Me heeft nog een boodschap aan de arme kant van Nederland? 23 Femke Vos de Wael, een doorzetster zaterdag 27 september 2003 Belg Heel moeilijk Beperking «SS iata"( Flauw Aversie Gigantische bedragen pzc Pijn is nu een nieuwe grens Once inalifetime, schreef ze haarvrienden en klanten begin dit jaar. 'Eens in je leven komt er iets op je pad. Het nestelt zich in de grond. Het wordt een idee dat groeit en zal ontluiken als een mooie bloem'. Femke Vos de Wael (25 jaar) had een idee. Meer een droom. Een 'plant aardige' droom. En die bracht ze de afgelopen jaren tot wasdom. Van bloemiste groeide ze uit tot plantaardig kunstenares. Wat in haar hoofd ontstond aan ideeën, gaven haar handen vorm. Ze bleef zoeken naar nieuwe uitdagingen. Maar haar handen kregen moei te om bij te blijven in het creatieve proces. Reuma heeft Femke een beperking opgelegd, waardoor ze iets nieuws moet laten ontkiemen. Ze heeft haar bloemenwinkeltje Plantaardig Verantwoord in Goes noodgedwongen gesloten. Maar ze heeft er alle vertrouwen in dat er ook straks een mooie bloem zal ontluiken. „Mijn hart ligt bij de bloemen, dat is mijn droom. En die geef ik nooit op. Alleen moet ik het nu anders gaan doen." Een ding wil ze onmiddellijk van tafel hebben. „Ik ben geen zielig meisje. Alsjeblieft geen jankverhaal." Met een felle blik in de lichtblauwe ogen vervolgt ze: „Ik ben niet in een hoekje gekropen toen ik hoorde dat ik reuma in mijn handen heb. Van jongs af aan heb ik geleerd om uit iets nega tiefs iets positiefs te halen. En daar ben ik nu mee bezig. Ik weet echt niet wat er allemaal op mijn pad komt. Ik zie het wel. Zo ben ik altijd met dingen omgegaan. Leuke dingen ben ik veel op mijn weg tegen gekomen. Maar na re dingen komen ook op datzelfde pad. Ik ga me nu geen zorgen maken over wat er later wel of niet kan gaan gebeuren. Dat heeft helemaal geen zin. Zit ik me nu druk te maken om iets dat straks misschien helemaal niet ge beurt." Ze kruipt behaaglijk weg in het stoel tje op het dakterras van haar Middel burgse appartement. De herfstzon laat zich nog volop gelden. Femke's handtekening is duidelijk te herken nen in de aankleding van het buiten plekje. Een witte piepschuim bol 'be kleed' met grote gedroogde bladeren en forse potten met bloemwerk staan schijnbaar nonchalant op de houten vlonders. Een lange houten tafel, wit geschilderd, biedt ruimte aan een aantal van haar plantaardige compo sities en wat aardewerk. Het lijkt haast heiligschennis om een vaasje op die tafel opzij te schuiven. Lachend: „Zo ben ik. Mijn huisgenootje interes seert het niet zo hoe of waar iets staat. Of een vaas nu hier of daar z'n plek heeft. Maar voor mij is dat heel be langrijk. Zij heeft vanaf het begin al gezegd 'Fem, jij doet de inrichting maar, ik zie wel.' Ik heb zo mijn eigen ideeën. Maar", ze grinnikt nog bij de herinnering „het is heel moeilijk om verhuizers te vinden die 800 kilo staal naar binnen willen sjouwen. De trap op, want de woonkamer zit op de eer ste verdieping en daar wilde ik stalen platen als vloerbedekking." En dat is tekenend voor Femke. Altijd op zoek naar nét dat andere. Ook al tijd proberen of dat haalbaar is. Je zal haar nooit horen zeggen 'had ik maar'. „Ik hoor zoveel mensen die allerlei plannen hebben, maar daar nooit wat mee doen. Dat begrijp ik niet. Als ik iets in mijn kop heb, ga ik het doen ook. Ik zoek altijd uit of het haalbaar is. Bovendien wil ik eigenlijk altijd dat wat een ander niet heeft. Zowel in mijn privéleven als zakelijk. In mijn bloemwerk heb ik nooit voor de hand liggende combinaties genomen. Er moet voor mij altijd iets te beleven zijn. Iets te ontdekken. Ik hou niet van doorsnee. Ik wil me onderscheiden. Ook in mijn uiterlijk. Zo heb ik al ja ren dreadlocks. Maar er is op een ge geven moment een periode geweest dat dat hardstikke in was. Ik kwam op iedere straathoek dreads tegen. Toen heb ik ze eruit laten halen. Maar ik kreeg toch heimwee naar dat langere haar, dus nu heb ik ze er toch weer in. Sinds eind augustus woont Femke in Middelburg. „Ik heb jaren in Goes de winkel gedraaid, ik woonde daar ook. Maar mijn privéieven speelde zich al tijd in Middelburg af. Goes was mak kelijk omdat ik vandaar af in en half uurtje in Antwerpen zat. Antwerpen is écht mijn stad. Ik ben absoluut een Belg. Dat bourgondische, dat is echt iets voor mijMaar ik heb nu een plek nodig waar ik tot rust kan komen, waar ik me kan bezinnen op wat ik wel en wat ik niet meer kan en wil. Het is hier een fantastische plek. Je zit mid den in de stad, maar als ik uit het raam kijk zie ik bomen. Echt super. Het appartement is tegenover het Joods kerkhof. „Ik weet nog goed dat ik vol enthousiasme een vriendin bel de om te vertellen hoe ik van het uit zicht genoot. 'Wat zie je dan', vroeg ze me. 'Nou, het Joods kerkhof', vertelde ik. Toen werd het even helemaal stil en had ze ook niet meer zo'n haast om te komen. Veel mensen begrijpen het misschien niet, maar ik vind het een prachtige plaats. Zo mooi, zo rustig." „Ik heb nu gewoon even die rust no dig. En een plek waar ik me terug kan trekken. Begin dit jaar hoorde ik dat ik reuma in mijn handen heb. Ik heb al sinds ik in de bloemen zit, dat is vanaf mijn vijftiende, last van mijn handen gehad. Maar ja, ik dacht altijd ieder een heeft wel eens wat. Tot ik zoveel pijn kreeg dat ik naar mijn huisarts ben gestapt.En wat die zeiZe buigt Femke Vos de Wael:Als ik iets in mijn kop heb, ga ik het doen ook." foto Mechteld Jansen zich naar voren en zegt op theatrale toon: 'Meisje, je handen zijn over werkt..' Nu kan ze er om lachen, maar toen was ze echt 'pissig'. „Ja, daar moet je bij mij mee aankomen. Je han den zijn overwerkt.Zegt-ie vervol gens rustig; 'Je moet maar eens aan je baas vragen of je een paar dagen, of liever een paar weken, vrij kan krij gen.' Toen had ik het helemaal gehad. Dus zeg ik tegen hem: 'Joh, mijn bazin is toch zo'n bitch. Echt niet te geloven. Dat doet ze nooit.En, vroeg ik hem, 'het is toch normaal dat een huisarts iets van z'n patiënten weet? Nou, ik ben zelfstandig onderneemster, dat moet u toch weten.' Vervolgens zeg ik: 'Maar mijn baas kan ook lief zijn hoor'. En toen ben ik weggegaan. Wat moet ik nou met zo'n gebakje in een pakje. Toch heb ik wel geluisterd. Ik heb de winkel een week dicht gedaan. Dat was natuurlijk niet genoeg. Ik voelde dat het soms niet meer ging. Er kwam een klant die een boeket wilde met veertig of vijftig rozen. Ik had al tijd van die grote rozen, met zware knoppen. Mensen kennen mij van mijn rozen. Maar ik kon ze niet meer vasthouden. De tranen stonden in mijn ogen. De klanten hebben dat nooit gemerkt, ik wel. Het vrat al mijn energie. Ik leefde alleen overdag, in de winkel. De avonden was ik compleet daaps. Was ik nergens meer. Toen dacht ik, dat is niet de Femke die ik ken. Die is altijd in voor leuke dingen. Ik hou ervan om mijn vrienden te ver wennen en te verrassen. Ze weten het allemaal, Fem verzint altijd gekke dingen. Maar ik had geen energie meer. Toen heb ik het besluit genomen de winkel te verkopen. Alleen de win kel. Niet de naam. Plantaardig Ver antwoord is Femke. Dat kon ik niet verkopen. Weet je, ik wilde mijn klan ten niet teleurstellen en ik wist dat ik het niet kon volhouden. Als ik in dat tempo was doorgegaan, had ik op mijn vijfendertigste helemaal kromme handen gehad. En ik had zoiets van: dan kun je beter nu stoppen. Niet pas als klanten gaan zeggen: 'Hé Fem, dit gaat niet echt lekker meer hè'." „Ik heb het er heel moeilijk mee ge had. Al die jaren heb ik zoveel power in de winkel gestopt... Ik heb zoveel liefde voor mijn vak, dat neemt nie mand me af. Maar ik zou het mezelf ontnomen hebben als ik op die manier was doorgegaan. Kijk, het beestje heeft nu een naam. Oké, ik ben er erg van geschrokken, maar ik ben er gelij k helemaal ingedo ken. Van alles gelezen en gesproken met deskundigen. Samen met de reu matoloog heb ik een schets gemaakt van wat er de hand is en hoe ik dat moet invoegen in mijn leven." Ze kijkt eens naar haar handen en zegt: „Nu gaat het wel weer. Mijn han den waren begin dit jaar twee keer zo dik. Ik had toen zoiets van: die zijn niet van mij. Die wil ik niet zien. Nu denk ik: 'Wijffie, hier zul je het mee moeten doen.' Ik probeer mezelf goed te verzorgen. Mijn voedingspatroon heb ik helemaal moeten veranderen. Ik heb nooit beseft dat voeding zo'n invloed op je lijf kan hebben. Het is al leen jammer dat ik zo'n zoetekauw ben. Iedereen wist het altijd: Femke en chocola gaan samen. Dat mag dus niet meer. Mijn potjes pindakaas en pasta en mijn hagelslag waren me hei lig. Ja, die heb ik ook de deur uit moe ten doen. Dat was shit. Ik stond op een ochtend naar m'n boterham te kijken en dacht wat doe ik eropKaaskaas of kaas. Toen heb ik gewoon een pak yoghurt gepakt. Ik heb geen zin om te moeilijk te doen. Ik heb wel tegen mijn reumatoloog gezegd: 'Oké, ik let op mijn voeding, maar eens per week is het Femke-dag.Ze moest toen wel erg lachen, ze begreep precies wat ik be doelde." „Ik gebruik geen medicijnen. Dat wil ik niet. Ik ben blij dat ze er zijn. Zeker voor mensen die ernstig reuma heb ben. En misschien heb ik ze later wel nodig. Maar ik moet mezelf kunnen voelen. Ik ben iemand die altijd zijn grenzen opzoektBij mij liggen die ho ger dan bij de meeste mensen. Ik ben altijd bezig. Het liefst met tien dingen tegelijk. Van jongs af aan ben ik een bezig bijtje geweest. Ik moet nu dus voelen waar mijn grenzen liggen. Pijn is nu een nieuwe grens. Daar moet ik niet overheen gaan, want dan krijg ik het de volgende dag drie keer zo hard terug. En ik denk als ik het op eigen kracht doe, dat ik het langer vol houd." Ze klinkt vrolijk en straalt energie uit, maar zegt ze: „Deze week kwam ik heftig back to earth. Voor het eerst dit jaar merkte ik mijn beperking. Op een hele lullige manier. Ik was gaan kar- ten met vrienden. Dat ging een tijdje goed tot ik zo'n vreselijke pijn dat ik jankend achter het stuur zat. Toen dacht ik: 'Fem, je hebt het helemaal nog niet geaccepteerd.' Als iemand je een beperking oplegt, kun je daar iets mee. Daar kun je desnoods over pra ten of wat dan ook. Maar mijn beper king moet ik vóelen. Die is niet duide lijk, niet concreet." „Ja, ik doe het nu ook rustig aan. Voor mijn doen althans. Vrienden moeten er hard om lachen als ik dat zeg. Die vinden dat dus helemaal niet. Ik werk bijvoorbeeld nog in een kroeg. Heer lijk. Het is daar net een grote huiska mer en je kunt er super eten. Echt top. Dat zou ik niet willen missen. Ach, ik zeg maar tegen mezelf dat ik nu toe kom aan alle leuke dingen die ik altijd al heb willen doen. Ik ben bezig met een kunstproject met Goese kun stenaars. Ik doe nog wat bloemen en ik werk nu ook op het gebied van bin nenhuisarchitectuur. Ik ontwerp van alles, tafels, lampen, vazen, kande laars Ik mag nu gekke dingen ontwer pen en bedenken. En jöh, ik krijg er nog voor betaald obk. Weetje, ik zie wel w;it er verder op m'n pad komt." Annemarie Zevenbergen kethot- .•ontact liemai broffi' eren De sterkste schouders dragen de zwaar ste lasten, zo was het lange tijd. Maar Getijden veranderen. Onder druk van de economische malaise levert iedereen vol gend jaar in. Vooral de zwakkeren zijn de tope. Is solidariteit in Nederland een ach- terhaald begrip? li l „„id Mzuinigingen op de uitkeringen, forse in dien ^en 'n ziekenfonds, dalende huur- ;env Itijd jioloji jjj subsidie en het verdwijnen van de ID-banen to voormalige Melkertbanen). ny !oorStichting Pandora, die opkomt voor sefcai Stangen van mensen met psychiatrische Deal' ""Wenen, was het een duidelijke zaak: het sdoei ™net heeft geen boodschap meer aan de Gekant van Nederland. En dus verscheen i„ ^vonge week een opvallende rouwadver- •hivefl fnt'e ln een landelijke ochtendkrant: 'Met leedwezen berichten wij dat Nederland indaag afscheid heeft moeten nemen van Solidariteit'. Volgens de opstellers van de advertentie kwaal tlaa'"i dit regeringsbeleid rigoureus een •afenis aan die vroeger zo vanzelfsprekende solidariteit tussen de haves en de have nots. m "jo Klamer, hoogleraar culturele econo me aan de Rotterdamse Erasmus Universi- ro' 'S eens met kritiek van Pandora. 'Waarblijft de solidariteit?", verzucht hij. ;.™eger ging dit land nog uit van de van i tQt rechts gedeelde opvatting dat de Trieste schouders de zwaarste lasten moe- jen," zegt hij. „Wat is er allemaal J^derd dat dit gedachtegoed is losgela- ood oed lan. schrik eso' Ik beo veest. kiwou- latje* strict ■ver!) door «etst j. Vort a")uidige politici als premier Balkenende ■0minister De Geus van Sociale Zaken ook •oogen zeggen over de huns inziens nog ®eds aanwezige solidariteit, het klinkt on waarachtig, vindt Klamer. „We gaan That- erachtige toestanden achterna waarin aalslag het nieuwe devies is", sombert hij nota* iv ndat cteur Paul Schnabel van het Sociaal en j, r™"*! Planbureau (SCP) vindt de stel- indrf "riyat de solidariteit uit de samenleving wijnt te ver gaan. „Het is een beetje ofianil ^Uw om de dalende huursubsidie of de in- Pen m de sociale zekerheid te vertalen e zinnen als: de rijken hebben niets meer voor de armen over", nuanceert hij de kri tiek op het kabinet. De overheid heeft door de slechtere econo mie naar verhouding minder te besteden, terwijl er meer mensen bij haar aankloppen. Dat is een groot probleem, benadrukt Schnabel. „Je kunt inderdaad wel zeggen dat dit kabinet de burger vooral op zijn plichten wijst en minder op zijn rechten. In het geval van solidariteit wordt dan vooral de individuele verantwoordelijkheid daar voor benadrukt. Maar we kunnen zo ook niet verder gaan. Dat wordt absoluut veel te duur," aldus Schnabel. Hoogleraar Klamer vindt dat het kabinet ten onrechte een zeer sombere troonrede heeft samengesteld. „CDA en WD slaan je murw met slecht nieuws. Dat is de tactiek. Maar al die verhalen dat het slechter gaat en dat we keihard moeten bezuinigen zijn on zin. In vergelijking met vijftien jaar geleden zijn we een derde rijker dan toen. We hebben echt nog veel te makken hoor. Maar daar hoor je van het kabinet niemand over. We moeten bezuinigen omdat het niet anders kan, is het refrein. Intussen gaan alle voor gestelde maatregelen ten koste van de zwakkeren en van de gemeenschapszin." In de ogen van Klamer is de liberale doctri ne waarin ieder wordt terugverwezen naar zichzelf, dominant geworden. „In de troon rede werd na de economie en de veiligheid op de valreep nog iets gezegd over de sociale samenhang. Maar wat er moet gebeuren om die goed te houden, wordt niet waarge maakt." Directeur Nienke van Dijk van Stek voor Stad en Kerk, het protestants-christelijke welzijnswerk in Den Haag dat mensen met financiële problemen helpt, vindt dat de re gering alles in het werk moet stellen op te komen voor de zwakkeren. Ze betreurt het dat het kabinet met de mond wel gemeen schapszin en solidariteit betuigt, maar dat er in de praktijk weinig van terecht komt. „Neem nou de ID-banen of Melkertbanen. Het was juist zo aardig dat die banen erin voorzagen dat er werk werd verricht dat an ders bleef liggen. Oppassers, speeltuinbe heerders, timmercursussen in buurthuizen: Solidariteit in Nederland dreigt een achterhaald begrip te worden. foto Robin Utrecht/ANP dat wordt nu allemaal keihard wegbezui- nigd. Terwijl die banen er juist in voorzagen dat de onderlinge betrokkenheid en solida riteit in een buurt of wijk werden bevor derd. Nu komt de kwaliteit van de samenle ving onder druk te staan en valt de onderlin ge solidariteit weg." Van Dijk begrijpt de aversie tegen de rege ringsplannen heel goed. „Wij maken ons ook ernstige zorgen over de meest kwetsba re groepen in de samenleving. De voorge stelde maatregelen in de Bijstand en de WAO veroorzaken echt grote problemen. Veel mensen voor wie we ons inzetten, leven al op het randje van net kunnen rondkomen. De voorgenomen kabinetsmaatregelen lei den juist bij deze groepen tot echte verslech teringen. Neem de hogere eigen bijdrage voor het ziekenfonds. Dat is al een hobbel voor veel mensen, maar nu dat bedrag wordt verhoogd is dat nog lastiger om op te brengen. Dat vertellen mensen ons ook die wij proberen te helpen." Volgens Van Dijk is dit jaar het aantal aan vragen bij de stichting voor individuele on dersteuning van het levensonderhoud fors toegenomen. Het is voor haar een indicatie dat de zwakkeren in de samenleving de hardste klappen krijgen. „We zullen dit jaar ons budget van 30.000 euro overschrijden. Een paar jaar geleden, tijdens de economi sche bloeiperiode, kregen we het geld bij wijze van spreken nauwelijks op. Dat is nu wel anders." Staatssecretaris Mark Rutte van Sociale Zaken vindt de solidariteit nog springle vend. „De solidariteit van werkenden met de zwakkeren in de samenleving is ook bij deze begroting in balans." Dat hij de begroting van het kabinet verde digt, is logisch, maar hij doet dat wel met overtuiging en met persoonlijke inzet, be nadrukt hij. „Ik voel die solidariteit ook als persoon. Als iemand met een goede baan die oog heeft voor de mensen die het niet zo goed hebben getroffen. Maar als iemand zonder baan komt te zitten, moeten we er echt alles aan doen om die mensen weer aan de slag te krijgen." Solidariteit werkt volgens hem twee kanten uit. „Als iemand een uitkering heeft, mag degene die daarvoor belastingen en premies betaalt ook verlangen dat er alles aan wordt gedaan om die mensen weer aan het werk te helpen. Het systeem moet daarop gericht zijn." Het is juist 'buitengewoon solidair' om het sociale stelsel strakker te organiseren, vindt hij. Fraude bestrijden, dwingen werk te aanvaarden ook al is dat niet helemaal pas send. „Daarmee vergroot je het draagvlak voor een goed sociaal stelsel. Dat versterkt weer de solidariteit. Daar ben ik van over tuigd ondanks alle retoriek van de opposi tiepartijen." Hoogleraar Klamer blijft sceptisch. Volgens hem is er sprake van een uitverkoop van de beschaving. „De ogen zijn gericht op ruimte voor individuele besteding. Het maken van verre reizen is belangrijker dan het in stand houden van publieke voorzieningen." Bij het argument dat minister Zalm van Fi nanciën hanteerde dat Amerika voor Ne derland het goede voorbeeld geeft, vindt Klamer een nuance op zijn plaats. „Er wordt altijd gezegd dat Amerika zo'n indi vidualistisch land is. Maar dan verliezen veel mensen uit het oog dat het tegelijkertijd een enorm sterke samenhang en gemeen schapszin kent. Buurten zijn er sterk geor ganiseerd en kerken ook. Maar als dat niet het geval is, zoals bij ons, loop je het risico van een kaal, uitgekleed Thatcheriaans En geland te wordenEn daar is niemand bij ge baat." Zo'n vaart ziet SCP-directeur Schnabel het niet lopen. Hij is van mening dat de overheid nog steeds 'gigantische bedragen' in de sa menleving stopt. „Dat gaat om tientallen miljarden euro's voor uitkeringen. Dan heb ik er moeite mee als wordt gezegd dat de so lidariteit verdwijnt. De rijken laten de ar men helemaal niet vallen." Er is wel sprake van een nieuwe houding, constateert de SCP-directeur. „Het wordt minder vanzelfsprekend dat de overheid al le ongemakken regelt. En de overheid vindt dat zelf ook steeds minder vanzelfspre kend." Hij vergelijkt het met het Scandina vische systeem. „Onze verzorgingsstaat is bijna net zo uitgebreid als daar. Maar in Scandinavië draait de verzorgingsstaat omdat echt iedereen werkt. In principe werkt iedere man en vrouw. Dat is de manier om het betaalbaar te houden." Daarnaast is de greep van de lokale over heid op het dagelijks leven veel groter dan in Nederland. Dat is daar geaccepteerd, maar wij willen dat helemaal niet. Volgens Schnabel zit het kabinet met de begroting op deze lijn. Meer mensen aan het werk en een hardere verzorgingsstaat. De vraag is volgens Schnabel niet óf er ver anderingen plaats moesten vinden maar wannéér dat moet gebeuren. „Het is de vraag of het handig is om mensen aan het werk te krijgen als er een tekort aan banen is. Is er wel passend werk voor mensen die een baan zoeken en moet zoiets gebeuren in een tijd dat het economisch zo slecht gaat?" Gijs Korevaar en Taco van der Mark

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 23