Nieuwe Brusselmans feest van herkenning Horatius was de Gert-Jan Droge van het oude Rome Sean French gaat even solo donderdag 9 oktober 2003 Ontmoetingspunt Nadat begin dit jaar zijn vrouw en 'partner in crime' Nicci Gerrard suc cesvol debuteerde met de ro man De onderstroom, gaat nu ook Sean French, de man nelijke helft van het thriller duo Nicci French, even solo. Na twee 'experimentele' ro mans onder eigen naam moet French' jongste, Dit is het be gin, worden beschouwd als een doorstart. ,,Ik was be nieuwd of ik nog als een man klonk." Dit is het begin is het verhaal van de 26-jarige Mark Foil, een Londenaar die aanvanke lijk de passiviteit tot deugd heeft verheven. Een lege beurs dwingt hem te gaan werken bij een callcenter van waaruit hij mensen bestookt met allerhan de nutteloze aanbiedingen. Foil stapt over naar verzeke ringsmaatschappij Waverley waar hij tweemaal zo veel kan verdienen. Hij werkt naar zijn eigen volle tevredenheid op de afdeling claims totdat een one night stand hem opjut het ho gerop te zoeken. Hij mag hoger op en met de verzuurde veteraan Giles Buckland wordt Foil erop uitgestuurd om te onderzoeken of de gezondheidsklachten van bewoners van het dorpje Mars ton Green daadwerkelijk wor den veroorzaakt door de vuilverbrandingsinstallatie Marshco, een cliënt van Waver ley. Foil komt er tot zijn ontzet ting achter dat een groot aantal inwoners van het dorp lijdt aan bekende en minder bekende i - vormen van kanker. Het kwaad lijkt van Marshco te komen. Foils passiviteit wordt verdron gen door zijn geweten, cynisme maakt plaats voor compassie: kiest hij voor zijn baas of voor zieke dorpsbewoners? En stro ken zijn gevoelens voor de acti viste met borstkanker wel met de belangen van zijn bedrijf? Nederland is het eerste land waar Dit is het begin wordt ge publiceerd. „De vertaling is twee a drie maanden eerder dan de Engelse uitgave", zegt French. „Omdat jullie Neder landers zo goed de vreemde ta len beheersen, zijn er veel die ook naar de Engelse editie grij pen. Dat wil de Nederlandse uitgever ondervangen, vandaar dat de vertaling veel eerder uit komt. Het laatste boek van Nic ci en mij, De verborgen glim lach, is bij jullie ook al enkele maanden uit, maar wordt bij ons pas komend voorjaar gepu bliceerd." Hij lacht: „Nederland loopt zo ver voor dat het volgend jaar zonder een nieuwe Nicci French moet doen." Dit is het begin is de eerste ro man van French sinds hij met zijn echtgenote hun succesvolle reeks opbouwde. „Voordat wij begonnen had ik al twee romans geschreven: The Imaginary Monkey en The Dreamer of Dreams. Na die tweede wist ik eigenlijk niet meer welke kant ik op moest. En op dat moment suggereerde Nicci om samen Het geheugenspel te schrijven. Sindsdien hebben we er zes of zeven aan een stuk gemaakt. Maar we voelden allebei dat we ook nog zelf boeken wilden schrijven. Na onze voorlaatste, De bewoonde wereld, zijn we er Sean French Ik heb altij d een duwtje nodig beiden aan begonnen. Tegelij kertijd, maar Nicci schrijft twee keer zo snel als ik, zij was een jaar eerder klaar." Grijnzend: „Dat geeft wel aan hoe wij sa menwerken. Ik heb altijd een duwtje nodig." French denkt dat Nicci's soloro man De onderstroom voor zijn vrouw als 'een bevrijding' moet zijn gekomen. „Zij had nog nooit eerder alleen een boek ge schreven." Voor de mannelijke partner was juist het schrijven onder de naam Nicci French een openbaring. „Ondereenandere naam publiceren, betekende dat ik op een andere manier kon schrijven, als een vrouwelijke auteur verhalen maken, op een wijze die ik alleen nooit gedaan zou hebben. En nu dacht ik me zelf weer eens op te zoeken door even solo te gaan. Ik was be nieuwd of ik na die Nicci French-romans veranderd was. Of ik nog als een man zou klin ken." Waar Nicci French volgens French 'een direct emotionele stem' heeft, is hijzelf meer af standelijk. „Als man kun je je makkelijker afzonderen dan een vrouw. Als je als vrouw er gens alleen op een terrasje zit, wordt er naar je gekeken, wordt er makkelijker een praatje met je aangeknoopt. Je kunt als vrouw niet anoniem blijven. De heldin uit een Nicci French- thriller overkomt altijd iets. In een Sean French-boek moet de held juist actief zijn, zelf zijn weg bepalen." Elk mens kent wel een aantal sleutelmomenten waarop hij zijn leven een andere wending geeft, beweert de schrijver. French: „Negenennegentig pro cent van mijn leven heb ik lijd zaam afgewacht, maar tijdens dat ene procent pakte ik wel de cruciale sleutelmomenten eruit. Ik heb er tot dusver zo'n vijf ge had, denk ik. Een ervan was toen ik Nicci ontmoette. We kenden elkaar maar zes weken toen we besloten te gaan trou wen. In mijn boek is Mark aan vankelijk erg passief, hij zat, zo als ik het verwoord, aan de waterkant te wachten tot er een lijk voorbij kwam drijven. In mijn boek stel ik ook de vraag: moet je geduldig blijven wach ten, of een daad stellen als je in tuïtief weet dat het moment daar is?" French liep al jaren rond met de intrige voor zijn roman. Zijn broer, die arts is, bracht hem op het idee voor Dit is het begin. „Hij had over de bombarde menten op Londen in de Tweede Wereldoorlog gelezen. Er deden toen geruchten de ronde dat de Duitsers alleen arbeiders- en joodse wijken als doelwit had den gekozen. En als je op een kaart keek waar de inslagen wa ren, dan leek dat ook zo. Maar uiteindelijk bleek het gewoon toeval dat veel bommen daar vielen. Verzekeringsmaat schappijen laten zich wel leiden door die cijfers. Ze kijken naar de statistieken, de puinhopen van het menselijk leven, en be rekenen de premies. Een verze kering is als het ware een ont moetingspunt tussen wiskunde en de mens." „Als er ergens een vervuiling is in een gebied waar een fabriek staat, dan wordt er al snel naar dat bedrijf gewezen. Helemaal als er in de directe omgeving veel mensen ziek zijn. Maar er valt met geen mogelijkheid te bewijzen dat al die kankerge vallen worden veroorzaakt door de fabriek. Ik wilde een verhaal schrijven met een wat eerlijker kijk op dit soort zaken. In ieder geval anders dan dat soort films als Erin Brockovich, waarin Ju lia Roberts als alleenstaande moeder het opneemt tegen een gif lozende fabriek." French zegt alles in het werk te hebben gesteld om de hoofdper soon, cynicus Mark Foil, zo min mogelijk op zichzelf te laten lij ken. „In mijn eerste twee boe ken, echt vreemde experimen ten, zaten autobiografische elementen. In mijn laatste ro man zit het er ook een beetje in. Het proces van Marks groeien naar volwassenheid lijkt wel een beetje op dat van mijAan de andere kant is Mark veel dap perder dan ik. Zoals de manier waarop hij zich overal tegenaan bemoeit, dat zou ik niet dur ven." De stijl in Dit is het begin is wat rauwer dan we van Nicci French gewend zijn. Sean French neemt geen blad voor zijn mond Hij lacht: „In Nicci's roman De onderstroom komt nauwelijks grof taalgebruik voor. En dat is nou zo eigenaardig. Van ons tweeën is Nicci degene die thuis het meeste vloekt." Een ander verschil tussen hem en Nicci is dat zijn vrouw meer vertrouwen heeft in de mensheid dan hijzelf. „Zij leeft op hoop. Zij vindt het tragisch als iets mislukt. Ik daarentegen haal mijn schou- foto Peter Kuijt/GPD ders op: wat had je dan ver wacht?" In zijn boek heeft French ook willen weergeven hoe het er in zijn ogen op de meeste kantoren aan toe gaat. Als journalist voor The Sunday Times en New Statesman heeft hij een flink aantal jaren door kantoortuinen gestruind. „Ik haat kantoren, maar ze fascine ren wel. Het heeft zijn eigen dy namiek, met carrièrejagers en mislukkelingen. Er is een machtsstructuur die bepaalt wie wordt gestraft en wie wordt beloond. Soms mis ik het wel: de roddels, de vriendschappen. Schrijven is niet altijd een pret je. Een heel jaar in een kamertje werken aan een roman. Het is soms net een gevangenis. Ik heb nu maar één collega en dat is Nicci. Negentig procent van de tijd is het fantastisch met haar en de overige tien echt afschu welijk. Dat is wanneer het boek niet wil vlotten. Dan hebben we beiden een slechte tijd." French beschrijft het werken aan de soloroman tussen de thrillers De bewoonde wereld en De verborgen glimlach als een grote 'ommekeer' in zijn leven. „Net zo'n sensatie als een schei ding of iemand in je familie kring die doodgaat. Het leek alsof we beiden een affaire had den met iemand anders. In je eentje schrijven had iets van vreemdgaan in zich." De schrijver wacht enigszins ge spannen de kritieken op zijn 'debuut' af, zegt hij. „Ik heb ook recensies geschreven. In journa listiek Engeland kun je naam maken door in je besprekingen auteurs af te slachten. Toen ik net was begonnen, heb ik me daar ook schuldig aan gemaakt. Als ik nu recensies teruglees, voel ik me afschuwelijk. Ik ging mijn boekje ver te buiten. Ik kan er vergif op innemen dat ik zelf ook wel zulke slechte kritieken krijg. Maar ik zal het als een echte man ondergaan..." Peter Kuijt Sean French - Dit is het begin. Uitge verij Anthos, €18,90. De roman ligt op vrijdag 10 oktober in de winkel. De liefhebber van het proza van Herman Brusselmans (1957) is nog maar nauwelijks bekomen van de hilarische ver wikkelingen van de volkse types in de roman Mank of van de Vlaamse schrijver is alweer een nieuw boek verschenen: De droogte. Zijn veertigste boek in ruim twintig jaar, maar het kan zijn dat we er een over het hoofd hebben gezien. Een 'Brusselmans' herken je in een oogopslag. Vanaf de eerste bladzijde is De droogte weer een feest van herkenning. In deze wereld van 'het klootjesvolk' is alles even banaal, plat, ordinair en vulgair. Bij Brusselmans doen mannen en vrouwen in schaamteloosheid en grofheid niet voor elkaar onder. Maar on derhuids schrijnt bij al die ogenschijnlijk oppervlakkige en grofgebekte romanfiguren een gevoel van leegte en een zaamheid. Hoofdfiguur in De droogte is de dertiger Fazio, een typisch Brusselmans-karakter. Hij is een koele kikker, verveeld en onverstoorbaar. Hij is een ei genzinnige figuur, juist geschei den, bankroet, net ontslagen, een drinkebroer. Hij trekt bij zijn verzuurde moeder in, koopt een motorfiets, ook al is hij ge durende het hele boek voortdu rend aan de wandel. Hierbij loopt hij telkens halve garen te gen het lijf en raakt hij in hilari sche of bizarre situaties ver zeild. Deze Fazio is op het oog een tragische figuur die echter niet bij de pakken neer gaat zit ten. Zijn tijd komt nog. Hij houdt de moed erin: 'Het is ei genlijk om het even wat je doet, zolang je maar geld verdient en heel oud wordt. Dan heb je een lang, vruchtbaar leven gehad en kun je zonder veel spijt of schaamte het tijdelijke voor het langdurige wisselen.' Ook voor deze nieuwe Brussel mans gaan de bezwaren op die van toepassing zijn op de meeste van zijn boeken. Hij is slordig, hij herhaalt zich, de uitweidin gen zijn oeverloos. Hij is geen begaafd stilist, voor diepe of bij zondere gedachten of mooie zinnen ben je bij hem aan het verkeerde adres, en de volkse ty pes die zijn boeken bevolken zijn vaak eenvoudig inwissel baar. Brusselmans schrijft altijd het zelfde boek. Toch valt er steeds weer veel te genieten bij de Vla ming, zoveel meer dan in de gemiddelde roman van een Ne derlandstalig) schrijver. Je ver veelt je bij hem geen seconde. Het 'verhaal' doet er bij hem niet veel toe, het gaat om de ma nier waarop hij het vertelt. Brusselmans kracht schuilt in de toon en in de gortdroge hu mor: grappen, hoe grof en flauw en melig soms ook, die hij oever loos kan uitmelken. Deze keer is het woord poepen favoriet, een woord dat in het Vlaams een an dere betekenis heeft dan in het Nederlands. En verder varieert hij een boek lang door op peste rige grappen over de Vlaamse meester Hugo Claus. 'De droogte' is geen hoogtepunt als De kus is de nacht (2002) of De man die werk vond, respec tievelijk een dikke en een dunne Brusselmans. Het is evenmin een 'gewelddadig' boek als 'Pit- face' of een harde satire als 'Uit gever Guggenheimer' waarmee de schrijver opzettelijk de gren zen opzocht en die volgens velen overschreed. Het is gewoon weer een 'ouderwets goede Brusselmans' - je vindt het prachtig of je haalt je neus er voor op - waarmee de Vlaamse volksschrijver de liefhebbers van zijn werk zeker niet zal te leurstellen. Hoewel 'De droogte' niet meer is dan literair ver maak, verdient deze eigengerei de eenling in het literaire land schap het wel om gekoesterd te worden. Nico de Boer Herman Brusselmans 'De droogte'. Uitgeverij Prometheus, 330 blz, 19,95ISBN 90-446-0303-5. Herman Brusselmans Van de drie grote Latijnse dichters Ovidi us, Vergilius en Horatius is de laatste de Minst bekende. Daar zou nu echter een ein de aan kunnen komen. De schitterende vertaling van Piet Schrijvers maakt deze gemeenzame levensdichter uit de tijd van keizer Augustus toegankelijk voor een groot publiek. Al het werk van Horatius is in een prachtige uitgave verschenen en in een vertaling die leest alsof wij een levende, vro lijk pratende Horatius tegenover ons aan tafel hebben. De reden waarom Ovidius en Vergilius meer bekendheid genieten, ligt waarschijnlijk in het feit dat hun werk monumentaler is. De Metamorfosen van Ovidius hebben niets "under tot onderwerp dan de alomtegen woordigheid van de mythische wereld en Vergilius' Aeneis bezingt de oorsprong van het Romeinse Rijk. Daarmee steken zij ver uit boven het alledaagse leven van de Ro meinen. En daar gaat het werk van Horatius wel over. Die schreef over de zeden en ge woonten van zijn tijdgenoten en verrassend direct vaak ook over zichzelf. Juist die betrokkenheid bij het gewone le venenzijn zeer menselijke kijk daarop heeft Horatius in de Renaissance gemaakt tot ge liefd schrijver van de humanisten. Hij was de favoriet van Montaigne bijvoorbeeld, Horatius maar men zou kunnen zeggen dat ook Eras mus een en ander geleerd moet hebben van Horatius' satirische verzen, de hekelverzen waarin hij de modes van zijn tijd op de hak neemt. Horatius leefde van 65 jaar voor tot acht jaar na het begin van onze jaartelling. Hij werd geboren in het diepe zuiden van Italië en was van zeer bescheiden afkomst. Hij had het aan zijn vader, een vrijgelaten slaaf volgens sommigen, te danken dat hij een goede scholing kreeg. Later zou hij filosofie gaan studeren in Athene. Na de moord op Caesar, toen het Romeinse Rijk in een bur geroorlog terecht kwam, raakte hij verzeild in het leger. Hij vocht voor Brutus (een van de samenzweerders tegen Caesar) en Anto- nius, maar behoorde tot de verslagenen toen de troepen van Octavianus (de latere keizer Augustus) het leger van Antonius in de pan hakte. Berooid kwam hij in Rome aan, waar hij ambtenaar werd. Horatius was toen blijk baar al begonnen met dichten en schrijven. Vergilius introduceerde hem in 38 v. Chr bij Maecenas, die op zijn beurt weer een be langrijk en invloedrijk adviseur was van Octavianus. Maecenas is de spreekwoorde lijk geworden weldoener van schrijvers en kunstenaarsDe rijke politicus gaf Horatius een huisje op het platteland bij Rome. Daar zou de schrijver het grootste deel van zijn oeuvre tot stand brengen. Het werk van Horatius bestaat uit drie grote genres. Hij heeft vele hekeldichten geschre ven, de zogeheten Satiren, daarnaast Oden, lofdichten, en ook vele brieven. Piet Schrij vers pleit in zijn inleiding ervoor deze drie vormen te zien als een eenheid. Het zijn geen losse genres die de schrijver beoefend heeft, maar ze vertegenwoordigen alle zijn per soonlijkheid. Horatius was zoals de meeste Romeinen een echte no-nonsense figuur, die weinig op had met religie of hoogdravende wereldvisies. Waar het op aan kwam was, in zijn visie, een min of meer gelukkig leven, gevuld met ge past genot en niet al te grote tegenslagen. Souplesse en mildheid van geest zijn de cru ciale eigenschappen die een mens nodig heeft om een prettig leven te leiden. Horatius kan in zijn satirische verzen bui tengewoon vermakelijk te keer gaan over het lege, winderige bestaan van de rijke, op geblazen elite. Het is daarbij alsof hij de we reld van de huidige tv-sterren en Bekende Nederlanders (in dit geval Bekende Romei nen) op de hak neemt. Blijkbaar heeft er in Rome ook zoiets als een 'bladensociety' be staan. Vooral hun seksuele gewoonten en buitenis sige gerechten die zij zich laten voorschote len, wekken zijn spotlust. Laconieke tussenzinnetjes bezorgen je soms een scha terlach. In een van de satiren haalt hij Cato aan, die gezegd heeft dat mannen beter naar het bordeel kunnen gaan dan dat zij 'vreem de echtgenotes naaien'. Waarop Horatius laat volgen: 'Voor deze lof bedank ik', zei Cupiennius, minnaar van kut in toga. Die laatste toevoeging getuigt van bondig schrijverschap. Cupiennius was een hoge Romein die iedereen kende. Dat hij graag deftige matrones verleidde was bekend, het pikante zit 'm meer in de formulering. De gemeenzame toon waarop Horatius om de haverklap verwijst naar bekende en min der bekende figuren uit het publieke leven van de Romeinen, maakt hem tot een soort Gert-Jan Droge van het oude Rome. Maar de dichter verzuimt nooit aan zijn regels ook een levenswijsheid te verbinden. Recht streeks gericht tegen de huidige druk- druk- druk-mentaliteit lijkt dit soort zinnen: Be grens je jacht op winst, word minder bang voor armoe/ naarmate je méér bezit, en maak de werkdruk lager/ nu jij verworven hebt watje verlangt. Aandoenlijk is zijn op roep om in je oordeel over vrienden toch vooral mild te zijn. Dat uit de mond van een hekeldichter te vernemen is opmerkelijk. Horatius zal ongetwijfeld vijanden gehad hebben, maar hoe sarcastisch hij hier en daar ook is, 'de humanitas', het gevoel van, ach-zijn-wij-niet-allen-maar-mensen, overheerst toch meestal. Laat toch ons oor deel over fouten van een vriend/ mild zijn als van een vader die zijn loensend zoontje/ een uiltje noemt. Van veel inzicht getuigt ook zijn visie op het ouder worden. Waarom zou je krampachtig jong proberen te blijven? Het doet pijn als je je verliefdheden niet meer achterna kunt lo pen, maar wees verstandig, zegt hij (uit ei gen ervaring citerend nu hij vijftig is gewor den) Waarom drinken wij onder een hoge plataan/ of deze pijnboom, domweg geluk kig,/ met grijze haren geurend naar rozen/ en Syrische parfum, geen glaasje samen/ zo lang het kan. (Oden II, 11) Daar doe je het als lezer allemaal voor, dit soort regels. De vertaling van Piet Schrijvers is al wijd en zijd geroemd. Zij leest voortreffelijk. Oud gymnasiasten kunnen er op de linkerblad zijde de oorspronkelijk tekst bij halen. Een heel enkele keer kunnen zij Schrijvers dan op een al te gewaagde wildheid betrappen, bij voorbeeld: 'De hippe Rufillus stinkt naar kauwgom' of het bijvoeglijk naam woord 'karnavalesk' (ook wel erg anachro nistisch), maar zo'n enkele al te grote vrij heid is de prijs die een prachtige, creatieve en beeldende vertaling als deze nu eenmaal vraagt. Jan-Hendrik Bakker Horatius: Verzamelde Gedichten.Vertaling: Piet Schrijvers. Uitgever: Historische Uitgeverij. Prijs: €49,95.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 25