PZC
Nederlands Film Festival
Giphartiger
dan Giphart
Mensen zitten niet op iets authentieks te wachten
Eregast
29
Robert Jan
Westdijk
Maria Goos
donderdag 18 september 2003
Het Nederlands Film Festival (NFF) in
Utrecht, dat voor de 23ste keer wordt gehou
den, besteedt dit maal bijzondere aandacht aan
het werk van acteur Jan Decleir, scenarioschrijf
ster Maria Goos en filmer Robert Jan Westdijk.
De telefilm Cloaca, naar het succesvolle theater
stuk dat Maria Goos schreef, gaat tijdens het fes
tival in première. Ook haar regiedebuut Lieve
mensen, een tv-dramaserie over de resocialisatie
van een echtpaar met in de hoofdrollen Peter Blok
en Loes Luca, wordt in Utrecht voor het eerst ver
toond. Dit is voor het festival aanleiding een over
zicht te presenteren van de producties gebaseerd
op scenario's van Maria Goos, waaronder Gouden
Kalf-winnaar Familie.
Jan Decleir ontvangt tijdens de openingsavond
van het Nederlands Film Festival (NFF) in
Utrecht op woensdag 24 september Het Gouden
Kalf voor de Cultuurprijs. Hij krijgt de onder
scheiding voor zijn bijdrage aan de Nederlandse
filmcultuur. De acteur speelde hoofdrollen in de
laatste twee Nederlandse films die een Oscar kre
gen: Karakter 1997) en Antonia (1995).
De prijswinnaar heeft meer dan veertig Neder
landse en Vlaamse films op zijn naam staan,
waaronder Kruimeltje, Mariken en Het Sacra
ment. Hij is binnenkort te zien in De Passievrucht
en Rosenstrasse. Jan Decleir is op het filmfestival
ook 'Gast van het Jaar'.
Het Gouden Kalf voor de Cultuurprijs wordt
sinds 1981 uitgereikt. Vorige winnaars waren on
der anderen Louis van Gasteren (2002), Matthijs
van Heijningen (1999) en Jeroen Krabbé (1996).
Regisseur Robert Jan Westdijk verfilmde Roland
Gipharts roman Phileine zegt sorry. De film
draait op het festival en gaat begin oktober in rou
latie.
Het NFF wordt gehouden van woensdag 24 sep
tember tot en met vrijdag 3 oktober en toont 77
nieuwe films.
Decleir weet waar de nerf zit
an Decleir is Gast van
het Jaar bij het
N ederlands Film
Festival. En dat werd tijd
ook, want zijn betekenis
voor de Nederlandse en
Vlaamse film is al decennia
lang gigantisch. „Jan
benadert een rol zoals een
beeldhouwer een stuk
marmer. Eindeloos schaven,
weghakken, maar vooral:
weten waar de nerf in de
steen zit, en zo een
kunstwerk maken.
Het leven van een acteur is al-
tijd een beetje triest. Een
acteur leeft tenslotte alleen on
der de lampen van de toneel
vloer of de filmset. Zijn die lam
pen uit, is de film gedaan, blijft
er van de acteur weinig meer
over dan een programmaboek
je, een herinnering, een paar re
censies en, in het beste geval,
een stuk of wat filmkopieën die
slechts met moeite de tand des
tijds zullen weten te doorstaan,
hoe gewaardeerd en klassiek ze
nu ook worden gevonden.
Jan Decleir is een groot acteur.
Op dit moment de grootste die
we hebben, in Nederland én
België. En hij is gretig, heel gre
tig. „Hij wil eigenlijk alle rollen
spelen die er geschreven zijn, en
hij zou het nog kunnen ook",
zegt de Vlaamse dichter en
schrijver Tom Lanoye. „Wat ik
nu heb gezien van zijn rol in De
Zaak Alzheimer, is weer zo 'n to
taal nieuwe Jan Decleir, die je
eigenlijk niet achter hem ge
zocht zou hebben." Lanoye
doelt op de breekbare en zelfs
keurige uitstraling, die Decleir
aan zijn personage van huur
moordenaar meegeeft in deze
nieuwe film. Het is wat anders
na die ruwe, dreigende rollen als
Dreverhaven in Karakter, of de
volkse, onafhankelijke pastoor
in Daens.
Iedereen die met Decleir heeft
gewerkt, roemt zijn vermogen
om teksten bijna a la minute te
interpreteren. Boris Paval Co-
nen, die met Decleir werkte aan
de succesvolle NCRV-serie '9
dagen van de gier', merkte ook
hoe kritisch de acteur kan zijn.
In die serie speelt Decleir een
succesvol architect, die te horen
krijgt dat hij nog maar kort te
leven heeft. Los van alle andere
verwikkelingen, staat ook een
Jan Decleir
kortstondige relatie van de ar
chitect met een jongere vrouw
centraal. Conen: „Voor die rol
was oorspronkelijk een jongere
actrice bedacht, die naïever met
de situatie om zou gaan. Omdat
we echter met Saskia Temmink
konden werken werd de rol seri
euzer en met meer intelligentie
ingevuld. Dat gaf problemen
met de tekst. Tijdens de opna
mes in Berlijn leidden die pro
blemen tot een flinke aanvaring
met Decleir. En dan gaat het er
hard aan toe. Maar het mooie
van Decleir isdat het altij d con
structief is. Hij gooit zijn kont
niet tegen de krib, maar denkt
mee. Zo kwam hij zelf met alter
natieven aan, die veel beter ble
ken te werken. Hele monologen
zijn uit de film verdwenen, en
vervangen door een enkele op
merking."
Fedja van Huêt, die als stagiaire
van de toneelschool tegenover
Decleir stond in de Oscarwin
nende film Karakter, herinnert
zich Decleir vooral als een ge
duldig en stimulerend persoon.
Een acteur, die zijn collega's,
hoe onervaren ook, alle ruimte
biedt om zelf hun vorm te vin
den. Hoezeer een gewone toe
schouwer ook de neiging heeft
om de acteur Decleir gelijk te
stellen met zijn duivelse perso
nage Dreverhaven, de werke
lijkheid is dus anders. Al zal de
kleedster die bij de '9 dagen van
de gier' vergat om bij een zie
kenhuisscène, waarin Decleir
half naakt moest staan, voor een
passende onderbroek te zorgen,
daar anders over denken.
Maar natuurlijk heeft de grote
Vlaming een duivelse kant, zo
als hij zelf ook meerdere malen
heeft beschreven. Decleir de
bourgondiër die bij een bezoek
aan St.-Petersburg in Russische
drinkers zijn meerderen moest
erkennen, daar zij erin geslaagd
foto Marc van der Kort/GPD
waren om hem wél onder tafel te
drinken.
Wellicht sindsdien, maar zeker
sinds Decleir gelukkig is met
'zijn Bregtje', leeft hij veel ge
zonder, zo benadrukt iedereen
die hem kent. Zo ook Henny Vri-
enten, met wie Decleir sinds een
jaar of tien een intense vriend
schap onderhoudt: „We weten
allebei te genieten van het goede
leven. We lunchen regelmatig in
restaurants die we samen uit
zoeken. Als we praten, dan pra
ten we nauwelijks over ons
werk. We hebben het vaak over
vrouwen. Tenslotte hebben we,
behalve onze leeftijd, ook ge
meen dat we allebei een relatie
hebben met een jongere vrouw.
Dat verbindt."
Maar verder, zo erkent Vrien-
ten, wordt er eigenlijk heel wei
nig gesproken op die gezamen
lijke diners, net als tijdens de
bijeenkomsten van de Vlaamse
Academie der Onsterfelijken,
waar ze beiden lid van zijn. „Jan
kan heel prettig aanwezig zijn,
zonder dat je dat als beklem
mend ervaart. Vaak zitten we
gewoon naast elkaar en zwij
gen. Heerlijk." Fedja van Huêt
weet nog van een avond, na af
loop van de opnamen voor Ka
rakter, dat ze samen uit eten
gingen en daarna nog een nacht
doorhaalden in Amsterdam:
„Die hele avond hebben we mis
schien drie woorden gewisseld,
maar het is de beste stapavond
die ik ooit gehad heb. Soms hoef
je gewoon niets te zeggen. Is een
blik genoeg."
En die ene blik, dat ene gebaar,
het zijn precies die zaken die
Decleir als acteur zo perfect be
heerst. Boris Paval Conen: „Als
Decleir in een opname alleen
maar moet kijken, of luisteren,
dan kijkt hij ook, en je ziet hem
luisteren. Dat is een zeldzaam
vermogen. Neem je Jan in beeld,
dan gebeurt er altijd iets."
Is zoiets nu alleen maar uitstra
ling? Waarbij we ervan uit mo
gen gaan dat 'uitstraling' een
magisch begrip is? Tom Lanoye
beseft dat je de magie van een
kunstenaar nooit te veel moet
willen verklaren, maar hij weet
dat er ook een prozaïsche kant is
aan het talent van een meester-
acteur als Decleir: „Jan is één
van de laatsten van een genera
tie acteurs die techniek hoog in
haar vaandel heeft staan. Het
klinkt misschien nuchter, maar
ik weet zeker dat negentig pro
cent van de 'magie' van Decleir
in zijn techniek schuilt. Hij
neemt zijn vak uiterst serieus.
Hij bereidt zich uitvoerig voor
en schaamt zich niet voor het
toepassen van zijn jarenlange
ervaring. Tegenwoordig hebben
we helaas te veel acteurs die uit
sluitend vertrouwen op hun
mooie kop of hun denkvermo
gen. Jan heeft dat allemaal,
maar hij is ook een consciënti
eus vakman. Het echt bijzonde
re aan hem is wellicht het feit
dat hij eigenlijk beeldend kun
stenaar is. Jan Decleir benadert
een rol zoals een beeldhouwer
een stuk marmer. Eindeloos
schaven, weghakken, maar
vooral: weten waar de nerf in de
steen zit, en zo een kunstwerk
maken."
En zo hebben we met Jan De
cleir een acteur die in Neder
land en Vlaanderen zowel het
toneel- als het filmvak beheerst.
Een grote acteur, die met twee
oscars op zijn naam makkelijk
de sprong over de oceaan zou
kunnen maken, maar die dat ei
genlijk niet wil. Althans, niet
ten koste van alles. De klein
schaligheid van de Nederlands
talige film- en theaterindustrie
bevalt hem, zeker ook omdat hij
graag betrokken is bij alle facet
ten van het maakproces, en dat
is in het sterk door afspraken en
advocaten gereguleerde Ameri
ka, bijna niet voor elkaar te krij
gen.
Wijbrand Schaap
Phileine zegt sorry lijkt de
ideale keuze voor de ouver
ture van het nationale filmfesti
val in Utrecht. De in Utrecht ge
boren regisseur Robert Jan
Westdijk maakte op dit festival
acht jaar geleden furore met zijn
debuutfilm Zusje die op de ope
ningsavond bekroond werd met
de Prijs van de Stad Utrecht en
op de slotavond met een Gouden
Kalf. Zijn nieuwe film, geba
seerd op een populair boek van
de Utrechtse auteur Roland
Giphart, werd deels ook in
Utrecht opgenomen.
Cineast Westdijk, die vrijwel
zijn hele leven elders heeft ge
woond, is onlangs weer ingeze
tene geworden van zijn geboor
testad. „Je mag dus zeggen dat
ik me hevig identificeer met
mijn onderwerpkeuze. Grappig
evenwel is dat ik me heb vergist.
Het boek speelt helemaal niet in
Utrecht. Ik had blind veronder
steld van wel, maar Giphart zelf
attendeerde me erop dat hij dat
nergens genoteerd had. Ik heb
me ook laten sturen door ander
werk van Giphart, ook zijn kor
te verhalen. Die spelen zich
vaak onmiskenbaar wél af in
Utrecht. Er zitten veel details in
de film die zijn ontleend aan
desnoods ergens een enkel bij
zinnetje in dit boek of aan iets
wat is binnengekomen via an
dere publicaties. Ik heb gepro
beerd de ultieme Giphart-film
te maken."
Westdijk mag zich kenner noe
men: „Ik heb vrijwel al zijn boe
ken kort na verschijning gele
zen. Ik heb hem echt gevolgd.
Hij is een schrijver die ik herken
als een generatiegenoot."
„Het wezenlijke van het verhaal
is dat Max, die op de toneelaca
demie zit, bij Phileine weggaat
omdat hij de unieke kans krijgt
om een jaar in New York te wer
ken. Phileine vreest dat hij daar
een nieuw leven opbouwt en van
haar zal vervreemden. Ik zat op
dat script te zwoegen en toen
kregen we de gebeurtenissen
van 11 september. New York
kreeg ineens een wrange bij
smaak. Toen heb ik dus enige
tijd Tokio in mijn hoofd gehad.
Want het moest ver weg zijn.
Gelukkig bleek dat je New York
toch snel weer met ook een boel
andere dingen kon associëren
dan enkel 11 september."
Westdijk beschouwt Phileine
als een voor hemzelf cruciale
film omdat hij voor het eerst -
anders dus dan bij Zusje en Si
beria - het script helemaal al
leen heeft ontwikkeld. „Zonder
co-auteur. Echt in eenzaamheid
in het hok zitten en typen. Daar
ben ik trots op. Wel was het pret
tig dat Giphart me zijn manu
script had gemaild, zodat ik dat
als basismateriaal altijd bij de
hand had. Maar het belangrijk
ste richtsnoer is steeds mijn eer
ste leeservaring van het boek
geweest. Niet zo zeer dus tot in
details wat Giphart erbij in zijn
hoofd had toen hij het schreef,
maar het gevoel en de associa
ties die werden opgeroepen toen
ik het in 1996 las zonder nog aan
een film te denken. Je moet scè
nes laten vallen of omgooien. Je
moet dialogen indikken of weg
laten en soms moet je nieuwe
verzinnen om het verband weer
sluitend te krijgen. Dat heb ik
geprobeerd te doen in Giphart -
stijl. Frappant was dat Ronald
later niet wilde geloven dat be
paalde dingen door mij waren
bedacht. Maar met zijn boek in
de computer erbij en met het
zoekprogramma viel in een mi
nuut te bewijzen dat die typi-
sche Giphart-regels in zijn tekst
nergens voorkwamen. Hij had
durven zweren van wel."
De filmer heeft dus zijn voltooi
de script helemaal doorgeno
men met Giphart zelf. Die had
immers een slechte ervaring met
de al te vrije filmbewerking die
Ruud van Hemert maakte van Ik
ook van jou. Daar was de auteur
droevig van geworden. Westdijk
vond het belangrijk dat hij
Gipharts zegen zou krijgen. „Of
je verzint zelf een verhaal of je
pakt een boek. Doe je het laatste
dan moet je zorgen dat die film
ook hetzelfde nastreeft en ook
zo goed mogelijk klopt met de
sfeer, de humor. Dus niet a la
Hitchock een ideetje of concept-
je uit een boek plukken en daar
een heel eigen film van maken.
Ik heb echt getracht om Giphar
tiger dan Giphart te zijn. Dan
vind ik het ook logisch om hem
dat ter lezing aan te bieden. Ik
wilde bovendien bewijzen dat
het een grappige film zou wor
den. Zowel hij als ik vinden hu
mor een belangrijk middel om
tot identificatie te komen. Ook
Zusje was lichtvoetig terwijl het
onderwerp groter of emotione
ler was dan je aanvankelijk
dacht. Lichtvoetigheid wil ab
soluut niet zeggen dat het op
pervlakkig is. Giphart beheerst
die stijl als geen ander."
„Casting is 80 procent van je
film", weet ook deze regisseur.
Zijn hereniging met Kim van
Kooten, de hoofdrolspeelster
uit Zusje, schept bijzondere ver
wachtingen. „Het was voor mij
tijdens het schrijven al duidelijk
dat Phileine gespeeld moest
worden door Kim. En het wérd
Kim. Ze heeft iets van Zusje.
Ouder geworden, maar wel gro
ver gebekt, uitbundiger."
Pieter van Lierop
7 e maakte kilometers bij de televisieserie
ClPleidooi, werd beroemd door Oud Geld
ffl werd een ster met Cloaca. Maar schrijf
ster Maria Goos heeft nog steeds moeite om
war werk verkocht te krijgen.
Het blijft een lastig onderwerp, maar een
gesprek met welke scenarioschrijver dan
w kan er moeilijk niet over gaan: de be-
™ercle positie van scenarioschrijvers in de
Nederlandse film- en televisiewereld.
;;ana Goos, de schrijfster die - eerst met
'Hooi en Oud Geld, en later met Familie
Cloaca - inmiddels meer successen op
'aar naam heeft staan dan de meesten van
Mr collega's, ervaart het steeds weer aan
lijve. De televisieserie Lieve Mensen,
e tijdens het Nederlands Film Festival in
remière gaat, kwam er pas na acht jaar
«ïwtrekken.
-Vser nu laconiek over: „Ik heb het als
Hoi- üg® sei"le' als driedelige serie, als 12-
'ge serie, als telefilm, als bioscoopfilm
Pf^even. en steeds weer met een totaal
.wr scenario. Het is dan misschien iro-
- da! het is teruggebracht tot een serie
8-minutendramaatjes bij de VPRO, maar ik
ben daar toch heel blij mee. Overigens is het
nu toch weer een serie halfuursdrama's ge
worden, omdat de VPRO heeft besloten om
de afleveringen drie aan drie te vertonen."
„Die hoofden drama bij al die omroepen
willen wel, maar ze staan met de rug tegen
de muur. Want boven die hoofden drama zit
ten nog zoveel andere mensen die er ook wat
over te zeggen hebben en dat zijn toch voor
namelijk journalisten. Geen mensen met
een drama-achtergrond of grote affiniteit
met drama. Dat maakt het moeilijk. Daarbij
komt dat de omroepen in zo'n onmogelijke
politieke spagaat liggen. Ze moeten hun
identiteit bewijzen en hun marktaandeel
halen. Dat botst op een ongelooflijke ma
nier."
„Wat er met mij gebeurd is, dat gebeurt met
veel mensen. Ik kon godzijdank naar het to
neel, maar niet veel mensen hebben die uit
wijkmogelijkheid, dus je kunt wel beden
ken dat er potentieel talent gekeeld is in de
afgelopen jaren. Je maakt iets moois en iets
authentieks, en vooral daarop zitten men
sen niet te wachten, en dan stopt het. Het
stopt omdat er opeens ander beleid is."
Het zwalkende beleid van de verzuilde pu
blieke omroep in Nederland doet Maria
Goos verlekkerd kijken naar de andere kant
van de Noordzee: „In Engeland, bij de BBC,
is er een Writers Room. Beginnende schrij
vers maken daar het hele proces vanaf het
begin mee. Ze beginnen in losse formats
voor 25 minuten-series, dan groeien ze door
naar singleplays. Dat is prachtig opge-
lijke manier, terwijl op die schrijfopleiding
mensen enorm aan het componeren en scha
ven zijn. Dat remt verschrikkelijk af. Zij le
veren scenario's af als blokken beton. Veel te
'to the point', veel te precies gezegd, veel te
efficiënt geschreven. Terwijl het toch het
mooiste is om mensen zo te laten communi
ceren als ze communiceren. Tien procent
van wat we zeggen is wat we bedoelen. De
rest is ruis. Bij improviseren op de toneel
school leer je ook heel erg om subteksten te
gebruiken. Iedere toneelspeler krijgt als
eerste opdracht op de toneelschool: 'je bent
verliefd op dat meisje, maar je mag het niet
zeggen tijdens je improvisatie. Dat moet je
anders oplossen' - dat is eigenlijk schrijven.
Dat is tekst produceren."
Maar toch, met alleen dialogen ben je er
niet. Veel kenners klagen over het geringe
vermogen van Nederlandse schrijvers om
goede eindes, laat staan goede plots te
schrijven. Maria Goos kent de kritiek. Ze
komt met een voorbeeld uit haar eigen
praktijk: Familie, over een familie die nog
een keer bij elkaar komt omdat de moeder
ongeneeslijk ziek is.
„In mijn eerste versie van Familie ging die
moeder gewoon dood. Theo Nijland, een
vriend, zei toen tegen mijhet is zo voorspel
baar. Ze moet niet dood. Dan heb je pas een
drama. Ik vond dat niets. Het leek me zo'n
cabaret-effect. Toch heb ik toen een versie
geschreven, waarin de behandeling van
moeder wel had aangeslagen, maar ze dat
niet durfde te vertellen. Dat tilde dat ver
haal opeens naar een heel ander niveau. Ik
liet het aan mensen lezen, en verwachtte dat
ze zouden zeggen: nou zeg, dat is wel zo be
dacht, dat kan niet. Maar iedereen zei: goh,
wat erg wat daar gebeurt. Toen ik dat merk
te kreeg ik ook steeds meer lef in mijn werk.
Zolang je iets schrijft waarin je personages
geloofwaardig zijn, kun je enorm ver gaan.
Sinds Familie ben ik een stuk minder bang
om eens een flink effect erin te schrijven. Als
het publiek de karakters op het toneel een
maal geaccepteerd heeft, kun je alles ma
ken. Dat is een omslag geweest in mijn
schrijverscarrière. Maar ja. Toen was ik dus
al wel twintig jaar aan het schrijven."
Twintig jaar schrijf ervaring blijkt echter
nog steeds geen vrijbrief voor het maken
van een film. Goos' volgende scenario dreigt
niet verfilmd te worden, omdat voor de
meeste geldschieters een verwacht pu
blieksbereik van 150.000 toeschouwers te
weinig is. Maria Goos heeft nu al een oplos
sing klaar voor als haar plan sneuvelt ten
gunste van 'de zoveelste Kruimeltje, Abeltje
of Pietje': „Misschien maak ik eerst wel een
roman van dat scenario dat er nu ligt. Want
romans, daar willen ze wel films van ma
ken."
Wijbrand Schaap
Cloaca is in Utrecht te zien op 26 sept. om 19.30
uur in Theater Lieve Vrouw, 28 sept. om 14 uur in
Camera en 29 sept. om 22 uur in Rembrandt. Lie
ve Mensen is te zien op 27 sept. om 19.30 uur in Ca
mera en 28 sept. om 22 uur in 't Hoogt. Op 27 sept.
gaat Maria Goos in gesprek met Frank Ketelaar,
18 uur in Theater Kikker.
Maria Goos
bouwd. In Engeland wordt ook heel veel on
derzoek gedaan naar waar behoefte aan is.
Dat publieksonderzoek dient ook als lei
draad voor de schrijvers, zonder dat het nu
heel dringend wordt opgelegd."
Zelf geeft Maria Goos les op een schrijvers
foto Marc van der Kort/GPD
opleiding en op een toneelschool. Vreemd
genoeg is ze het gelukkigst met de schrijf-
prestaties van de acteurs in opleiding: „Ac
teurs hebben een enorme voorsprong, om
dat zij kunnen improviseren. Zij kunnen een
dialoog laten ontstaan op een heel natuur
s -
Robert Jan Westdijk (links)
foto Jaap Vrenegoor/GPD