts negen bladzijden lang en heet 'Guts'. Naar ver luidt gaat het over drie mastur berende vrienden bij wie het handwerk een onverwachte plot kent. In 2005 wordt het geacht één hoofdstuk te zijn in Palah- niuks nieuwe roman. Tot die tijd leest hij het voor aan argeloze bezoekers. „Ik waarschuw ze niet van tevoren.Het venijn zit 'm blijkbaar in het gegeven dat het verhaal zo lieflijk begint en dan plots een horrorwending neemt. „Wat veel mensen ook schokkend vinden, is dat het ei genlijk bestaat uit drie verhalen die ik van vrienden heb gehoord en die alle drie waar gebeurd zijn." Zoals anderen geschokt zullen zijn, zo voegt hij er in één adem aan toe, dat hij het verhaal voor grof geld aan Playboy heeft ver kocht. „Voor 17.000 dollar. Ze publiceren het in februari. Dat is veel geld voor een verhaal van negen bladzijden. Zeker als je bedenkt dat ik voor mijn roman Fight Club zesduizend dollar kreeg." Fight Club, juist, dat is het boek dat voor de doorbraak van Chuck Palahniuk (1962) zorgde. David Fincher maakte er een film van die weer belangrijk was voor de carrière van Brad Pitt. „In die tijd volgde ik lessen Grieks-Romeins worstelen. Maar behalve in de sportschool kon je dat nergens anders. Ik vroeg me af: waarom zijn er ner gens clubs waar je iemand voor een vechtpartij kunt uitnodigen zoals er wel clubs bestaan waar je iemand ten dans kunt vragen? Je kon nergens heen gaan om eens fijn te worstelen. Toen heb ik Fight Club bedacht." Hij schreef toen nog niet eens zo lang. Palahniuk werkte in een garage in Portland als vracht automonteur. „Heb ik dertien jaar gedaan. Toen kocht ik een huis buitenaf. Heel klein, zo'n driehonderd kubieke meter. Ik moest veel van mijn bezittingen verkopen of weggeven om zelf ook nog in dat huis te kunnen le ven. Wat bleek? Geen televisie ontvangst, geen kabel, zelfs geen radio. Hij was 33 en ging v Chuck Palahniuk: „Ik zoek altijd het gezelschap van mensen die me mogelijk aan goede verhalen kunnen helpen." schrijven. „De boeken die ik had willen lezen maar niet kon vin den." „Ik zoek altijd het gezelschap van mensen die me mogelijk aan goede verhalen kunnen helpen. Een boek schrijven is voor mij een manier vinden om al die ver halen met elkaar te verbinden. Als een quilt. Verhalen verbin den die zo verschillend lijken en toch gelijk zijn. In die betekenis schrijf ik altijd, want ik heb mijn oren altijd open voor ver halen." Palahniuk, maar dat kan nie mand nog verbazen, steekt graag de grenzen van de goede smaak over. Geweld en seks zijn voorname ingrediënten van ro mans als 'Diary', 'Lullaby', 'Fight Club' en 'Choke'. „Soms steel ik letterlijk. Ieder een kent verhalen die steeds weer op feestjes verteld worden. Veel mensen hebben een regi ment aan verhalen die ze bij al lerlei gelegenheden opdissen. Ze strooien er als het ware mee zonder dat ze beseffen hoe waardevol ze kunnen zijn. Ik eer die verhalen en daarmee de ver tellers. Ik gebruik ook schaam teloos verhalen van mijn vrien den. Lezen ze ze terug in een van mijn boeken, dan zijn ze trots en blijIk heb nog nooit iemand ge had die het niet leuk vond, boos werd of afkeurde. Nooit. Maar anderzijds beseffen ze ook niet dat ik op deze manier hun ver halen bewaar voor de toekomst. Wat ze zelf zo achteloos rond strooien, verspreiden en achter laten, geef ik een plek in een boek, zodat hun verhalen in principe niet verloren gaan. En stiekem mensen afluisteren in het openbaar vervoer zeker? „Afluisteren? Ik drogeer ze. Nu ik wat bekender ben, kan ik bu siness class vliegen. Dat leek eerst nadelig, want mannen in business class hebben niks te vertellen. Hooguit over hun eer ste, uiteraard mislukte poging om een callgirl te huren, maar dat verhaal zullen ze je nooit vertellen. Ik begin dan zo'n be gripvol gesprek in de trant van: u reist zeker veel, dan zult u wel niet zo goed slapen, bla bla bla. Vaak nemen ze dan wel een pijn stiller. En dan komen de verha len. Alles vertellen ze. De beschamendste, verschrikke lijkste verhalen." Palahniuk is in het land om de vertaling van zijn roman 'Stik ken' ('Choke') met zijn aanwe zigheid op te luisteren. Aan 'Guts' voordragen, komt hij dit keer niet toe. 'Stikken' is een prachtig, hard boek, dat vol zit met de brisante oneliners, maar nauwelijks na te vertellen valt. Hoofdpersoon is ene Victor Mancini, een seksverslaafde, in wie we Palahniuks vader mogen herkennen. „Ik begin aan een boek omdat me iets bezighoudt waar ik maar niet de vinger achter kan krijgen. Noem het een obsessie. Dus maak ik er een soort intel lectuele exercitie van. Ik doe re search, ik bekijk het onderwerp van alle kanten en onderzoek het schrijvenderwijs, zodat ik intellectueel gezien alle ins en outs ken. Ik creëer een zo grote chaos in het boek dat alle emo tionele kantjes voor mij eraf zijn. Tegen de tijd dat het boek klaar is, is het probleem opge lost in die zin dat ik niet de ant woorden heb - vaak bestaan die helemaal niet - maar er wel mee in het reine ben omdat ik alles onderzocht heb. Er zijn geen antwoorden. Waarom mijn va der seksverslaafd was, zal ik nooit weten, maar met begrip voor alle mogelijke redenen - van iets chemisch in de hersenen tot aan het feit dat zijn moeder op jonge leeftijd stierf - ben ik gered." „Mancini is als veel van de ka rakters in mijn boeken. Al mijn helden zijn figuren die alleen zijn en met een masker op leven. Ze zien er goed uit, maar weten dat ze oneindig eenzaam zijn. Ze creëren de omstandigheden waarin hun masker wordt weg gerukt. Ze doen alsof de wereld schuld heeft, maar ze zijn zelf schuldig, want diep in hun hart willen ze worden teruggebracht naar andere mensen." Als hij alles steelt, zal hij zijn stijl van schrijven ook wel ge stolen hebben. „Klopt. Van Amy Hempel. Mijn stijl heb ik hele maal compleet totaal van haar afgekeken. Ze schrijft alleen short stories." Feitelijk doet Palahniuk dat ook. Waarom hij er toch een ro man van maakt? „Om economi sche redenen. Verhalenbundels verkopen niet. Verpak je ze als roman, dan wel. Maar de popu lariteit van het korte verhaal komt wel weer terug. Omdat nu eenmaal alles in cirkels gaat of golfbewegingen, zo je wilt. foto Marcel Israel/GPD Want waarom was het korte ver haal ooit zo populair? Omdat er een aantal schrijvers was dat erg goed was. Vervolgens werd het hip en stortten mindere ta lenten zich op het genre. Het zelfde is ook gebeurd met chick- lit. Na Bridget Jones's diary werd de markt zo overspoeld met dat soort boeken, maar dan slechter, dat het genre eraan ten onderging." „Eigenlijk zie je het ook bij de roman gebeuren, waar subgen res komen en gaan. De trans gressie-roman is, na 11 septem ber, volledig uit beeld. Ik zie dezer dagen niet zo snel nog een 'American Psycho' of 'Train spotting' verschijnen. Dat type boek zullen we een tijdlang niet meer zien. Ik voorzie de terug keer van de roman in de vorm van sociaal commentaar, ver pakt in de vorm van fantasy, sci encefiction, horror. Denk aan boeken als 'Animal farm' en 'Lord of the Flies'. Schrijvers konden het niet rechtstreeks over de maatschappij hebben, maar moesten hun kritiek en commentaar verpakken in alle gorische vorm. Ik bespeur op nieuw die tendens." „Wat ik zelf nog niet kan, is een boek schrijven dat iedereen in het hart raakt. Ik ben wat koud aan de emotionele kant. Ik kan niet een boek schrijven met zachtheid, waar liefde uit spreekt. Ik kan een leuk boek schrijven, een spannend boek, een schokkend boek desnoods, maar iemand in de diepste emo ties raken is me nog niet gege ven." Theo Hakkert Chuck Palahniuk: Stikken - Verta ling Irma van Dam. Uitgeverij De Geus, 284 pag., €22,50 (geb.) Nietzsche-bewonderaars zullen het Jaap Hagen niet in dank afnemen. Sinds 1945 is gepoogd Friedrich Nietzsche van nazi-smetten te ontdoen, maar Hagen concludeert dat er wel degelijk redelijke argumen ten zijn voor de associatie van de zwaarbesnorde filosoof met het nationaal-socialisme. En Nietzsches huidige populariteit is niet van gevaar ontbloot, meent de politicoloog. Jaap Hagen (1957) heeft iets met Nietzsche. In de vijfde klas van het Haarlemse Mendel College wijdde hij een spreekbeurt aan de voor een scholier toch niet al ledaagse kwestie van Nietz sches invloed op het vitalisme in de Nederlandse literatuur - denk aan Marsman, Du Perron, Slauerhoff. En toen Hagen in 1984 zijn studie politicologie af rondde, deed hij dat met een doctoraalscriptie over de Prui- sisch-Zwitserse filosoof. Afge lopen zomer promoveerde hij in Leiden op Nietzsche en de na zi's. Zijn proefschrift is nu in een handelseditie verkrijgbaar. Friedrich Nietzsche (1844- 1900) geldt als knap stilist. In li teraire kring wordt hij daarom gewaardeerd. In zijn geschrif ten was Nietzsche bovendien bepaald geen watje. Het leven moest naar zijn inzicht ten volle worden geleefd, de waarheid was daaraan ondergeschikt. God verklaarde hij dood, hij in troduceerde de begrippen 'Übermensch', 'Wille zur Macht', repte over ras en strijd, over een 'Führer' en de 'her waardering van alle waarden'. Democratie, mensenrechten en medelijden konden hem gesto len worden. Voorwaar een filosoof uit wiens geestelijke ransel de nazi's kon den putten. In elk geval Adolf Hitler zag het zo. Tegen de nazi jurist Hans Frank heeft hij eens gezegd dat Nietzsche het beken de 'Alleen wie gevaarlijk leeft, leeft ten volle' in feite had ge schreven voor hem, Hitier. Ze ker zes keer bezocht de Führer het Nietzsche-Archief in Wei- mar. Hagen betitelt het nazisme als een schimmel op Nietzsches ge dachten. De bruinhemden grab belden wat in diens werk en lie ten weg wat hen niet beviel: Nietzsches afkeer van raciale zuiverheid en anti-semitisme bijvoorbeeld, en zijn bespotting van de Duitse cultuur. Diep ging de kennis van de nazi- top over Nietzsche niet. Dat hoefde ook niet. 'Nietzsche was geen logisch denker: hij dacht associatief', aldus Hagen. Een systematisch werk liet hij niet na; het bestaat in hoofdzaak uit aforismen, waarin bovendien tal van tegenspraken schuilen. Nazi-bestrijder en -slachtoffer Kurt Tucholsky merkte dan ook eens op: 'Zeg me wat je wilt, en ik zal je daarvoor een Nietz- sche-citaat leveren'. Sinds 1945 zijn er velen die het voor Nietzsche hebben opgeno men. In Duitsland onder ande ren Hannah Arendt en Thomas Mann, in Frankrijk reeksen in tellectuelen en in de Engelstali ge wereld in de eerste plaats de naar de Verenigde Staten uitge weken Duitse jood Walter Kauf- mann. Hagen weegt hun argu menten en bevindt ze te licht. Er loopt, concludeert hijwel dege lijk een lijn van Nietzsches werk naar het nationaal-socialisme. Ronald Frisart Jaap Hagen: Nietzsches weerklank in Nazi-Duitsland - Uitgeverij As- pekt, €28,50. Al zijn vrienden in Rwanda op één na zijn in korte tijd gestorven. Als gevolg van de genocide in 1994 of aids. Zijn boek Een zondag aan het zwembad van Kigali is voor al een laatste eerbetoon aan hen, hij schreef het beslist niet als therapeutische bezigheid om de verschrikkingen van Rwanda te ver werken. Gil Courtemanche: „Met het boek wil ik mijn overleden vrienden nog een keer tot leven wekken. Zie het als een laatste groet aan hen. Dat vrijwel al mijn vrienden na de genocide dood bleken, maakte me zeer triest. Maar toen ik vier jaar later aan het hoek begon, was het leed verwerkt. Ik schrijf omdat het m'n beroep is, en soms is een roman een betere vorm om iets duidelijk temaken dan een documentaire of artikel in een krant." Wat de Canadese journalist Courtemanche ■net zijn boek op beklemmende wijze aan de wereld duidelijk maakt, is waartoe mensen ln staat zijn, opgezweept door politici en voortdurend bestookt met haat- en laster campagnes. In 1994 werden in enkele maan den tijd een miljoen Rwandezen afgeslacht, door het leger en speciale milities (Intera- hamwe) maar bovenal ook door gewone hurgers. De Tutsi's ('kakkerlakken, die ver kapt moeten worden', schrijft Courteman che) moesten worden uitgeroeid omdat ze volgens de Hutu-elite een ernstige bedrei- gmg voor hen vormden, Dus grepen tiendui- zenden Rwandezen in april, mei en juni '94 een kapmes of biil en gingen daarmee hun Tutsi-buren,- vrienden en -bekenden te lijf. „Ik vergelijk de genocide met de 'pre-empti ve strike' (preventieve aanval) van Bush op Irak. Hutu's kregen via grootschalige rege- ringspropaganda ingeprent dat Tutsi's le vensgevaarlijk waren en dus maar beter voortijdig uitgeschakeld konden worden", aldus Courtmanche. In 1991 arriveerde de Canadees in Rwanda om een documentaire over aids te maken. Van nabij maakte hij mee hoe de ziekte ver woestend om zich heen sloeg en hoe tegelij kertijd de haat tegen Tutsi's (het door Tutsi's gedomineerde RPF-leger was vanuit Oe ganda Rwanda binnengevallen) groeide. Zestien maanden voor het begin van de ge nocide vertrok hijom in j anuari '95, een half jaar na de volkerenmoord, weer terug te ke ren en erachter te komen dat vrijwel al zijn vrienden dood waren. Hij interviewde zo'n 200 mensen om de gebeurtenissen zo goed mogelijk te kunnen reconstrueren voor zijn boek. Het meest raakte Courtemanche geïn trigeerd door een 30-jarige lerares, moeder van drie kinderen, die door een legercom mandant van de slachting werd 'gered' en vervolgens gedwongen werd hem en zijn manschappen als seksslaaf te dienen. In het boek heet zij Gentille, een hotelmeisje dat een stormachtige verhouding krijgt met de Canadese journalist Bernard Valcourt. „Gentille staat symbool voor alle vrouwen die de genocide op dezelfde wijze hebben overleefd als die lerares. Het is ongelooflijk hoeveel kracht die vrouwen bezitten om ver der te leven. Traumaverwerking is nauwe lijks nodig. Hun leven staat zó in het teken van de dood, dat alleen al het feit dat ze de verschrikkingen hebben overleefd genoeg is om 'te vergeten' en door te gaan." Volgens Courtemanche is zijn boek in zover re fictief dat alle personen die erin voorko men bestaan hebben, maar wat ze zeggen en doen verzonnen is. Zo staat zijn eigen leven geenszins model voor dat van Valcourt en is de 'echte' Gentille nog altijd in leven, terwijl zij in het boek de genocide weliswaar over leeft maar korte tijd later toch sterft. Aan aids. Courtemanche bestrijdt dat hij de lezer met zijn verhaal een wel erg zwart beeld van Afrika voorschotelt, als een continent dat hoe dan ook ten dode is opgeschreven. „Als je over de holocaust schrijft, zeg je toch niet dat Europa een 'doomed' continent is. Je be schrijft alleen een gruwelijke volkeren moord. In mijn ogen is Afrika helemaal niet gedoemd ten onder te gaan. Integendeel. Maar we moeten Afrika dan wel een kans geven om Afrikaans te blijven en niet dwin gen westerse programma's over te nemen die gedoemd zijn te mislukken." Dat laatste gebeurt veel te veel in de ogen van Courtemanche, die in zijn boek wester se ontwikkelingswerkers neerzet als zui pende, lallende en vooral in het wilde weg neukende nietsnutten. Ze hangen het groot ste deel van de tijd rond aan het zwembad van Hotel des Mille-Collines in het centrum van de Rwandese hoofdstad en bekomme ren zich absoluut niet om het lot van de mensen die ze geacht worden te helpen. „De hulporganisaties die zich met aids bezig houden, vormen een gunstige uitzondering, de rest van de ontwikkelingswerkers is nut teloos en doelloos bezig. Rwanda is vanwe ge het heuvelachtige karakter een land dat moeilijk te ontwikkelen is. Grootschalige landbouw is niet mogelijk en mijnbouw be staat niet. Het enige wat je kunt ontwikke len is de bevolking, de mensen in scholen, ziekenhuizen en organisaties die opkomen voor rechten van mensen. Maar al die duur betaalde lui van de Wereldbank of het IMF (Internationaal monetair fonds) hebben nog nooit een student of doodzieke patiënt van dichtbij gezien. Criminelen noem ik dat soort mensen." Om de situatie in Afrika te verbeterenis het nodig dat gewerkt wordt vanuit Afrikaanse tradities en waarden, benadrukt Courte manche. „We moeten onze westerse politie ke systemen vergeten. Afrikanen kennen hechte familiebanden en een sterk sociaal netwerk. Daar moet hun politiek en ontwik kelingsbeleid op afgestemd worden, niet op wat wij voor hen bedenken. Maar dat kost tijd. Wij vergeten nogal snel dat we er hon derden jaren over gedaan hebben om ons huidige peil te bereiken." Frans van den Floudt Gil Courtemanche: Een zondag aan het zwembad van Kigali - Vertaling Manik Sarkar. Uitgeven] De Bezige Bij, 288 pag., €19,50.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 25