Oude fruitrassen De groene specht is een echte standvogel weerwoord Fietsen langs onbekende waterwerken 23 Is het 'engst of'iengst 23 Weervissers gaan met afgaand tij 25 De bergeend zorgt voor alle jongen 25 dinsdag 14 oktober 2003 Onweer in dood hout, de hele winter koud Trommel Productie HET TUINTJE VAN Redactie: 0113-315680 (vww. pzc.nl E-mail: redactie@pzc.nl Postbus 31,4460 AA Goes. Advertentie-exploitatie: Noord-en Midden-Zeeland: 0113-315520; Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. Nieuwe weerwoorden zijn welkom bij de redactie PZC, postbus 31. 4460AA. Goes, faxOI 13-315669, e-mail redactie@pzc.nl. Al zolang de mensheid be staat wordt fruit gegeten. Het bijbelverhaal rept van de Hof van Eden. Een boomgaard met een overvloed aan fruit, waar het voor Adam en Eva een paradijs was. Tot Eva een appel van de verkeerde boom - 'die des levens en der kennis van goed en kwaad' - proefde. Een boom gaard, zeker een met hoogstam- men, wekt nog altijd een sfeer van rust en goed toeven op. Zo wel in de lente met bloeiende bomen, als in de herfst, wanneer de vruchten geplukt worden. Fruittelers boffen maar met zo'n werkomgeving. Oud-fruitteler Nico Filius kan zich de boerenbóógerd bij het ouderlijk bedrijf aan de Kort- geense Westdijk nog goed herin neren. Een kleine lap grond, die vol stond met een grote ver scheidenheid aan appel- en pe renrassen. Hoog- en half stam bomen en enkele rijen snoeren: bomen waarvan de takken net als bij leilindes in een bepaalde vorm werden gesnoeid. Die wa ren van het perenras Nouveau Poiteau, weet Filius. Natuurlijk groeiden er een Sterappel, een Juttepeer - de hoogste van al - en een Mispelboom, naast de mis pit. ,,Er was in een boerenbogerd van alles wat. Er stonden ook aardbeien en bessen en onder de bomen liepen de koeien", vertelt Filius. Toen waren de bomen hoog genoeg. Verkopen via de veiling was er niet bij; de oogst was voor eigen gebruik, ging naar de plaatselijke groente boer en naar particulieren, vooral de notabelen, die een wintervoorraadje wilden aan leggen. Het fruit vertrok met 'n kist tegelijk en soms kwam er een opkoper langs. Het bewaren gebeurde - koel cellen waren er niet - op natuur lijke wijze. Filius: „De Bel lefleur kon je lang bewaren, de Sterappel trouwens ook. Die werden onder stro neergelegd, ook wel gewoon buiten. Zoete appels als de Ermgaard, werden in schijfjes gedroogd bij de bak Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie Buitengebied van de PZC, postbus 31, 4460 AA, Goes, fax 0113-315669, e-mail redactie@pzc.nl De kweepeer. verdwenen zijn, ook al had je er veel minder kilo's van. Je hoefde ze minder te spuiten, want ze waren beter bestand tegen ziek tes", merkt Filius op. „De smaak was ook beter dan die massa rassen die we nu hebben als Jo nagold, Elstar en Golden Deli cious. De ouderwetse Jonathan vind ik om te eten heel lekker, beter dan zo'n Jonagold." In het Fruitteeltmuseum te Ka- pelle wordt zaterdag 18 oktober voor de derde keer een oude ras- senmiddag georganiseerd, in foto's Mechteld jansen samenwerking met de Stichting Landschapsbeheer. Die pro moot het in ere houden van de oude fruitrassen. Tijdens de middag, van 13.00 tot 17.00 uur, kunnen bezoekers hun onbe kende appels en peren meene men, om ze op naam te laten brengen door deskundigen on der meer van de Noordelijke Po- mologische Vereniging. Er is ook een proeverij: oude tegen nieuwe rassen. Rinus Antonisse De Bramley's seedling uit 1870. Pommerooie klinkt al lekker Het zijn prachtige na men. Klapsen, Oomskinderen, Konferen- zen. Zeeuws dialect voor ou de perenrassen. Die zijn er ook voor appels. Kurke- duum, Ondsmulen, Pommerooie, Madeleine, Ermgaerds. Ze klinken heel anders dan Elstar, Jonagold en Temptation. Er is heel ge makkelijk een frisse smaak en lekkere geur bij voor te stellen. Het zijn namen die vooral horen bij hoogstam- vruchtbomen. En bij histori sche boerenerven. Daar wa ren die rassen met vaak ver basterde namen te vinden. Wie goed zoekt komt ze hier en daar nog tegen. Grote kans dat ze ook te zien zijn tijdens de oude rassenmid- dag op 18 oktober in het Fruitteeltmuseum te Kapel- Ie. ker. Die bewaarde je in een trommel en at je later als groen te." Moeiteloos somt Filius de oude rassen op. Slechts enkele namen klinken nu nog bekend in de oren, zoals de Goudreinet- te (ofwel Schone van Boskoop), James Grieve en Gieser Wilde man (een stoofpeer). Kort na de Tweede Wereldoor log zette Filius de huisboom gaard om in een fruitteeltbe- drijfDe bomen keurig op rij „Ik ben begonnen met peren. Triomphe de Vienne, Clapps Fa vorite, Beurré Alexandre Lucas en ook al Conference. Tussenin zette ik zwarte bessen. Dan had je tenminste, zolang de bomen nog niet volgroeid waren, een beetje inkomen. Als je een goed jaar had gehad, plantte je weer eens een lap in." Na de peren volgden de appels, met rassen als Goudreinette, Lombards Calville, James Grieve en de zoete Ermgaard. Met die zoete appels, geplant te gen het advies van de voorlich tingsdienst in, wist Filius aardig te scoren. „Ze zeiden: zoete ap pels zijn voor oude mensen, die worden niet door j ongeren gege ten, maar die rijen waren soms de beste wat de financiële op brengst betreft.Een succes was ook Bramleys Seedling. „Die gingen allemaal naar Engeland, voor in de appeltaart en Marks Codlin kon je nogal eens kwijt aan de bakker voor de appelbol Cox Orange pipin uit 1825. len. De Early Victoria was ge weldig vruchtbaar, met veel meer kilo's dan van andere ras sen. Maar die waren niet zo ge wild." Na de Februariramp 1953, waarbij de boomgaard aan de Westdijk onder water kwam te staan, moest Nico Filius op nieuw beginnen. Hij plantte toen ook pruimen aan als Victo rie, Opal en Reine Claude d'Al- thane. In een tweede boom gaard onder Wissenkerke teelde Filius langere tijd nog oude ras sen. „De Zigeunerin, een prach tige appel om te zien, maar om te eten niet zo bar. Hard en zuur, meer een moesappel. De Per zikrode Zomerappel en de No tarisappel waren lekker om te eten." Volgens de oud-fruitteler sma ken de huidige, nieuwere rassen zeker niet beter. „Ze worden nu vooral op productie geteeld en veel minder op smaak. Ik vind het jammer dat de oude rassen Adri Karman heeft achter zijn huis een kleine tuin, waar toch van alles ge beurt. In 'Het tuintje van' schrijft en tekent hij elke week over de belevenissen in de natuur rondom het huis. Na een periode, het heetst van de zomer, waarin de vogels zich rustig houden, komt er weer leven in de brouwerijIn een reusachtige conifeer aan de overzijde van de straat kwette ren mussen en een heel spreeu wenvolk lijkt zich - aan de snap- pende en klikkende geluiden te horen - er te hebben verzameld. Het wat zagende geluid van koolmezen klinkt vanuit de be groeiing in de omringende tui nen. Kauwen vormen groepen en uit hun roepen naar elkaar blijkt een duidelijke verbon denheid. Typische najaarsge luiden. Veel vogelsoorten gaan buiten het broedseizoen zwerven en sluiten zich aan bij soortgeno ten. Ze houden contact met el kaar door het geluid dat ze voortbrengen wat de sociale band van de groep versterkt. Hoewel er onderling soms aar dig wat ruzie wordt gemaakt, schijnt het groepsverband toch aantrekkelijk te zijn. Voor som mige soorten althans. Er zijn ook eenlingen die onze tuinen regelmatig bezoeken. Wie kent niet het karakteristieke geluid van de roodborst, typisch voor de vogel in het najaar en winter seizoen? Met zijn heldere tik-tik rikketik - alsof twee kiezel steentjes tegen elkaar worden De groene specht. geslagen - laat de vogel weten dat hij of zij een voedselterrito- rium heeft bezet en hier de baas Illustratie Adri Karman is, soortgenoten worden niet ge- duldt. Een andere solitair levende vo gel is de groene specht. Hoewel minder frequent dan kauwen en spreeuwen horen we het dier toch regelmatig. En die roep is onmiskenbaar. Ze lijkt nog het meest op een luide heldere lach of, zoals het ook wel beschreven wordt, op het hinniken van een paard. De groene is een echte standvogel en het komende sei zoen ook regelmatig waar te ne men. Qua kleurenpracht kan hij wat ons betreft wedijveren met de ijsvogel. Een middelgrote, geelgroene vogel die in golvende vlucht passeert, is onmisken baar een groene specht. Zo nu en dan steekt hij het weilandje achter onze tuin over, of ver toont hij zich rustend op één van de palen van de afrastering. In onze tuin laat hij zich maar zel den zien, die is te klein van af meting voor 'de groene', te eng. Wie echter een grotere tuin be zit, liefst met een flink gedeelte gazon, heeft duidelijk meer kans de schitterend gekleurde vogel op eigen erf aan te treffen. Gras trekt de groene specht aan. Niet dat hij een vegetarier is, maar in een weiland of gazon komen nogal eens insecten voor en niet zelden heeft een mieren volk zich er gevestigd. En daar gaat het onze kleurrijk geveder de vriend om. Hij is een echte miereneter. Spechten leven in bomen en zoeken daar hun voedsel is de algemene mening. Maar de groene specht zoekt, behalve in het winterseizoen, het liefst de mierennesten op. Wie een wan deling door het bos maakt heeft grote kans een gehavend nest van bosmieren tegen te komen. Soms verraden grote gaten in braak en gegarandeert dat hier de vogel zich heeft verlekkerd aan een flinke maaltijd. Het dier hakt het nest open en steekt zijn zeer lange kleverige tong naar binnen. De aanval van de mie ren wordt terstond afgestraft, want ze verdwijnen in de maag van de vogel. Het mierezuur heeft klaarblijkelijk weinig ef fect op de inbreker. In onze omgeving moet het dier genoegen nemen met de wat kleinere soorten mieren en an dere insecten. Wat we maar zel den zien is het overige gedrag van de vogel. Dat speelt zich in een wat minder open omgeving af. Des te leuker is het als je het dier dan plotseling in de drink bak voor de vogels tegenkomt, zoals enkele weken geleden ie mand verhaalde. Niet om te drinken, maar voor een flinke wasbeurt. Een gespetter van je welste was het in de eigenlijk te kleine waterschaal. Na de reini gingsbeurt was het dier weer snel verdwenen. Tussen het groen ongetwijfeld toilet aan het maken. Adri Karman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 21