U i ,i Eerste scheidsrechter in het Zeeuwse voetbal zaterdag 30 augustus 2003 W10 Textielzaak Allertreurigst Gijzelaar Albertus Jeronimus (midden, met baard) tijdens de bevrijdingsfeesten op 8 november 1944 in Middelburg. foto Zeeuws Documentatiecentrum rug naar Den Bosch te sturen, omdat het veld zijns inziens onbespeelbaar was geworden. En in december 1900 verzon hij op eigen houtje een verlen ging, nadat EMM en Zeelandia na ne gentig minuten op 1-1 stonden. „Een in Zeeland nog niet voorgekomen bij zonderheid", volgens de Vlissingsche Courant. Albertus Jeronimus was een man die beslissingen durfde te nemen en daar had het Zeeuwse voetbal destijds be hoefte aan. Zijn koopmanszin en or ganisatievermogen kwamen hem ook op het voetbalveld van pas. In het paasweekeinde van 1902 organiseer de hij een revolutionaire voetbalpro motie. In de geest van Muiier, de Haarlemse vader van het Nederland se voetbal. Jeronimus kreeg het voor elkaar om voor de eerste keer in de historie een Zeeuws elftal op het veld te zetten Hij regelde twee voor die tijd aanspre kende tegenstanders: het Bredaas elf tal en Olympia uit Rotterdam. Op eer- ste paasdag was in Goes het Bredaas elftal (onder meer samengesteld uit het Tilburgse Noad en GW uit Ginne- ken) met 0-4 te sterk, een dag later in Vlissingen maakten het Zeeuws elftal en Olympia reclame voor het voetbal met een 5-5-gelijkspel. „Een woord van dank namens het Zeeuwsch elftal aan den heer Jeronimus voor de rege ling van die propaganda wedstrij den", stond later te lezen in Het Sport blad. „Zijn scheidsrechteren vond ik echter niet zooals wij dat van hem ge woon zijn." Jeronimus wendde in 1900 zijn lei dende kwaliteiten ook aan om de eer ste 'Zeeuwschen Voetbal-Bond' (ZVB) op te richten. Na een jaar of vijf stierf dat orgaan echter een stille dood. Opvallend is dat Jeronimus on geveer tegelijkertijd stopte als scheidsrechter. Een oorzakelijk ver band tussen het terugtrekken van Je ronimus en het einde van de eerste ZVB is echter niet duidelijk te leggen. De meest plausibele reden waarom Jeronimus stopte met het scheids- rechtersvak, lijken zijn werkzaamhe den in de firma Jeronimus. Zijn oom Albertus sr maakte hem in 1904 im mers medevennoot en gezien de im mense handgeschreven papierwinkel van het familiebedrijf, die tegen woordig in tientallen dozen in het Zeeuws Archief wordt bewaard, bleef er weinig tijd over voor andere zaken dan de handel. Een gedenkwaardig jaar in het leven van Jeronimus was 1911. Albertus jr werd in dat jaar de enige vennoot van het bedrijf, omdat zijn oom Albertus sr zich terugtrok, en in de zomer trouwde hij met Mies Witmer uit Bre da. Voor die tijd was dat een opvallen de verbintenis, want Albertus was dertig jaar en Mies nog maar negen tien jaar. Het tweetal bleef echter zijn hele (kinderloze) leven bij elkaar. Albertus jr werkte hard in zijn graan handel, die inmiddels gespecialiseerd was in peulvruchten- en zaadexport. Hij vond daarnaast nog tijd om zich te mengen in de lokale Middelburgse po litiek. Als politicus begon hij in de Na tionale Bond van Bezuiniging, vervol gens zat hij bij de Vrijheidsbond en de Liberale Staatspartij, voorlopers van de huidige WD. Voor voetbal was geen ruimte meer in zijn agenda. Jero nimus maakte zich nu hard voor za ken als een directe bootverbinding tussen Vlissingen en Londen en het openstellen van de telefoon op zon dag. Deze politieke punten waren echter peanuts in vergelijking met zijn erva ringen als bestuurder in de Tweede Wereldoorlog. Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Vijf dagen later gaf Nederland zich ge wonnen... behalve Zeeland. Op last van de naar Engeland uitgeweken re gering werd in Zeeland doorgevoch ten, met hulp van de Franse strijd krachten. Op 17 mei 1940 om 10.30 uur zette de Duitse Luftwaffe een vernietigende, acht uur durende aanval op Middel burg in. De eerste bommen vielen in de Lange Delft; in de loop van de dag werden in het stadscentrum zeshon derd panden en woningen verwoest. De firma Jeronimus op de Londensche Kaai werd bij de bombardementen gespaard, maar in het stadshart laai den de vlammen veertig dagen later nog steeds op uit het puin. DER R E I C H S K O M M I SS A R c FOR DIE BESETZTEN NIEOERLANDISCHEN GEBIETE DEN HAAG, "en Oktober 1_,42. DER GENERALKOMMISSAR FOR VERWAITUNG UNO JUSTIZ Ve 3 B/42 - Wo/B. An den Herrn reneralsekretar im Ministerium des Innern, Den Haag. Betrifft: G-eiseln; hier: den Wethouder Jeronimus in Middelburg. Dortiges Schreiben vom 17. September 1942 - Nr. 7630 APD. Kabinet. Auch nach erneuter Überprüfung bedaure ich mitteilen zu rcüssen, dass es bei der Entscheidung vom 4. September 1942 ver- bleiben rauss. Im Afiftrage vl De Duitse bezetters wezen de "verzoeken tot vrijlating van Jeronimus af. collectie Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie Grondlegger van het Zeeuws elftal, eerste bondsscheidsrechter van de provincie en bedenker van de verlenging. Albertus Jeronimus jr (1881-1960) heeft het allemaal op zijn cv staan. Wie was deze vergeten Middelburgse voetbalpionier? Een speurtocht langs voetbalvelden, de Londensche Kaai, de Middelburgse gemeenteraad en het gevangen kamp Beekvliet. Jeronimus was wat pretlustig op het veld Het pand aan de Londensche Kaai in Middelburg waar drie generaties Jeronimus een graanhandel runden. foto Lex de Meester Voetbal in Zeeland stelde rond 1900 niet veel voor. Dat was niet zo vreemd, want de sport was nog maar enkele jaren daarvoor overge waaid uit Engeland, op de vleugels van de Nederlandse sportpionier Pim Muiier. In de grote steden ontwikkel de het voetbal zich al met horten en stoten, zoveel moeilijker was dat nog in het ondoorgrondelijke Zeeuwseei- landengebied. Het aantal voetbalclubs in de provin cie was op de vingers van één hand te tellen. De meest aansprekende ver eniging was Olympia uit Middelburg, dat zelfs twee teams had (A en B). Sinds 1897 speelde Olympia A als eni ge Zeeuwse club mee in de competitie van de Nederlandse Voetbalbond (NVB). Zonder veel succes overigens. De meeste punten verzamelde Olym pia in thuisduels door afzeggingen van de Brabantse tegenstanders, om dat deze de verre reis naar de Zeeuwse hoofdstad niet wilden maken. Auto matisch volgde daaruit een reglemen taire 5-0-overwinning voor Olympia. In Vlissingen huisde destijds EMM (Eendracht Maakt Macht), maar ook deze club had zijn problemen. „Jam mer dat de Vlissingsche vereeniging sedert geruimen tijd zonder veld is en het zoo hoog noodig oefenen dus niet kan plaats hebben", meldde de Vlis singsche Courant van 18 december 1900. Niettemin speelde EMM drie jaar later als eerste Zeeuwse club een heuse internationale wedstrijd, tegen het Belgische Racing Club Gantois. In Goes was in 1895 Zeelandia ont staan, de voorloper van het huidige w Goes. Hoewel de club inmiddels de oudste nog bestaande Zeeuwse club is, mag niet geconcludeerd worden dat de groei vanaf de oprichting ge stroomlijnd verliep. De eerste genera tie vv Goes was in december 1901 een soort campingelftal. „Gedurende de beide kerstdagen heeft de Goesche Voetbal vereeniging "Zeelandia" weer eens teekenen van leven gege ven. Met een heel aardig vacantie-elf- tal trokken de Zuid-Bevelanders naar Vlissingen om EMM te bevech ten", aldus Het Sportblad, destijds het officiële orgaan van de Nederlandse Voetbalbond. Met deze drie clubs moest het Zeeuw se voetbal het een eeuw geleden doen. Een wankel fundament om een grote sport te worden. Dat vond ook een Zeeuwse scribent in Het Sportblad: het eeuwigdurende spelen van elftal A of B (Olympia) tegen Vlissin gen of wel A tegen B, begint te verve len." Zeeland had een promotor a la Pim Muiier nodig. Iemand die de sport kon verkopen, iemand die besluiten kon nemen, iemand die een organisa tie op poten kon zetten. De verhuizing van Albertus Jeronimus jr in 1899 van Antwerpen naar Middelburg was daarom een geschenk uit de hemel. Albertus Jeronimus werd op woens dag 9 februari 1881 geboren in Ant werpen. Zijn ouders (Adrie en Janne tje) hadden enkele jaren eerder Middelburg achter zich gelaten om in de Belgische havenstad een textiel zaak (kussens en gordijnen) op te bou wen. Albertus zou zijn moeder echter nooit leren kennen. Toen Jannetje hoogzwanger was van Albertus, haar zesde kind, viel ze van de trap. De schok leidde de geboorte van zoon Al bertus in, maar tevens het overlijden van moeder Jannetje. De complicaties waren niet te genezen en als baby van slechts zeven dagen oud verloor Al bertus zijn moeder. Kleine Albertus groeide op in Ant werpen, maar op achttienjarige leeftijd (in 1899) vertrok hij naar Mid delburg. De broer van zijn vader, Al bertus sr, runde op de Londensche Kaai een graanhandel c.q. broodfa briek en neef Albertus jr was uitver koren het bedrijf over te nemen. De firma Jeronimus was halverwege de negentiende eeuw opgezet door Jan Rokus Jeronimus, de opa van Albertus jr. Deze Jan Rokus was aanvankelijk schipper. Op één van zijn vele bootrei zen naar Limburg tikte hij een partij rogge op de kop. Die verhandelde hij op Walcheren en dat bleek een goud mijntje. Jan Rokus werd een rijk man (hij had zelfs een koets met paarden), maar volgens de familieoverlevering was hij ook een gierig man. „Thuis was hij niet geliefd, hij sprak nauwe lijks met zijn vrouw en kinderen en dan alleen om te commanderen. Ie dereen was bang voor hem", schrijft de genealoog van het geslacht Jeroni mus. Hij vervolgt: „Jan Rokus was vaak dronken en dan sloeg hij. Soms zat hij tot laat in de nacht in de kroeg. Een maal, bij het naar huis gaan, viel hij van de dijk af in de sloot. Hij verdronk. Onder de beddenplanken van de bed stee vonden zijn vrouw en kinderen een paar Keulse potten gevuld met goudstukken. De overgebleven zes kinderen (onder wie dus Albertus' va der Adrie) leef den tot hun dood toe van het geld." Inmiddels had Albertus sr de graan handel van zijn Dagobert Duck-ach- tige vader overgenomen en begin 1900 werd Albertus jr aan de Londensche Kaai opgeleid tot 'Jeronimus-koop- man in de derde generatie'. Zijn werk slokte blijkbaar niet al zijn tijd op, want Albertus jr stortte zich in die pe riode met zijn hele ziel en zaligheid op de voetbalsport. Niet als voetballer, want dat werd 'veelal beschouwd als een laatste storm in de puberteit', meldt het jubileumboek van vv Goes. „Jongens van twintig jaar stoppen er meestal mee. Wie op latere leeftijd nog in korte broek achter een bal aanholt, wordt door velen als zonderling be schouwd." Albertus, negentien jaar oud, werd dus scheidsrechter. En dat was ook toen geen gemakkelijke job. In de Zeeuwse wedstrijdverslagen uit die tijd kregen de mannen in het zwart het er geregeld van langs. Het optreden van ene scheidsrechter Den Boer werd betiteld als 'allertreurigst'. Meneer Kleuver kreeg mee: „Oefening baart kunst, kerel troost je." En een niet bij naam genoemde 'bondsdignitaris' (zo werd een arbiter genoemd) werd als volgt beoordeeld: „Ondanks zijn vriendelijke voornemens is zijn optre den gewoonlijk een fiasco." Tussen dit soort prozaïsche beschim pingen kwam Albertus Jeronimus er doorgaans goed van af. „Scheidsrech ter Jeronimus zag alles en voldeed uit stekend", meldde Het Sportblad in december 1902 na de wedstrijd Zee landia - Olympia (2-1). In februari 1902 kwam Jeronimus er zelfs mee weg om de Brabantse club Victoria halverwege het duel met Olympia te- Het aantal slachtoffers bleef relatief beperkt (22), omdat burgemeester Van Walré de Bordes de burgers op tijd had opgeroepen de stad te verlaten. Het laatste verzet in Nederland was gebroken. Ook Zeeland stond onder de Duitse bezetting. Albertus Jeronimus ging als gemeen teraadslid zware tijden tegemoet. Hij speelde onder meer zijn rol in de we deropbouw van de stad, zoals hij veer tig jaar eerder het Zeeuwse voetbal op de rails probeerde te zetten. In mei 1941 hield hij een lange rede in de raadsvergadering over de herbouw van het stadhuis. „Moge het herrijzen van ons geliefd Raadhuis tevens het gloren zijn, van een nieuwen Mor genstond voor Middelburg, een Mid delburg schooner en levenskrachtiger dan ooit te voren." In juli 1942 werd Jeronimus, inmid dels wethouder, door de Duitsers op gedragen heerenrijwielen in ge- bruikstoestand, met gummibanden en volledig toebehooren, ten behoeve van de Duitsche Weermacht te leve ren." Volgens de herinneringen van toenmalig gemeentesecretaris mr. M. W.G. van der Veur leidde Jeronimus 'de impopulaire vordering met vaste hand'. Een maand later, op 12 augustus 1942, werd Jeronimus echter opgepakt door de Duitsers. Hij werd als gijzelaar ge- interneerd in het kleinseminarie Beekvliet in Sint-Michielsgestel. De Duitse bedoeling van deze gijzelingen was andere Nederlanders te weerhou den van verzets- en sabotagedaden. Pleegden ze die wel, dan zouden de gijzelaars gedood worden. Veel gijze laars, onder wie Jeronimus, namen een vooraanstaande positie in in de Nederlandse samenleving. Ook de eerste minister-president van na de oorlog, Willem Schermerhorn, zat in Beekvliet ten tijde van Jeronimus' de tentie. De Middelburgse burgemeester Van Walré de Bordes waande zich inmid dels een aanvoerder zonder ploegge noten. Want behalve Jeronimus was ook zijn andere wethouder (Paul) ge gijzeld door de Duitsers. Uit de ver schillende briefwisselingen tussen de burgemeester en de Duitse bezet tingsmacht in Den Haag blijkt dat Je ronimus was opgepakt vanwege werkzaamheden in de sociaal-demo cratische partijEen drogreden vanje- welste, want Jeronimus was zijn hele leven werkzaam op de rechtervleugel van het politieke bestel. Het mocht niet baten. In een briefje van één regel werd de burgemeester te verstaan gegeven dat zijn wethouder in Beekvliet moest blijven. Jeronimus zat er een halfjaar vast, tot 17 februari 1943. De rest van de oorlogstijd'be- leefde Jeronimus met zijn vrouw in de luwte, want eind 1942 was het bestuur van Middelburg al buitenspel gezet door de NSB. Begin november 1944 verlieten de be zetters Middelburg. De stad was weer vrij. Jeronimus werd meteen opnieuw opgenomen in het voorlopige gemeen tebestuur, met de economische afde ling, verkeer en voedselvoorziening in zijn portefeuille. Hij hield het echter niet lang uit. Samen met zijn vrouw Mies verhuisde hij naar Breda, waar hij op donderdag 29 september 1960 overleed. Zo kwam na 79 jaar een einde aan het bewogen leven van Albertus Jeroni mus jr. Een leider van geboorte, zowel op het voetbalveld als achter de ver gadertafel. Doelgericht in de opbouw van het Zeeuwse voetbal en het Mid delburgse stadshart. Misschien ver woordde een Brabantse verslaggever zijn levensmotto nog het best. Hij schreef in 1903 na het voetbalduel tussen het Bredase Sparta en Gorcum (3-3) over Jeronimus: „Hij is wat pret lustig in zijn optreden." Het Zeeuwse voetbal heeft daar lachend de vruch ten van geplukt. Rudy Boogert Geraadpleegde bronnen: Voetbal Almanak 1898- 1911, Het Sportblad 1900-1905, Het NVB-boek (1929), Middelburg in oorlogs- en bezettingstijd, mr. M.W.O. van der Veur (1945), Middelburg on middellijk vóór en na de bevrijding, J. Ph. Koen (1945), Gedenkboek Gijzelaarskamp Beekvliet St. Michielsgestel (1946), Jubileumboek vv Goes (1995). Met dank aanNederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD); Zeeuws Archief, Middelburg; Rijksarchief, 's-Gravenhage; Hans Houterman en Peter Sijnke.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 40