23 I Slinkende solidariteit 24 I 25 jaar Blijf van m'n Lijf Geweld op zee Knap vermoeiend Lola-borstel I Advertentie-exploitatie: J „,ri-en Midden-Zeeland: 0113-315520; «uws-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. jjrtie; 0113-315680 vvWvv.pzc.nl email: redactie@pzc.nl postbus 31,4460 AA Goes. zaterdag 27 september 2003 PZC BBHHIH Adrie Krijger op route door Middelburg: „Ik hoef nooit naar werk te zoeken foto Mechteld Jansen Zo'n blikje gaat wel vijftig jaar mee Ooit, héél lang geleden, het was in het begin van de jaren zes tig van de vorige eeuw, vertelde menig Hoofd der School zijn leer lingen met gepaste trots, dat wij - de Nederlanders - tezamen met de Zwitsers, het properste volkje van Europa vormden. En wij - de leer lingen - knikten daarbij instem mend. Geen haar op ons hoofd die er over prakkiseerde een omhulsel van een Bazooka-kauwgummie op straat te werpen. En mocht er desondanks een - geheel per abuis - verdwaald boterhammenzakje over het trottoir dwarrelen, dan was er immer de geruststellende gedachte dat altijd vanuit een hoekje een oud vrouwtje tevoor schijn zou schieten om het on schadelijk te maken. Dat is niet meer. Wij - jong én oud - tikken driftig autoasbakjes leeg tegen de stoeprand, werpen leegge- vreten fritesbakjes achteloos over de schouder en schelden ondertussen welgemeend dat het een schande is dat de gemeentelijke reinigingsdienst onze troep niet opruimt en klagen dat zelfs de pikkelateur, zo'n man die met behulp van een stok voorzien van ijze ren punt proppen uit park en perk prikt, steeds minder vaak in het straatbeeld valt waar te nemen. Al sinds vele jaren bezet de problema tiek van de hondenpoep vrijwel onbe dreigd de eerste plaats van de Toptien van Vaderlandse Ergernissen. Van daag een vertelling over ergernis nummer 2: Het Zwerfvuil, of: De Ter reur van de Bananenschil. Nederland Schoon heet de landelijke campagne waarmee in augustus van het vorig jaar werd begonnen. In bus hokjes, langs wegen en fietspaden verschenen posters. Op radio en tele visie worden spotjes uitgezonden. Al lemaal om ons ervan bewust te maken dat het aloude rijm Laat niet als dank voor het aangenaam verpozen, de ei genaar van het hos de schillen en de dozen nog altijd van kracht dient te zijn. Want: jaarlijks belanden meer dan vijftig miljoen lege blikjes en fles jes op straat, Rijkswaterstaat haalt per jaar ruim 100.000 ton afval uit de bermen en van parkeerplaatsen (kos ten: 8 miljoen euro), de gemeenten be steden jaarlijks ongeveer 250 miljoen euro per jaar aan het vegen van stra ten en het ledigen van prullenbakken. Enig idee hoe lang het duurt voordat een rondzwervende bananenschil is verteerd? Drie jaar. Ooit bij stilge staan dat er twee jaar overheen gaan voordat een sigarettenpeuk is afge broken? En dat dit bij een plastic fles tien jaar, bij een blikje vijftig jaar en bij een glazen fles één miljoen jaar duurt? Op het prikbord in het kantoor van de Middelburgse reinigingsdienst aan de Waldammeweg hangt - tussen de dienstmededelingen - een kranten knipsel: Binnenstad Middelburg is vies, luidt de kop. In het artikel spuien middenstanders hun ongenoegen: de prullenbakjes in het stadscentrum worden niet vaak genoeg geleegd, er wordt onvoldoende geveegd, etcetera, etcetera. Opzichter W.G. de Jong bij de hoofdstedelijke stadsreiniging doet er een beetje schouderophalend ('Ach, we kennen de mensen') over. Maar eerlijk gezegd: zo'n krantenbe richt steekt wel. Die klachten over een vervuilende binnenstad - geen terecht verhaal, zegt de Jong. „Op het mo ment dat Middelburg vol zit met toe risten, kan het zijn dat de capaciteit van de prullenbakken niet toereikend is. Maar dan praat je misschien over vier of vijf keer per jaar. Om dan te zeggen dat de stad vervuilt, dat is overdreven." Die klagende middenstanders, ver zucht zijn collega G. van Assendelft, zouden de hand eens in eigen boezem moeten steken. „In de binnenstad mag het afval op dinsdagochtend worden aangeboden. Moet je voor de gein 's op een maandagavond door het centrum lopen. Overal zetten ze, uit gemak zucht, dan al afvalzakken buiten, als of die niet door katten en meeuwen worden opengetrokken, alsof dat géén vervuiling geeft." In de vier grotere Zeeuwse steden (Middelburg, Vlissingen, Terneuzen, Goes) rijden vrijwel elke dag in totaal 12 veegmachines en 11 veegwagentjes rond om het zwerfvuil op te ruimen. Bijna 25 man houden zich er bezig met het vegen van straten en pleinen, het ledigen van papierbakken. Elk jaar worden in die gemeenten - de daarbij behorende dorpskernen meegerekend - meer dan 3.500 ton 3,5 miljoen kilo) veegvuil naar het stort of de ver brandingsovens gebracht. Per jaar kost dat alles bijeen (ruwe schatting) alleen al in Middelburg, Vlissingen, GLAZEN BLIKJE PLASTIC BANANEN PEUKEN PAPIER FLES FLES SCHIL bron: Milieudefensie Terneuzen en Goes bijna 1,9 miljoen euro. Een maandagochtend rond de klok van achten. Adrie Krijger (46) is een half uurtje eerder vanuit de garage van de Middelburgse reinigsdienst aan de Waldammeweg in de richting van het stadscentrum gereden, het veeggerei in de achterklep. Krijger werkt al 21 jaar bij de reiniging. De laatste 4,5 jaar bij de veegdienst. Dat heeft met lichamelijke ongemakken van doen; een pijnlijke rug maakt het hem nagenoeg onmogelijk om nog langer achter de vuilniswagen te lo pen en vuilcontainers te tillen. Maar zeg niet tegen hem dat de veegdienst een makkie is. „Met dat soort verhalen moeten ze niet bij me aankomen. Het is autootje in, autootje uit, prullen- bakje legen, stoepje vegen, autootje in en autootje uit. De hele dag. En dat is toch knap vermoeiend." Les één: nooit tegen de wind in vegen, want voor je het weet kun je weer van voren af aan beginnen. Les twee: bij het leegkieperen van de papierbakken altijd bedacht zijn op drab - één moment van onachtzaam heid en je zit onder de plakkerige res tanten van ijsjes, cola en andere ver snaperingen. Les drie: vooral in de zomer oppassen voor wespen; die voelen zich prettig tusen al die weggeworpen zoetighe den en kunnen nogal stekelig reageren als ze worden gestoord. Het eerste klusje van die maandag ochtend. Adrie Krijger veegt het par keerterrein bij de Konmar aan, haalt er de prullenbakken leeg. Vijfentach tig papierbakken staan er in zijn wijk. Vier soorten bakken zijn er. De nieuw ste, beetje bolvormig, laten zich mak kelijk ledigen, maar hebben één na deel: de opening is aan de smalle kant met als gevolg: „Als iemand er een pizzadoos in propt, zitten die dingen meteen verstopt." Adrie Krijger zat vroeger in de bouw, maar toen - zo'n twintig j aar geleden - de slappe tijden aanbraken, maakte hij de overstap naar de reinigings dienst. Geen spijt van gehad, zegt hij. „Maar het is natuurlijk wel zo: eer heb ik nooit van mijn werk. Als je een straat hebt aangeveegd, en je komt er twee uur later terugligt er weer troep Ik hoef nooit naar werk te zoeken. Er is zat te doen. Altijd en overal. Vooral in het zomerseizoen, als het een beetje donker weer is. Duizenden en duizen den toeristen lopen er hier dan rond. En als je ziet wat die consumeren - al die prullenbakjes zitten zo vol, daar is niet tegenaan te werken." Hoe vuil zijn de Zeeuwse binnenste den? Dat valt, zo klinkt het bij de reini gingsdiensten in Middelburg, Vlissin gen en Goes, mee. Opzichter De Jong van de Middel burgse stadsreiniging: „Ik heb de in druk dat we de zaak hier in Middel burg goed aankunnen. De vraag is natuurlijk: wat is proper en wat is niet proper? Ik ben zelf afkomstig uit Rot terdam, nou, dan vind je het ergens anders al gauw netjes, hoor. D'r ligt hier best wel eens wat, er zullen heus wel hoekjes zijn waar troep ligt, maar we moeten niet overdrijven." R.C.H. Steenaert, coördinator afval verwijdering Vlissingen: „We krijgen nauwelijks klachten. En als je nauwe lijks klachten krijgt, mag je aanne men dat het redelijk goed gaat. Ik wil niet beweren dat de Vlissingers zoveel schoner zijn dan anderen, maar we zitten er gewoon kort op. G. Goedegebuure, opzichter bij de af deling stadsbeheer Goes: „Ik ben in veel landen geweest, maar een troep als in ons land kom je niet veel tegen. Je zult mij niet horen zeggen dat ie dereen met een Lola-borstel de stoep moet schrobben, maar hoe vaak ge beurt het niet dat we telefoontjes krij gen in de geest van: 'Er ligt rommel bij ons in de straat'. Dan zeg ik: 'Dan moet je de telefoon niet pakken, maar een bezem, dan is het probleem het snelst opgelost'Een paar jaar geleden dreigde de boel in Goes uit de hand te lopen. Maar ik denk dat we nu aardig tevreden mogen zijn. Er is de afgelo penjaren gewerkt aan een efficiëntere inzet, en er is een lijst gemaakt met plekken die met grote regelmaat wor den gereinigd: de binnenstad natuur lijk, maar ook de omgeving van het station, de omgeving van scholen. In Terneuzen klinkt P. Berrevoets, me dewerker afvalinzameling, som- bertjes: „Mijn superieuren zullen het misschien niet zo prettig vinden dat ik het zeg, maar we krijgen het hier niet rond. De vervuiling neemt in Terneu zen toe. We moeteA bepaalde dingen gewoon laten liggep; een braaklig gend terrein, een weggetje waar vrijwel niemand komt, dat laten we liggen totdat we er op een gegeven moment op worden geattendeerd dat het de spuigaten uitloopt. Recreatie terreinen, strandjes bij de Paulina- polder en De Griete willen ook nog wel eens vervuild raken. En sommige wijken waar veel mensen dicht op el kaar wonen en waar de bewoners vaak wisselen. Je merkt dat de mensen zich in dat soort wijken minder ver antwoordelijk voelen voor hun omge ving." En het nut van campagnes als Neder land Schoon dan? Berrevoets: „De actie zou wat mij be treft wat meer gericht mogen zijn op de jeugd. Want die zorgt voor het meeste zwerfvuil." De Jong (Middelburg): „Je moet de mensen er constant op aanspreken: 'let nou 's op, hou het in de gaten' Elke campagne die je er aan besteedt is - ze ker bij de jeugd - zinvol." Goedegebuure (Goes): „Ach, dat soort acties, allemaal verspilde energie. Het is een mentaliteitskwestie. Kinderen moeten van huis uit meekrijgen dat je geen troep moet maken. Dat is een kwestie van opvoeding. Al die goed bedoelde acties van scholen - gaan schoolkinderen een dagje naar het bos of strand om rommel op te ruimen. Vinden die kinderen prachtig natuur lijk, lekker een dagje buiten. Maar de volgende dag gooien ze hun rommel gewoon weer op straat." Maandagmiddag rond twaalf uur. Het veegwagentje van Adrie Krijger zit inmiddels halfvol: blikjes, peuken, dozen, fritesbakjes, chipszakken - de oogst van vier uur vegen en prullen bakken legen. Adrie Krijger grijnst: „Ik heb het toch gezegd? Ik hoef nooit naar werk te zoeken. Er is zat te doen. Altijd en overal." Willem van Dam

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 21