PZC
Arie van der Zwan
vloekt in de linkse kerk
Hanja Maij-Weggen wil de hoeder en moeder van Brabant zijn
25
Biografie
zaterdag 4 oktober 2003
Socialisme is geen liefdadigheid
De integratie van allochtonen
is volledig mislukt, zei Arie
van der Zwan (68) deze week voor
een onderzoekscommissie van de
Tweede Kamer. Tien jaar geleden
had hij er al voor gewaarschuwd.
„Maar ik wil niet het miskende ge
nie uithangen." De integratie van
2,5 miljoen allochtonen noemt hij
'hét grote probleem van Neder
land voor de komende 25 jaar'.
Een visserszoon die graag vloekt
in de linkse kerk.
Arie van der Zwan (woonachtig in
Amsterdam, vakantiewoning op
Tholen): „We moeten nu toch echt
eens gaan nadenken over geboorten-
beperking bij allochtonen. Dat klinkt
misschien hard, maar het is hoog tijd.
We hebben het hier over een enorme
groep die de onderklasse van de sa
menleving vormtHet zijn veelal men
sen zonder baan of met slecht betaald
werk. Ik denk aan het stoppen van de
kinderbijslag na het tweede kind. Die
gezinnen worden daar zelf ook beter
van. De bestedingsmogelijkheid per
hoofd wordt groter en ouders krijgen
meer aandacht voor hun kinderen. Nu
is het nog altijd zo dat de oudste kin
deren de jongsten opvoeden en dat is
niet goed. Ouders moeten kinderen
opvoeden, ook door zichzelf te ont
wikkelen. Ze moeten ervoor zorgen
dat hun kinderen het beter krijgen
dan zijzelf. Ik weet het, dit soort op
vattingen zijn moeilijk bespreekbaar.
Maar als je wilt dat de ruim twee en
een half miljoen allochtonen die hier
over enkele jaren zullen wonen ook
daadwerkelijk integreren, is dit de
enige manier: eisen stellen; rechten
maar ook plichten zoals voor ieder
een. Op alle gebieden, dus ook bij
scholing.
Klinkt dat vreemd uit de mond van
een socialist? Waarom? De kern van
het socialisme is dat je niet uit bent op
eigen belang, maar dat het maat
schappelijk belang telt. Daar hoort
prestatievermogen bijIk streef naar
een rechtvaardige samenleving en
daarvoor is integratie van minderhe
den essentieel. Ik ken de clichés: als je
arm bent, is het logisch dat je socialist
bent, want dan heb je er alleen maar
voordeel van. Maar als je eenmaal een
goed inkomen hebt, of rijk bent, dan
1 kun je geen socialist meer zijn. Die ge
dachte dateert nog uit de jaren vijftig;
als je onder de ziekenfondsgrens zat
was je links, als je er boven zat was je
rechts. Dat is allang niet meer aan de
orde, want het slaat natuurlijk ner
gens op. Je kunt net zo goed voor een
rechtvaardige samenleving zijn als je
het beter hebt. Zou ik mezelf nu ineens
moeten verloochenen, omdat ik zie
welke prettige kanten er zitten aan
een goed inkomen? Een overtuiging
krijg je niet door je opvoeding of door
je omgeving, een overtuiging komt
van binnen uit. Mijn inkomen noch
mijn werk verandert daar iets aan. Ik
zal blijven streven naar gelijke kansen
voor iedereen.
Gelijke inkomens? Nou, dat principe
spreekt me wel aan, maar is uiteinde
lijk toch de dood in de pot. Socialisme
is geen liefdadigheid. Ook in een soci
alistische maatschappij moeten er
prikkels zijn. Mensen moeten een sti
mulans hebben om zich te ontwikke
len, zich in te zetten. Dan denk ik in de
eerste plaats aan het vergaren van
kennis, aan je dienstbaar maken voor
de samenleving, maar het kan zeker
ook geld zijn, of beide. Ik geniet van
mijn mooie inkomen, laat daar geen
misverstand over zijn. Maar ik weet
dat velen het niet zo goed hebben als
ik en daar probeer ik op mijn manier
verandering in te brengen. Ik verzet
me tegen de enorme inkomensver
schillen die er momenteel zijn. Het is
ten hemel schreiend en dan heb ik het
niet alleen over mensen als Moberg
van Ahold. Topmanagers zijn de afge
lopen j aren idiote salarissen gaan ver
dienen. Ik vind het niet alleen moreel
verwerpelijk, maar het is zeer schade
lijk voor de samenleving. Denivelle
ring van de inkomens werkt ont
wrichtend vooreen maatschappij. In
de jaren vijftig hebben we een nivelle
ring gehad, het verschil tussen arm en
rijk werd minder en dat heeft ons de-
fimÊ
-'yiü^r
'4l
Arie van der Zwan:We moeten nu toch echt eens gaan nadenken over geboortenbeperking bij allochtonen.
cennia lang goed gedaan. Mensen
hadden een perspectief, er was niet of
nauwelijks afgunst, er was een grote
saamhorigheid. De economische groei
is nog nooit zó hoog geweest. Nu zie je
dat het egoïsme overheersend is. Men
sen stemmen ook uit egoïstische mo
tieven: word ik er beter van als ik op
die of die partij stem? Niet: wordt Ne
derland er beter van, hebben we er
met z'n allen baat bij? Het maatschap
pelijk belang telt niet meer.
De VS zijn tegenwoordig hét voor
beeld, terwijl het voor ons altijd de
Europese tradities zijn geweest. Dat
betekent dat geld de leidraad is ge
worden. In Europa is het gelijkheids
ideaal altijd prominent aanwezig ge
weest, maar in Amerika hebben ze
daar nooit zoveel mee op gehad. Mid
den jaren tachtig zag je dat doorschie
ten en ging daar voor het eerst sinds
lange tijd ook de beurs weer omhoog.
Het heeft geleid tot astronomische te
korten op de begroting, ook nu nog.
Amerika heeft een spaartekort in
plaats van een spaaroverschot en de
rest van de wereld mag dat tekort be
talen. Het is de houding van: zolang
het met ons goed gaat, zoekt de rest
het maar uit. Je wilt het niet geloven,
maar in Amerika heeft de belasting
verlaging alleen maar voordeel opge
leverd voor de paar procent met de
hoogste inkomens.
Dan denk ik: het socialisme is nog al
tijd broodnodig. Het is zeker geen
achterhaalde gedachte, al moet je wel
rekening houden met de actuele om
standigheden. Zorgen voor ontplooi
ingsmogelijkheden voor mensen aan
de onderkant vind ik actueel. Evenals
het streven naar een rechtvaardige in
komensverdeling en een overheid die
voor een belangrijk deel van haar
burgers zorgt.
Die opvattingen hebben zeggings
kracht, maar die zie ik nauwelijks te
rug in de politiek. Bij de PvdA heb ik
nog niet gezien dat er echte keuzes
zijn gemaakt voor de zaak van de soci
aal-democratie. Wanneer neemt de
PvdA nou eens een positie in over die
overdreven inkomens van managers?
Is, Wil de PvdA nog eén linkse partij
zijn? Ik zie in elk geval geen enkel be
staansrecht voor de PvdA als midden
partij. Dan moetje de middenklasse
aanspreken, terwijl die meer is geori
ënteerd op rechts. Nogal wat mensen
overschatten hun kans het beter te
krijgen en gaan achter die stroming
aan. Vooral mensen met een midden
inkomen denken dat ze daar het beste
af zijn, terwijl dat dus niet zo is. De
paradox is dat de middeninkomens
het meest profiteren van de overheid
en dus van partijen die een sterke rol
van de overheid bepleiten, zoals in
derdaad de PvdA. Bij politie en defen
sie is het niet te meten, maar kijk eens
naar onderwijs, gezondheidszorg,
verkeer en vervoer. Het overgrote deel
van die budgetten komt ten goede aan
mensen met een middeninkomen. Op
die basis moet de PvdA zich tot de
middengroepen richten.
Wat voor anderen het geloof is, is voor
mij de politiek. Het is een punt waar je
steeds naar terugkeert, een innerlijke
zekerheid. Ik ben van een generatie
waarvoor politiek van een andere or
de is dan voor de huidige generatie. Ik
ker, ik heb daar begin jaren negentig
voor gewaarschuwd, maar ik wil hier
niet het miskende genie uithangen.
Bij de eerste generatie heeft men ge
dacht: 'Laten we die mensen nou maar
met rust laten, niet moeilijk doen over
onderwijs en integratie, we zetten in
op de tweede generatie en dan komt
het voor elkaar. Niet dus. Het is een
gesloten en weinig ontwikkelde ge
meenschap. Ik wil de boel niet scheef
trekken, er is ook een allochtone mid
denklasse die zich wel ontplooitmaar
dat is hooguit eenderde. Kijkje naar
de grote steden, dan blijft de economi
sche groei daar achter. Zeker in Rot
terdam. Veel investeerders mijden die
stad, omdat ruwweg de helft van de
inwoners ongeschoold is. Dat is niet
gunstig voor de arbeidsmarkt. Inte
gratie, in dit geval mislukte integra
tie, werkt op een heleboel terreinen
door. Als je als overheid geen eisen
zie het ook bij mijn drie kinderen. Ze
hangen het rechtvaardigheidsidee
nog wel aan, maar de politiek spreekt
ze niet zo aan. Dat vind ik een groot
verlies. Mijn generatie verwachtte dat
we naar een betere maatschappij zou
den gaan, met een veel idealistischer
inslag. Ik kan me ook geen leven zon
der politieke overtuiging voorstellen.
Dat is een maatschappelijke maar ook
een levensbeschouwelijke keuze,
want het bepaalt hoeje naar de dingen
kijkt. Zal dat ooit weer terugkeren,
dat vertrouwen in de politiek? We zijn
zo cynisch tegenwoordig. Het lijkt op
de jaren dertig. Ik vraag me wel eens af
of er, net als destijds de Tweede We
reldoorlog, een nieuwe catastrofe no
dig is om mensen het besef bij te bren
gen dat politiek zich niet verdraagt
met cynisme.
Ik vind het een taak voor de PvdA om
het idealisme levend te houden. Daar
mee kun je mensen aanspreken. Ik
weet het, belangen spelen ook een rol
in de politiek, maar het slaat momen
teel door naar de andere kant. Is de
politieke wil er eigenlijk wel om het
integratieprobleem nu wél aan te
pakken. Begin jaren negentig was die
er niet en we hebben gezien waar dat
toe heeft geleid: het is misgegaan. Ze-
stelt waar minimaal aan voldaan
moet worden, neem je die mensen niet
serieus. Dan geef je te kennen dat je
geen verwachtingen van ze hebt en
veroordeel je ze tot achterblijven.
Ondertussen is de omvang van de ach
terblijvers en van hun achterstand
groot. Onder meer door gezinshereni
ging en partnerkeuze is het aantal van
75.000 in 1972 gegroeid tot ruim een
half miljoen midden jaren negentig.
In 2020 zullen er 2,6 miljoen mensen
van niet-westerse origine in Neder
land wonen. Hoe integreren die men
sen? Dat wordt de komende 25 jaar hét
grote interne probleem van Neder
land. Dan is het toch niet zo gek om
voor geboortenbeperking te pleiten?
Kijk naar de provincie Brabant in de
jaren vijftig. Dat was de armste pro
vincie, omdat er voornamelijk grote
gezinnen leefden. Sinds daar een eind
aan is gekomen, is het met Brabant al
maar beter gegaan. Nu is het zelfs een
'booming province', bedrijven staan
te popelen om zich er te vestigen. Het
CDA zal het vermoedelijk niet willen,
maar het is nu tijd voor politieke
moed. Nee, nee, ik bedoel niet dat er
mensen als Nawijn moeten opstaan.
Hij trad op als een blind paard. Bo
vendien was er toen net een electorale
foto's Harmen de Jong/GPD
ontploffing geweest, waardoor ieder
één op die positie de dingen had kun
nen roepen die hij riep. Daar was toen
geen enkele politieke moed meer voor
nodig.
Het derde kabinet-Lubbers en het
eerste kabinet-Kok hebben de kans
gehad die je misschien eens in de twin
tig jaar krijgt. Het kon economisch
niet op, zelfs mensen die altijd als on-
bemiddelbaar waren beschouwd,
vonden werk. Dat is het klimaat
waarin allochtonen perfect hadden
kunnen integreren. Ik vraag me nog
steeds af waarom Kok, in zijn positie,
daar niets aan heeft gedaan. Ik weet
het antwoord niet, maar het lijkt of hij
er geen enkele affiniteit mee had Ik
denk niet dat het de angst is geweest
om in de eigen gelederen voor racist te
worden uitgemaakt. Eerder onver
schilligheid: zolang we er niet echt
last van hebben.. Maar die last komt
later wél. Als Kok de problemen van
de integratie had aangekaart was er
volgens mij een zucht van verlichting
door Nederland gegaan.
Nu spreekt een zeer groot deel van de
allochtonen nog niet eens Neder
lands, zelfs bij de tweede en derde ge
neratie. Er is vrij recent een onder
zoek geweest dat weinig aandacht
heeft gehad, maar waarbij 15-jarigen
uit alle OECD-landen zijn getest op
taal en wiskunde. Nederland scoorde
daar lang niet slecht, maar uitge
splitst naar allochtonen bleek dat zij
slecht scoorde. Twintig procent van de
Turkse en Marokkaanse leerlingen
voldeden niet aan de minimumeisen.
Dat is een ernstige handicap, want het
houdt je af van het vergaren van ver
dere kennis en inzicht. Bovendien be
heerst deze generatie de taal van hun
voorouders niet meer, dus ook via die
weg kunnen ze de achterstand niet in
halen. Het gevolg is dat ook deze gene
ratie ongeschoold werk krijgt of hele
maal geen werk en een nieuwe, grote
onderklasse zal worden.
Ik verwacht dat Wouter Bos, mede ge
dwongen door de omstandigheden,
minder risicomijdend gedrag zal ver
tonen als het om integratie gaat. Ook
al is dat voor de PvdA vloeken in de
kerk. Ik ben dat gewend, ik doe niet
anders. Ik heb altijd de positie ingeno
men van een redelijke vrijmoedig
heid, heb me altijd onafhankelijk op
gesteld. Ik moet er niet aan denken dat
ik in een gekozen positie had gezeten.
Dat had niet lang geduurd, want dan
kun je niet meer zeggen wat je vind. Ik
„Ik wil niet het miskende genie uit
hangen."
Geboren: 1935 in Scheveningen.
Getrouwd, drie kinderen.
1959: Afgestudeerd als econoom aan
de Erasmus-universiteit in Rotter
dam.
1965: Lid van Nieuw Links, een ver
nieuwingsbeweging in de PvdA.
1967: Gepromoveerd als bedrijfseco
noom.
1972: Hoogleraar bedrijfseconomie.
1981: Publiceert rapport waarin hij
het 'oneigenlijk gebruik van de WAO'
signaleert.
1988-1989: Vice-voorzitter hoofddi
rectie Vendex.
1994: Publiceert, met prof. Entzinger,
rapport waarin hij waarschuwt voor
het mislukken van de integratie van
minderheden en pleit voor een inbur
geringscontract.
2003: Publicatie boek 'De uitdaging
van het populisme'.
Heden: Onafhankelijk adviseur.
ben ook niet primair trouw aan een
partij, ik ben een lid geweest van de
PvdA. Ik ben trouw aan mijn socialis
tische overtuiging. Dat is mijn lotsbe
stemming. Toen ik in de directie van
Vendex zitting nam, meenden veel
mensen dat ik rechts was geworden.
Als je de lijst van mijn functies in het
bedrijfsleven bekijkt, dan moet ik wel
héél rechts zijn geworden, hè.
Ik vind dat je de wereld moet leren
kennen, moet onderzoeken. Een mens
heeft mogelijkheden in het leven en
die moet je benutten. Ik sluit me niet
op in één milieu, maar wel in één op
vatting. Het uitoefenen van een be
roep heeft mijn leven altijd verrijkt,
mijn inzichten verdiept, maar dat wil
niet zeggen dat ik daarvoor mijn op
vattingen heb afgezworen. Terwille
van zo'n baan? De aanvallen op mijn
ideeën, de afgunst van mensen die
vinden dat ik het als socialist financi
eel niet goed mag hebben, die hebben
mij nooit aangesproken. Een zeker ge
loof in jezelf moet je hebben. Zolang
ik maar weet dat ik mezelf trouw ben
gebleven, is het goed.
Het is niet gebruikelijk, veel kinderen
uit een arbeidersgezin die maatschap
pelijk zijn opgeklommen willen niets
meer met dat verleden te maken heb
ben. Ze schamen zich er voor. Ik niet.
Ik kom uit een vissersfamilie. Uit
Scheveningen. Daar zal het niemand
verbazen als je Van der Zwan heet, en
dan ook nog eens Arie. Mijn vader was
visboer. Wij waren thuis rrjet zes kin
deren. Wij zij niet rijk opgevoed, inte
gendeel. Het was geen ontwikkeld
gezin, maar toch werd er gelezen, bij
voorbeeld het linkse Vrij Nederland.
Het is opmerkelijk dat alle zes kinde
ren linkse opvattingen hebben en op
linkse partijen stemmen, terwijl we
niet socialistisch zijn opgevoed. Mijn
ouders hebben wel altijd duidelijk ge
maakt hoe belangrijk sociale recht
vaardigheid is. Dat heb ik ook altijd
willen uitdragen. Van jongst af aan ei
genlijk. Die overtuiging is het belang
rijkste houvast in mijn leven. Op de
middelbare school, hbs, was ik al veel
met politiek bezig, op de universiteit
in Rotterdam heb ik met enkele ande
ren de ter ziele gegane studentenver
eniging Politeia nieuw leven ingebla
zen. Dat was dé socialistische
studentenvereniging in Nederland.
Maar ik was tegelijk lid van het stu
dentencorps en dat was in die tijd nog
al ongebruikelijk als je uit een arbei
dersmilieu kwam. Goed beschouwd
ben ik mijn hele leven een non-confor
mist geweest."
Dick Hofland
Ze is een protestant uit het hoge noorden,
neergestreken in het katholieke zuiden.
En heeft de reputatie kil en koel te zijn. Toch
is Hanja Maij-Weggen (59) deze week geïn
stalleerd als commissaris van de koningin in
het 'warme' Brabant. Haar Brabant.
Wil Hanja Maij-Weggen als commissaris
van de koningin een moeder zijn voor alle
Brabanders? De vraag is bijna een provoca
tie. Het beeld dat Hanja Maij-Weggen met
zich meedraagt is allesbehalve dat van een
moeder. De beschrijvingen liegen er niet om:
ijzervreetster, de Nederlandse Thatcher,
hard, kil en koel. Als minister van Verkeer
en Waterstaat, begin jaren negentig, waren
haar sneren naar Kamerleden berucht. In
Brussel en Straatsburg maakte ze als Euro
parlementariër links en rechts vijanden.
Het laatste vernietigende portret kwam een
week geleden van dagblad De Telegraaf.
Dat had stad en land afgezocht naar oud
collega's die een vriendelijk woordje over
Maij-Weggen wilden spreken. Maar -meldt
de krant- niemand was daartoe bereid.
.,Ik heb geleerd me daar niet te veel van aan
te trekken", klinkt het in de fraai ingerichte
kamer van het provinciehuis in Den Bosch.
..Ik heb weieens het idee dat men oude stuk
ken overschrijft. In mijn directe omgeving
kom ik zo in elk geval niet over." Ze is, vindt
ze zelf, gewoon een harde debater.
Ze heeft in haar Haagse en Brusselse jaren
hoe dan ook geen warme reputatie opge
bouwd. Nu moet uitgerekend zij commissa
ris van de koningin zijn, de figuur die bin
nenskamers soepel compromissen smeedt
en naar buiten toe herkenbaar is als hoeder
van Brabant.
„De moederfiguur, zeker in een Brabants
gezin, is iemand die heel zorgzaam is voor
haar kinderen. En dat is ook mijn intentie
als commissaris. Ik ben zelf moeder van
twee prachtige dochters en heb net de twee
de bruiloft achter de rug. Het eerste klein
kind is op komst. In die zin ben ik ook in
mijn privéleven op het ogenblik de moeder
rol aan het herbeleven. Als ik die rol ook
over kan brengen op mijn commissaris
schap, dan zal ik dat met twee handen aan
pakken."
Dat de overgang van parlementariër naar
commissaris een kleine metamorfose vergt,
daarvan is ze zich bewust. De tong zal wat
minder scherp worden. „De scherpe debat
techniek is niet meer nodig. De politicus
wordt nu bestuurder."
Ze wil zorgzaam zijn en dat uitstralen. Niet
alleen voor de Brabanders, ook voor -wat
meer abstract- de provincie. Want als je
Brabant als een kind zou zien, glimlacht de
commissaris, zou je zeggen: het zit in een
lastige periode. „We krijgen behoorlijke
klappen mee van de economische crisis. We
hebben een hele moeilijke periode achter de
rug met de landbouw. Als je alleen al die
problemen bekijkt, is er nogal wat zorg
zaamheid voor Brabant nodig.
Maij-Weggens voorganger, Frank Houben,
was een man met een missie: stop de verste
ning, houd Brabant bij alle economische
groei groen en rustiek. Hij kende, hoewel uit
een echte regentenfamilie, het Brabantse
platteland als geen ander, droeg een verle
den met zich mee als burgemeester van
Luyksgestel en Etten-Leur.
Maij-Weggen, geboren in Emmen, is niet zo
iemand van het Brabantse zand. Ze is welis
waar opgegroeid op het platteland, maar
maakte carrière in de stad, in Brussel,
Straatsburg en Den Haag. Toch heeft ze de
zelfde missie als haar voorganger, zegt ze:
„Ik heb in mijn politieke werk altijd veel
aandacht gehad voor het milieu, voor land
schap en voor de dierenwereld. Duurzaam
heid staat bij mij op één."
Ze heeft haar prioriteitenlijst al klaar. Maar
Hanja Maij-Weggen
wie net zo'n stortvloed aan ideeën verwacht
als toen ze minister van Verkeer en Water
staat werd, komt bedrogen uit. Destijds lan
ceerde ze plannen, soms niet meer dan
proefballonnen, voor carpoolstroken,
krant je-croissantje in de trein, snelheidsbe
grenzers en tolpleinen. „Het waren plannen
die al circuleerden op het ministerie, ze ko
men niet op mijn conto", zegt ze. Nu is het
lijstje wat bedaarder. Het midden- en klein
bedrijf moet een steun in de rug krijgen,
vindt de commissaris. Brabant, in het bij
zonder Zuid-Oost-Brabant, profiteert al
tijd extra van economisch hoogtij, maar
krijgt ook dubbele klappen in tijden van te
genspoed. Maij-Weggen wil de procedures
voor vergunningen stroomlijnen, zodat ze
geen rem vormen op het herstel van de eco
nomie. De beide Brabantse universiteiten
zouden betrokken moeten worden bij een
innovatieplatvorm. Uiteraard moet de re
constructie van de landbouw op volle
kracht worden doorgezet.
Er is nog iets dat ze kwijt wil: dat de Bra
bantse steden gelukkig nog redelijk veilig
zijn. Maij-Weggen weet wat het is om in on
veilige steden te werken. In Brussel, waar ze
als Europarlementariër werkte, is ze twee
keer gewelddadig beroofd. „De laatste keer
was een overval waarbij de ruiten van mijn
auto werden ingeslagen en echt alles eruit
werd gehaald terwijl ik erin zat. De Brussel
se politie zei later dat ik geluk had gehad dat
ik zelf niet beschadigd was, dat ik geen mes
in mijn arm of ergens anders had gekregen."
Hanja Maij-Weggen en haar man wonen al
twintig jaar aan de Eindhovense Aquarius-
laan. Het Rotterdam van het Zuiden, noemt
ze haar stad wel eens liefkozend, vanwege
de grootstedelijke dynamiek rond de oude
Philipsf abrieken. Dynamisch, maar toch
met de Brabantse warmte. Ja, het is haar
stad, Eindhoven is 'thuis'. „En dat wil best
wat zeggen als je eerder in Apeldoorn, Am
sterdam, Amstelveen en Noord wijk hebt ge
woond."
Waarom is ze geen burgemeester van haar
stad geworden? Kwam de burgemeesters
post in Eindhoven niet op bijna hetzelfde
moment vrij als de commissariszetel in Den
Bosch? Tot in de Tweede Kamer toe werd ge
suggereerd dat beide posten in één deal zijn
verdeeld tussen CDA en WD: Eindhoven
voor de liberalen, Brabant voor de christen
democraten.
„Ik kan u melden dat ik vele keren ben ge
vraagd om burgemeester te worden, ook van
Eindhoven." Maar nee, ze heeft gezegd dat
ze niet beschikbaar is. „Mijn intuïtie zegt
me dat de stad waar je woont en waar je kin
deren zijn opgegroeid een rustpunt moet
zijn. Daar moet je niet je belangrijkste werk
zoeken."
Lucas van Houtert