Als de fiscus kwam blies de fluit twee keer bij Den Haas Bessen van duindoorn maken vogels dronken Rijtje voor rijtje worden de wortels uitgespit dinsdag 23 september 2003 Oesters Nootjes Kleur NATUURLIJK seren wekelijks de revue. Enna- ZEELAND Met de hand De rubriek Windstreken besteedt aandacht aan de Zeeuwse molens, aan de mensen erachter en aan de positie van de windgemalen in het landschap. Vandaag: Den Haas in Zierikzee. Zegenvisser zoekt en kijkt Vis vangen is een vak en om dat vak goed te kun nen uitoefenen, vist iedere visser op zijn eigen tij en met zijn eigen visgerei. Jo Zwa- gemaker uit Tholen is zegen visser. De Oosterschelde oogt als een spiegel. Zo glad. De zon schijnt volop deze september dag. Jo Zwagemaker stoomt met zijn Tholen 8 en een groen geschilderde bijboot de haven bij de Bergsediepsluis uit. Op hoop van zegen gaat het rich ting Oesterdam, de dijk tussen Tholen en Zuid-Beveland. Eén van de twee vakantiewer kers die Zwagemaker helpen, De dagen worden korter. Bij het ondergaan van de zon kleuren spectaculaire kleuren de horizon. Zangvogels laten zich niet meer zo uitbundig ho ren. Spinnewebben vol dauw druppels hangen tussen takken. Vele bodes wijzen ons op het feit, dat de zomer plaats gaat maken voor de herfst. Een ander prachtig voorbeeld dat dat illustreert zijn bessen die aan verschillende struiken verschijnen. Ze zijn er in vele verschillende soorten, maten en kleuren. Iedereen weet wel een aantal voorbeelden te noemen: bessen van de vlier, meidoorn, kamperfoelie of veldesdoorn. Een typisch Zeeuwse besdra- gooit het anker uit. Snel stappen de mannen in de bijboot over. Zwagemaker heeft iets gezien aan de kant. Hij wijst naar een rimpeling in het water, het te ken dat daar vissen moeten zit ten, harders. Op de stenen van de Oesterdam doen ze zich te goed aan algen en wieren. Een gele plastic ton met TH8 er op gaat overboord. Een groot en smal net oftewel de zegen volgt. Zwagemaker vaart het over de volle lengte uit, evenwijdig aan de Oesterdam. Hij heeft een ver gunning voor 1500 meter. De bovenkant van het net blijft met kunststof drijvers op het water liggen. De onderkant zakt tot op de bodem. De harders zijn inge sloten. „Maar denk niet dat je ze dan ook hebt", waarschuwt Zwage- gende struik is de duindoorn. De prachtig oranje bessen zijn op vallende elementen in het land schap. Ze bestaan uit een vlezig omhulsel met daarin een klein nootje. Vele vogels doen zich graag tegoed aan deze vitami- nerijke vruchten. Bijvoorbeeld de lij sterachtige trekvogels ko perwiek en kramsvogel. Als een groep kramsvogels zich in een duindoornstruweel tegoed doet aan een maaltje duindoornbes sen verraden zij zich door hun gezellige, kwebbelende ge luiden. Misschien dat dit ge kwebbel, net als bij mensen, gezelliger wordt na een aantal alcoholische consumpties. Dat is niet ondenkbaar. Want na maker. Hij koerst door het om sloten gebied. De waterjetaan- drijving van de bijboot loeit. Water spuit erachter uit. „Je moet de gang erin houden." Harders die proberen te ont snappen, blijven steken in het net. Zwagemaker draait voort durend rondjes in een hoek waar nog vis zit. „Hoef je niet naar het pretpark." Na een half uur is het welletjes. „Laat de rest maar zwemmen." De rol aan één kant van de bij boot wordt aangezet. Het halen van het net kan beginnen, als eerst scherpe brokken Japanse oesters zijn losgemaakt. „Ver velend, maar je leert ermee le ven." Zwagemaker vaart de bij boot. Eén vakantiewerker trekt nachtvorst kunnen de bessen gaan gisten. Het aanwezige zet meel wordt omgezet in suiker waardoor er alcohol ontstaat. Het is bewezen dat de enigzins aangeschoten vogels een beetje gammel op hun poten staan en soms even niet kunnen vliegen. Vinkachtigen, die zich ook graag tegoed doen aan de bes sen, blijven altijd de Bob. Zij eten namelijk alleen de nootjes die binnenin de bessen zitten. Als je aan een duindoornstruik alleen nog de huid van de bessen ziet hangen, weet je dat er een het net aan boord. De ander zorgt ervoor dat het net goed over de rol glijdt. Een voorbij ganger op de Oesterdam vraagt naar de vangst, ,,'t Valt altijd te gen", roept Zwagemaker. „Je ziet toch hoe ik sta te tobben. De man op de oever krijgt een vis toegeworpen. Terug op de Tholen 8 gaat het richting Yerseke. Zwagemaker pakt af en toe de verrekijker. „Zoeken en kijken, dat is de ze genvisserij." De motor gaat weer uit. Kilometers worden af gelegd met de bijboot, tot Zwa gemaker een visplek gevonden denkt te hebben. Het net wordt in een grote, afgesloten ronde uitgevaren. Dit is de echte ze genvisserij. Niet één vis laat zich zien, tot het net wordt ge haald. Een enkele zeebaars zit vinkachtige daar een maaltje genuttigd heeft. De zaden die door de vogels el ders uitgepoept worden, groei en zelden uit tot een volwassen struik. Slechts een klein aantal komt op een juiste groeiplaats terecht, en dan is de kans dat zo'n kiemplantje verdroogt of opgegeten wordt door konijnen groot. Duindoorn plant zich hoofdzakelijk voort door wind- bestuiving of ondergrondse wortels. Daarom zie je vaak een hele groep duindoornstruiken bij elkaar staan. Momenteel zie je ook groepen duindoorn zon der bessen. Een verklaring erin. Bijvangst is er niet. De ma zen van het net zijn te groot voor kleine vissen. „Zegenvisserij is selectief", zegt Zwagemaker. Al zo'n twintig jaar beoefent hij dit vak, als één van de weinigen op de Oosterschelde. Hij moet het vooral van zeebaarzen en harders hebben. Harders zijn warm-watervissen. Ze zitten van mei tot oktober, november in de Oosterschelde, afhanke lijk van de watertemperatuur. Zwagemaker is er dan ook. Maar waar de vis zit? „Ik doe maar wat", merkt hij eerst op. Om later te vertellen: „Ik kijk naar de wind, het tijen ga dan naar plekjes die ik ken, maar ze ker weten doe je het nooit. Ze genvisserij is net een sport." Harmen van der Werf daarvoor wordt bijna altijd ge vraagd door leerlingen van het Voortgezet Onderwijs, tijdens het scholenwerk in natuurge bied Neeltje Jans. De leerlingen doen allerlei onderzoekjes in het duinlanschap Neeltje Jans. 'Staan die struiken zonder bes sen niet op een geschikte plaats?' 'Of krijgen zij later in het jaar nog bessen?' Beide vra gen moeten ontkennend worden beantwoord. De verklaring is het feit dat de duindoorn twee- huizig is. Een struik is of man nelijk of vrouwelijk. Alleen de vrouwelijke struiken dragen bessen. Een geslaagd onder zoekje rondom duindoorn blijkt ieder jaar ook weer het bepalen van het kalkgehalte van de bo dem. Door wat van de grond waarin de struik staat, op een petrischaaltje te leggen en hier bij calciumcarbonaat te drup pelen, kan aan de hand van de mate van bruisen het kalkge halte bepaald worden. Die waarde wordt uitgedrukt in pH. Het pH-gehalte van de bodem waar de duindoorn groeit, schommelt tussen de 5,5 en 7,5, hetgeen een kalkrijke bodem in diceert. Het is aan de leerlingen, om die conclusie te trekken. Carolien van de Kreeke- Abrahamse De auteur is medewerkster ex terne betrekkingen bij Het Zeeuwse Landschap. Klagen sommige molenaars elders in de provincie over teruglopend bezoek, bij Den Haas op het Bolwerk in Zierik zee is daar niets van te merken. Vrijwilliger Jeroen van Dijke ontvangt regelmatig vijfhon derd mensen per dag. De drukte heeft alles te maken met de ligging van de stelling molen op het Bolwerk bij de ha ven en het topmonument Noord- en Zuidhavenpoort. Rond 1600 stond hier op deze plek al een standerdmolen, die in 1723 is gesloopt. Vier jaar la ter verrees de huidige. Een tekst boven de ingangsdeur meldt: 'Den Haas Komelia Blom en Ja- komina De Kok met haar Tween, ley den den Eersten En tweeden Steen den 20 Maart evenals men 1727 Schreven, Willem Van Schelven En Gys- bregt Blom'. De gevelsteen valt op omdat er ook nog een haas op is aangebracht. Jeroen van Dij ke heeft deze onlangs weer in de oorspronkelijke rode kleur op geschilderd. Den Haas is vroeger op een bij zondere manier gebruikt als seinmolen. Tot ver in de negen tiende eeuw werd in ons land de gehate belasting op het gemaal geheven. De heren molenaars probeerden die nogal eens te ontduiken, zodat de overheid intensief controleerde. Regel matig kwamen belastingambte naren uit Middelburg met de boot naar Zierikzee. Waren zij aan boord, dan blies de kapitein bij aankomst niet zoals gebrui kelijk één keer, maar twee maal op de stoomfluit. Dat was voor de molenaar van Den Haas het signaal om de wieken bliksem snel in een afgesproken stand te plaatsen. Dat voorbeeld werd gevolgd op de nabijgelegen De Hoop aan de Lange Nobel- straat. En zo ging het verder, heel Schouwen-Duiveland over. Voor de nijvere belastingcon troleurs viel er zo weinig eer te behalen. Den Haas raakte in de twintig ste eeuw zwaar in verval, even als zijn buurman De Hoop aan de Lange Nobelstraat. Geluk kig zijn beide stellingmolens in de jaren tachtig gerestaureerd. Jeroen van Dijke (21) is sinds drie jaar aangesteld op Den Haas. Hij is volgens eigen zeg gen al sinds zijn tweede levens jaar 'gestoord van molens' en was al vanaf zijn zesde kind aan huis bij Teun van der Bok op De Hoop en leerde daar het vak. Van der Bok, tegenwoordig vol tijds beroepsmolenaar op De Hoop, heeft ook nog een tijdje Den Haas onder zijn hoede ge had. Den Haas is nu weer maalvaar- dig en heeft maar liefst koppels maalstenen. Ook is nog de 45 pk elektromotor aanwezig, waar mee Den Haas vroeger werd aangedreven bij windstilte. De motor dreef dan het spoorwiel aan, dat de maalsteen in bewe ging zet. Onlangs is het vlieg wiel van de elektromotor opge doken, het bleek in de tuin van de buren te liggen. Het spoor wiel loopt volgens molenaar Van Dijke vrijwel geruisloos. Mede op grond daarvan noemt hij Den Haas 'de best malende van Zeeland'. Bij de restauratie is de witte kleur van de romp verdwenen. Veel van het houtwerk buiten is geel geschilderd. Molenaar Je roen van Dijke heeft die kleur, volgens hem de oorspronkelij ke, ook aangebracht op de deu ren, die bij de restauratie groen waren geschilderd. Jeroen van Dijke haalde al op zijn achttiende het diploma vrijwillig molenaar en was op dat moment de jongste van het land met dat papiertje op zak. Tijdens zijnMTS-opleiding liep hij stage bij het molenmakers- bedrijf van de Middelburger Jo- han Hoef kens, het enige in die branche in Zeeland. Sommige bezoekers reageren er verrast op dat jonge mensen zo als Jeroen van Dijke in hun vrije tijd op molens werken. Dat blijkt ook uit de tekst van een Vlaamse bewonderaarster in het gastenboek: „Hey stoere molenaar! Eigenlijk wilde ik niet mee met ons pa, maar vond het toch de moeite waard. Ik had eigenlijk een oude vent als mo lenaar verwacht haha, leuk dat het je hobby is, groetjes..." Willem Staat De PZC sponsort Het Zeeuwse Landschap. In 'Natuurlijk Zee land'doen medewerkers van de ze stichting verslag van wat er speelt in de Zeeuwse natuurge bieden: onverwachte vondsten m A-ri li ini I li/ en bijzondere qedraqinqen pas- tuurlijk ook de successen en mislukkingen in het beheer. Adrie Albregtse, Albert Ebbens en Laurens Kamp werken op proefboerderij De Rusthoeve in Colijns- plaat. Op 85 hectare pol- dergrond doen zij, in op dracht van onder meer Zeeuwse boeren, proeven met akkerbouw- en soms tuinbouwgewassen. 'De Rusthoeve' volgt weke lijks de belevenissen van de mannen van de proef boerderij. Voor de koffie is Laurens nog van plan om met de cultiva tor het land op te gaan. Er groei en distels en wortelonkruiden, en die moeten in stukjes worden gereden om te drogen en af te sterven. Maar dan komen de Jannen binnen. Ze zijn met z'n tweeën uit Lelystad komen rij den om cichorei te rooien. Jan en Jan zijn medewerkers van het PPO, de organisatie die het on derzoeksdeel van veel proeven op de Rusthoeve doet. De cichorei-proef is bedoeld om te zien welke verschillen er zijn tussen rassen, tussen zaaime- thoden en zaaitijden. Op een proefveld zijn verschillende rassen op verschillenden tijden gezaaid, maar ook zitten er ver schillen in de zaadjes. Het ene zaadje zat bijvoorbeeld in een pil, het andere was ontsmet en weer een ander is er kaal inge gaan. Vanaf dat het eerste sprietje bo venkwam zijn de Jannen regel matig langsgekomen. Ze wilden vooral weten wat de beste ma nier is om het land zo snel moge lijk 'dicht' te krijgen. Hoe eerder de plant de zwarte aarde be dekt, hoe minder kans het on kruid krijgt en hoe beter de cichorei-wortel, waar het alle maal om te doen is, kan groeien. De resultaten zijn de hele zomer netjes opgeschreven maar nu wordt er naar de opbrengst ge keken. Rijtje voor rijtje moeten de wortels worden uitgespit, in zakken gedaan en gewogen. Vervolgens gaan ze naar Stam persgat in West-Brabant, waar het inuline-gehalte in het labo ratorium wordt onderzocht. Inuiine is de zoetstof waarvoor cichorei vooral geteeld wordt. Het wordt gebruikt in de farma ceutische industrie maar helpt ook suikerpatiënten aan een veiliger zoet smaakje. De cicho rei die bij de Rusthoeve wordt geteeld, gaat voor de productie van inuiine naar Roosendaal. Net als in Stampersgat wordt daar een voormalige suikerfa briek voor de raffinage van ci chorei gebruikt. Laurens kan de cultivator dus wel in de schuur laten. Hij gaat helpen met het rooien en haalt meetlinten en peeënspaatjes uit het gereedschaphok. Voor de proef, die nauw luistert, kan im mers niet machinaal worden ge rooid. Dat moet met de hand met de smalle, lange spaatjes, die voor het handmatig bieten- rooien zijn gemaakt. Zakjes en touwtjes hebben de Jannen zelf bij zich. Albert is ondertussen tevreden over een symposium over agra risch natuurbeheer, waaraan hij heeft deelgenomen. Er zijn boeren, bestuurders en deskun digen uit Groningen en de IJs- selemeerpolders naar de Rust hoeve gekomen om over het agrarisch natuurbeheer te pra ten. Niet alleen zijn er officiële afspraken voor meer samen werking gemaakt, er is ook druk genetwerkt. „Zeeland, Gronin gen en de polders hebben onge veer dezelfde problematieken en kansen als het gaat om agra risch natuurbeheer. Maar boe ren in Groningen hebben bij voorbeeld veel meer verstand van wadvogels en de mensen in de polders weten alles van veld leeuweriken. Wij hebben hier weer meer ervaring met allerlei vlinders en met patrijzen. Pa trijzen zitten er in Zeeland nog veel. In andere streken zijn ze bijna helemaal weg." Agrarisch natuurbeheer, bij voorbeeld de akkerranden die voedsel en een schuilplaats bie den aan insecten, vogels en zoogdieren, is er nu eenmaal niet alleen op gericht om de boel schoon te houden en minder middelen te hoeven gebruiken, het is ook de bedoeling dat de di versiteit van de fauna ermee toeneemt. De organisaties die er in de verschillende gebieden mee bezig zijn, kunnen veel van elkaar leren. Tussen de zomerse symposia en demonstraties door, moet er na tuurlijk hard gewerkt worden. Het is nog steeds aardappels rooien geblazen, maar het valt zeker niet tegen. Het is mooi droog geweest, het heeft genoeg geregend en de structuur van de grond is prima voor het rooien. „Aan de aardappels die we eruit halen, zit bijna geen korreltje grond. Vieze voeten hebben we haast niet en, wat belangrijker is, we rijden niet van die akelige diepe sporen in het land." Mieke van der Jagt Jo Zwagemaker (links) haalt met een collega het net binnen. foto Wim van Vossen Duindoorn is een echte pionierplantfoto Carolien van de Kreeke Jeroen van Dijke foto Dirk-Jan Gjeltema

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 19