Niet voor menschen met een licht ontvlambaar gemoed
Jan Toorop, portrettist
26 I Meijsing kent het echte Italië
29 I Nederlands Film Festival
30 I Normaal doet Goes aan
Jan Sluijters
in Rotterdam
onderdag 18 september 2003
Lctie: 0113-315680
gflyv.pzc.nl
k lil:redactie@pzc.nl
1 ostbus314460 AA Goes.
1 Hvertentie-exploitatie:
J i nrd-en Midden-Zeeland: 0113-315520;
Ptiws-Vlaanderen: 0114-372770;
jtionaal: 020-4562500.
A
rasa
ntie
014
Hij omringde zich graag en
veelvuldig met mooie vrou
wen die als vanzelf afkwamen
op zijn aantrekkelijke, exoti
sche verschijning. Hij bewoog
zich in de hoogste culturele en
maatschappelijke kringen maar
kwam net zo makkelijk over de
vloer bij de geestelijkheid. Hij
produceerde een hele reeks 'reli-
portretten'. Onder meer van
zichzelf als apostel.
Het mag duidelijk zijn dat de
kunstenaar Jan Toorop (1858-
Portret van Arthur van Schendel, schilderij 1912
collectie Stedelijk Museum Amsterdam
Pak de ziel
en je ziet
de mens
eg je Jan Toorop, zeg je rooms-katholiek. Met dank
aan zijn late bekering en talloze tronies van de
clerus. Maar er is méér. Toorops omvangrijke
portrettengalerij, nu deels te zien in Nijmegen, toont de
complete jetset van destijds.
1928) niet voor één gat te vangen
is. In Museum Het Valkhof in
Nijmegen, samenvallend met
zijn 75ste sterfjaar, blijkt dat op
de expositie 'Jan Toorop - Por
trettist'. Een heel bijzondere
tentoonstelling aangezien er
nooit eerder exclusief aandacht
is besteed aan Toorops giganti
sche portrettengalerij - hij
maakte er bijna zeshonderd
Het Valkhof doet dat nu als eer
ste, met circa 140 tekeningen,
prenten en schilderijen die de
Het kwartet met (vin r) Léon C. Bouman, Jan Vel, Anthony Noleten Lad ner, tekening 1911
kunstenaar van zichzelf, zijn fa
milie en vrienden, kinderen,
vrouwen, bevriende kunste
naars, schrijvers, dichters en
politici maakte.
Toorop (geboren in Poerworedjo
op Java uit ouders met Indone
sisch, Chinees en Engels bloed)
was in zijn tijd de beroemdste
portrettist. Waar hij woonde en
werkte - onder andere in ateliers
in Den Haag, Nijmegen, Kat
wijk en Domburg - kwamen de
mensen bij hem aan de deur om
geportretteerd te worden.
Vooral in zijn Nijmeegse tijd
(1908-1916) was hij kind aan
huis bij het Canisius College en
portretteerde daar de ene Jezu-
iet na de andere. Bekenden als
de schrijver Arthur van Schen
del, dichter Paul Verlaine, cel
list Pablo Casals en koningin
moeder Emma - stuk voor stuk
poseerden ze voor hem. Een uit
zondering vormt de Italiaanse
dictator Mussolini - naar ver
luidt door Toorop bewonderd
vanwege de kracht die hij uit
straalde - die hij in 1927 vereeu
wigde aan de hand van een foto.
Maar ook min of meer gewone
mensen die deel uitmaakten van
zijn omvangrijke culturele en
maatschappelijke netwerk,
portretteerde hij. Leden van be
kende Nijmeegse families als
Deurvorst, Nolet en Weve zette
hij op papier. Zijn dochter Char
ley, zijn vrouw Annie Hall en la
ter zijn uit Oosterbeek afkom
stige geliefde en muze, de 32
jaar jongere Miek Janssen.
Gastconservator Karin van Lie-
verloo die de expositie in Het
Valkhof heeft samengesteld en
mede-auteur is van de gelijkna
mige catalogus, beseft dat Toor
op vaak in één adem wordt ge
noemd met het katholicisme
vanwege zijn bekering in 1905.
„Toch mag hij niet worden gety
peerd als religieus kunstenaar.
Daarmee doe je Toorop te kort.
Zijn vrouwenportretten zijn
bijvoorbeeld het grootst in aan
tal."
De drie meisjes Volker van Waterveen (Marie, Lies, Nellie), tekening 1901
collectie Stedelijk Museum Amsterdam
collectie Museum Het Valkhof Nijmegen
doorgronden. Tijdens het wer
ken was er altijd wel een geza
menlijke lunch. Hij vond dat je
iemand ook leerde kennen door
te kijken hoe hij at." 'Altijd
maar weer die smoeletjes ma
ken', betitelde Toorop zelf zijn
werk nogal laatdunkend.
Opvallend aan de expositie is de
veelheid aan stijlen en technie
ken - nog zo'n aspect waaruit
zijn veelzijdigheid blijkt. Er zijn
olieverfschilderijen in impres
sionistische stijl, verderop uit
hij zich volledig expressionis
tisch en ook het pointillisme
probeert hij uit. Maar de hoofd
moot wordt toch gevormd door
de uiterst realistische tekenin
gen. Tekenen, zo meende Toor
op, was verreweg de beste me
thode om iemand weer te geven.
De expositie toont ze in veel
voud. Dochtertje Charley
poseerde meermaals als een ern
stig, ietwat zwaarmoedig meis
je. Ook zijn uit Ierland afkom
stige Annie, die naar het schijnt
niet zo'n makkelijke tante was.
En jawel, geheel volgens de the
orie van de kunstenaar straalt
dat af van haar portret: een
enigszins pinnige vrouw staart
de toeschouwer aan. Heel an
ders oogt zijn geliefde Miek, een
miskend dichteres die bij Toor
op erkenning vond. Haar beel
tenis straalt warmte en liefde
uit. Bovenaan haar portret heeft
Toorop geschreven 'letterkun
dige', als om aan te geven hoe
zeer hij haar waardeerde. De
'verboden', want buitenechte
lijke liefdesrelatie, was alom
bekend. Ook bij Toorops vrouw.
Zeer opmerkelijk, niet alleen
voor die tijd, maar ook tegen de
achtergrond van Toorops god
vruchtigheid.
Toorop mocht graag filosoferen
over de kunst van het portrette
ren. Hij was van mening dat je
de ziel van een mens te pakken
moest zien te krijgen en dat de
uiterlijke gelijkenis dan als van
zelf kwam. Hij deed er daarom
alles aan om dat innerlijk te
doorgronden. Van Lieverloo:
„Voordat hij iemand portret
teerde, voerde hij eerst lange ge
sprekken om die persoon te
Dorine Steenbergen
1
Expositie: Jan Toorop, Portrettist -
Museum Het Valkhóf Nijmegen,'t/m
23 november. Geopend dinsdag t/m
vrijdag van 10 tot 17 uur en op zater
dag en zondag van 12 tot 17 uur.
\\V JpVe schilder Jan Sluijters (1881-1957)
onthaalde zijn publiek op wat hij be
trouwde als lekkernijen: baby's, bloemen,
uit en vooral vrouwen. Omdat er met die
tóernijen alleen niet genoeg te verdienen
iel konden daar vrij vaak ook een industri-
wethouder, dame of kardinaal tussen
wen.
'i'ers was een gevraagd portrettist. Wil-
Dreesmann en Frits Philips staan er
lUngop. Mengelberg en de wethouder Wi-
«ut zijn wat artistieker uitgevallen.
'aar bij voorkeur schilderde hij - op eigen
'atief - beschikbare vrouwen. Nog afge
ven van de werken op papier, hangen er op
?)n 'entoonstelling in de Kunsthal Rotter-
meer dan vijftig van allerlei slag.
k'is duidelijk: kleren maakten de vrouw
oorJan Sluijters. Van de getoonde da-
JKposeren er veertien zonder, of nagenoeg
ndertextiel. Sluijters hield van doorkijk-
en. Naar aanleiding van zijn ereten-
°nstelling van 1931 in het Amsterdams
1«lelijk Museum schreef een criticus over
sensuele naaktschilderingen' en 'nog be-
Jelijkerhalf-nuditeiten' en hij ontraad-
1 ^Positie 'voor menschen met een licht
j inbaar gemoed'. Het Algemeen Han-
blad schreef over 'het geweldige vleesch
verschroeiende glorie'.
van de roomse'Maasbode'vond
Jan Sluijters: Liggend naakt op divan met opengeslagen boek, 1918, olieverf op doek.
h J** vu
««criticus
a'eenzwakke Sluijters nog altijd een goe
de Van Dongen zou zijn', maar hij meende
dat hij de tentoonstelling op morele gron
den moest ontraden.
Vandaag is zoiets vooralle leeftijden. Wijlen
de Rotterdamse criticus Piet Begee*- zei eens
dat de naakten van Jan Sluijters anders wa
ren dan die van de indertijd wél acceptabele
Breitner of Isaac Israels. Hij meende aan het
werk te zien dat Sluijters een brave burger
man en huisvader was, die beduusd was van
de eigen lef. En de familie van de schilder
zegt: „Hij deed het niet met ze."
Dat hij hygiënische overwegingen had
blijkt uit een gesprek met M.J.H.Brusse dat
in de Nieuwe Rotterdamsche Courant
stond. Het gaat over een hoogblond be
pruikt model. Haar portret, getiteld 'Cas
que d'or', is in de Kunsthal te zien. De schil
der zei: „...zo'n vrouw komt bij je, - om je
zinnen te prikkelen.Maar zijde venerisch
zieke misschien, heeft op mij zó'n dramati
sche indruk gemaakt, dat ik haar toch juist
wel niet aanlokkelijk heb moeten schilde
ren." Het ging hem uitsluitend om wat hij
aan een van zijn doeken als titel gaf 'De
vreugde van het schilderen'.
In zijn jonge jaren en na zijn academietijd
was Sluijters een schilder zoals hij zich blij
kens een zelfportret uit 1924 (nu in het Ste
delijk Museum in Amsterdam) nog graag
beschouwde: fel, gedreven, onvervaard.
Een schilderdier zoals later Karei Appel.
Hij zal de mentaliteit van de professoren
aan de academie verfoeid hebben, maar hij
volgde een gedegen opleiding bij onder an
deren Allebé en hij produceerde braaf de
bijbelse scène die hem een beurs van vier
jaar lang tweeduizend gulden opleverde.
Sluijters had dus iets van een opportunist,
maar meer nog was hij een kunstenaar die
ontvankelijk bleek voor wat hij in Parijs
zag. Hij liet zich niet belemmeren, maar be
studeerde opgewonden de trant van schil
ders die hij baanbrekend vond. Dat kostte
hem twee jaar beursgeld, maar het bracht
hem veel publiciteit.
Bovendien introduceerde hij aldus samen
met zijn collega's Leo Gestel en Conrad Kik
kert in Nederland een nieuwe kijk op de
schilderkunst. Hij was hier op de meesten
van zijn collega's ver vooruit toen hij de
kleur een zelfstandiger waarde gaf. Niet zo
zeer de door Allebé geliefde stofuitdruk
king maar de verf-uitdrukking.
Meer dan zijn vriend Mondriaan behoorde
hij zo tijdelijk tot de belangrijkste schilders
in Nederland. Zijn tijdgenoot Mondriaan
werd pas later 'ontdekt'. De gezaghebbende
Jan Sluijters in zijn atelier, 1917.
criticus Plasschaert vond in 1914 diens
composities nog 'een gevolg van stuurloze
zelf-opwinding' en in 1909 constateerde
dokter en literator Frederik van Eeden bij
zowel Sluijters als Mondriaan: „Nog nooit
heb ik zulke zuivere gevallen van acute de
cadentie zóó duidelijk voor ogen gehad."
Schrijvers hebben soms weinig oog voor
beeldende kunst. Menno ter Braak vond het
werk van Mondriaan nogal koddig.
Dat menig werk van Sluijters ook later iets
demonstratiefs behield is mogelijk mede
aan die aanvankelijke tegenstand toe te
schrijven. Genoemde kunstenaars stichtten
de Moderne Kunstkring en organiseerden in
het najaar van 1911 een grote internationa
le expositie waardoor men hier onder meer
kon kennis maken met werken van Cézanne
en enkele cubisten. Het werd toen ook dui
delijk dat de schilderijen van Sluijters met
hun ongewoon felle kleuren en soms een
stippeltechniek een Franse inslag hadden.
Tot hij zijn eigen trant vond verliep zijn ont
wikkeling kameleontisch. Men herkent in
de vroege schilderijen invloeden van enkele
kunstenaars in Frankrijk zoals Toulouse
Lautrec, Cézanne (baadsters) en Matisse.
Het is talentvol werk, maar zou het naast
iets van die meesters niet houden. Sluijters
theoretiseerde niet over de kunst. Van nieu
we stromingen pikte hij iets op zonder ze
consequent toe te passen.
In de jaren twintig volgden de nadrukkelij
ke naakten die in die tijd gerucht maakten.
Een liggende naakte negerin uit omstreeks
1927 wekt de indruk dat hij met Van Dongen
wedijverde.
In de jaren dertig werd hij, als gevestigde
kunstenaar en huisvader, de meester van de
kleuters, moeders, interieurs en bloemen.
De kinderkamer kon hij hoor- en ruikbaar
maken. Het moederschap toonde hij voor
namelijk als een kwestie van melkgift. Dat
maakte hem voor critici minder interessant,
maar bij het publiek zoveel temeer geliefd.
Nu het begrip 'avant garde' ouderwets is ge
worden, is ook de kritiek ontvankelijker
voor de eigen, niet geringe picturale kwali
teiten van het werk. Vooral als colorist heeft
Sluijters heerlijke dingen teweeg gebracht.
Dat tonen de reproducties in het fraai uitge
geven, in grote letters gedrukte boek bij de
expositie, waarin ook het enige brons is af
gebeeld dat de schilder gemaakt heeft.
Dolf Welling
Expositie: Jan Sluijters, Vrouwen! Muze, model
en minnares - Kunsthal Rotterdam t/m 30 nov.
Open: dinsdag t/m zaterdag: 10-17 uur; zondag
11-17 uur.
Catalogus: Jan Sluijters, Vrouwen - Uitgeverij
Waanders, €32,50.