Piraterij op de wereldzeeën wordt steeds groter probleem Slachtoffers van de vrede 27 zaterdag 4 oktober 2003 Tekening Satelliet Zwarte doos Troepenmacht Schrikdraad Het spij t me dat jullie gewond zijn geraakt Bijna dagelijks raken tiental len Amerikaanse soldaten ge wond in Irak. Zij worden in het Duitse dorp Landstuhl opgelapt voor de thuisreis of de terugreis, want de meesten willen terug naar hun maten in Irak. Op ziekenbe zoek bij de slachtoffers van de vre de. Taylor Spurlin uit Texas wist niet wat 'm overkwam. Opeens zaten er granaatscherven onder zijn knie schijf. „Ze vonden een zwakke plek in ons gebouw aan de snelweg en schoten 's avonds laat granaten naar binnen. De granaten ontploften in de gang. Mijn maten en ik werden allemaal ge raakt door de scherven. Toen ik op de grond lag, hoorde ik het lawaai van machinegeweervuur. Ik begreep later dat onze j ongens op het dak de vracht wagen van de Irakezen onder vuur hadden genomen." Taylor ligt net een paar dagen in het Amerikaanse militaire ziekenhuis in het Duitse Landstuhl - razendsnel overgevlogen uit Irak. Muffins naast zijn bed en een Coca Cola-machine op de gang. De kastanjebomen van het Pfalzer Woud in plaats van de hitte en de stof van de Iraakse woestijn. Ein delijk weer mensen die hem toela chen. Er loopt wat dun bloed uit de wond op zijn knie. De hechtingen zijn nog vers. „We hoorden geruchten dat Bush had verteld dat de oorlog voorbij was, maar voor ons begon de strijd toen pas. Iedere dag werden we in Ta- ramiya, 25 kilometer ten noorden van Bagdad, beschoten door mortieren. Na zo'n beschieting vertelden de jon gens op het dak van ons gebouw waar we de slechteriken moesten zoeken. We legden hinderlagen om de schut ters te pakken en gingen 's avonds op pad. Overdag was het te warm voor patrouilles. Het ging ons goed af - al tijd." Tot half twaalf 's avonds op 19 september toen de Irakezen hém te pakken kregen. De oorlog in Irak was snel gewonnen, maar de vrede is een dram atisch ander verhaal. Die kost letterlij k bloed, zweet en tranen. In de strijd om de vrede verliest Uncle Sam bijna dage lijks soldaten (166 doden sinds het 'einde van de oorlog' op 1 mei, 305 in totaal). Meer dan 6400 Amerikanen zijn sinds het begin van Operation Iraqi Freedom in maart voor medische hulp teruggekomen uit Irak. Zo'n der tienhonderd van hen met. oorlogswon den, van wie naar schatting de helft naar Landstuhl is gebracht. Hoeveel soldaten exact gewond zijn geraakt bij gevechten in Irak, weten de artsen in Landstuhl n iet. De enigen die dat wel weten zijn de rekenmees ters in het Pentagon, en die zijn niet scheutig met dergelijke informatie. Gewonde Amerikaanse s oldaten wor den altijd eerst in een veldhospitaal Irak gestabiliseerd om vervolgens ra zendsnel naar Landstuhl te worden gevlogen. Iedere dag landen gemid deld twee grote transportvliegtuigen met gewonden uit Irak op de nabijge legen luchtmachtbasis van Ramstein. Volgens de commandant van het mili taire ziekenhuis in Landstuhl, kolonel Rhonda Cornum, zijn de afgelopen vijftig dagen zo'n 43 patiënten per dag uit Irak overgevlogen. Het houdt niet op. Een mijn, een granaat, een mortier de Amerikaanse soldat.en zijn nergens veilig. Totdat ze het militaire ziekenhuis van Landstuhl worden binnengedragen, het grootste Ameri kaanse militaire ziekenhuis buiten de VS. Burger King en opivanghuizen voor families van de slachtoffers op het terrein. Eén van de weinig overge bleven Amerikaanse dorpen in Duits land Ver weg van de wereld van de gu errilla. Bijna thuis. Legergroene bussen ri jden voor. Nieuwe patiënten uit. Irak voor chi rurg Brent Johnson en zijn collega's. Twee Amerikaanse soldaten kwamen onlangs om bij een beschieting op de Abu Ghurayb gevangenis bij Bagdad. De dertien gewonden die óók bij die mortieraanval vielen en over wie nie mand het heeft, zijn de nieuwste kluif voor Johnsons Deployed Warrior Me dical Management Center. Een inder haast neergezet zenuwcentrum in Landstuhl om het vervoer en de verzorging te organiseren van de ge Een gewonde militair wordt binnengebracht in het militair hospitaal in het Duitse Landstuhl wonden uit Irak, maar ook nog uit Af ghanistan. Caring for Heroes is hun motto. In de gang hangt een tekening van de 7-jarige Garret Parke, zoontje van een militaire arts. Een tank, vuur en de Amerikaanse vlag. De tekst: „Het spijt mij dat jullie gewond zijn geraakt. Ik hoop dat mijn vader jullie weer beter maakt. Pappa en mamma zeggen dat Irak snel vrij zal zijn. Daar ben ik blij om. Ik durf te wedden dat de Irakezen dan ook blij zijn." En, be sluit het jongetje, onmiskenbaar Amerikaans: God Bless America. Irak is vrijmaar niet alle Irakezen blijken bij nader inzien even blij. Veel Amerikaanse soldaten betalen de prijs voor hun ongenoegen. Brent Johnson is majoor en er wordt netjes naar hem gesalueerd door de soldaten op krukken. Meer nog dan een militair is hij een chirurg. „Die jongens hebben geluk gehad, in een eerdere oorlog waren ze wellicht dood geweest. Dat we betrekkelijk weinig doden hebben in Irak, komt door twee dingen: de acht kilo zware kogelwe rende kleding plus de Kevlar-helmen en de medische verzorging in Irak. Daardoor hebben we geen wonden aan de borst en de buik. Als je in een eerdere oorlog scherven in je benen en borst kreeg, was het afgelopen. Dan ging je dood. Gevolg is wel dat we meer wonden moeten verzorgen aan armen en benen. De kleding redt je le ven, maar niet je armen en benen." De laatste keer dat Johnson dan ook aan een soldaat sleutelde, was om een gat van vijftien centimeter in diens hiel op te vullen. Opgelopen bij een Iraakse granaataanval. Oplappen al leen, want voor de echte reconstructie gaan de gewonde soldaten naar het militaire Walter Reed ziekenhuis in Washington. Johnson vervolgt: „Nog een reden waarom soldaten een gra naataanval overleven, is dat de medi sche verzorging veel beter is en snel kan worden gegeven. We hebben nu spullen die er tijdens de eerste Golf oorlog niet waren. De medische zorg is mobieler geworden en daar waar de klappen vallen. De chirurgen zitten niet in het achterland maar met het Combat Support Hospital in de voor ste linie. In het eerste uur kan in het veldhospitaal de eerste snelle operatie worden uitgevoerd." De zwaargewonde soldaten zijn uit de twee legergroene bussen gehaald en naar de intensive care-afdeling gere den. Daar liggen ze nu. Zouden ze weten dat ze in Duitsland zijn? De sol daten - kinderen nog, zegt ziekenhuis woordvoerster Marie Shaw bewogen - worden kunstmatig beademd. Overal slangetjes. Weer een stel zwaarge wonden uit Irak, maar zuster Paulette Smith-Kimble is de rust en vrolijk heid zelve. Kapitein Paulette is reser vist en is met haar hele reserve-zie kenhuis in maart naar Duitsland overgevlogen om de staf in Landstuhl bij te staan. „We verwachtten eind april dat de stroom patiënten zou af nemen, zeker toen president Bush op 1 mei vertelde dat de strijd voorbij was, maar het tegenovergestelde ge beurde. Kregen we eerst perdienstvijf tot zeven patiënten op onze afdeling, na de toespraak van de president wer den dat er tussen de twaalf en 22. Soms wordt de ellende ook kapitein foto Hans Braun/GPD Paulette Smith-Kimble te veel. „Het is een schok om zulke jonge patiënten binnen te zien komen. Ik ben in Texas, waar ik werk in een veteranenzieken- huis, gewend aan oudere mensen in de intensive care. Als je dan hier de sol daten ziet, jonger dan ik en zelfs jon ger dan mijn jongste broertje, zonder ledematen en met brandwonden, dan krijg je het wel eens te kwaad. Ze praat met de soldaten aan het infuus, belt met hun vrouwen, vaders en moe ders en stelt ze op hun gemak. Even naar Landstuhl vliegen is er voor de familie in Iowa of New Mexico niet bij. Wat Paulette nog het treurigst stemt, is het lot dat de soldaten wacht als ze weer over straat lopen in Ameri ka. „De realiteit is dat als deze solda ten hun uniform uitdoen, de opoffe ringen die ze zich hebben getroost terwijl ze dat uniform droegen, verge ten zijn. Daarom werk ik ook zo graag voor de veteranen. Wij moeten ervoor zorgen dat Amerika niet vergeet wat zij voor ons land hebben gedaan." Martijn Delaere De Indonesische marine arresteert regelmatig piraten in de Straat van Malakka. foto Dita Alangkara/GPD De piraterij op de wereldzeeën bloeit als nooit tevoren. Tien jaar geleden waren er honderd gevallen van zeeroverijAls het aantal van de eerste acht maanden van dit jaar in hetzelfde tempo doorgaat, komen we eind december uit op vierhonderd aanval len van piraten. De kapers slaan vooral toe in 'de gordel van smaragd'De wateren rond het eilandenrijk Indonesië staan op de eer ste plaats met eenderde van alle gevallen van zeeroverijvan visserlui die schepen overvallen om hun jaar goed te maken, tot georganiseerde misdaadbendes die comple te schepen kapen. MarkBruyneel, 'piratenkenner' te Amster dam, kent alle vormen van zeepiraterij, vooral via het internet en via het gegevens bestand dat hij over 'de schrik der zee' bij houdt. „Meestal slaan de zeerovers 's avonds toe", vertelt hij. „Het schip wordt van ach teren benaderd omdat daar een 'blinde vlek' voor de radar zit. Via touwen met haken of bamboestokken klimmen de zeerovers aan boord. Ze pakken alles wat ze pakken kun nen. Blikken verf en ankerkabels nemen ze de laatste tijd ook veel mee. En als ze op meer buit uit zijn, houden ze een zeeman een mes of geweer onder de neus en dwingen ze de kapitein de kluis open te maken. Bij de ene maatschappij zit daar geld in om de be manning en de havengelden te betalen, maar de andere maatschappij maakt alles elektronisch over. Dan moeten ze genoegen nemen met wat horloges en de televisie van de kapitein." Veel kleine rovers zijn niet uit op een com pleet schip of de gehele lading. Is dat wel zo, dan moeten ze eerst weten wat er aan boord 's. „Dat is soms eenvoudig. Je hebt corrupte havenmeesters die weten wat er onderweg is naar hun haven en wat er aan boord zit van schepen die vertrekken", zegt Bruyneel. De laatste weken zijn vooral duwbakken met palmolie in de straat van Malakka het slachtoffer. „Dat schijn je heel gemakkelijk te kunnen doorverkopen. Maar er is ook wel eens een olietanker overvallen waarbij het schip werd gekaapt. De bemanning werd van boord gezet en een andere tanker kwam langszij om de lading over te pompen. Dan heb je het echt over georganiseerde bendes. Zo n tien keer per jaar worden er complete schepen gestolen. In 1999 was de Alondra Rainbow slachtoffer van kapers. Het com plete schip (totale waarde inclusief lading zestien miljoen dollar) werd gekaapt, over geschilderd en voorzien van een nieuwe naam: Mega Rama. „Uiteindelijk is dat schip via het International Piracy Report in Kuala Lumpur opgespoord. Er was een transponder aan boord waarmee via de sa telliet de locatie kon worden bepaald. En ze verspreidden signalementen van het schip. Op een cruciale plaats st ond nog de oude naam. In de Indische wateren is het schip stilgehouden en zijn de piraten gearres teerd. Die zijn dit jaar veroordeeld tot zeven jaar dwangarbeid." Tegen zeerovers lijkt weinig kruid gewas sen. Mark Bruyneel: „De internationale re gel is om jezelf achter slot en grendel te zet ten als er piraten aan boiord komen. Dat soort instructies hebben ze ook op boorei landen. Pleeg geen verzet want dat lokt al leen maar extra geweld uit. Wapens aan boord zijn meestal verboden want dan esca leert het helemaal. Bovendien moet je in ha vens vaak de wapens inleveren. En nogal wat van die roofovervallen gebeuren juist in de haven." Een maatregel om gestolen schepen weer op te sporen is het aanbrengen van een zwarte doos of transponder. Voor schepen boven de vijfhonderd ton wordt dat in 2004 verplicht. ,Dan moet j e natuurlij k als reder niet aan de bemanning vertellen waar die transponder zit, want anders wordt zo'n ding door de ka pers overboord gegooid. Ze bedreigen de bemanning om te zeggen waar de zwarte doos zich bevindt. Het geweld neemt toe op zee. Het aantal overvallen met messen, ge weren en automatische wapens groeit schrikbarend.Het piratenbroeinest Tortu- ga vlak bij het Midden-Amerikaanse Haïti spreekt tot de verbeelding. In de zeventien de eeuw werd het bevolkt door Franse en Engelse boekaniers die schepen en neder zettingen overvielen. De naam Tortuga prijkt uiteraard op de website die Mark Bruyneel aan piraterij heeft gewijd. Zeero verij is zijn hobby (in het dagelijks leven is hij bibliothecaris bij de Vrije Universiteit) maar Bruyneel is wel een hobbyist die door bestrijders van de piraterij serieus wordt genomen. Hij is bekend bij organisaties als het International Maritime Bureau en de In ternational Maritime Organization die hem hun rapporten sturen en benieuwd zijn naar zijn vergelijkingen en conclusies. In de boe kenkast prijken boeken over schepen. En de bijna complete Lloyds register of shipping. ,Ik heb geen maritiem verleden. Er zitten in de familie wat Zeeuwse mossel vissersmaar dat is het. Ik ben begonnen vanuit histori sche interesse. Via de maritieme geschiede nis belandde ik bij moderne piraterij. Dan ontdek je dat piraterij eigenlijk nooit is weggeweest. In de jaren tachtig bloeide het weer op, vooral voor de kust van Nigeria. Daar werd olie gevonden, dat trok scheep vaart en aan boord van die schepen zat inte ressante buit voor piraten." Naar piraterij is nog weinig onderzoek ge daan. „Soms zie je een opleving in bepaalde gebieden, maar heb je geen idee wat daar achter zit. Zelf heb ik de indruk dat de geor ganiseerde misdaad, die in dat soort gebie den ook over de drugshandel, smokkel en il- legalentransporten gaat, de piraterij als een bijzaak ziet. Gaat het slecht met de smok kel, dan pakken ze een schip. Ik heb er wel eens met de oud-ambassadeur van Indone sië over gesproken maar die had niet het idee dat er ooit onderzoek naar was gedaan, terwijl Indonesië nota bene de meeste pira ten heeft." 'Pirates of the Caribbean'. Dat roept roman tische beelden op. „Het grote verschil met vroeger is eigenlijk dat het niet meer wordt georganiseerd door landen. Vroeger was het normaal dat landen kaapvaarders hadden, hoewel internationale organisaties vermoe den dat er ook nu nog lokale overheden zijn die piraterij toestaan en stimuleren. In de eerste helft van de jaren negentig gingen dat soort verhalen over China. Maar dat heeft niemand kunnen bewijzen. In Indonesië vermoeden ze dat de militairen er zich wel eens aan schuldig maken. Wetenschappers hebben het onderzocht, maar ze konden het niet waarmaken." In Indonesië wordt opvallend weinig tegen de piraterij opgetreden. „De Indonesische kustwacht heeft 115 boten waarvan er maar 25 of 30 in de vaart zijn. De rest is stuk. En dat in een gebied met duizenden eilandjes. In 1996/1997 vonden er vijftig kapingen plaats en dit jaar al rond de 120. In Indone sië is er eigenlijk geen beginnen aan. Daar zou je een regionale troepenmacht moeten opzetten. Maar wie gaat dat betalen?" Geld speelt bij alle maatregelen tegen pira terij een rol. Daarom twijfelt Bruyneel of al le reders schepen gaan uitrusten met het vrij nieuwe in Nederland ontworpen beveili gingssysteem Secure Ship. „Dat is schrik draad van 9000 volt waardoor kapers die aan boord proberen te komen een stevige opdonder krijgen. „Het wordt waarschijn lijk een rekensom. Dat soort investeringen tegen piraterij vergt enorme bedragen. En dat geld zijn ze nooit kwijt aan de heden daagse piraterij. In de scheepvaart gaan miljarden om. De zeeroverij betreft maar een fractie van dat bedrag. Peanuts." Het Rotterdamse bedrijf Secure Ship ont wikkelde het beveiligingssysteem. Direc teur Raphaël Kaan meldt vanuit Singapore dat hij inmiddels 25 schepen met 'schrik draad' heeft uitgerust. „Het werkt niet al leen tegen piraten, maar ook tegen verste kelingen. Er zijn veel landen waar illegalen via een schip proberen het land te ontvluch ten. In Vietnam hebben we zo al wat mensen van schepen geweerd. Ze krijgen geen dode lijke schok, maar wel een flinke opdoffer." De kosten zijn volgens Kaan te overzien. „Je moet het als reder waard vinden om je be manning en lading goed te beschermen. Veel scheepseigenaren denken dat het altijd al leen maar andere schepen overkomt. Maar als ze zelf slachtoffer zijn geweest, komen ze toch bij ons informeren. Zo heb ik de meeste klanten gekregen. Voor 25.000 euro beveili gen wij een compleet schip. En dat valt best mee als je bedenkt dat een beetje autoalarm 2000 euro kost." Koopvaardijkapitein Jaap Stengs uit het Noord-Hollandse Wijdenes omarmt het systeem van Raphaël Kaan. „We hebben ne genhonderd schepen onder Nederlandse vlag varen. Als we nu eens beginnen om al die schepen daar mee uit te rusten, dan heb ben we een goed begin voor de veiligheid op zee. Je moet de boel wel juridisch dichttim meren zodat je niet het risico loopt dat ie mand die van zo'n elektrisch hek afvalt, je later aanklaagt. Ik ken wel mensen die pira ten hebben beschoten en in de volgende ha ven werden gearresteerd." Entochis Stengs eigenlij k voor een nog har dere aanpak van piraterij. „Zet op schepen die door gevaarlijke gebieden varen een container met zeven mariniers. Dan heb je 24 uur per dag bewaking aan boord. En als een schip op ramkoers op je afkomt en niet op radio reageert, is het heel eenvoudig. Eerst een schot voor de boeg en daarna een warmtezoekende raket op de schouder en afvuren. Dat helpt tegen piraterij. Maar of dat haalbaar is..." Rien Floris

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 49