Knuffel, kus en liefs van mij De klok is mijn grootste tegenstander mmmm Jack Kooistra, de laatste nazi-jager aSSIÉiil zaterdag 27 september 2003 Betrokken Vol spanning Wraak l^*8S Verziekte sfeer Scheldemond Vlissingen Een driekoppige, externe on derzoekscommissie consta teerde in maart van dit jaar dat een docent, tevens vertrouwens persoon, van de Stedelijke Scho lengemeenschap Scheldemond in Vlissingen te intiem omging met een 14-jarige leerlinge. Het on derzoeksresultaat was gebaseerd op email-correspondentie en sms- 'jes tussen docent en leerling en interviews met betrokkenen. De leerkracht kreeg een berisping en mocht niet langer vertrouwens persoon zijn. Maar hij mag wel blijven. Voor directeur Frans van der Avert van Scheldemond was er maar één reactie mogelijk op het onder zoeksrapport: hij wilde de docent op non-actief stellen. Maar hij werd te ruggefloten door het schoolbestuur; het merendeel van de directie en de leerkrachten zou zich achter de do cent opstellen. Van der Avert verloor het aanzien op school. Hij vertrekt binnenkort naar Limburg, waar hij een nieuwe werkkring heeft gevon den. De veronderstelde onvoorwaardelij ke steun van veel collega's aan de be rispte docent blijkt overtrokken. Per soneelsleden en betrokkenen zeggen nu met verbazing en boosheid te heb ben kennisgenomen van de afloop van het incident.,Het is de meest zieke or ganisatie die ik ooit heb meege maakt", zegt Henk Mulders. Hij was ruim een jaar interimdirecteur op de school, voordat Van der Avert werd aangenomen. „Het bestaat niet dat het nu veilig is voor kinderen op school", aldus Mulders, die als organi satie-adviseur in het land onder ande re onderwijsinstellingen en gemeen telijke diensten onderzoekt. Henk Mulders moest na het onvrijwil lige vertrek van rector Ben Maas in 1996 orde op zaken stellen. Hij schetst een situatie waarin uitwassen, zoals de vertrouwelijke relatie tussen een meisje en een docent, kunnen gedijen. Maas moest afscheid nemen omdat hij zijn gezag zou hebben verspeeld. Mulders spreekt van een verziekte sfeer, waarin een groep leerkrachten de dienst wil uitmaken. Ze zouden geen leiding van bovenaf accepteren 'en als docenten niet doen wat enkele ayatollah's willen, dan worden zij weggepest'. „De architect van deze 'verziekte' sfeer is de berispte man", zegt een ex-collega. Woorden van ge lijke strekking worden gebruikt door Scheldemond Vlissingen twee onderzoekscommissies in de laatste driejaar (april 2001 en maart 2003) en vijf (ex-)personeelsleden van Scheldemond. Mulders: „Als klopt wat ik heb verno men van de onderzoeksresultaten, dan heeft Van der Avert volkomen ge lijk." Van der Avert, zegt Mulders, was binnengehaald door het bestuur om stevig op te treden. Hij moest niet te rugdeinzen om onsympathieke beslis singen te nemen. „Misschien is zijn optreden niet altijd even tactvol of di plomatiek geweest. Het lijkt me lo gisch dat hij door zijn manier van optreden zeker niet alleen maar vrien den heeft gemaakt." Leerkrachten zouden elkaar beschermen. Mulders: „Als iemand uit de harde kern op een zijspoor wordt gezet, dan leidt dat tot heftige reacties. Collega's die anders willen, vernieuwend aan de slag wil len met onderwijs, worden er syste matisch uitgewerkt." Enkele docenten willen niet met hun naam in de krant - uit angst dat de be rispte docent of leden uit de docenten- groep die hij voor zich heeft gewon nen, hen het leven zuur zullen maken. Ze zijn bereid te praten (op basis van anonimiteit) om een professioneel werkklimaat te krijgen, een onder wijsinstituut met meer dan duizend leerlingen waardig. De man is intelli gent, zeggen ze. „Hij weet de 'tegen standers' te raken op hun zwakke plek. Toen ik hoorde wat er was ge beurd met de leerling, dacht ik: de ge schiedenis herhaalt zich", zegt een collega. „Een leerling kreeg jaren ge leden seksueel getinte briefjes, die werden ondertekend met: kusjes en liefs." Dat meisje heeft er geen zaak van gemaakt. „Stop er maar mee, had ze gezegd. Ik zit toch nog maar een paar maanden op school." Uit het onderzoek van de externe commissie blijkt dat medewerkers van het School Medisch Team (SMT) de docent geregeld hebben geadvi seerd alle contacten met het meisje te verbreken. Hij was te veel betrokken en géén deskundige, meldt een mede werker van het SMT in het onder zoeksrapport. Dat rapport vermeldt ook dat het SMT vond dat de docent de ouders van het meisje moest infor meren. Het SMT - en ook collega's - hadden in de gaten dat het meisje ver liefd op hem was. De zaak is niet onbesproken gebleven onder de leerkrachten. Daarom vond een aantal docenten het pijnlijk dat de man tijdens de diplomauitreiking dit jaar met bravoure zei hoe graag hij mooie, blonde meisjes kust. En plein public legde hij uit dat de beste leer ling jaarlijks een prijs krijgt. Meestal gaat die waardering uit naar een meisje, zei hij, want mooie meisjes geeft hij graag extra aandacht. De kans is dan groter dat een meisje de beste leerling wordt. Het speet hem dat het dit jaar niet was gelukt; een foto Lex de Meester jongen werd in de bloemetjes gezet. De externe onderzoekscommissie vindt dat op Scheldemond snel een duidelijke zorgstructuur op poten moet worden gezet. Maar het is aan de verantwoordelijken om, naar aanlei ding van het rapport en genoteerde er varingen in het verleden, de beslissing te nemen om de man te ontslaan, te berispen of hem te ontslaan van zijn counselorstaak. Het bestuur blijf pal achter zijn beslissing staan. Ook de huidige directie en de medezeg genschapsraad vinden dat het 'inci dent tussen een leerling en haar ver trouwenspersoon goed is afgewik keld'. Edith Ramakers De moeder van het meisje wordt opnieuw boos als zij aan de afgelopen winterperio de wordt herinnerd. Al doet de hernieuwde aandacht haar wel goed. „Mijn dochter is mis schien niet de eerste, maar misschien ook niet de laatste die in zijn handen valt." Het meisje had de docent met een verzonnen verhaal over een verkrachting benaderd. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat ze dat deed om meer aandacht en ondersteuning te krijgen voor haar slechte leerprestaties. „Het was een vreselijk verkrachtingsverhaal dat zij had op gedist", merkt de moeder op. „Wij kregen dat pas drie maanden later te horen. Hij had haar geheimhouding beloofd. Daarom zweeg hij. Drie maanden lang heeft hij tegen mij gezegd dat mijn dochter ernstig ziek was, maar dat hij haar er wel uit zou helpen. Wij moesten ons er buiten houden. Pas na inmenging van direc teur Van der Avert en op diens herhaald aan dringen, vertelde hij het verhaal. We hebben er een huisarts bij gehaald. Bij het tweede ge sprek begreep de dokter al dat ze het verhaal uit haar duim had gezogen." De moeder begrijpt achteraf niet hoe de do cent 'haar en haar ex-man zo lang aan het lijn tje heeft kunnen houden'. Ze zegt dat hij het spel goed speelde, dat hij een web rond het meisje spon en haar inkapselde. „Zij voedden elkaar. Ik weet dat mijn dochter van zijn aan dacht genoot." In die periode vervreemdde het meisje van haar moeder. „Alles wat ik deed, was fout. Wat hij deed, was goed.De moeder kreeg ook een slecht gevoel bij de privé huiswerkbegeleiding op zondagmiddag bij de docent thuis. „Ik ben misschien wel naïef geweest dat ik het zo lang heb laten voortduren. Maar nu denk ik ook wel eens: wat zou er gebeurd zijn als het nog langer had ge duurd?" Begin dit jaar ging de moeder naar de zeden politie, nadat ze bij toeval een sms'je van de docent aan haar dochter onder ogen kreeg: 'prettig weekend, lieve... ik zal de zondagmid dagsessie missen en jou ook! Ben zo trots op jou en wat we bereiken. Knuffel, kus en liefs van mij'. De zedenpolitie kwam op school, be richtte over de bezorgdheid van de moeder en verzocht de directie poolshoogte te nemen. De klacht werd serieus genomen op Schelde mond. Er werd een intern crisisteam opge richt. Dat team vond dat er genoeg aanleiding was om de zaak uit te besteden aan een externe onderzoekscommissie. De politie kreeg leven in de gecrashte compu ter van het meisje en trof e-mails aan die de do cent haar had gestuurd. „Die mailtjes gingen ver. Hoe kun je als volwassene, docent en ver trouwenspersoon schrijven dat je een leerling mist?", zegt de moeder. „Hoe kan hij schrijven dat ze verlegen zou worden als zij wist hoe vaak hij aan haar dacht?" De docent maakte haar dochter deelgenoot van de problematiek van een andere leerling die hij begeleidde. Hij wist, zo blijkt uit de ge vonden emailtjes, dat hij met vuur speelde. Hij schreef haar: 'Eerst vond ik dat mailen een goed idee, nu zit ik elke keer vol spanning te wachten op een antwoord en vind dat onze toon soms zo intiem is dat, als mijn werkgever onze post zou lezen, ik heel goed ontslagen zou kunnen worden'. De ouders hebben begin dit jaar geen officiële aanklacht ingediend. „Ik dacht dat ik de zaak goed geregeld had door het te melden bij de politie. Het onderzoek liep en de bewijslast te gen hem werd groter." Ze vond dat hij op haar gemoed speelde. „Een soort emotionele chan tage, in de trant van: jouw dochter haalt toch goede cijfers? Ik moest hem daarin gelijk ge ven. Ik kreeg ook te horen een slechte moeder te zijn, de oorzaak van alle ellende. Dan wordt de stap om aangifte te doen moeilijker. Hij zei dat hij nergens anders meer aan de bak zou ko men als het openbaar zou worden. Hij zei: Ik ben al genoeg gestraft." Deze week belde ze de politie. Ze denkt erover alsnog aangifte te doen. „Qver sommige affai res blijf je boos." Ze heeft haar dochter niet van school gehaald. „Ik heb destijds besloten haar op Scheldemond te laten. Ik vond dat wij haar nog meer zouden straffen als we een nieu we school uitkozen. Ze wilde graag blijven. Zij kan de situatie hanteren en gelukkig is de laat ste maanden het contact tussen haar en mij verbeterd." Edith Ramakers Heeft u spijt? Waarom zegt u niks?" Ge noegdoening klonk door in de woorden van nazi-jager Jack Kooistra (73) uit Leeu warden toen hij begin deze maand naast de van oorlogsmisdaden verdachte Herbertus Bikker in de Duitse rechtszaal stond. Dank zij hem kon de Duitse Justitie uiteindelijk Bikker voor het gerecht brengen. Hij voelde het als zijn levenstaak, Neder landse oorlogsmisdadigers opsporen. Jack Kooistra verzamelde honderden namen en adressen. Het leverde hem vele vijanden op. Maar hij kende en kent geen angst. Er is er maar één waar hij echt bang voor is: de klok. „De tijd is mijn grootste vijand, maar ik ga door tot ze allemaal berecht zijn." 'Jack the Hunter', 'Friesenthal' (naar de be kende Oostenrijkse nazi-jager Simon Wie- senthal), 'de laatste nazi-jager'; het zijn erenamen die Kooistra niet veel doen. „Vroeger had ik het idee dat ik overal infor matie kon weghalen, maar ik ben nu op een punt gekomen waarin iedereen die iets zoekt over oorlogsmisdadigers bij mij te recht komt. En dat beangstigt me soms wel. Kennelijk ben ik nog één van de weinigen die nog zo actief is." Mede dankzij Kooistra werd de verblijf plaats bekend van misdadigers als Aalzen Hofstra, Klaas Eskamp, Willem van der Neut, Siert Bruins, Georg Weimar, Sam Oly, Albert Kipp, Auke Pattist en Jacob Luitjens die uiteindelijk in Nederland berecht werd. Kooistra was ook een goede bron voor het team van De Telegraaf, dat Dirk Hoogen- dam in Duitsland ontmaskerde. Hij zegt zijn strijd te voeren als een wraak uit naam van de slachtoffers en de nabe staanden. En vanwege het falende vervol gingsbeleid van de Nederlandse overheid. „In die volgorde. Ik was zelf tien toen de meester op school de klas in kwam en zei: 'Jongens en meisjes, direct naar huis, het is oorlog'. We zouden die dag op schoolreisje naar Ouwehands Dierenpark bij Rhenen gaan. Daar zouden later de zwaarste ge vechten plaatsvinden. Wat toen een enorme indruk op me maakte was dat onze visboer Jan Venema, die altijd langs huis kwam en die in het Nederlandse leger meevocht, om kwam. Ik hoor de woorden van mijn moeder nog: 'de visboer komt nooit meer terug'." „Ik bracht de oorlog door in Damwoude en was vijftien toen de oorlog was afgelopen. Veel van mijn familieleden deden dingen voor de ondergrondse. Achteraf vond ik het jammer dat ik niet twee of drie jaar ouder was in die tijd. Dan had ik waarschijnlijk actief mee kunnen doen in dat verzet. Ik heb wel eens iets weggebracht waarvan ik ach teraf hoorde dat het om illegale kranten ging, maar ik was te jong voor een echte rol in het verzet." „Ik was wel getuige van verschillende raz zia's en zag een paar vliegtuigen naar bene den komen. Aan het eind van de oorlog werd een vriendje van mij doodgeschoten door een SS'er. Toen de Duitsers erachter kwa men dat wij een radio hadden, kreeg ik een flinke schop onder mijn achterste van een landwachter, Geit de Graaf." „Die dingen gebeurden, daar kon je niks aan doen. Ik had wel altijd die drive van: als de oorlog voorbij is, wil ik weten wie dit op zijn geweten heeft. Toen ik vijftig jaar later een keer op de Noorderbegraafplaats van Gro ningen liep, kwam ik de grafsteen tegen van die landwachter De Graaf. Met teksten erop als: onze lieve vader en echtgenoot. Ik heb er toen een flinke trap tegen aan gegeven. 'Jij rotvent' riep ik uit. Dat was één van mijn weinige echte geweldsuitbarstingen. Enor me pijn in mijn voet was mijn straf." Na dat incident, zegt Kooistra, heeft hij al tijd rustig en met open vizier gehandeld in zijn zoektocht naar oorlogsmisdadigers. „Ik begon bij de laatst bekende adressen en ging dan overal in de omgeving navraag doen waar die persoon gebleven was en zo kwam ik uiteindelijk achter heel veel ver blijfplaatsen. Velen lagen op een kerkhof, maar ook heel wat bleken ergens een zorge loos bestaan te leiden. In Duitsland of Zuid- Amerika of Canada. Zo kwam ik ook achter de verblijfplaats van Bikker. We zijn later bij hem gaan posten voor de deur, hebben hem achtervolgd met enorme snelheden en uiteindelijk voor de camera ontmaskerd." Hoewel Kooista graag deel had uitgemaakt van het verzet, heeft hij er geen hoge pet van op. „Over het algemeen was het allemaal heel amateuristisch en veel verzetslui wa ren erg loslippig, wat uiteindelijk veel slachtoffers heeft gekost. Wij hebben thuis niet echt meegedaan aan de zuivering na de oorlog, toen er toch een heel stel door de Ne derlanders zonder vorm van proces werden koud gemaakt. Ik zie ze zo nog lopen in lan ge rijen door de straten. Er werd op ze ge spuugd, maar wij mochten daar van mijn vader niet aan meedoen." Na de oorlog diende Kooistra een tijd als soldaat in Nieuw-Guinea en daarna werkte hij een tijd als archivaris en een jaar als poli tieman, maar dat bracht hem niet wat hij er van verwachtte. „Ik wilde wel rechercheur worden, maar ik moest bonnen schrijven en dat vond ik niks. Ik geloof niet dat ik iemand ooit een bekeuring heb gegeven." In die jaren begon hij als freelance journa list voor het Friesch Dagblad. Het duurde tot 1986 tot deze kleine krant hem een vast contract aanbood. En al die jaren speurde hij door. De bakken vol kleine kaartjes met namen en gegevens van iedereen die maar enige bijstand verleende aan de Duitse be zetter maakte de vergelijking met de grote nazi-jager Simon Wiesenthal niet zo vreemd. „Mijn mooiste ontdekking was toch wel Wilco Bergman, de vermeende verzetsman en schrijver van het boek Schiermonnikoog, Oogappel van Hitier. Hij had zelf bij de NSB gezeten en waarschijnlijk een groep ver zetslieden verraden. In één van zijn verha len schreef hij dat hij op een bepaald punt uit de trein was gesprongen. Maar daar bleek helemaal nooit een spoor te hebben gelopen. Ik ontmaskerde hem daarmee en zette de recherche op zijn spoor." Bikker stond al lange tijd op de lijst van Kooistra en het waren journalisten van het KRO-programma Reporter die samen met hem in 1993 zijn huis vonden en hem con fronteerden met zijn verleden. „Daarna ge beurde er eigenlijk niks. Noch Nederland noch Duitsland stelde vervolging tegen hem in. Puur uit frustratie kwam het plan op om hem dan maar te ontvoeren in een lijkkist. We zouden hem een injectie geven en ver doven, maar we wisten niet of hij dat zou overleven. Mijn kleindochter heeft het me altijd kwalijk genomen dat ik bijna zo ver gegaan ben." Later zette de Duitse Stern- journalist Wer ner Schmitz zijn tanden in de zaak nadat er een aantal Nederlandse demonstranten was weggejaagd bij Bikkers huis. Daarna pakte de Duitse hoofdofficier van justitie Ulrich Maass de zaak eindelijk op. „Toen ik een te lefoontje kreeg dat het proces tegen Bikker op 8 september plaats zou vinden was ik zo gelukkig, maar had er tegelijkertijd een slecht gevoel bij dat een particulier hier nu voor moest zorgen omdat Justitie zo gefaald had. Voor de zoveelste keer. Toen ik een ko ninklijke onderscheiding kreeg voor het op sporen van zoveel oorlogsmisdadigers, zag ik dat ook als een erkenning voor het feit dat Justitie gewoon niks gedaan had al die ja ren." Bikker belandde na de eerste ronde van het proces wegens psychische en andere gezondheidsproblemen in het ziekenhuis. „Toen ik hem voor het eerst na tien jaar zag dacht ik: 'jeetje, wat is die oud geworden'. Maar hij stapte snel op onze camera af en begon met zijn tas te slaan. Toen zag ik die oude felle 'SS-blik' in zijn ogen. Nadat hij zijn naam hoorde beet hij de rechtbank een hard 'Jawohl' toe. Toen wist ik: deze man is nog niks veranderd en mag zijn straf niet ontlopen. Ik ben er door verschillende des kundigen van overtuigd dat deze man on danks zijn hoge bloeddruk en andere pro blemen goed in staat is dit proces te volgen." Kooistra verwacht dat Bikker er vanaf komt met een voorwaardelijke, of hooguit korte gevangenisstraf. „Dat maakt me ook niet uit. Het gaat er alleen maar om dat deze man zijn straf niet heeft ontlopen en dat de slachtoffers krijgen waar ze recht op heb ben, een veroordeling. Ik hoop één ding: dat we niet worden ingehaald door onze na tuurlijke vijand, de tijd. Want iedere dag is een stap dichterbij Bikkers eeuwigheid, en ookbijdievanmijKijknaarHoogendam die wist ook net voor die tijd ertussenuit te piepen.Nog zes namen staan er op het lijst je van Kooistra. „Klaas Faber, die zit in Essen, Siert Bruins in Alt Breckenfeld, Heinrich Boere, Toon Soetebier, die zit in Tübbingen, maar is stervende, Kipp zit er gens in Argentinië en Antoine Touseul in de buurt van Aken. Ik denk dat Klaas Faber de eerstvolgende wordt die de gang naar de rechter zal moeten maken. Verschillende tv- ploegen hebben al aangegeven dat ze staan te trappelen om in actie te komen. Rest mij niks anders dan fit te blijven. Daarom ren ik nog elke dag vijf kilometer. Alleen om de ra ce tegen de tijd vol te kunnen houden. Dat ben ik de slachtoffers verplicht." Robert de Roo sciiis 'ack Kooistra: „Ik had altijd de driveals de oorlog voorbij is, wil ik weten wie dit op zijn Sweten heeft." foto Dennis F. Beek/GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 25