PZC
Een ziekelijk en
humeurig genie
Een wandelende encyclopedie over de Renaissance
25
Essays over
Descartes
Historische roman
van Sarah Dunant
Nieuwe roman
van Arthur Japin
donderdag 2 oktober 2003
Fantast
Trendsetter
Behoeftigheid
Veel dapperder
Lange zwangerschap
TT en schitterend gebrek,
J de nieuwe historische
roman van Arthur Japin over
het eerste liefje van Casano
va, is een juweel van een
boek geworden.
„Ga door, ga door", zegt Ar
thur Japin als hij de compli
menten van de interviewer in
ontvangst neemt voor zijn
nieuwe historische roman.
Nog maar eens dan: 'Een
schitterend gebrek' is een
schitterend boek. „Dank u,
dank u", glundert de schrij
ver.
De succesvolle Japin zit te
vreden te wezen op de zol
derverdieping van zijn monu
mentale pand in hartje Utrecht.
De onder het gebinte op maat
gemaakte boekenkasten tellen
vele fraaie banden. Alle hoge
kamers in het huis bevatten lou
ter antieke meubels, waaronder
een schrijfstoel waarvan er
maar twee op de wereld be
staan, de ene van Haile Selassi,
de andere van Arthur Japin.
Mooie man, mooie omgeving.
Dat moet bijna wel mooie boe
ken met mooie taal opleveren.
Na De zwarte met het witte hart
is Een schitterend gebrek de
tweede grote historische roman
van Japin. In het boek vertelt
Lucia haar dramatische levens
verhaal. Hoe zij als dorpsmeisje
in Italië verliefd wordt op Casa
nova en hij op haar, hoe ze plan
nen maken om te trouwen, hoe
zij besmet en mismaakt raakt
door de pokken, hoe zij besluit
haar liefde voor Casanova op te
offeren aan zijn carrière in de
diplomatie en, tenslotte, hoe zij
hem na omzwervingen door Eu
ropa opnieuw ontmoet in Am
sterdam waar zij in de prostitu
tie is beland.
Mooi thema voor een roman,
maar kloppen de feiten? In grote
lijnen wel, legt Japin uit. In zijn
memoires maakt Casanova er
kort melding van. „Dat wekte
mijn nieuwsgierigheid. Ik was
verbaasd dat niemand ooit iets
gedaan heeft met het onder
werp. Ik heb het uitgediept en er
een hoorspel over geschreven.
Daarna is het verhaal verder ge
rijpt in mijn hoofd tot het boek
dat nu is verschenen.
Historisch onderzoek heeft
Japin ook gedaan om meer te
weten te komen over Lucia. Hij
speurde onder meer in registers
van Amsterdamse hoeren en in
lijsten van prostituees die in de
achttiende eeuw gevangen za
ten in het spinhuis. Maar be
langrijker: hij vroeg zich af
waarom zij haar liefde voor Ca
sanova opgaf, hoe haar leven
verder ging en hoe zij in Amster
dam terechtkwam. „Via dat
soort vragen bouw je langzaam
een beeld op van zo'n vrouw en
ineens krijgt zij dan ook een
stem."
Voorzover er feiten zijn, heeft
hij ze gebruikt, maar eigenlijk
kan het hem weinig schelen of ze
kloppen of niet. „De memoires
foto Klaas Koppe/GPD
Arthur Japin: „Ik kan mijn fantasie heel makkelijk voor waarheid aannemen."
Casanova heeft de
liefde nooit gevonden
van Casanova zijn op zich al
heel warrig. Dat is goed, want zo
werkt de herinnering."
Japin gaf zijn boek als motto een
citaat mee van Casanova, die
zegt dat de verbeelding werke
lijkheid kan worden. „Uit De
zwarte met het witte hart kan ik
veel voorbeelden geven van din
gen die ik bedacht heb en die la
ter waar bleken te zijn. Daar
krijg je kippenvel van. Je zit zo
diep in de materie, dat je ge
dachten over wat er gebeurd zou
kunnen zijn, vaak juist blijken
te zijn. Je zit er wel eens naast,
maar dat geeft niet, zolang je
maar trouw bent aan je roman
personage."
Of hij de feiten soms ook naar
zijn hand zet omwille van het
verhaal? Japin: „Natuurlijk. Ik
ben een fantast, geen geschied
schrijver. Maar ik word wel ge
stuurd door mijn nieuwsgierig
heid naar gebeurtenissen uit de
geschiedenis. Schrijven is ei
genlijk alleen maar nieuwsgie
righeid. Het skelet van Lucia is
wel degelijk een echt persoon
geweest. Ik heb het aangevuld
met de klei van mijn fantasie.
Zolang je liefde voelt voor de fi
guur, zul je daarin nooit te ver
gaan."
Japin (1956) zegt sowieso een
broertje dood te hebben aan de
waarheid. Hij vertelt dat hij
werd geboren in een geweldda
dig gezin in Haarlem. Op school
werd hij gepest en mishandeld
omdat hij mismaakt zou zijn.
„Dat was niet zo, maar als ande
ren het maar vaak genoeg her
halen, ga je het zelf ook
denken." Dat is een van zijn
boodschappen in Een schitte
rend gebrek: dat mensen zich
zelf te veel zien door de ogen van
anderen.
Vanwege de gewelddadigheid
thuis en op school trok hij zich
terug op zolder. Met zijn speel
tjes en zijn spulletjes maakte hij
zijn eigen verhaal. Ongeveer zo
als nu, op deze boekenzolder in
Utrecht. Later werd hij acteur,
maar schrijven beviel hem be
ter. „Ik kan mijn fantasie heel
makkelijk voor waarheid aan
nemen."
In zijn boek wordt de mismaak
te Lucia in Amsterdam be
schimpt en verguisd. Alleen
door een voile te dragen kan zij
er overleven. Japin wijdt een in
teressante - en actuele! - passa
ge in zijn boek aan de tolerantie
in Nederland, die volgens hem
een verkapte vorm van onder
drukking is. Diezelfde toleran
tie die wellicht reden is van het
beeld dat wij tot op de dag van
vandaag hebben van Casanova
als de grootste vrouwenversier
der uit de geschiedenis van de
mensheid.
Japin: „Eigenlijk valt het ont
zettend mee. Honderdtwintig
vrouwen heeft hij gehad. Naar
moderne maatstaven is dat niet
eens zoveel. De achttiende eeuw
was een seksueel vrije periode,
daarna is het allemaal veel be-
dekter geworden. Casanova
speelt natuurlijk zelf met zijn
reputatie als gesoigneerde, wel
bespraakte vrouwenverove
raar, maar daarnaast is hij in de
Verlichting een van de grotere
en leukere denkers. Zijn genie
was zijn brutaliteit. Mensen
vragen erom bedonderd te wor
den, zei hij, en dat deed hij
graag."
Grappig is dat Casanova ervan
overtuigd is dat hij maar één
fout heeft gemaakt in zijn leven,
namelijk dat hij Lucia - in te
genstelling tot al die andere
vrouwen - haar maagdelijkheid
heeft laten behouden. „Had hij
haar maar genomen, denkt hij
dan was alles heel anders gelo
pen." Een typische mannenre-
denering, vindt Japin, die in Ca
sanova de vertolker van de ratio
ziet, terwijl Lucia het gevoel een
stem geeft.
„Ik heb altijd gedacht dat de
Verlichting het slechtste is ge
weest wat de mensheid is over
komen", zegt Japin. „Men is
gaan denken, alles werd ratio
neel. Doordat alles beredeneerd
moest worden, verdween het ge
voel naar de achtergrond. Lucia
komt tot de conclusie dat ratio
en gevoel moeten samengaan.
Na het schrijven van dit boek
sta ik milder tegenover het ver
stand dan eerst. Je hebt de ratio
nodig om te begrijpen wat de ge
voelens met je doen."
Logisch dat Japin qua bele
vingswereld dichter bij Lucia
staat dan bij Casanova. „Door
de jeugd die ik heb gehad ligt
mijn identificatie altijd bij de
eenling die zijn positie moet be
palen in de wereld. Dat zit in al
mijn boeken. Een bewuste keu
ze is dat niet. Ik word persoon
lijk geraakt door figuren als Lu
cia omdat ik hun leven in het
mijne herken."
In enigszins verheven taal - zelfs
bij pittige vrijscènes is hij nooit
plat - geeft Japin wijze liefdes-
lessen in Een schitterend ge
brek. Zo komt Lucia tot het be
sef dat het in de liefde beter is te
geven dan te nemen.
Japin: „Het is het geheim van de
liefde dat ik daar verklap. Dat
heb ik zelf in mijn leven zo erva
ren. Veel mensen wachten af.
Wanneer zal iemand mij lief
hebben, vragen ze zich af. Ter
wijl liefde is als het omdraaien
van het lichtknopje, zo simpel.
De liefde komt als je beseft dat
het om geven draait. Casanova
heeft de liefde nooit gevonden
omdat hij iemand was die lief
had. Lucia was degene die liefde
gaf."
Peter van Vlerken
'Een schitterend gebrek', roman van
Arthur Japin. Uitgave: De Arbei
derspers. 241 blz. Prijs: €.17,95.
Met René Descartes (1596-
1650) begint de moderne
tijd. Die zin is talloze malen ge
schreven, maar ook talloze ma
len verkeerd begrepen. Gewend
als wij zijn te zeggen dat Ein
stein de relativiteitstheorie
heeft uitgevonden, zoals Bell de
telefoon en Edison de gloei
lamp, lijkt het er soms op dat
Descartes de moderne wereld
heeft ontworpen. Voor- en te
genstanders van het moderne
technische denken zien in de
Franse filosoof, natuur- en wis
kundige, dan ook zo'n beetje de
verpersoonlijking van dat
wetenschappelijke denken en
houden hem persoonlij k verant
woordelijk voor alle veelgepre
zen zegeningen en vervloekte
nadelen die dat denken heeft ge
bracht.
In werkelijkheid was René Des
cartes in de eerste plaats een
kind van zijn tijd en stond hij er
middenin. Hij was ziekelijk en
humeurig, maar ook een geniaal
mens die ons op een nieuwe ma
nier leerde denken. Dat zou niet
gebeurd zijn als de Nieuwe Tijd
niet al in de lucht had gezeten.
Descartes wilde dat de mensen
zelfstandig, louter redenerend
met het verstand en zonder tus
senkomst van welke autoritei
ten dan ook op onderzoek uit
gingen. Als de mens een
denkend wezen is, dan moet hij
ook op dat denken vertrouwen,
was zijn devies.
Descartes is zo degene die de
mens de methode leerde om de
Middeleeuwen van zich af te
schudden. Zijn beroemde uit
spraak 'cogito ergo sum', ik
denk dus ik ben, is revolutio
nair. Pas veel later is de uit
spraak onder vuur komen te lig
gen van critici die meenden dat
de mens meer is dan verstand al
leen. In onze tijd is Descartes
vooral verweten dat hij lichaam
en geest heeft gescheiden en ons
de natuur als een levenloos ding
heeft leren zien. Spinoza (1632-
1677) verwijt dat Descartes ove
rigens al. In het net verschenen
Het gelijk van Spinoza onder
steunt de neurobioloog Antonio
Damasio Spinoza met modern
bewij smateriaal
Hoe het ook zij, Descartes was
een trendsetter. Als je het werk
en de gedachten van deze man
wilt waarderen, moet je ook de
historische omstandigheden
kennen waaronder die tot stand
kwamen. Al sinds vijf jaar geldt
de biografie van de Franse ken
ner van de wijsbegeerte van de
zestiende en zeventiende eeuw,
Geneviève Rodis-Lewis, als de
beste tot nu toe verschenen. Het
boek is onlangs in Nederlandse
vertaling verschenen, prachtig
uitgeven en zeer informatief.
Rodis-Lewis beschrijft zijn
jeugd in Vannes, volgt hem op de
voet als hij naar Breda komt
waar de wiskundige, rationele
denktrant van prins Maurits de
krijgskunde beheerst. Descar
tes zal lange tijd, het grootste
deel van zijn werkzame leven in
feite, in Nederland blijven en er
zijn belangrijkste werken
schrijven.
De Nederlanden vormen zijn
geestelijke bakermat, Descartes
ontwikkelt er zijn wetenschap
pelijke methode. Tegelijk voelt
hij er zich thuis, niet in de laat
ste plaats omdat de huizen er
behaaglijk warm gestookt kun
nen worden, want Descartes
mocht in theorie de geest dan
wel geheel onafhankelijk van
het lichaam gemaakt hebben, in
de praktijk had zijn lichaam
veel comfort nodig. Met andere
woorden, in de praktijk heerste
Descartes' geest helemaal niet
superieur over de materie.
Misschien heeft Descartes zelf
dan ook lang zo modern niet ge
dacht als wij, die onszelf graag
als heer en meester van schep
ping zien, meent Angela Root
haan, een Nederlandse filosoof
uit Amsterdam; in zijn werk kun
je nog wel iets terug vinden van
zijn behoeftigheid. Descartes
mag dan wel de toon gezet heb
ben van de zichzelf superieur
wanende wetenschap en van de
moderne westerse beschaving
voor wie de natuur een ge
bruiksartikel is geworden, een
maakbaar ding, in de praktijk
van zijn eigen leven bleef daar
weinig van over. Descartes als
boegbeeld van de veelgeprezen
en verfoeide moderniteit was
ook maar een afhankelijk mens
met een kwetsbaar lichaam - en
dat wist hij, betoogt Roothaan.
Het artikel van Roothaan is te
vinden in een al wat langer gele
den verschenen bundel essays
die alle gaan over het onvermo
gen van de hedendaagse cultuur
zich onder de erfenis van Des
cartes uit te worstelen. De bun
del heeft de mooie titel Het ei
gen gewicht van de dingen
meegekregen. Want dat is waar
het in deze milieufilosofische
beschouwingen omdraait: hoe
vinden we weer de weg terug
naar een wereldbeeld waarin
dieren, planten en landschap
pen van zichzelf waardevol zijn
en niet alleen als object van we
tenschap en techniek. Dat dit
een zware opgave is, schetst on
der anderen. Koo van der Wal;
tenslotte komt hij toch uit bij
een denkwijze die al het leven,
en niet alleen dat van de mens,
als vertrekpunt neemt. Stimule
rende bijdragen verder van
Maarten Coolen en René Mun-
nik.
Veel van de essayisten (die jaren
lang met elkaar in gesprek wa
ren voordat de bundel ontstond)
zijn van mening dat er een nieu
we weg ingeslagen dient te wor
den. De weg van het zogeheten
postmodernisme loopt dood,
vinden zijin een eindeloos rela
tivisme dat de mens net zo cen
traal blijft stellen als de uitwer
king van Descartes' filosofie
deed. Het is jammer dat deze mi
lieufilosofische opstellen zo
academisch zijn geschreven,
want er valt toch veel van op te
steken. Wie tegen een stootje
kan en geïnteresseerd is in de
vraag hoe het verder moet met
deze wereld, waar de natuur
steeds meer op een armzalig
park begint te lijken, moest het
toch maar proberen te lezen.
Geneviève Rodis-Lewis: 'Descartes.
Biografie'. Uitgever: Klement-
/Pelckmans. Prijs: €38,50
Maarten Coolen en Koo van der Wal
(red.): 'Het eigen gewicht van de din
gen'. Uitgever: Damon. Prijs:
€16,90
Sarah Dunant: „Florence is veel betrouwbaarder
dan mannen." foto Bas Beentjes/GPD
Biefstuk had ze besteld, toen er in een
Florentijns restaurantje een einde
kwam aan haar gepassioneerde affaire. „Ik
weet niet wat bloediger was. De relatie of
het vlees." De Britse thrillerschrijfster Sa
rah Dunant (1950) bleef alleen achter in
Florence, kocht er een appartement en vond
er de inspiratie voor haar eerste historische
roman, De geboorte van Venus. Wraak!
Ze komt binnengezeild in een kimono van
witte voile. Gekocht in Australië, lacht ze,
op één van haar reizen, en misschien iets te
wuft voor dagelijkse dracht maar zónde om
in de kast te laten hangen. Reizen. Als het
aan Sarah Dunant ligt, is ze zo min mogelijk
in Londen. Het is dat ze moeder is, en dat
haar dochters van twaalf en vijftien er wo
nen en naar school gaan.
Sarah Dunant is gelauwerd thrillerschrijf
ster, journaliste, televisiepresentatrice en
sinds enkele jaren 'wandelende encyclope
die' van Florence. En dan met name, straalt
ze, van het Florence uit de Renaissance. Het
is het tijdsvak waarvan ze in de ban raakte
toen ze een appartementje kocht in de stad.
„Mijn ontdekking van de Renaissance was
als een ketting van madeliefjes, de ene
openbaring leidde tot de andere. Mijn god,
de creativiteitHet culturele levenHet in
tellect!"
Straks gaat ze voor een promotiebezoek
naar de Verenigde Staten, ze fantaseert er
stiekem wel eens over hoe ze dan daar haar
Amerikaanse ex tegen het lijf loopt met wie
ze in Florence zo dramatisch brak. Ze liet
hem zitten boven die biefstuk na die laatste
ruzie, wankelde naar buiten, overzag het
plein in de Florentijnse binnenstad en be
sefte: „En tóch voel ik me hier fijn." Het was
het moment dat ze besloot haar leven radi
caal om te gooien en in Florence te blijven,
parttime althans, omdat ze de zorg over
haar dochters deelt met hun vader in Lon
den. Ze kreeg de stad in haar schoot gewor
pen, en met de stad haar boek. „Die lunch
was één van die krankzinnige spelingen van
het lot en ik zou mijn ex best onder zijn neus
willen wrijven dat er toch iets goeds uit is
voortgekomen. Lekker. Wraak!"
Op haar 22ste was ze voor het eerst in Flo
rence. Maar dat was het Florence van de zo
mer, van de toeristen. Later had ze er vrien
den wonen en leerde ze de stad ook in de
winter kennen. De eerste weken dat ze al
leen in haar appartement zat, dwaalde ze
door de straten, raakte vaak hopeloos ver
dwaald. Ze las alle historische boeken waar
ze de hand op kon leggen, want, vindt ze, om
in een stad te wonen moet je die ook willen
leren kennen. „Het is zo opwindend om een
andere stad te ontdekken.
De aanzet voor De geboorte van Venus was
het eerste bezoek aan Florence van haar
dochters. Haar jongste, toen negen, liet zich
nog wel meeslepen langs alle Renaissance
kunst die Dunant zelf nu ook pas echt begon
te ontdekken. Maar haar dochter van der
tien, één brok puberverzet, verkondigde:
„Mam, ik doe niet aan cultuur. Ik winkel."
Uit die combinatie van zwelgen in de kunst
en wat Dunant de fuck-you-ness van haar
oudste noemt, haar bekijk-het-maar hou
ding, werd hoofdpersoon Alessandra gebo
ren, de tegendraadse veertienjarige dochter
van een rijke stoffenhandelaar die opgroeit
in het overdadige, bloeiende Florence van
de Medici's, die in het geheim haar schilder
talent ontwikkelt, wordt uitgehuwelijkt, el
ders liefde vindt maar eindigt in een kloos
ter.
Wat ze had gemist in alle literatuur over
Florence, zegt Dunant, waren vrouwen.
„Maar dit boek is geen poging om een femi
nistisch beeld van de Renaissance te schet
sen. Vrouwen wérden nou eenmaal geen be
roemde schilders, al betekent dat niet dat er
geen jonge, getalenteerde, levendige meis
jes waren." Wat ze door de ogen van Ales
sandra wilde beschrijven was de opwinding
van die tijd, met alle culturele rijkdom die
afkalfde toen Lorenzo de Medici in 1492
stierf en het machtsvacuüm werd opgevuld
door de Dominicaner hervormer Savonaro
la. Vier jaar lang voerde hij een schrikbe
wind en trok ten strijde tegen het 'zedelijk
verval' tot hij in 1498 zelf als ketter werd
verbrand. Dunants ogen glanzen: „Nu is het
geschiedenis. Maar moet je je indenken hoe
het moet zijn geweest voor de mensen die
toen leefden. Om dat allemaal mee te ma
ken. Ik wilde een boek schrijven dat dat ge
voel zou oproepen."
Zes maanden pleegde Dunant research,
waarvoor ze alle kerken afliep in de oude
stadsarchieven dook en Savonarola's pre
ken las. Haar grote probleem bij het schrij
ven was de opgedane kennis over kunst en
gedachtengoed van de Renaissance niet te
veel te etaleren. „Toen mijn redacteur de
eerste versie gelezen had, zei ze: 'Interessant
hoor Sarah, al die Grote Ideeën. Maar aten
die mensen ook wel eens?' Waarop ik onmid
dellijk tegen haar leegliep, want ik wist het
wel allemaal, over de banketten, de geroos
terde pauwentongetjes. 'Nou, schrijf dat
dan op', zei mijn redacteur. 'Jouw boek be
slaat acht jaar en niemand krijgt ook maar
één hap te eten'."
Onder de nieuwe theocratische heerser wer
den vrouwen eerst uit de kerk, en later ook
van de straat verdreven. Dunant was op
driekwart van haar boek toen de aanslagen
van 11 september 2001 plaatsvonden. „Ik
werd er met mijn neus op gedrukt hoe de
vrouwen in Afghanistan waren behandeld
en er waren een hoop raakvlakken met het
Florence van Savonarola, waar vrouwen
ook werden onderdrukt, waar de doodstraf
stond op homoseksualiteit, waar zelfs dan
sen verboden werd. Ik heb het niet willen
benadrukken in mijn boek, maar je kunt het
erin lezen als je wilt. Het is de klassieke con
frontatie tussen liberalisme en fundamen
talisme. Maar ik wilde er geen 'ongelukkig'
boek van maken. Vrouwen zijn, zoals ook
Alessandra, altijd heel vindingrijk geweest
om binnen de beperkingen het beste van
hun leven te maken."
Omdat vrouwen in de Renaissance-litera-
tuur ontbraken, had ze geen enkel voor
beeld hoe Alessandra, haar moeder, haar
zus, haar slavin Erila moeten hebben ge
sproken. „Daar ben ik nog wel even van in
paniek geweest, ik dacht: ik kan het niet
schrijven, ik weet niet hoe vrouwen in die
tijd praatten. Maar toen realiseerde ik me
dat niemand dat weet, dus dat ik me daar
ook geen buil aan kon vallen.Het schrijven
van thrillers was een goede training, zegt
Dunant, maar de angst dat een volgend
boek haar niet zal lukken blijft altijd. Le
vert ze als journaliste snel werk, een boek
ervaart ze als een lange zwangerschap met
een zware, zware bevalling. „Toen ik mijn
achtste boek af had, dacht ik: Oh, dus er za
ten acht boeken in mij. Maar kennelijk wa
ren het er toch negen. Ja, misschien zijn het
er wel tien. Ik kan niet nog een keer over
Florence schrijven, al voel ik me wel een
verrader dat ik dat niet doe. Maar blijf in ie
der geval voortaan in het verleden - en in
Italië."
Ze voelt zich de laatste jaren bijna schizo
freen, zegt Dunant. De schrijfster in haar
wil in Florence blijven, maar de moeder in
haar moet terug naar Londen. Als haar
dochters op eigen benen staan, priemt ze
haar wijsvinger in de lucht, dan wordt het
definitief Florence. Mocht ze vastlopen in
haar schrijverscarrière, dan kan ze - brede
grijns - altijd nog zo'n excentriek oud
vrouwtje worden dat, paraplu in de lucht,
groepen toeristen langs de bezienswaardig
heden van de stad gidst. En dan lekker
urenlang uitweiden over de fresco's die Do-
menico Ghirlandaio, haar favoriet, voor de
familie Tornabuoni schilderde in de mid
denkapel van de Santa Maria Novella. Nog
bredere grijns: „Florence is veel betrouw
baarder dan mannen.
Marjolijn de Cocq
Sarah Dunant, De geboorte van Venus, Uitgeverij
Archipel, vertaling Tinke Davids, 407 pagina's,
€20 tot 1 november, daarna €22,50)