B
j] m E. 3 n 7 ca
«ijd lm
)ie onderkinnen van Annemarie Jorritsma zijn niet te doen
23 5
Hans Laroes,
hoofdredacteur
fclV
WW rj
w
De typetjesmakers voor Kopspijkers
■rus
zaterdag 11 oktober 2003
Als hoofdredacteur van het
NOS-Journaal wil Hans La-
roes (48) meer 'o ja' en minder 'nou
en'. Saai is geen probleem zolang
het maar betrouwbaar is. Dat hij
zelf ooit werd neergestoken, is
geen reden nare beelden te weren.
„Dan zou ik direct ander werk
moeten zoeken."
Hans Laroes (afkomstig uit Mid
delburg): „Toen ik hoorde dat die
Zweedse minister Anna Lindh was
neergestoken, was er een flits van her
kenning. Maar zij is dood, ik niet. Al
heeft het niet veel gescheeld, een paar
millimeter hooguit. Toch spookt het
niet constant door mijn hoofd. Ster
ker nog, ik denk er weken niet aan,
maanden soms. Vergeet niet, het is on
derhand twaalf jaar geleden. Ik weet
dat zoiets voor veel mensen een le
venslang trauma is, die blijven bang,
kijken altijd achterom. Bij mij is dat
dus niet het geval. Ik heb er niets aan
overgehouden. Ik droom er ook nooit
van, heb niet één nachtmerrie gehad.
Ik heb al vrij snel tegen mezelf gezegd
dat het mijn leven niet mag beheersen.
Het is nooit zo geweest dat ik niet
meer over straat durfde. Alleen de
eerste twee, drie dagen vond ik het wel
prettig als er 's avonds iemand met me
meeliep. Verder heb ik me er nooit zo
heel erg druk over gemaakt. Tegen
mijn oudste dochter, die toen vier was,
heb ik er ook altijd normaal over ge
sproken. Nooit geheimzinnig gedaan,
nooit angstig. En het is nog steeds een
normaal gespreksonderwerp met
mijn inmiddels drie kinderen van elf,
dertien en zestien. Mijn vrouw gaat er
net zo mee om als ik, terughoudend.
We zijn alle twee nogal gelijkmatig. Ik
negeer het niet, maar ik maak het niet
groter dan het is. Pas werd ik gebeld
door Remy van der Elzen om mee te
werken aan een radioprogramma
waarin mensen spraken over iets ern
stigs dat ze in hun leven hadden mee
gemaakt. Na een paar minuten be
greep ik welke kant het opging en toen
heb ik gezegd: 'Sorry, maar ik heb
geen zin om in een therapiesessie te
recht te komen'. Ik verzet me tegen het
soort programma's waarin mensen te
ruggrijpen naar hun eigen emoties en
binnen vijf minuten zitten te huilen.
Als hoofdredacteur van het Journaal
pas ik niet op de winkel, ik wil veran
deringen in gang zetten. Gestaag, niet
van het ene op het andere moment. Ik
ben geen man van de revolutie, wel
van evolutie. Bij mijn benoeming, vo
rig jaar, heb ik mijn plannen opge
schreven in 'Ten Aanval'. Daarin heb
ik gezegd wat ik niet goed vond en wat
ik de komende jaren wil veranderen.
Het J ourna al kun j e onderhand verge-
lijken met het Nederlands Elftal, het
Oranjehuis en het weer. Het is natio
naal bezit, iedereen praat er over en
heeft er een mening over. Dat is een
verantwoordelijke positie. Wij zijn de
belangrijkste nieuwsbron, maar ik
vond die niet goed genoeg. Fouten
werden meestal niet erkend, maar on
der het kleed geschoven. We waren ge
neigd autoriteiten te volgen in plaats
van ze kritisch te volgen, we waren
niet alert genoeg. Ik vroeg me af of we
nog wel wisten voor wie we het Jour
naal maakten, of we nog wel enige
binding met die mensen hadden?
Het Journaal had in mijn ogen te veel
uitzendingen waarna je iets had van:
n r ei s
Hans Laroes: „De lijn tussen pech en geluk is heel dun.
foto Phil Nijhuis/GPD
Het Journaal is nationaal bezit
Geboren: 1955 in Middelburg;
Getrouwd, drie kinderen van 11,13 en 16 jaar;
1976: Diploma School voor de Journalistiek in Utrecht;
1977: Redacteur Provinciale Zeeuwse Courant (PZC);
1978: Politiek redacteur Brabants Nieuwsblad;
1984: Chef nieuwsdienst en chef Opinie Utrechts Nieuwsblad;
1988: Parlementair redacteur NOS-Journaal;
1992 Redactiechef NOS-Journaal;
1997: Adjunct-hoofdredacteur NOS-Journaal
2002-heden: Hoofdredacteur NOS-Journaal.
'Nou en?' Doorsneeverhalen. Dat je
denkt: 'Waar gaat het nou eigenlijk
over?' Ik wil meer 'o ja' verhalen. Dat
dingen duidelijker worden, dat je be
grijpt waar het over gaat, dat je het
snapt. Ik wil een Journaal dat toegan
kelijk is en relevant. Dat de dingen die
je maakt er toe doen. Het Journaal is
er voor het nieuws, natuurlijk, en dat
zal altijd zo'n tachtig procent van de
uitzendingen in beslag nemen. Fusie
KLM, jaarcijfers Ahold, noem maar
op. Maar die andere twintig procent
wil ik vullen met verhalen die wortels
in de samenleving hebben.
Afstand nemen van het nieuws, er an
ders naar kijken. Een klein voorbeeld.
De dag voor Prinsjesdag filmden wij
altijd de paarden op het strand die
moesten wennen aan rookbommen.
Dat doen we niet meer. Daarvoor in de
plaats hebben we een aantal dagen re
portages uitgezonden over de gevol
gen voor de samenleving van de be
langrijkste thema's in de begroting,
zoals vergrijzing en integratie. Als je
die verhalen niet maakt, zal er nie
mand bellen die zegt: 'Waarom heb ik
die niet gezien?'. Maar als ik die keuze
niet maak, doe ik de kijker onrecht.
Nu heeft hij beter begrip en kennis
van de thema's die er toe doen. Als je
die items hebt gezien, denk je niet:
'Waarom hebben ze dat in godsnaam
uitgezonden?'.
Veel nieuws is abstract en ontoegan
kelijk. Ik wil daar iets aan doen. Som
migen vinden dat iets te simpel, maar
ik ben er tot nu toe tevreden over. En
de redactie ook. Ik heb het geluk dat
de redactie mij wel ziet zitten. Ik kom
ook voort uit die redactie, ik ben par
lementair redacteur geweest, redac
tiechef en adjunct-hoofdredacteur. Ik
heb een behoorlijke ervaring, daar
door ook gezag en we denken niet zo
verschillend over wat het Journaal
moet zijn. Al vinden ze me wel eens
ondoorgrondelijk. Dan wil ik iets,
vragen ze hoe dat moet en dan zeg ik
niets, maar lach alleen een beetje.
De praktijk van alledag is weerbars
tig, dat weet ik ook wel. Het Journaal
maakt nog altijd fouten, maar dat is
iets anders dan fout zijn. En we leren
van die fouten. We zullen bij welke po
liticus dan ook niet meer met het pro
gramma van de Centrum Democraten
gaan zwaaien. Job Frieszo heeft dat
gedaan bij de plannen van Fortuyn en
daar is een storm van kritiek op geko
men, vooral van de aanhangers van
Fortuyn. Zoiets zal nooit meer gebeu
ren. Niet omdat het niet relevant was,
Fortuyn had eerder immers zelf een
verwijzing naar Janmaat gemaakt,
maar omdat het effect zó intens was.
De kritiek van de Fortuynisten op het
Journaal is nog altijd hevig en ik ben
inmiddels met ze in discussie gegaan
via internet. O, zeker niet uit angst. Ik
vind dat een hoofdredacteur van het
Journaal dat behoort te doen. Niet om
me te verdedigen, maar om dingen uit
te leggen, toe te lichten. De discussies
zijn vaak heftig, maar beslist niet be
angstigend. Er zit geen haatmail tus
sen, ik krijg geen verwensingen of be
dreigingen naar mijn hoofd. Ik merk
juist dat men het waardeert dat ik de
discussie aanga. Het Journaal heeft
een enorme impact, dus ik vind het
een goede zaak dat je verantwoording
aflegt voor wat je doet. Dat wij Pim
Fortuyn zouden hebben gedemoni-
seerd... onzin. Wij zijn niet aange
klaagd door Spong en Hammerstein.
En kortgeleden nog werd LPF-frac-
tieleider Herben gevraagd welke par
lementair verslaggever hij objectiever
vond: Job Frieszo of Frits Wester van
RTL. Hij zei: 'Uiteindelijk toch Job
Frieszo'.
RTL hanteert de stelregel 'if it bleeds
it leads'Wij niet. Bij alle onderzoeken
scoren wij beter op punten als be
trouwbaarheid, stabiliteit en onaf
hankelijkheid. De kijker vindt ons
ook saaier, maar dat vind ik niet erg.
Ze vinden RTL iets levendiger, vooral
door de dubbelpresentatie. Presenta
tie is belangrijker geworden. Vroeger
had je Fred Emmer, nu heb je Philip
Freriks. Emmer was technisch per
fect, Philip is dat niet, maar hij is veel
meer een journalistieke persoonlijk
heid. Hij heeft meer gezag. Philip
heeft ook een haat-club, maar dat is
geen probleem zolang je maar een
dwingende journalistieke persoon
lijkheid blijft. Dat mis ik wel een beet
je bij het RTL-journaal, ook in de duo
presentatie vind ik het momenteel
wat te technisch.
Marga van Praag heb ik van het
scherm gehaald, omdat ze als presen
tatrice niet hoger dan op een zesplus
kan eindigen, maar als verslaggeef
ster wel. Dat maakt ze volledig waar.
Een tijdje geleden stond ze op het
Mercatorplein, waar zo'n beetje ie
dereen werd weggeslagen, behalve zij
Dat is haar grote kracht: Marga krijgt
iedereen aan het praten. Ja, ook haar
reportages over de gehaktbal als lei
draad voor wat Europese beslissingen
betekenen voor gewone burgers vond
ik uitstekend. Je moet er even aan
wennen, maar toen ik onlangs de ban
den daarvan heb laten zien aan een
groep Europese politici begonnen ze
te applaudisseren.
Voor mij is alles een verhaal tot het te
gendeel is bewezen. En niet: het is
geen verhaal, tenzij. Dat verhaal van
die lijfwacht van Klaas Bruinsma
over Mabel Wisse Smit zouden wij
nooit uitzenden. Voor het Journaal is
zo'n verklaring niet voldoende. Eén
bron is geen bron, je moet een bevesti
ging hebben. Ik heb wel zitten water
tanden toen ik die lijfwacht op tv zag,
want het is uitstekend werk van Peter
R. de Vries. Maar hij maakt een ander
programma, hij kan dat doen. Ik zou
er niet willen werken, ook niet bij
RTL. Ze maken een goed journaal,
daar niet van, maar mijn collega
Harm Taselaar zegt geregeld dat zijn
doelgroep de 25- tot 49-jarigen zijn.
Daar valt het meeste reclamegeld te
halen. Commercie is niet vies, maar
het is niet mijn journalistieke sfeer.
Ik voel me thuis bij de publieke om
roep. Ik heb ook altijd hoofdredacteur
bij de NOS willen worden, al vanaf
mijn 23e. Nu ben ik het en ik zal het
hooguit een jaar of acht zijn. Hoger
kan niet, dus wat moet ik straks tot
mijn vijfenzestigste nog doen? Ik heb
geen idee waar die ambitie vandaan
komt. Ik weet wel, dat als ik bijvoor
beeld kok was geworden, ik chef-kok
had willen worden. Ik kom uit een
middenstandsgezin in Middelburg,
mijn vader was loodgieter. Ik ben niet
opgevoed met de instelling dat je al
tijd moet streven het hoogst in de hië
rarchie te komen. En niemand in de
familie of vriendenkring had iets met
journalistiek te maken. Op de HBS
wist ik niet wat ik wilde worden en
heb de School voor de Journalistiek
geprobeerd, maar ik werd aanvanke
lijk uitgeloot. Via de Provinciale
Zeeuwse Courant, het Brabants
Nieuwsblad en het Utrechts Nieuws
blad ben ik bij de NOS terechtgeko
men.
Ik was in die tijd nogal naïef in om
roepland en kwam helemaal in het
zwart voor de screentest. Dat zag er
niet uit op beeld, maar ik ben toch
aangenomen door Gerard van der
Wulp, de toekomstige baas van de
RVD. Ik heb een aantal jaren gepro
beerd het Haagse politieke wereldje te
doorgronden. Het was niet mijn le
vensvervulling om daar te werken, ik
ben er niet voor geboren, maar ik had
er wel veel gevoel voor en interesse in.
Volgens een doorgedraaide WAO'er
maakte ik volledig deel uit van die we
reld, omdat ik het 'Haagse' gezicht
van het Journaal was. Die man dacht
dat de hele politiek het op hem ge
munt had, ik dus ook en hij heeft mij
toen een mes in mijn rug gestoken. Hij
is heel snel daarna opgepakt en dat
nam een belangrijk deel van de drei
ging bij mij weg. Ik wist ook vrijwel
meteen al dat ik de regie van mijn le
ven niet aan een ander, de dader, wil
de geven. Ik had de boel snel weer op
een rijtje, ik heb geen moment gedacht
dat het fataal zou aflopen. Maar bij de
moord op Fortuyn had ik wel voor het
eerst een schrikreactie. Toen reali
seerde ik me hoe dun de lijn is tussen
pech en geluk."
Dick Hofland
i-
it is het geheim achter het cabaret van
Kopspijkers? Welke politici passen
iterlijk aan nadat ze op televisie te kij k
fzet? En welke bekende Nederlander
itniet te imiteren? De mensen van de
■ink lichten een tipje van de sluier op.
'jntje hier, een streepje daar. Weer een
°P het tv-scherm waarop Peter R. de
te zien is, om te kijken of het lijkt, en
jöa Leenders schildert verder op het
■Ivan Kopspijkers-acteur Paul Groot,
izaam maar zeker verandert de cabare-
a de misdaadverslaggever,
^donderdagochtend half acht en Leon
's al een tijdje bezig met Paul Groot,
nen en ze vertrekken naar een kerk in
®t van Amsterdam voor de opnamen
«i filmpje dat wordt uitgezonden in
Wijkers. Samen met Ken Mountforde-
!e^eft Carolina Leenders leiding aan
p Affairs, het bureau voor kap en grime
We typetjes van het Kopspijkers caba-
F^rgt. Hun atelier in Amsterdam
pol met dozen waarin de attributen
falie ruim 130 Kopspijkers-typetjes
n bewaard. Plus die voor de typetjes
y~.de Leeuw en de pruiken van de
Wnxshow. Wie in omroepland iemand
d°en, komt al snel bij Head Affairs
tietje voor Kopspijkers is niet zo maar
Het meeste tijd en werk kost de
oor elk karakter wordt een pruik op
■gemaakt. Van echt haar. Dat duurt een
twee tot drie. Om de pruik te kun-
Ren en later de schmink goed te doen,
Larolina Leenders en Ken Mount-
none foto's en video's nodig waar de
goed op staat. En dan is het een
l®|7nëoe<7 heel goed kijken. Ken:
helptiseen karikatuur." Carolina:
schmink doen, is toch het
w u Van bepaalde aspecten, een
L!!u uwenrimpels. Een teke-
e hetzelfde." Terwijl Ken zich voor
la e pruiken en de logistiek bezig-
erzorgt Leenders met haar collega
Dorrestijn de grime.
Jfv°nd of woensdag horen we wie
S ns die week willen imiteren Op
Paul Groot als Paul Groot
Paul Groot als Peter R. de Vries.
Martine Sandifort als Martine Sandifort
Martine Sandifort als Mabel Wisse Smit
foto's Bas Beentjes/GPD
woensdagmiddag komen de jongens en mei
den van het cabaret hier passen. Bij een
nieuw typetje bestellen we dan ook het ge
bit. Op basis van een foto maakt een tand-
technicus een klein voorzetgebitje. Elke ac
teur heeft een keer 'gehapt' en in twee dagen
tijd weet die technicus dan een perfect zit
tend gebitje te maken."
De schmink wordt pas op de dag zelf aange
bracht. Leenders: „We hebben inmiddels
zoveel ervaring dat we aardig kunnen in
schatten wat wel en niet lukt. Heel soms ma
ken we een proefschmink, maar dat maakt
de boel wel duurder en de acteur moet er tij d
voor vrijmaken."
Carolina Leenders en Ingrid Dorrestijn zijn
ongeveer anderhalf uur bezig met schmin
ken. Dat doen ze zaterdagmorgen. Om acht
uur begint de schmink, tegen half elf een re
petitie. Nog wat bijwerken en rond twee uur
de opnamen. Leenders heeft het overigens
niet over 'schminken'. Zelf praat ze liever
over 'schilderen'. Met een foto binnen hand
bereik en de videorecorder aan tekent ze
met verticale strepen het gezicht van 'het
slachtoffer' op de acteur. Carolina: „Ik
maak gebruik van schaduwwerking. Hoe
verder je weg staat, hoe beter het lijkt. Als je
dichtbij staat, zie je allemaal lijntjes op het
gezicht van de acteur. Vandaar dat ik elke
week met de regie overleg hoe dichtbij de
camera mag komen. Helemaal inzoomen
kan vaak niet. Want dan zie je niet het type
tje, maar een geschminkt iemand."
Bij het schminken gaat Leenders rigoureus
te werk. „We epileren wenkbrauwen, geven
ze een kleurtje of scheren ze helemaal weg.
Owen Schumacher scheren we regelmatig
kaal of blonderen zijn korte haar. En wim
pers zijn ook niet veilig bij ons. We prijzen
ons gelukkig met het cabaret. Ze vinden al
les goed. Ik heb oren weg geplakt, ogen dicht
gesmeerd en neuzen verbouwd. Dat is lang
niet altijd een pretje als je zo een paar uur
moet doorbrengen."
Na het schminken gaan er soms nog lenzen
in om de oogkleur te veranderen, de goede
kleding gaat aan en dan is de metamorfose
een feit. Ken Mountforde-Shone: „En dan is
het aan de acteur om het typetje goed neer te
zetten. Als onze schmink niet goed zou zijn,
kan een cabaretier dat 'weg acteren'. An
dersom lukt niet. Al is de schmink nog zo
goed, als de acteur faalt dan is het typetje
weg. Maar bij Kopspijkers speelt dat niet.
Die jongens en meiden zijn gewoon goed."
Niet dat de grimeurs overal tevreden over
zijn of alles maar aankunnen. Carolina
Leenders: „Over Wim Kok hebben we heel
lang geaarzeld. De jongens wilden hem
doen, maar wij konden niets afwij kends aan
de man ontdekken. Niets dat we konden ac
centueren. En dan lukt het niet. Totdat In
grid een manier ontdekte om de wallen on
der zijn ogen na te maken. Ze was aan het
boetseren en langzaam zag je Kok ont
staan." Lachend: „Daarmee heb ik mezelf
aardig in de vingers gesneden, want nu gelo
ven ze me nooit meer als ik zeg dat ik een ty
petje niet kan doen." Wim Kok is meteen
ook een van haar favoriete typetjes, samen
met Jan Wolkers, Willem Oltmans en Ruud
Lubbers. „Lubbers was echt 'over the top'
met zijn hele grote wenkbrauwen. Net als
Willibrord Frequin met die enorme paarse
neus. Normaal houden we ons iets in. Het
moet niet te overdreven worden. Aan de an
dere kant mag het ook niet te goed lijken.
Dit seizoen deden we Marijke Helwegen na
(de koningin van de plastische chirurgie,
red.) maar wel zo goed dat iedereen dacht
dat ze het echt was. En dan is de grap weg.
Het moet wel cabaret blijven."
Minder tevreden zijn Mountforde-Shone en
Leenders over het resultaat bij Annemarie
Jorritsma („Die onderkinnen zijn niet te
doen en een man moet als het even kan geen
vrouw doen"), Jort Kelder („Dat was erg")
en Theo van Gogh („Zijn postuur is nauwe
lijks na te maken"). Erg lastig was PvdA-
leider Wouter Bos. „Die kwam ik gelukkig
in de Hema tegen. Ik heb een tijdje om hem
heen gelopen en zag dat hij een oneffen huid
heeft. En flinke inhammen op zijn hoofd met
een plukje haar van voren", zegt Carolina.
Het succes van Kopspijkers heeft Head Af
fairs wel verbaasd. „Wij doen dit werk al
twintig jaar en nu valt het ineens op. En we
hebben invloed. Ik weet zeker dat er politici
zijn die hun uiterlijk hebben veranderd na
dat ze in Kopspijkers waren geweest. Frank
de Grave heeft zijn kapsel aangepast en mi
nister Remkes van Binnenlandse Zaken
heeft wat aan zijn gebit laten doen. Dat zag
er niet uit en daar hebben we dankbaar ge
bruik van gemaakt. En ik hoorde dat politi
ci in Den Haag op vrijdag weddenschappen
afsluiten wie er zaterdag bij Kopspijkers
komt."
Ook al bewaart Head Affairs echt alles, dit
seizoen komt dat nauwelijks van pas. Er
verschijnen namelijk veel nieuwe typetjes.
„Dat hebben de jongens zich tenminste
voorgenomen." Misschien dat dan nog de
pruiken van Willem-Alexander en bank-
president Wim Duisenberg van de plank
komen. Die zijn klaar, alleen nog niet ge
bruikt.
Dolf Rogmans
e-
nt-
f-
cz-
it-
ie
ni-
de
a
el:
rg-
)e-
n
s."
rig
m
•dt
•d.
er-
>n-
in-
t
w
e-
ïs
lar
ije
bel
len
m
ïlfs
er
LlS-
t
en
mk