PZC Arie van der Zwan vloekt in de linkse kerk Hanja Maij-Weggen wil de hoeder en moeder van Brabant zijn 25 Biografie zaterdag 4 oktober 2003 Socialisme is geen liefdadigheid De integratie van allochtonen is volledig mislukt, zei Arie van der Zwan (68) deze week voor een onderzoekscommissie van de Tweede Kamer. Tien jaar geleden had hij er al voor gewaarschuwd. „Maar ik wil niet het miskende ge nie uithangen." De integratie van 2,5 miljoen allochtonen noemt hij 'hét grote probleem van Neder land voor de komende 25 jaar'. Een visserszoon die graag vloekt in de linkse kerk. Arie van der Zwan (woonachtig in Amsterdam, vakantiewoning op Tholen): „We moeten nu toch echt eens gaan nadenken over geboorten- beperking bij allochtonen. Dat klinkt misschien hard, maar het is hoog tijd. We hebben het hier over een enorme groep die de onderklasse van de sa menleving vormtHet zijn veelal men sen zonder baan of met slecht betaald werk. Ik denk aan het stoppen van de kinderbijslag na het tweede kind. Die gezinnen worden daar zelf ook beter van. De bestedingsmogelijkheid per hoofd wordt groter en ouders krijgen meer aandacht voor hun kinderen. Nu is het nog altijd zo dat de oudste kin deren de jongsten opvoeden en dat is niet goed. Ouders moeten kinderen opvoeden, ook door zichzelf te ont wikkelen. Ze moeten ervoor zorgen dat hun kinderen het beter krijgen dan zijzelf. Ik weet het, dit soort op vattingen zijn moeilijk bespreekbaar. Maar als je wilt dat de ruim twee en een half miljoen allochtonen die hier over enkele jaren zullen wonen ook daadwerkelijk integreren, is dit de enige manier: eisen stellen; rechten maar ook plichten zoals voor ieder een. Op alle gebieden, dus ook bij scholing. Klinkt dat vreemd uit de mond van een socialist? Waarom? De kern van het socialisme is dat je niet uit bent op eigen belang, maar dat het maat schappelijk belang telt. Daar hoort prestatievermogen bijIk streef naar een rechtvaardige samenleving en daarvoor is integratie van minderhe den essentieel. Ik ken de clichés: als je arm bent, is het logisch dat je socialist bent, want dan heb je er alleen maar voordeel van. Maar als je eenmaal een goed inkomen hebt, of rijk bent, dan 1 kun je geen socialist meer zijn. Die ge dachte dateert nog uit de jaren vijftig; als je onder de ziekenfondsgrens zat was je links, als je er boven zat was je rechts. Dat is allang niet meer aan de orde, want het slaat natuurlijk ner gens op. Je kunt net zo goed voor een rechtvaardige samenleving zijn als je het beter hebt. Zou ik mezelf nu ineens moeten verloochenen, omdat ik zie welke prettige kanten er zitten aan een goed inkomen? Een overtuiging krijg je niet door je opvoeding of door je omgeving, een overtuiging komt van binnen uit. Mijn inkomen noch mijn werk verandert daar iets aan. Ik zal blijven streven naar gelijke kansen voor iedereen. Gelijke inkomens? Nou, dat principe spreekt me wel aan, maar is uiteinde lijk toch de dood in de pot. Socialisme is geen liefdadigheid. Ook in een soci alistische maatschappij moeten er prikkels zijn. Mensen moeten een sti mulans hebben om zich te ontwikke len, zich in te zetten. Dan denk ik in de eerste plaats aan het vergaren van kennis, aan je dienstbaar maken voor de samenleving, maar het kan zeker ook geld zijn, of beide. Ik geniet van mijn mooie inkomen, laat daar geen misverstand over zijn. Maar ik weet dat velen het niet zo goed hebben als ik en daar probeer ik op mijn manier verandering in te brengen. Ik verzet me tegen de enorme inkomensver schillen die er momenteel zijn. Het is ten hemel schreiend en dan heb ik het niet alleen over mensen als Moberg van Ahold. Topmanagers zijn de afge lopen j aren idiote salarissen gaan ver dienen. Ik vind het niet alleen moreel verwerpelijk, maar het is zeer schade lijk voor de samenleving. Denivelle ring van de inkomens werkt ont wrichtend vooreen maatschappij. In de jaren vijftig hebben we een nivelle ring gehad, het verschil tussen arm en rijk werd minder en dat heeft ons de- fimÊ -'yiü^r '4l Arie van der Zwan:We moeten nu toch echt eens gaan nadenken over geboortenbeperking bij allochtonen. cennia lang goed gedaan. Mensen hadden een perspectief, er was niet of nauwelijks afgunst, er was een grote saamhorigheid. De economische groei is nog nooit zó hoog geweest. Nu zie je dat het egoïsme overheersend is. Men sen stemmen ook uit egoïstische mo tieven: word ik er beter van als ik op die of die partij stem? Niet: wordt Ne derland er beter van, hebben we er met z'n allen baat bij? Het maatschap pelijk belang telt niet meer. De VS zijn tegenwoordig hét voor beeld, terwijl het voor ons altijd de Europese tradities zijn geweest. Dat betekent dat geld de leidraad is ge worden. In Europa is het gelijkheids ideaal altijd prominent aanwezig ge weest, maar in Amerika hebben ze daar nooit zoveel mee op gehad. Mid den jaren tachtig zag je dat doorschie ten en ging daar voor het eerst sinds lange tijd ook de beurs weer omhoog. Het heeft geleid tot astronomische te korten op de begroting, ook nu nog. Amerika heeft een spaartekort in plaats van een spaaroverschot en de rest van de wereld mag dat tekort be talen. Het is de houding van: zolang het met ons goed gaat, zoekt de rest het maar uit. Je wilt het niet geloven, maar in Amerika heeft de belasting verlaging alleen maar voordeel opge leverd voor de paar procent met de hoogste inkomens. Dan denk ik: het socialisme is nog al tijd broodnodig. Het is zeker geen achterhaalde gedachte, al moet je wel rekening houden met de actuele om standigheden. Zorgen voor ontplooi ingsmogelijkheden voor mensen aan de onderkant vind ik actueel. Evenals het streven naar een rechtvaardige in komensverdeling en een overheid die voor een belangrijk deel van haar burgers zorgt. Die opvattingen hebben zeggings kracht, maar die zie ik nauwelijks te rug in de politiek. Bij de PvdA heb ik nog niet gezien dat er echte keuzes zijn gemaakt voor de zaak van de soci aal-democratie. Wanneer neemt de PvdA nou eens een positie in over die overdreven inkomens van managers? Is, Wil de PvdA nog eén linkse partij zijn? Ik zie in elk geval geen enkel be staansrecht voor de PvdA als midden partij. Dan moetje de middenklasse aanspreken, terwijl die meer is geori ënteerd op rechts. Nogal wat mensen overschatten hun kans het beter te krijgen en gaan achter die stroming aan. Vooral mensen met een midden inkomen denken dat ze daar het beste af zijn, terwijl dat dus niet zo is. De paradox is dat de middeninkomens het meest profiteren van de overheid en dus van partijen die een sterke rol van de overheid bepleiten, zoals in derdaad de PvdA. Bij politie en defen sie is het niet te meten, maar kijk eens naar onderwijs, gezondheidszorg, verkeer en vervoer. Het overgrote deel van die budgetten komt ten goede aan mensen met een middeninkomen. Op die basis moet de PvdA zich tot de middengroepen richten. Wat voor anderen het geloof is, is voor mij de politiek. Het is een punt waar je steeds naar terugkeert, een innerlijke zekerheid. Ik ben van een generatie waarvoor politiek van een andere or de is dan voor de huidige generatie. Ik ker, ik heb daar begin jaren negentig voor gewaarschuwd, maar ik wil hier niet het miskende genie uithangen. Bij de eerste generatie heeft men ge dacht: 'Laten we die mensen nou maar met rust laten, niet moeilijk doen over onderwijs en integratie, we zetten in op de tweede generatie en dan komt het voor elkaar. Niet dus. Het is een gesloten en weinig ontwikkelde ge meenschap. Ik wil de boel niet scheef trekken, er is ook een allochtone mid denklasse die zich wel ontplooitmaar dat is hooguit eenderde. Kijkje naar de grote steden, dan blijft de economi sche groei daar achter. Zeker in Rot terdam. Veel investeerders mijden die stad, omdat ruwweg de helft van de inwoners ongeschoold is. Dat is niet gunstig voor de arbeidsmarkt. Inte gratie, in dit geval mislukte integra tie, werkt op een heleboel terreinen door. Als je als overheid geen eisen zie het ook bij mijn drie kinderen. Ze hangen het rechtvaardigheidsidee nog wel aan, maar de politiek spreekt ze niet zo aan. Dat vind ik een groot verlies. Mijn generatie verwachtte dat we naar een betere maatschappij zou den gaan, met een veel idealistischer inslag. Ik kan me ook geen leven zon der politieke overtuiging voorstellen. Dat is een maatschappelijke maar ook een levensbeschouwelijke keuze, want het bepaalt hoeje naar de dingen kijkt. Zal dat ooit weer terugkeren, dat vertrouwen in de politiek? We zijn zo cynisch tegenwoordig. Het lijkt op de jaren dertig. Ik vraag me wel eens af of er, net als destijds de Tweede We reldoorlog, een nieuwe catastrofe no dig is om mensen het besef bij te bren gen dat politiek zich niet verdraagt met cynisme. Ik vind het een taak voor de PvdA om het idealisme levend te houden. Daar mee kun je mensen aanspreken. Ik weet het, belangen spelen ook een rol in de politiek, maar het slaat momen teel door naar de andere kant. Is de politieke wil er eigenlijk wel om het integratieprobleem nu wél aan te pakken. Begin jaren negentig was die er niet en we hebben gezien waar dat toe heeft geleid: het is misgegaan. Ze- stelt waar minimaal aan voldaan moet worden, neem je die mensen niet serieus. Dan geef je te kennen dat je geen verwachtingen van ze hebt en veroordeel je ze tot achterblijven. Ondertussen is de omvang van de ach terblijvers en van hun achterstand groot. Onder meer door gezinshereni ging en partnerkeuze is het aantal van 75.000 in 1972 gegroeid tot ruim een half miljoen midden jaren negentig. In 2020 zullen er 2,6 miljoen mensen van niet-westerse origine in Neder land wonen. Hoe integreren die men sen? Dat wordt de komende 25 jaar hét grote interne probleem van Neder land. Dan is het toch niet zo gek om voor geboortenbeperking te pleiten? Kijk naar de provincie Brabant in de jaren vijftig. Dat was de armste pro vincie, omdat er voornamelijk grote gezinnen leefden. Sinds daar een eind aan is gekomen, is het met Brabant al maar beter gegaan. Nu is het zelfs een 'booming province', bedrijven staan te popelen om zich er te vestigen. Het CDA zal het vermoedelijk niet willen, maar het is nu tijd voor politieke moed. Nee, nee, ik bedoel niet dat er mensen als Nawijn moeten opstaan. Hij trad op als een blind paard. Bo vendien was er toen net een electorale foto's Harmen de Jong/GPD ontploffing geweest, waardoor ieder één op die positie de dingen had kun nen roepen die hij riep. Daar was toen geen enkele politieke moed meer voor nodig. Het derde kabinet-Lubbers en het eerste kabinet-Kok hebben de kans gehad die je misschien eens in de twin tig jaar krijgt. Het kon economisch niet op, zelfs mensen die altijd als on- bemiddelbaar waren beschouwd, vonden werk. Dat is het klimaat waarin allochtonen perfect hadden kunnen integreren. Ik vraag me nog steeds af waarom Kok, in zijn positie, daar niets aan heeft gedaan. Ik weet het antwoord niet, maar het lijkt of hij er geen enkele affiniteit mee had Ik denk niet dat het de angst is geweest om in de eigen gelederen voor racist te worden uitgemaakt. Eerder onver schilligheid: zolang we er niet echt last van hebben.. Maar die last komt later wél. Als Kok de problemen van de integratie had aangekaart was er volgens mij een zucht van verlichting door Nederland gegaan. Nu spreekt een zeer groot deel van de allochtonen nog niet eens Neder lands, zelfs bij de tweede en derde ge neratie. Er is vrij recent een onder zoek geweest dat weinig aandacht heeft gehad, maar waarbij 15-jarigen uit alle OECD-landen zijn getest op taal en wiskunde. Nederland scoorde daar lang niet slecht, maar uitge splitst naar allochtonen bleek dat zij slecht scoorde. Twintig procent van de Turkse en Marokkaanse leerlingen voldeden niet aan de minimumeisen. Dat is een ernstige handicap, want het houdt je af van het vergaren van ver dere kennis en inzicht. Bovendien be heerst deze generatie de taal van hun voorouders niet meer, dus ook via die weg kunnen ze de achterstand niet in halen. Het gevolg is dat ook deze gene ratie ongeschoold werk krijgt of hele maal geen werk en een nieuwe, grote onderklasse zal worden. Ik verwacht dat Wouter Bos, mede ge dwongen door de omstandigheden, minder risicomijdend gedrag zal ver tonen als het om integratie gaat. Ook al is dat voor de PvdA vloeken in de kerk. Ik ben dat gewend, ik doe niet anders. Ik heb altijd de positie ingeno men van een redelijke vrijmoedig heid, heb me altijd onafhankelijk op gesteld. Ik moet er niet aan denken dat ik in een gekozen positie had gezeten. Dat had niet lang geduurd, want dan kun je niet meer zeggen wat je vind. Ik „Ik wil niet het miskende genie uit hangen." Geboren: 1935 in Scheveningen. Getrouwd, drie kinderen. 1959: Afgestudeerd als econoom aan de Erasmus-universiteit in Rotter dam. 1965: Lid van Nieuw Links, een ver nieuwingsbeweging in de PvdA. 1967: Gepromoveerd als bedrijfseco noom. 1972: Hoogleraar bedrijfseconomie. 1981: Publiceert rapport waarin hij het 'oneigenlijk gebruik van de WAO' signaleert. 1988-1989: Vice-voorzitter hoofddi rectie Vendex. 1994: Publiceert, met prof. Entzinger, rapport waarin hij waarschuwt voor het mislukken van de integratie van minderheden en pleit voor een inbur geringscontract. 2003: Publicatie boek 'De uitdaging van het populisme'. Heden: Onafhankelijk adviseur. ben ook niet primair trouw aan een partij, ik ben een lid geweest van de PvdA. Ik ben trouw aan mijn socialis tische overtuiging. Dat is mijn lotsbe stemming. Toen ik in de directie van Vendex zitting nam, meenden veel mensen dat ik rechts was geworden. Als je de lijst van mijn functies in het bedrijfsleven bekijkt, dan moet ik wel héél rechts zijn geworden, hè. Ik vind dat je de wereld moet leren kennen, moet onderzoeken. Een mens heeft mogelijkheden in het leven en die moet je benutten. Ik sluit me niet op in één milieu, maar wel in één op vatting. Het uitoefenen van een be roep heeft mijn leven altijd verrijkt, mijn inzichten verdiept, maar dat wil niet zeggen dat ik daarvoor mijn op vattingen heb afgezworen. Terwille van zo'n baan? De aanvallen op mijn ideeën, de afgunst van mensen die vinden dat ik het als socialist financi eel niet goed mag hebben, die hebben mij nooit aangesproken. Een zeker ge loof in jezelf moet je hebben. Zolang ik maar weet dat ik mezelf trouw ben gebleven, is het goed. Het is niet gebruikelijk, veel kinderen uit een arbeidersgezin die maatschap pelijk zijn opgeklommen willen niets meer met dat verleden te maken heb ben. Ze schamen zich er voor. Ik niet. Ik kom uit een vissersfamilie. Uit Scheveningen. Daar zal het niemand verbazen als je Van der Zwan heet, en dan ook nog eens Arie. Mijn vader was visboer. Wij waren thuis rrjet zes kin deren. Wij zij niet rijk opgevoed, inte gendeel. Het was geen ontwikkeld gezin, maar toch werd er gelezen, bij voorbeeld het linkse Vrij Nederland. Het is opmerkelijk dat alle zes kinde ren linkse opvattingen hebben en op linkse partijen stemmen, terwijl we niet socialistisch zijn opgevoed. Mijn ouders hebben wel altijd duidelijk ge maakt hoe belangrijk sociale recht vaardigheid is. Dat heb ik ook altijd willen uitdragen. Van jongst af aan ei genlijk. Die overtuiging is het belang rijkste houvast in mijn leven. Op de middelbare school, hbs, was ik al veel met politiek bezig, op de universiteit in Rotterdam heb ik met enkele ande ren de ter ziele gegane studentenver eniging Politeia nieuw leven ingebla zen. Dat was dé socialistische studentenvereniging in Nederland. Maar ik was tegelijk lid van het stu dentencorps en dat was in die tijd nog al ongebruikelijk als je uit een arbei dersmilieu kwam. Goed beschouwd ben ik mijn hele leven een non-confor mist geweest." Dick Hofland Ze is een protestant uit het hoge noorden, neergestreken in het katholieke zuiden. En heeft de reputatie kil en koel te zijn. Toch is Hanja Maij-Weggen (59) deze week geïn stalleerd als commissaris van de koningin in het 'warme' Brabant. Haar Brabant. Wil Hanja Maij-Weggen als commissaris van de koningin een moeder zijn voor alle Brabanders? De vraag is bijna een provoca tie. Het beeld dat Hanja Maij-Weggen met zich meedraagt is allesbehalve dat van een moeder. De beschrijvingen liegen er niet om: ijzervreetster, de Nederlandse Thatcher, hard, kil en koel. Als minister van Verkeer en Waterstaat, begin jaren negentig, waren haar sneren naar Kamerleden berucht. In Brussel en Straatsburg maakte ze als Euro parlementariër links en rechts vijanden. Het laatste vernietigende portret kwam een week geleden van dagblad De Telegraaf. Dat had stad en land afgezocht naar oud collega's die een vriendelijk woordje over Maij-Weggen wilden spreken. Maar -meldt de krant- niemand was daartoe bereid. .,Ik heb geleerd me daar niet te veel van aan te trekken", klinkt het in de fraai ingerichte kamer van het provinciehuis in Den Bosch. ..Ik heb weieens het idee dat men oude stuk ken overschrijft. In mijn directe omgeving kom ik zo in elk geval niet over." Ze is, vindt ze zelf, gewoon een harde debater. Ze heeft in haar Haagse en Brusselse jaren hoe dan ook geen warme reputatie opge bouwd. Nu moet uitgerekend zij commissa ris van de koningin zijn, de figuur die bin nenskamers soepel compromissen smeedt en naar buiten toe herkenbaar is als hoeder van Brabant. „De moederfiguur, zeker in een Brabants gezin, is iemand die heel zorgzaam is voor haar kinderen. En dat is ook mijn intentie als commissaris. Ik ben zelf moeder van twee prachtige dochters en heb net de twee de bruiloft achter de rug. Het eerste klein kind is op komst. In die zin ben ik ook in mijn privéleven op het ogenblik de moeder rol aan het herbeleven. Als ik die rol ook over kan brengen op mijn commissaris schap, dan zal ik dat met twee handen aan pakken." Dat de overgang van parlementariër naar commissaris een kleine metamorfose vergt, daarvan is ze zich bewust. De tong zal wat minder scherp worden. „De scherpe debat techniek is niet meer nodig. De politicus wordt nu bestuurder." Ze wil zorgzaam zijn en dat uitstralen. Niet alleen voor de Brabanders, ook voor -wat meer abstract- de provincie. Want als je Brabant als een kind zou zien, glimlacht de commissaris, zou je zeggen: het zit in een lastige periode. „We krijgen behoorlijke klappen mee van de economische crisis. We hebben een hele moeilijke periode achter de rug met de landbouw. Als je alleen al die problemen bekijkt, is er nogal wat zorg zaamheid voor Brabant nodig. Maij-Weggens voorganger, Frank Houben, was een man met een missie: stop de verste ning, houd Brabant bij alle economische groei groen en rustiek. Hij kende, hoewel uit een echte regentenfamilie, het Brabantse platteland als geen ander, droeg een verle den met zich mee als burgemeester van Luyksgestel en Etten-Leur. Maij-Weggen, geboren in Emmen, is niet zo iemand van het Brabantse zand. Ze is welis waar opgegroeid op het platteland, maar maakte carrière in de stad, in Brussel, Straatsburg en Den Haag. Toch heeft ze de zelfde missie als haar voorganger, zegt ze: „Ik heb in mijn politieke werk altijd veel aandacht gehad voor het milieu, voor land schap en voor de dierenwereld. Duurzaam heid staat bij mij op één." Ze heeft haar prioriteitenlijst al klaar. Maar Hanja Maij-Weggen wie net zo'n stortvloed aan ideeën verwacht als toen ze minister van Verkeer en Water staat werd, komt bedrogen uit. Destijds lan ceerde ze plannen, soms niet meer dan proefballonnen, voor carpoolstroken, krant je-croissantje in de trein, snelheidsbe grenzers en tolpleinen. „Het waren plannen die al circuleerden op het ministerie, ze ko men niet op mijn conto", zegt ze. Nu is het lijstje wat bedaarder. Het midden- en klein bedrijf moet een steun in de rug krijgen, vindt de commissaris. Brabant, in het bij zonder Zuid-Oost-Brabant, profiteert al tijd extra van economisch hoogtij, maar krijgt ook dubbele klappen in tijden van te genspoed. Maij-Weggen wil de procedures voor vergunningen stroomlijnen, zodat ze geen rem vormen op het herstel van de eco nomie. De beide Brabantse universiteiten zouden betrokken moeten worden bij een innovatieplatvorm. Uiteraard moet de re constructie van de landbouw op volle kracht worden doorgezet. Er is nog iets dat ze kwijt wil: dat de Bra bantse steden gelukkig nog redelijk veilig zijn. Maij-Weggen weet wat het is om in on veilige steden te werken. In Brussel, waar ze als Europarlementariër werkte, is ze twee keer gewelddadig beroofd. „De laatste keer was een overval waarbij de ruiten van mijn auto werden ingeslagen en echt alles eruit werd gehaald terwijl ik erin zat. De Brussel se politie zei later dat ik geluk had gehad dat ik zelf niet beschadigd was, dat ik geen mes in mijn arm of ergens anders had gekregen." Hanja Maij-Weggen en haar man wonen al twintig jaar aan de Eindhovense Aquarius- laan. Het Rotterdam van het Zuiden, noemt ze haar stad wel eens liefkozend, vanwege de grootstedelijke dynamiek rond de oude Philipsf abrieken. Dynamisch, maar toch met de Brabantse warmte. Ja, het is haar stad, Eindhoven is 'thuis'. „En dat wil best wat zeggen als je eerder in Apeldoorn, Am sterdam, Amstelveen en Noord wijk hebt ge woond." Waarom is ze geen burgemeester van haar stad geworden? Kwam de burgemeesters post in Eindhoven niet op bijna hetzelfde moment vrij als de commissariszetel in Den Bosch? Tot in de Tweede Kamer toe werd ge suggereerd dat beide posten in één deal zijn verdeeld tussen CDA en WD: Eindhoven voor de liberalen, Brabant voor de christen democraten. „Ik kan u melden dat ik vele keren ben ge vraagd om burgemeester te worden, ook van Eindhoven." Maar nee, ze heeft gezegd dat ze niet beschikbaar is. „Mijn intuïtie zegt me dat de stad waar je woont en waar je kin deren zijn opgegroeid een rustpunt moet zijn. Daar moet je niet je belangrijkste werk zoeken." Lucas van Houtert

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 47