•MMtk' isflü Ballonvaren doe je nao den witten oest Bij de brug was het centrum van Sas Nieuwe Raadkaart ■m dSSft. dinsdag 23 september 2003 Betrokkenheid Langzaam Rappe gasten Herberg Platteland is van iedereen Als het platteland ver dwijnt, verliest Neder land zijn karakter. Dat vindt 95 procent van de bevolking, zowel in het stedelijk gebied, als in het buitengebied. Lo gisch dat een nóg grotere meerderheid, 97 procent, meent dat het platteland be houden moet blijven. Voor de stichting Vrienden van het Platteland, die door het NIPO een opinie-onderzoek liet houden, een fikse steun in de rug. De positieve op stelling van de bevolking is verklaarbaar, want velen zoeken ontspanning dan wel recreatie op het platteland. Daarmee geven de burgers aan: het is van ons allemaal, niet alleen van de boeren. Bij het ministerie van Land bouw, Natuur en Voedsel kwaliteit (LNV) hebben ze de natie-brede aandacht voor het platteland in de smiezen. Er wordt, zoals dat heet, beleid op losgelaten. „We gaan van een agrarische economie naar een plattelandseconomie", zegt An- nelie Boogerd, medewerker plattelandsvernieuwing bij de directie Zuidwest van LNV. „Naar een platteland voor en door burgers." Het ministerie werkt aan een nationale Agenda Vitaal Platte land waarin komt te staan wel ke plannen komende jaren voor het landelijk gebied uitgevoerd moeten worden en hoeveel geld daarvoor beschikbaar is. Die agenda krijgt een Zeeuwse ver taling, verzekert 'groene' gede puteerde Thijs Kramer. „Het platteland moet de warmte blij ven uitstralen die het nu heeft." Volgens het opinie-onderzoek Oogstfeest Kamperland van het NIPO denkt 84 procent van de bevolking dat het typisch Nederlandse platteland wordt bedreigd; slechts 15 procent geeft aan dat het niet zijn of haar zaak is of het platteland blijft bestaan. Opvallend is dat 95 procent gelooft dat zonder boeren en tuinders het buiten gebied geen toekomst heeft. Vrouwen trekken zich het lot van het platteland wat meer aan dan mannen. Vooral ouderen zoeken er ontspanning (84 pro cent); bij de jongere garde is dat minder het geval (70 procent). Annelie Boogerd maakt duide lijk dat natuur, landschap en re creatie een gewichtiger rol moe ten krijgen en daar hoort ook het anders omgaan met water (zoals opvanggebieden aanwijzen en brede watergangen maken) bij. „Er is op het platteland ontzet tend veel aan de hand. We moe ten de kwaliteiten behouden en er toch met z'n allen van kunnen genieten." De betrokkenheid van de burgers moet haar als muziek in de oren klinken. „Het leefbaar houden van het platte land begint bij de burgers." De opvatting van de bevolking komt voor voorzitter Peter de Koeijer van de Zuidelijke Land en Tuinbouw Organisatie Zee land (ZLTO) niet als een verras sing en hij is er blij mee. „Wij kunnen niet zonder de betrok kenheid van de burgers. Als die de boeren beschouwen als een belangrijk onderdeel van de maatschappij, dan is dat alleen maar plezierig." De Koeijer ervaart het over de schouder meekijken van de bur gers niet als lastig. „Wij horen transparant en open te werken. Het is heel belangrijk dat de burgers weten waar hun voedsel vandaan komt. Als we dat niet meer kunnen overbrengen, dan maakt het ook niet meer uit waar op de wereld het voedsel vandaan komt." Over de trage aanpak van de verpaupering van het platteland doet de ZLTO-voorman niet al te dra matisch. „Sommige ontwikke lingen kun je niet dwingen. Je moet oppassen nu snel dingen te doen, waarvan je over een aan tal jaren spijt hebt. Dat het ver anderingsproces geleidelijk gaat, is wel zo verstandig." Directeur Marten Hemminga van stichting Het Zeeuwse Kiek, 'n balonne hunter, zegt een oudere man, terwijl ik een brief naar de post breng. Het is net na het avondeten. Ik kreeg net nog een telefoontje, want ja, hoe gaat dat? De meeste mensen bellen rond etenstijd. Dan zijn de bellers thuis en de ontvan gers ook. Voor je het weet, wordt er dan nog wat gekletst, want meestal zijn die berichten maar korte mededelingen. Zitte hie nog an de laote èrpels joengen? werd er gevraagd. Wieder eeten 's middags altied wérm, ging de man verder, die zijn naam niet direct zei, maar ik begreep aan het woordje wieder, dat het ie mand uit het Land van Axel moest zijn. Wieder, da's een oud woordje, dat eigenlijk niet meer zo gebruikt wordt. En pouwder ensouwder ook. Wie gebruikt die twee woordjes nog? Bijna niemand; iedereen heeft het te genwoordig over polder en zol- Landschap (HZL) ziet in de me ning van de bevolking steun voor het streven om het buiten gebied aantrekkelijker te krij gen (landschappelijk, ecolo gisch en recreatief) en tegelijk functioneel te houden (agrari sche activiteiten). „De boeren moeten mede hun rol kunnen spelen in de opwaardering van het platteland." Hij wijst erop dat de landschapsvisie van HZL en de Zeeuwse Milieu Federatie en het plan voor een Nationaal Landschap prima aankno pingspunten bieden. Dat het veranderen van het lan delijk gebied langzaam gaat, wijt Hemminga aan het ontbre ken van goede instrumenten. „Boeren willen best, terreinbe heerders zijn enthousiast, maar het is moeilijk dat grootschalig vorm te geven. Het wordt echt tijd de opwaardering krachtig ter hand te nemen." Gedeputeerde Kramer noemt de uitslag van de enquête een be wijs dat het platteland langza merhand meer belang heeft als publieksruimte dan als produc tieruimte. „Het is toch dé omge ving waar de mensen willen wo nen en recreëren." Hij betreurt het dat het economisch belang van de landbouw terugzakt en daarmee de mogelijkheden om een vitale landbouw in stand te houden. „Daardoor wordt het gevaar van ongewenste ontwik kelingen - denk aan de varkens invasie en de vermaïsing - gro ter." Toekomstkansen in de akker bouw zijn er met name voor gro tere bedrijven. Kramer is daar niet op tegen, al vraagt hij zich af of de zittende boeren de stap naar vergroting wel kunnen ma ken. „Lichtpunt is dat er steeds nieuwe vormen van samenwer king ontstaan." Rinus Antonisse der. Woordjes uit de oude doos van het Land van Axel. Goed, ik loop met die brief naar de brievenbus. Veel te laat na tuurlijk, want die wordt bij ons tegen 'alfzesse gelicht. Maar dacht ik, als ik 'm né niet breng, dan ligt hij er overmorgen nog en waar kan hij dan eigenlijk beter liggen, dan al in de rode brievenbus? Meestal zie je men sen op het eind van de middag nog even vlug nao de busse lo pen, zo met de gedachte, dan kan tie nog mee, maar voor mij maakt dat eigenlijk weinig uit. De meeste brieven die ik ver stuur, dat zijn er die niet zo aan een tijd gebonden zijn. Dat is heel wat anders met de inko mende post, die zijn wel aan een bepaalde datum gehouden. Zo van: Betaolen voo den êêsten van de volgende de maond! Nog voor ik thuis was, reed Wannes me al achterop. Of ik ook mee goeng nao die luchtbal- lonne. Nu is Wannes in alles ge ïnteresseerd, vandaar dat hij dagelijks of bij de brievenbus staat, zo op het eind van de mid dag, of bij de bushalte, waar om het half uur een bus stopt. Over alles kan 'ie meepraten, maar vooral over duiven. Vandaar dat hij natuurlijk als eerste van het dorp de luchtballon had zien aankomen. Zo was het ook met duiven, de Duitse vakantiegas ten die een tweede huis in het dorp hebben of met mensen die gaan verhuizen. Hij weet het al lemaal direct. Het lijkt net of zijn duiven die over het dorp vliegen, het naar hun duiven melker gaan vertellen. Een paar jongens, misschien net zestien jaar, racen door de straat en schieten ook de polder in. Het schelle geluid dat uit de motors komt, kletst tegen de warme ge vels in de straat. En natuurlijk onderweg flink schakelen en maar lawaai maken, 't Hoort bij de leeftijd denk ik, 't bin nog kuufels vanjoengers. Gelukkig zijn het opgevoerde brommers, zodat ze vlug uit het oog zijn verdwenen. Dat is het voordeel van snelle diengers, die zijn vlug voorbij, ook al maken ze veel la waai. Ik kijk ze na en onwille keurig zie ik de ballon op het eind van de straat boven het tankstation hangen. De zon is aan het zakken en het is bijna windstil. Een paar andere buren komen ook naar buiten, zeker wakker geschrokken door het geluid van de brommers. Een paor opgeschooten joengers kommen op udder fiets in een kluutje angereejen en schieten ook de polder in. De ballon zakt achter de bomen omlaag. Het wordt heiig, 'n Schóönen ao- vund, zegt de buurvrouw, die in haar deurgat blijft staan. Nee, ze gaat niet naar de ballon kij ken. Vroeger, zegt ze, toen we nog in de polder woonden, dan heeft ze dikwijls die ballonnen zien hangen. Het waren meestal Vlamingen, die op het kale land hun mandje lieten zakken. Zuk- ke diengen doe je nao den witten 'oest, gaat ze verder, want de boeren ziin da nii blieje mee. Ja, dat begrijp ik wel. Je moet niet landen tussen de tarwe of ande re vruchten, maar ook niet in een weiland met koeien. Ongemerkt moet ik terugden ken aan Jacob Faro, een jongen die in 1916 uit Biervliet naar Amerika emigreerde. In één van zijn brieven schreef hij mij uit voerig over zo'n vlieger. Op een morgen zat hij in de klas, de school stond destijds nog op de Markt, toen de meester zei, dat er vanmiddag een luchtschip te zien was. Nu zou daar in het lo kaal weinig of niets van te mer ken zijn, vandaar dat de hele school die middag, in de polder zou gaan kijken. Tegen half twee liepen de kinderen met hun meesters en juffen door de Oude Stad naar het Pèrediekje. Daar gingen ze in de hoskant zitten wachten, ziengen en kieken. Ook volwassenen kwamen kij ken en luisteren naar het zingen van de kinderen. Ze zochten ook een lekker plekje, in 't 'angen van de diek. Hier was het wel uit te houden. Het land begon een beetje groen te worden. Het was een prachtige middag, toen om streeks drie uur een grote ballon met een mandje eraan in de buurt van de Belgisch-Neder landse grens van oost naar west zweefde. Heel langzaam, kwam 'ie aan, maar veel te vlug was 'ie verdwenen. En de bovenmees ter vertelde honderd uit over dit wonderlijk ding. Onze Wannes zijn grootvader had een paar deuntjes gespeeld op zijn mond- meziek, binst an ze zaoten te wachten. De grote mensen had den meegezongen. De kinderen niet. De bovenmeester had Wannes vermanend aangeke ken; zulke liedjes zing je toch niet. Zeker niet als er kinderen bij zijn. Intussen moest de ballon wel ge zakt zijn. De jongens met de brommers komen weer hinder lijk aangereden en scheuren rondjes door het dorp. Ook Wannes houdt het voor gezien. Vlaomiengen ee, zegt hij. Jao, die zakkende op 't èrpelland van Buijze. In een paar tellen was al les opgeladen op een lage kar, die achter een landrover 'ieng. 't Was zo gebeurd, 'n Grööte stér ke vint mee z'n broek op 'alfzes se sleurde dien balonne op de karre. Da binnen rappe gasten joengen. Ze geevenzöö'n boer 'n fóöie en foetsie, de pieste in. Maar deze keer was er geen boer komen opdagen en 't land is toch leeg. Ielk z'n spil ee. De straat wordt stil, de lan taarnpalen floepen aan. In de verte nevelt het boven de polder. Morgen weer mooi weer. Rinus Willemsen Zicht op de Westkade in Sas van Gent, met rechts het ou de klooster en de oude brug. Links het oude stadhuis (met trapjes), dat vroeger 'Out Vlis- singen' heette. Dat bericht T. Hanse uit Sas van Gent in antwoord op de raadkaart van vorige week. De kaart is hon derd jaar geleden, om precies te zijn 4 september 1903, door ene Coralie verzonden aan mej. Ch.J. Inghels, Coupure linker oever, hotel Gent. En de post zorgde ook met zo'n adres feil loos voor de bezorging. Volgens A.R. Marquinie uit Middelburg woonde in het hoekhuis Bram Ranschaert, oud wielrenner, die onder meer fiet sen repareerde. „De eerste brug - Sas van Gent had drie bruggen over het kanaal naar Gent - is door de geallieerden vernield bij de vorige oorlog, om de Duitse troepen tegen te houden", aldus Marquinie. Dat was in mei 1940, toen Nederland al had gecapi tuleerd, maar de strijd in Zee land nog korte tijd doorging. T. van Assche uit Sas van Gent weet dat het grote gebouw rechts (nu de huisnummers 103 naalzijde." L. ten Halen uit Westdorpe geeft aan dat op de hoek met de Ooststraat café Du Commerce gevestigd was, van Louis Warrens, 'met daarnaast de elektriciteitszaak van Ver- vaet, die de exploitant was van de radiodistributie Sas van Gent-Westdorpe. F.C. Renique uit Sas van Gent wijst erop dat het klooster een van de oudste gebouwen (1650) van Sas is. E. Kalfsvel uit Sas van Gent schrijft dat de opge blazen brug de 'eerste brug' heette. „Rondom de brug be vond zich, zowel voor de Sasse- naren als de vele schippers die hier aanlegden, het bruisende centrum van het stadje en er stonden in deze buurt dan ook meer cafés dan woonhuizen. Zoals op de hoek direct rechts vanaf de brug het in die tijd wijd en zijd bekende estaminee van Manse Warrels." Ten onrechte werden genoemd de Rouaansekaai in Middelburg en de Nieuwendijk in Vlissin- gen. De waardebonnen gaan naar: RJ. Zweemer Terneuzen, R. de Groff Sas van Gent en F. Platteeuw-de Braai Terneu zen. Rinus Antonisse Uit Hans Lindenberghs collectie een oud dorpstafereel. De vraag is in welk dorp de fo to genomen is. Nadere informatie over de afge beelde situatie bijvoorbeeld over de oude en nieu we naam en de bewoners van de huizen is welkom. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 27 september worden gezonden aan: Redactie Buitengebied, postbus 31,4463 AA Goes; fax 0113 315669; e-mail redactie@pzc.nl. Er zijn drie waardebonnen voor goede oplossingen. en 104) vroeger een herberg was. „Op de voorgevel links staat '1703 De Drij Passagiers' en rechts staat 'Den Reijsenden Man 1671'. Tegenwoordig huist hier het maatschappelijk werk, de algemene woningstichting Zeeuws-Vlaanderen en de stichting welzijn voor ouderen. Het tweede huisje links van de herberg is slechts 3,50 meter breed en bevat de opslag van si garenzaak Ben Everse. Het wit te huis in het midden moet nu de Novy-winkel van Daan Hoog- steder zijn. Hier direct naast ligt de Ooststraat." Het gemeentehuis met het to rentje is in 1934 afgebroken, meldt J.J. van Moorten uit Sas van Gent. „Onder de bordestrap bevond zich het gevang. De wes telijke kanaalarm is in 1951/52 versmald voor de aanleg van de traverse. Hierdoor werd het ver keer verplaatst van de weg tus sen bomen en huizen, naar de andere kant van de bomen, ka foto's Dirk-Jan Gjeltema Omgeving Driewegen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 18