PZC
De weg van de gele kaart
oven
oei I
flank
W3
Gerard Olijhoek
zaterdag 30 augustus 2003
Sin
Jojo
75"
Club van 100
Beste van vijf
Slechtste van vijf
:o
.V. Volharding '92
Laat bij Gerard Olijhoek het
woord voetbal vallen en je bent
verzekerd van een monoloog met
de lengte van een bekerwedstrijd,
inclusief verlenging. Met armen en
benen beweegt hij hemel en aarde
om zijn betoog kracht bij te zetten.
Van tijd tot tijd beent hij door de
kamer van zijn historisch pand in
de binnenstad van Zierikzee om
een spelsituatie na te bootsen. Ge
rard Olijhoek ademt voetbal, nog
altijd. Tweeënzestig jaar en nog
steeds bevlogen. „Voetbal is alles
voor mij."
laje
10.:
Laat kind
zo lang
mogelijk
Ikind zijn
neg
18!-
Nee, met trainen is hij definitief ge
stopt. Nog voor de komst van John
de Frel werd er bij Zierikzee in zijn
richting gekeken. Olijhoek gaf niet
thuis. SKNWK, waar hij tot een jaar of
zes geleden samen met Cees Willemse
aan het roer stond, is zijn laatste kunst
je geweest. Een kwestie van naar het ei
gen lichaam luisteren. „Natuurlijk
kriebelt het nog wel eens. Maar als ik
zou trainen, dan zou ik het met hetzelf
de enthousiasme van 25 jaar geleden
willen doen. En dat kan ik fysiek niet
meer aan. Ik zou uit elkaar ploffen."
Ruim een kwart eeuw geleden deed
randstedeling Olijhoek zijn intrede in
het Zeeuwse voetbal. Wemeldinge was
zijn eerste club. Op de fiets ging hij er
vanuit zijn toenmalige woonplaats
Goes naar toe. Het dienstverband in
het fruitdorp eindigde met ontslag, zo
als hij later ook bij Arnemuiden een
keer werd weggestuurd. Bij Patrijzen
hield hij de eer aan zichzelf. Het rijtje
Zeeuwse clubs waar hij werkte is impo
nerend. Kapelle, Zierikzee in de gou
den jaren met Adrie Koster en Kees
Verkaart, kampioenschappen en de
gradaties, Olijhoek is door de wol ge
verfd. „Een mens en dus ook een trainer
moet alles meemaken. Hoogte- en diep
tepunten horen bij het leven. Van elke
ervaring ben ik wijzer thuisgekomen
en ik leer nog steeds, elke dag opnieuw.
Het heeft een tijdje geduurd, voordat ik
het trainen echt los kon laten. Dat ge
zeik en gekat van die j ongens voor en na
een training en rond een wedstrijd, dat
elkaar uitdagen, dat miste ik nog het
meest."
Niet dat Olijhoek nu op zijn lauweren
rust. Als bestuurslid van Zierikzee is
hij belast met technische zaken en als
zodanig, samen met trainer John de
Frel, verantwoordelijk voor het bin
nenhalen van een handvol nieuwe
spelers. Ook is hij bij de club jeugdco-
ordinator en doet hij nog altijd de orga
nisatie rond de wedstrijden van de
Schouwse selecties. De maandelijkse
keeperschool voor aankomende
Schouwse talenten wordt eveneens
Gerard Olijhoek: „Dat gezeik en gekat van die jongens voor en na een training en rond een wedstrijd, dat elkaar uitdagen, dat miste ik nog het meest."
foto Mechteld Jansen
door hem aangestuurd. Voor Olijhoek
geldt: zonder voetbal geen leven. „Er
zal een moment komen dat ik ga stop
pen. Ik wil niet tot het gaatje gaan. Ik
wil ophouden als ik nog enthousiast
ben. Ik wil niet dat ze me gaan zien als
een ouwe lui."
Niemand in het Schouwse voetbal kan
vooralsnog om Olijhoek heen. Vroeger
al gaf hij op persoonlijke titel demon
stratietrainingen aan jeugdselecties en
verzorgde hij lezingen tot in de kleinste
dorpen toe. Bijna alles wat het laatste
decennium in de Zeister bossen is uit
gedacht aan talentherkenning en
jeugdplannen, bracht Olijhoek in de
regio al in de praktijk. Het onderwijs
leek lang zijn bestemming, maar na het
afronden van een vooropleiding koos
hij een andere richting in het leven. Wat
gebleven is, is de wil om kennis over te
dragen. Tegen de stroom ingaande
standpunten zijn hem niet vreemd. Het
vroegtijdig onderbrengen van talenten
uit de regio bij een betaald-voetbalor
ganisatie is Olijhoek bijvoorbeeld een
doorn in het oog.
„Echte voetballers worden geboren,
niet gemaakt. De invloed van trainers
wordt zwaar overdreven. Misschien
dat ze vijf tot tien procent kunnen toe
voegen aan wat de natuur een kind
geeft. Al die uren dat talenten in busjes
zitten richting Roosendaal, Breda of
Rotterdam is verloren tijd. Al die tijd
kunnen ze thuis met een bal bezig zijn.
Het meeste leert een jonge voetballer
van zichzelf. Ik geloof niet in een snel
lere doorstroming via een bvo. Het ech
te talent komt er toch wel. Peter van
Vossen en Adrie Koster hebben tot hun
twintigste bij Zierikzee gespeeld en
hebben ook het Nederlands elftal ge
haald."
Kinderen zouden in de visie van Olij
hoek pas rond hun twaalfde lid moeten
worden van een voetbalclub,Pas rond
die leeftijd is een kind in staat om keu
zes te maken. Het moet uit de kinderen
zelf voortkomen. E- en F-pupillen, het
is allemaal leuk voor opa's en oma's,
voor vaders en moeders. De weg naar
de senioren is voor een kind op die ma
nier veel te lang. Kinderen worden veel
te vroeg volgepompt met opdrachten.
Ze moeten dwangmatig dingen doen.
Iedereen bemoeit zich ermee langs de
kant. Kinderen kunnen niet zichzelf
zijn. Daarom heb ik ook een hekel aan
open dagen en dat soort kul. De KNVB
wil nu al beginnen met voetbal voor
vijfjarigen. Zo'n initiatief werkt con
traproductief en is enkel bedoeld om
meer geld in de bondskas te krijgen.
Laat kinderen vooral zo lang mogelijk
kinderen blijven. De jeugd komt nooit
terug."
Sinds zijn aantreden als jeugdcoördi-
nator bij Zierikzee waait er een frisse
wind door de club. De laatste maanden
is de jeugdopleiding goed op poten ge
zet. Leen Koster, de man waar hij ook
mee samenwerkt bij de Schouwse se
lecties, doet de A-junioren. Eddy Kie-
senberg (ex-jeugdopleiding RBC, ex-
hoofdtrainer bij Rood Wit in Sint
Willebrord) gaat de B- en C-junioren
begeleiden. Ook de lagere elftallen be
schikken veelal over begeleiders die als
voetballer ervaring hebben opgedaan
in de tweede klasse. „Pas bij de B-juni-
oren gaan we naar prestaties kijken. Bij
mijn aantreden in Zierikzee zag ik nog
D-pupillen leren hoe ze op buitenspel
moeten spelen. Dat is toch van de zotte?
Die tijd moet voorbij zijn. Bij alle teams
tot de B moet het gaan om plezier. We
moeten het kind in de voetballer niet
doodmaken." Door de falende jeugd
opleiding zag de club van Olijhoek zich
deze zomer gedwongen om een handvol
spelers aan te trekken, deels met wor
tels in Zierikzee. Ook van zustervereni
gingen werden enkele talenten losge
weekt. Die handelwijze zorgde voor
veel commotie op het eiland. Olijhoek
wijst de kritiek van de hand. „Zierikzee
moet een gat overbruggen, tot zich be
tere jeugd aandient. Die concentratie
van talent moet het Schouwse voetbal
een impuls geven. Met geld heeft het al
lemaal niets te maken. Zo gauw er bij
Zierikzee een dubbeltje wordt betaald,
ben ik weg. Bewust zijn we ook van spe
lers van SKNWK en Bruse Boys afge
bleven, dat zijn ook clubs met potentie.
De andere verenigingen spelen alle
maal op het laagst denkbare niveau.
Wat maakt het dan uit dat we Rutger
Kooman weghalen bij Zonnemaire of
Elmar Verhage bij WIK. Die clubs kun
nen niet eens degraderen. Zierikzee wil
met spelers uit de regio aantrekkelijk
voetbal spelen en een club worden
waar het leuk is om op zondag te kijken.
Er moet een positieve spiraal komen.
Het moet afgelopen zijn met het aan
modderen op dit eiland."
Ben van den Aarssen
Het is altijd een onzeker moment
voor een voetballer. De zojuist ge
maakte overtreding was op het randje
en misschien wel onnodig. Terwijl het
slachtoffer kermend van de pijn op de
grond ligt, steekt de dader vrijwel au
tomatisch de armen in de lucht. Niets
aan de hand, ik speelde de bal! De
scheidsrechter denkt daar anders over,
want zijn hand gaat richting het borst
zakje. De gele kaart prijkt enkele se
conden later boven het hoofd van de
dader en protesteren heeft geen zin
De gele kaart is al jarenlang het mildere
broertje van de rode. Het ontvangen
van een gele prent voelt ook minder
slecht dan het krijgen van een rode,
want het hoeft niet direct een schorsing
op te leveren. Bij een gele kaart volgt
een schorsing na een simpel rekensom
metje, terwijl een rode kaart nog eens
onder de loep wordt genomen door de
tuchtcommissie van de KNVB. Maar
wat gebeurt er nu eigenlijk precies na
dat een voetballer een gele kaart heeft
ontvangen? Moet hij zelf nog iets doen?
Of doen de scheidsrechter en de com
puter de rest van het werk? En hoe lang
duurt het hele proces? Een zoektocht
naar de weg van de gele kaart.
Na afloop van een wedstrijd komen de
officiële formulieren op tafel. Na een
rode kaart moet er een strafformulier
aan te pas komen, maar na een gele
prent volstaat het wedstrijdformulier.
Onder de opstellingen heeft de KNVB
voldoende ruimte vrijgelaten om de ge
le kaarten in te vullen. Ze worden op
het formulier met een code (en eventu
eel een schriftelijke aanvulling) inge
vuld door de scheidsrechter. De speler
zelf komt er niet meer aan te pas.
Voor het bepalen van de codering heb
ben de scheidsrechters een simpel
hulpmiddeltje: een kaartje van zo'n
tien bij zeven centimeter gevuld met
codes. De nummers 01 tot en met 09
staan voor een halve gele kaart, de
nummers 11 tot en met 18 voor een volle
boeking:
01gooien van aarde;
02a. wegtrappen van de bal;
02b. weggooien van de bal;
03. geen afstand nemen bij vrije schop;
04a. vertraging spelhervatting;
04b. belemmeren spelhervatting;
05. hands (opzet);
06. te vroeg weggaan zonder toestem
ming;
07. deelnemen zonder toestemming;
08. niet eens met de scheidsrechter;
09. ander onbehoorlijk gedrag of spel
bederf.
Van gele kaarten met een dergelijke co
de kan een voetballer er maximaal zes
ontvangen, voor hij zijn eerste schor
sing krijgt. Wanneer de teller op drie
staat volgt namelijk één wedstrijd
schorsing en datzelfde geldt voor een
speler die zijn vierde gele kaart ont
vangt. Bij vijf gele kaarten is een speler
twee wedstrijden uitgesloten en na zes
prenten drie duels. Daarna volgt tel
kens een schorsing van drie duels, na de
zevende, achtste, negende, etc. gele
kaart. Overigens betekent twee halve
of bijvoorbeeld een halve en een hele
gele kaart in één wedstrijd wel direct
rood. Daarna volgt automatisch één
wedstrijd schorsing.
Bij de coderingen 11 tot en met 18 hoort
een volle gele kaart, waarvan een speler
er dus drie kan ontvangen voor hij voor
het eerst geschorst wordt. Maar welke
uitleg hoort daar dan bij?
11. tegenstander vasthouden;
12. ten val brengen tegenstander;
13. wegduwen tegenstander;
14. ruw spel, blokkeren;
15. gevaarlijk spel;
16. bedreigen tegenstander;
17. beledigen tegenstander;
18. andere lichtgeweldadige handelin
gen;
Na het invullen van het formulier, met
de bijbehorende codes, moet de thuis-
spelende club het formulier (in het ge
val van Zeeuwse clubs) naar het dis
trictskantoor in Breda opsturen. Daar
worden de codes en de namen van de
spelers vanaf maandagochtend hand
matig ingevoerd in de computer. „Ieder
weekeinde worden er in ons district ge
middeld tussen de duizend en twaalf-
honderd gele kaarten gegeven", weet
medewerker tuchtzaken Wim van Va-
rik uit ervaring..Wanneer de formulie
ren binnen zijn, voeren wij de gegevens
in de computer in en die doet de rest. We
proberen alles voor woensdagmorgen
afgerond te hebben. Dan moeten name
lijk de standen zijn bijgewerkt en kun
nen de schorsingen nog op tijd de deur
uit."
Na het handmatig invoeren doet de
computer dus het overige werk. Van
Varik: „Een gele kaart is een gele kaart,
daar kan niet tegen in beroep worden
gegaan. Als een speler bijvoorbeeld
zijn derde gele kaart heeft ontvangen,
rolt er automatisch een brief uit met de
schorsing erop. Daarop staat dan dat
een speler met ingang van de eerstvol
gende wedstrijd voor één duel ge
schorst is."
Zo'n twee jaar geleden voerde de voet
balbond een nieuwe regel in. Gele
kaarten ontvangen in een bekerwed
strijd worden niet meer bij gele kaarten
uit de competitie opgeteld. Ze staan
sindsdien los van elkaar, maar dat
geldt weer niet voor schorsingen. Een
derde gele kaart in het bekertoernooi
betekent één wedstrijd schorsing,
maar die kan dan gewoon in een com
petitiewedstrijd worden uitgezeten.
En andersom geldt hetzelfde. Een wed
strijd schorsing na drie gele kaarten in
de competitie kan uit worden gezeten
als het eerstvolgende duel een beker
wedstrijd betreft.
Voor de scheidsrechters op de Neder
landse velden is een gele (en uiteraard
ook een rode) kaart nog altijd een wel
kom hulpmiddel. „Stel dat die kaarten
zouden worden afgeschaft, dan zou het
echt een zootje worden", denkt Angelo
Boonman hardop. De 23-jarige
scheidsrechter uit het Zeeuws-Vlaam-
se Zandstraat staat dit seizoen op de C-
lijst en probeert de kaarten altijd zo
min mogelijk te gebruiken. „Ik kan me
soms wel eens ergeren als voetballers
heftig protesteren nadat ik een gele
kaart heb gegeven", erkent Boonman.
„Als ze een bal weggooien of een speler
onderuit trappen staat daar gewoon
geel voor. 'Je geeft zoveel kaarten', zeg
gen ze dan. 'Omdat jullie zoveel over
tredingen maken' is dan mijn ant
woord. Als scheidsrechter moet je maar
één doel hebben: een wedstrijd negen
tig minuten lang in goede banen leiden.
Daar hoort dan wel eens een gele kaart
bij, maar spelers moeten dan niet van
hun probleem mijn probleem proberen
te maken. Ze moeten zelf de conse
quenties dragen voor hun handelingen.
Als je te hard rijdt, kun je toch ook een
boete krijgen?"
Barry van der Hooft
Jn Hulst is altijd wat te beleven
op voetbalgebied. De plaatse
lijke HW'24 promoveert en de
gradeert alsof het een lieve lust
is. De afgelopen tien seizoenen
werd de ploeg drie keer kampi
oen en degradeerde vier keer.
Dat jojo-effect is bij HVV geen
fenomeen van de laatste jaren.
In de zes seizoenen tussen 1964
en 1969 werd HVV twee keer
kampioen en degradeerde drie
keer. Nog een stukje verder te
rug, tussen 1951 en 1955, werd
HVV (toen nog Hulst geheten
vijf keer op rij kampioen. HVVis
de club van regelmatig een lach
en een traan.
De afgelopen vijf seizoenen
hebben honderd verschil
lende Zeeuwse clubs deelgeno
men aan de competitie. Sommi
gen hebben een stapje terug
gedaan (Waarde, SVD), anderen
zijn gefuseerd (Zeelandia Mid
delburg) of hebben de naam ver
anderd (MZVC). Deze honderd
clubs hebben in die vijf seizoe
nen 10.860 competitiewedstrij
den gespeeld: 5556 in het
zaterdagvoetbal, 5304 in het
zondagvoetbal. Een ranglijst
van de laatste vijf jaargangen
Zeeuws competitievoetbal le
vert interessante en verrassende
gegevens op.
TDIA uit Westdorpe heeft de
XL laatste vijf seizoenen de
meeste punten verzameld van
alle Zeeuwse clubs. De Zeeuws-
Vlaamse vierdeklasser kwam in
vijf competities tot 236 punten
uit 114 wedstrijden. Van elke
drie wedstrijden die RIA W
speelde, won het er gemiddeld
twee. Streekgenoot Steen is een
goede tweede met 224 punten
uit 112 wedstrijden. De Zeeuw
se toptien van de laatste vijf
jaar:
RIA W
Steen
Smerdiek
Nieuwdorp
Nieuwland
Zaamslag
Kloetinge
Rillandia
SSV'65
Hoek
114-236
112-224
110-223
114-221
118-215
114-207
130-204
110-203
110-203
130-203
RIA W is ook de productiefste
club uit de laatste vijf competi
ties. De vereniging uit Westdor
pe scoorde maar liefst 394 keer
in 114 wedstrijden, dat is bijna
drieënhalve goal per wedstrijd.
Geen Zeeuwse club komt bij dat
gemiddelde in de buurt. Smer
diek volgt op eerbiedige afstand
met 333 doelpunten, vóór
Nieuwland met 313 treffers en
ZSC'62 met 299 goals.
De staart van de Zeeuwse
ranglijst van de afgelopen
vijf seizoenen is een pijnlijke
aangelegenheid voor Volhar
ding uit Ovezande. De afgelo
pen twee seizoenen won de Be-
velandse dorpsploeg slechts één
keer (met 2-0 van Kwadendam-
me) en werd telkens laatste. De
zondagclub sprokkelde 59 pun
ten bijeen in vijf seizoenen, het
minste van alle clubs. Kwaden-
damme volgt met 64 punten. In
vijf seizoenen kreeg Volharding
409 doelpunten tegen in 114
wedstrijden, dat is ruim drieën
halve tegentreffer per wedstrijd.
De clubs met de meeste tegen
treffers in de laatste vijf seizoe
nen:
Volharding
Hoedekenskerke
SVR
Wissenkerke
Stavenisse
Groede
Kwadendamme
Dreischor
WIK'57
Biervliet
114-409
118-363
52-356
118-348
110-334
116-333
114-328
114-324
110-305
118-304
Rudy Boogert