Zoeken naar de
onbekende plekjes
Fietsroutes van
Waterschap
Zeeuwse Eilanden
'T is engst, 'êêl de
parochie zegt engst
Strijd om de zelfstandigheid
Nieuwe Raadkaart
23
dinsdag 14 oktober 2003
Leefbaar
M
Gemaal bij de Piet.
Het water keren en behe
ren. Al eeuwenlang de
kerntaken van de water
schappen in Zeeland. Later
kwamen daar wegenzorg en
zuivering van oppervlakte
water bij. Waterschap
Zeeuwse Eilanden houdt
zich inmiddels ook bezig met
beheer van recreatieve voor
zieningen rondom het Veerse
Meer en plaatste in het ver
zorgingsgebied - Zeeland
benoorden de Westerschelde
- picknickplaatsen. Onlangs
is een nieuw project afgeslo
ten: het uitzetten van tien
fietsroutes, waarbij cultuur
historie en waterschapswer-
ken een belangrijke rol spe
len.
Met de tien nieuwe fietsrou
tes wil waterschap Zeeuw
se Eilanden vooral de cultuur
historische waarden van
Midden- en Noord-Zeeland on
der aandacht brengen van de
mensen die in deze regio's wo
nen, vertelt Sandra Minneboo,
coördinator communicatie.
„Uitgangspunt waren niet de
toeristen, maar de eigen inwo
ners. Die het gebied waarin ze
wonen en wellicht ook recreëren
laten zien. En in ieder gebied is
ook veel te vertellen over het
werk van het waterschap; we
hebben nog moeten kiezen uit
de vele onderwerpen."
Er zijn twee routes op Schou
wen-Duiveland (rond de polder
Schouwen en rond Duiveland
en Dreischor), twee op Walche
ren (rond de polder Walcheren
en rond Sloe en Rammekens),
een op Tholen (rond de kop van
Tholen), een op Noord-Beve
land (rond het eiland Noord-
Beveland), drie op Zuid-Beve
land (rond Ooster- en Wester-
schenge), rond de Breede Wate
ring en rond Rilland en
Kreekrak) en een route rondom
het Veerse Meer. Alleen voor
Sint-Philipsland en de Zak van
Zuid-Beveland zijn er (nog)
geen tochten uitgestippeld.
„In de Zak zijn al veel fietsrou
tes. We hebben echt gekeken
naar de gebieden waar nog niet
zoveel is. Bijvoorbeeld Oost-
Zuid-Beveland. Een gebied
waar op het eerste oog weinig te
zien is, tot je daar gaat fietsen",
weet Minneboo. „Dan blijkt dat
er veel te zien is. We bekijken
nog of we Sint-Philipsland en
de Zak er ook bij kunnen doen,
zodat we op twaalf routes uitko
men." Dat valt in elk geval bui
ten het project, waarvoor het
waterschap veertig procent
subsidie kreeg in het kader van
Vitaal Platteland Zeeland.
Geld, dat door de EU in Brussel
is verstrekt.
Naast aandacht vragen voor
cultuurhistorische elementen
en waterschapswerken, speelt
namelijk ook het bijdragen aan
een leefbaar platteland mee,
zegt Minneboo. „Bij het maken
van een route hebben we ook ge
keken naar wat er in een gebied
aanwezig is. Zoals een boerderij
foto's Dirk-Jan Gjeltema
waar ze zwarte bessen telen en
een streekmuseum. We willen de
ondernemers op het platteland
ook steunen." Laatste reden om
de fietsroute uit te geven is het
streven van het waterschap om
mensen te stimuleren de fiets in
plaats van de auto te pakken.
Sandra Minneboo is blij dat bij
de totstandkoming van de rou
tes veel kon worden samenge
werkt. Het Bureau voor Toeris
me Zeeland zorgt voor de
distributie van de routes. „Toen
we bezig waren kregen we een
vraag van de Wilhelminapolder
en de ZLTO-afdeling, die wil
den ook zoiets. Daar zijn de
Schenge- en de Breede Waterin
groute uit voortgekomen. Op
Tholen is samengewerkt met
mensen die een natuurcursus
volgden en die daar de route uit
zetten. Ook de fietspontjes heb
ben we opgenomen. Onze eigen
mensen in de districten hebben
we om advies gevraagd: wat zijn
mooie plekjes, waar zit een bij
zondere stuw of duiker. Door de
samenwerking is het een beter
product geworden", aldus Min
neboo.
Ze onderstreept dat het maken
van fietsroutes bepaald geen
kerntaak van het waterschap is.
„Maar je kunt er niet omheen
oog te hebben voor andere za
ken. Cultuurhistorie en Zeeuws
erfgoed mag je als waterschap
best koesteren. En door de tek
sten die in de routefolders staan
kun je ook wat laten zien van de
taken die het waterschap uit
voert", betoogt Minneboo. Veel
mensen weten daar niet zoveel
van. Ze denken bijvoorbeeld dat
wij verantwoordelijk zijn voor
Coupure Leendert Abrahampolder bij Kats.
het drinkwater. In elke folder
staat iets over dijken, wegen en
zuivering."
De routes variëren in lengte. De
tocht rond Duiveland en
Dreischor is 65 kilometer lang,
die rond het Veerse Meer 6 0 kilo
meter en als kortste komen rond
Sloe en Rammekens en rond de
kop van Tholen op 36 kilometer.
Maar het is niet per se noodza
kelijk een route van A tot Z te
rijden, merkt Sandra Minneboo
op (die overigens zelf wel bijna
alle tochten heeft afgefietst).
„Je kunt een route ook in etap
pes afleggen. Sloe-Rammekens
is makkelijk in drie stukken te
knippen." De routes zijn bewust
niet bewegwijzerd: er zijn al ge
noeg borden in het buitengebied
en bovendien worden dergelijke
bordjes nogal eens gestolen.
Wat dat betreft heeft het water
schap ongunstige ervaringen
met een eerder uitgevoerd pro
ject: het plaatsen van picknick
plaatsen. De tafels en banken
verdwenen als sneeuw voor de
zon en er waren speciale maat
regelen nodig om ze aarde- en
nagelvast te verankeren. De 40
picknickplaatsen zijn zoveel
mogelijk in de routes meegeno
men. Dat zal ook gebeuren met
een nieuw project dat dit najaar
begint. Op 40 plaatsen worden
beeldbepalende bomen geplant
(zoals grenslindes en eiken).
„Het groen terugbrengen op het
platteland en mooie plekken ac
centueren", geeft Minneboo
aan.
Rinus Antonisse
Oe diepe is da kanaol 'ier ei
genlijk wè? Vraagt Juliën
de Kesel aan me, terwijl we in de
buurt van Sluiskil over het Ka
naal van Terneuzen naar Gent
varen. Het is een rustige dins
dagmiddag. Veel verkeer is er
niet op het kanaal. Buitengaats
staan witte koppen op het water.
De Kesel is één van de deelne
mers aan de jaarlijkse bijeen
komst van de medewerkers die
het Woordenboek van de
Vlaamse Dialecten (het WVD)
van informatie voorziet. In de
herfst komen deze informanten
bij mekaar, meestal ergens in
Zeeuws-Vlaanderen, om de
laatste gegevens uit te wisselen.
Deze keer was er een vaartocht
je gepland, van Terneuzen naar
Sas van Gent en terug.
De Kesel, een wat oudere man,
zeer vertrouwd met de land
bouw, is afkomstig uit Adegem
in Oost-Vlaanderen en onge
twijfeld is het de eerste keer, dat
hij de Kanaalzone vanaf het wa
ter bekijkt. En da gebouw daore,
mee al dien antennes derop, was
datte? Hij wijst op de oude silo,
bij de Zevenaarhaven, die al
veel jaren niet meer in gebruik.
Ik leg hem uit, dat het gebouw
geen dienst meer doet in de ha
ven en dat er allerlei antennes
op gezet zijn om het tele-ver-
keer te ondersteunen. A jööt,
zegt hij in zijn sappig dialect,
waarin de meeste g's bijna zijn
verdwenen, manneke, 't es bij
ons juuk zju. Over a antens voo
die diengen.
Natuurlijk staat er een lange file
auto's te wachten bij de brug
van Sluiskil, 't Is eigenlijk mêêr
iets biezonders da d'n brugge nie
openstaot, zegt een man uit Ter
neuzen, die hier in Sluiskil ge
boren is. Waor an me noe vaoren
ee, gaat hij verder, daor èn 'k
vroeger op schoole gezeeten. Ja,
ja, alle passagiers horen het ver
haal aan, van de verbreding van
het kanaal in de jaren zestig en
dat 'rvan Sluuskille eigenlik
niks nii is overgebleeven.
Ondertussen is Veronique De-
tier, die bij het Vlaamse Woor
denboek werkt, aan de slag ge
gaan om de laatste nieuwtjes te
vertellen over het woorden
boek. Nee, het Vlaamse Woor
denboek is nog niet af. Elk jaar
verschijnt er één deel. Soms
gaat het over een oud beroep,
bijvoorbeeld een mandenmaker
of een kuiper, maar deze keer
ligt er een dik pak papier bij de
drukker en dat gaat over het
paard. Nu staan in dit nieuwe
deel ook de dialectwoorden
voor het paard en alles wat er op
en eraan zit, uit Vlaanderen en
Zeeuws-Vlaanderen. Veronique
vertelt dat het boek in december
in de winkel zal liggen en dat er
niet alleen foto's van paarden,
maar ook tekeningen van de on
derdelen, zoals de blokstaart en
de manen, in zullen staan. Maar,
en daar gaat het natuurlijk van
daag omdat er ook veel dialect
woorden in te lezen zijn. 'Wat
zeggen jullie tegen een manne
lijk paard?' vraagt ze, waarop
bij heel de salon roept: 'n iengst.
'n Mannetje, die meent dat zijn
dorpsdialect niet goed op de
kaart zou staan, roept er nog
even achteraan: nen engst. Ve
ronique legt geduldig uit, dat
het eigenlijk niet uitmaakt, hoe
de uitspraak is, dat het meer
gaat om de verschillende woor
den, die voor één en dezelfde
zaak genoemd worden. Jao, jao,
knikt het mannetje, maar iengst
is toch niet goed hoor, 't is engst,
'êêl de parochie zegt engst en
druk met zijn armen gebarend
naar zijn buren, geeft hij zich
niet gewonnen.
Nu is het altijd interessant om
de verschillen tussen de diverse
dialecten te zoeken en te vertel
len. Zo van: Bie ons zeggen ze
slööte en in het Land van Axel,
daar spreken ze van een dulve en
in West-Vlaanderen, daor vloog
d'n ooto in d'n gracht.
Maar het mooist van alles zijn
toch de typische streekverha
len. Een paar jaar geleden zijn
de verhalencursussen in Philip
pine gestart en daaraan hebben
heel wat mensen plezier be
leefd. Eigenlijk is die groep ver
der uitgegroeid en nu tot bloei
gekomen. Het was natuurlijk
voorspelbaar, ook aan boord
moesten er verhalen verteld
worden. Juliën Blommaert was
één van die passagiers aan
boord. Hij begint met zijn 'In
den Bloeienden Brem', over een
café in Brabant, waar hij jaren
geleden eens een werkloze stof
feerder ontmoette. Juliën be
dient zich van het dialect van
Nieuw-Namen, of beter gezegd
van De Kouter. Een heel aparte
streektaal, die nauw aansluit
met de dialecten over de grens
van het Waesland. Juliën is zich
ervan bewust dat zijn dorpstaai
eigenlijk alleen binnen de be
bouwde kom van De Kouter be
grepen wordt, vandaar dat hij er
wat aanpassingen op heeft ge
vonden. En dat is gelukt, want
door zijn verhaaltrant én door
zijn woordkeus, is hij één van de
beste vertellers uit die omtrek.
Met zijn verhaal, waarin veel
menselijke tragiek herkenbaar
wordt gebrachtweet hij de hele
boot mee te krijgen. Het was
voorspelbaar, ook zijn naamge
noot uit Adegem, neemt de mi
crofoon en komt eveneens met
een sappig verhaal voor de dag.
Dat is typerend voor dialectver-
halen vertellen: de kenmerken
van een streektaal worden lang
en breed uitgemeten. Die kun
nen 't ee, zegt een vrouw uit
Zaamslag, die voor het eerst op
zo'n bijeenkomst verschijnt.
Aan haar pretoogjes is te zien,
dat ze na één middagje al snel de
smaak te pakken heeft.
Tot volgend jaor, zegt Juliën uit
Adegem, als hij van boord stapt,
tot volgende jaor, dan zien me
mekaore weere. Alli, maor 'k
zijn a zesentachtig jaor.
Blommaert uit De Kouter knip
oogt even naar me: En wij zien
malkaor op 31 oktober ee, zegt
hij, op den Vertelavond in 't
Durpsuus, in Biervliet. Da's
schöóne gerhegeld, denk ik.
Rinus Willemsen
15 oktober, Zeeuwse middag
voor senioren van POSO, in 't
Kerkje van Ellesdick (Elle-
woutsdijk) met de Tempo Doe-
loe Ministrels, Johan de Dreu
(Vertelkring Midden-Zeeland)
en Engel Reinhoudt. Toegang
gratis. Reserveren verplicht.
0113 35 13 17.15 oktober, idem
in het Multifunctioneel Cen
trum in Zierizkee (en niet in
Domburg zoals gemeld) met
Frans van der Heyde en Rachel
van de Vrede (Vertelkring Mid
den-Zeeland) en Anja Kopmels.
Reserveren bij Scoop:
0118-682500
gerlijk bij Hontenisse gevoegd.
Dat had als gevolg dat de
schuurkerk werd teruggebracht
tot een bidplaats of oratorium.
Zes jaar later werd de langge
koesterde wens werkelijkheid;
Lamswaarde werd een zelfstan
dige parochie. Door de toename
van het aantal gelovigen was
het nodig de schuurkerk te ver
groten. Dat werd uiteindelijk in
1840 een feit. Na het herstel van
de bisschoppelijke hiërarchie in
1853 verrezen diverse nieuwe
katholieke kerken in de provin
cie en werden oude exemplaren
vervangen. Opvallend was de
groei van katholieke complexen
in katholieke dorpen als Kwa-
dendamme, Heinkenszand,
Oud-Vossemeer, Lamswaarde,
Kloosterzande-Groendijk en
Sluiskil. In Lamswaarde werd
in 1871 begonnen met de bouw
van een geheel nieuwe kerk. Ar
chitect P. Soffers ontwierp het
gebouw. Hij heeft met name in
Zeeuws - Vlaanderen een groot
aantal neo-gotische kerken ge
bouwd. Op 28 mei 1873 vond de
consecratie plaats door deken
Buys uit Hulst.
De waardebonnen gaan naar:
C. J. Klaasse, Oostburg, M. Tas-
Sluijs Middelburg en P. de Kort,
Kloosterzande
Deze kaart uit de collectie van Hans Linden-
bergh geeft een prachtig beeld van de dorps
jeugd in dit deze plaats. Zo tonen de jongens op de
voorgrond trots hun rijwielen. Wat is de naam van
deze plaats. Nadere bijzonderheden zijn natuur
lijk van harte welkom.
De oplossingen kunnen tot en met zaterdag 18 ok
tober worden gezonden aan: Redactie PZC Bui
tengebied, Postbus 31,4460 AA Goes. Fax: 0113 -
315669; e-mail redactie@pzc.nl.
Er zijn drie waardebonnen voor goede oplossin
gen.
De raadkaart van afgelopen
week bleek niet eenvoudig
te zijn en leverde niet zo veel re
acties op als de week daarvoor.
De juiste plaatsnaam moest
zijn: Lamswaarde. De foto toont
de beeldbepalende rk kerk op de
achtergrond, gezien vanuit de
Achterstraat. Dit keer geen per
soonlijke notities van de inzen
ders. Jammer genoeg herkende
niemand de besnorde man op de
voorgrond, die zo serieus de lens
inblikt. Geen herinneringen,
het buurtschap Molenhoek. Het
oude Lamswaarde was nooit
een zelfstandige parochie, maar
behoorde tot de noordportie van
de parochie Hulst. Dit oude
Lamswaarde ging in de 16e
eeuw ten onder. Toen het 'nieu
we' Lamswaarde na de 80-jari-
ge oorlog werd ingepolderd,
verrees in 1686 de eerste
schuurkerk in Hulster Am
bacht. De kerkelijke diensten
werden tot 1737 door de min-
derbroeders-recollecten onder
houden. Zij werden later ver
vangen door de seculieren. De
bisschop van Gent ondernam in
1764 pogingen om de kapel van
Lamswaarde wat meer zelf
standigheid te geven, maar zijn
plannen werden verijdeld door
de Staten-Generaal. Lams
waarde moest deel blijven uit
maken van de Hulster parochie.
Die band met Hulst werd tijdens
de Franse overheersing doorge
sneden en in 1803 werd Lams
waarde zowel kerkelijk als bur