PZC Marisa van Eyle speelt Annie M.G. Ui Dit kan echt niet en dan doen we het tóch Het orkest houdt vast aan strijkstokken met darmsnaren 23 Kaandorp en Klunder Frans Brüggen dirigeert Brahms en Schumann donderdag 28 augustus 2003 Mea Culpa Altijd uit op een leuke witz e schreef Pluk van de Petteflet en Minoes, en kreeg er nooit de PC Hooftprijs voor. Ton Vorstenbosch, die eerder al een opmerkelijk toneelstuk schreef over koningin Wilhelmina, brengt nu een toneelstuk over die andere koningin van Nederland: Annie M.G. Schmidt. Een toneelstuk over Annie M.G. Schmidt, geboren in Kapelle, de schrijfster van na tionaal erfgoed als Jip en Janne- ke, Minoes en Pluk van de Pette flet. Ga er maar eens aan staan. Ton Vorstenbosch heeft het aan gedurfd, en volgende week is de première van dit stuk, dat in meerdere opzichten een vervolg is op Vorstenbosch' eerdere to neelhit: 'Wilhelmina, Je main- tiendrai'. Opnieuw is de regie in handen van Mette Bouhuijs, en opnieuw verzorgt componist Elmer Schönberger de muziek en is het licht afkomstig van tovenaar Reinier Tweebeeke. Volgens Vorstenbosch is dat een bewuste keuze: „Ik zie Annie M.G. Schmidt toch ook als een soort koningin. Het is in ieder geval, net als Wilhelmina, een konin- ginnedrama: het drama van een belangrijke vrouw met een grote ambitie. Door met hetzelfde team te werken maken we ook duidelijk dat het geen musical wordt en dat er geen vrolijke liedjes en dansjes in zitten. We hebben gemerkt dat sommige toeschouwers verbaasd zijn dat er niet in gezongen wordt." Een groot verschil met de suc cesvolle voorstelling Wilhelmi na is de hoofdrol. Met Anne Wil Blankers, de koningin van het Nederlandse toneel in de rol van moeder des vaderlands, was succes eigenlijk al verzekerd. Voor 'Annie M.G., de dochter van de dominee' is een redelijk onbekende, en nog vrij jonge ac trice gekozen. Marisa van Eyle (1964) had dan wel een belang rijke rol in het toneelstuk en de film 'Familie' van Maria Goos, en bijrollen in 'Minoes' en 'Abel- tje', ze is toch vooral bekend in de relatief kleine kring van mensen die haar carrière heb ben gevolgd bij de tamelijk eli taire Toneelgroep De Trust. Voor een ongesubsidieerde pro ductie als 'De dochter van de dominee' is het best een risico om niet met een beroemde hoofdrolspeler te werken. Toch lijkt Marisa van Eyle bij voor baat de enige actrice te zijn die de beroemdste grootmoeder van Nederland geloofwaardig op het toneel kan brengen. Waar dat aan ligt? Haar stem? Haar uitstraling? Van Eyle weet het ook niet precies. Ton Vorsten bosch die ruim twee j aar gele den begon aan het schrijven van 'De dochter van de dominee', is al even tevreden met Van Eyle. Vorstenbosch: „Ik moet toege ven dat ik Marisa niet kende. Toen het stuk af was dacht ik ook in eerste instantie aan een oudere, bekende actrice als bij voorbeeld Ellen Vogel, of noem het lijstje maar op. Tenslotte speelt 'De dochter van de domi nee' zich af tijdens de laatste vijftien jaar van het leven van Annie M.G. Schmidt. Maar die Actrice Marisa van Eyle en toneelschrijver Ton Vorstenbosch. zoektocht naar een oudere ac trice leidde uiteindelijk tot niets, en toen werd Marisa ge noemd. Toen ben ik nog eens be ter gaan kijken, en dacht ik: per fect. Qua uiterlijk lijkt Marisa er natuurlijk helemaal niet op." „Dat had ze gewild", roept Van Eyle er lachend tussendoor. Vor stenbosch: „Ja, Annie vond zichzelf altijd een zak aardap pelen, dus..." „Maar even serieus: wat ik het meest bewonder aan Marisa is juist dat ze als geen ander het vermogen heeft om te transfor meren. Zij kan echt iemand an ders worden. Niet op zo'n na- doenerige manier, maar echt wezenlijk." Het is een kunst die Van Eyle leerde bij Toneelgroep De Trust. „Dat was eind jaren tachtig een schoolverlatersgroepje. We wa ren allemaal even jong, maar wilden toch alle grote toneel- klassiekers spelen. In de 'Möwe' van Tsjechov speelde ik de moe der van een acteur die acht jaar ouder was dan ik. Toen hebben we geleerd om goed gebruik te maken van de mogelijkheden van schmink en buiken en prui ken." Het was een kunst die De Trust nog verder voerde in de opvoe ringen van 'faecaliëndrama's' van de tegendraadse Oosten rijkse schrijver Werner Schwab, waarin ook gewerkt werd met hyperrealistische effecten als het zogenaamd live opeten van medespelers. Van Eyle: „Ik heb vroeg geleerd om plezier te heb ben in het gebruik van allerlei hulpstukken bij het acteren. Het is bijna een kinderlijke opvat ting van toneelspelen, maar als je die goed beheerst kun je echt iemand anders worden op het toneel." Vorstenbosch: „Daar komt nog bij dat je nu echt ook een publie ke figuur speelt. Annie M.G. Schmidt is van ons allemaal, daar hebben we allemaal een beeld van. Het is niet het een of andere merkwaardige Oosten rijkse vrouwtje. Dit is dus wel een stapje verder." Dat transformeren en die hulp- tisch leven dat middenin de gro te drama's van de vorige eeuw stond. Met Annie heb ik ook ge kozen voor het drama." Vorstenbosch heeft Annie MG Schmidt een paar keer persoon lijk ontmoet. Zijn levenspartner Guus Vleugel was goed be vriend met de schrijfster. „Ik heb met Guus samen een paar keer met haar gegeten. Dat wa ren altijd bijzondere ontmoe tingen. Ik heb de kattige kant stukken waren eerst een ken merk van De Trust, maar sinds Anne-Wil Blankers zich voor Wilhelmina, je maintiendrai ook al in allerlei corsetten moest hullen lijkt het ook een vast in grediënt van het werk van Ton Vorstenbosch. „Het beeld moet perfect kloppen, anders krijg je al gauw een parodie." En een parodie is 'De dochter van de dominee' zeker niet. Maar we moeten het ook niet zien als uit sluitend een hommage, volgens Vorstenbosch: „Hommages zijn niet zo interessant, daar zit geen drama in. Met 'Wilhelmina' heb ik ook geen hommage geschre ven aan de koningin. Het ging daar veel meer over een drama van Annie en haar emotionele uitvallen daardoor dus niet meegemaakt. Wel dat ze gere geld uit was op een leuke witz. Daar maakte ze echte showtjes van. Dan zat ze zo onderuitge zakt aan tafel, en dan kwam er van onder die stiff upperlip op eens een opmerking, waar ze best lang over nagedacht had, en die waren meestal ook erg geestig." Veel is inmiddels wel bekend over Annie Schmidt, dankzij de grote biografie die onlangs verscheen en de talloze interviews die de schrijfster tij dens haar leven gaf. Vorsten bosch voelde zich bij het schrij ven niet geroepen om daar nog veel aan toe te voegen of om al te ■SÉt foto George Verberne/GPD veel in de inmiddels bekende details te treden. Vorstenbosch: „Het drama is dat Annie Schmidt tot aan haar dood zelf de regie in handen wilde houden van haar leven. Doe dat maar eens als ondertussen je lichaam en omgeving ermee ophouden. Dat maakt haar als mens be wonderenswaardig." Van Eyle: „Iedereen heeft zijn eigen beeld van Annie Schmidt, maar dat is alleen maar geba seerd op de boekjes, de musicals en die paar interviews. Hoe ze thuis op de bank zit, daar heeft niemand ooit van geweten. Dat geeft mij ook een grote vrijheid om die rol vorm te geven. We la ten zien wat zich in haar huis af gespeeld zou kunnen hebben tussen de euthanasie van haar man in 1980 en haar eigen dood in 1995." Eén ding is wel duidelijk na le zing van de tekst: Annie M.G. Schmidt mag dan de leuke oma zijn die Jip en Janneke schreef, ze is voor Ton Vorstenbosch toch zeker ook de schrijfster die met het grimmig-grappige stuk 'Er valt een traan op de tompoes' euthanasie bespreekbaar wist te maken in het Nederland van de jaren zeventig. Want ook dat is Annie M.G.: een heel eigenge reide dochter van een Zeeuwse dominee. Wijbrand Schaap Annie M.G. - de dochter van de do mineevan Ton Vorstenbosch met on der anderen Marisa van Eyle, Els In geborg Smits en Daniel Boissevain. Première 3 september, Stads schouwburg Utrecht; di. 7 en wo. 8 oktober Stadsschouwburg Middel burg om 20 uur, do. 4 dec. Maagd Bergen op Zoom om 20.15 uur. f Brigitte Kaandorpen Bert Klunder foto Michel Schnater/GPD Eindelijk kan ze weer eens Bette Middler zingen. Of als een volbloed-Surinaamse 'Klei ne wasjes, grote wasjes'. En als haar tegenspeler Bert Klunder onder het spelen om haar grol len in de lach schiet, dan kan dat gewoon. Zes maanden lang staat Brigitte Kaandorp met haar nieuwe programma Lus trum in de Turbinehal in de Waarderpolder. „Het mag voor al geen werk worden. Lol maken, dat gevoel moet in Lustrum centraal staan. Net zo als dat ging bij haar vorige twee locatievoorstellingen met Bert Klunder: de nachtclubvoorstel ling 'Chez Marcanti Plaza' en 'Brigitte, de Musical'. Allebei zonder externe regisseur, gro tendeels op eigen intuïtie in el kaar gedraaid. De recensenten waren lyrisch en het zat elke avond, zegt Kaandorp, 'bom metje vol'. Met bussen kwamen de bezoekers vanuit het hele land naar Amsterdam. Dat wil den ze nog wel eens een keer meemaken. Het zou even duren voor het rond was. Eerst de locatie. Ze wilden graag spelen in Haar lem, woonplaats van Brigitte, en dichtbij die van Klunder (Alkmaar). Al een jaar of tien geleden had ze eens op uitnodi ging van het Elektriciteitsbe drijf ergens in de Waarderpol der gespeeld en werd haar door de directeur een kijkje in 'die duivenpoephal' (Kaandorp) ge gund. Toen bleef het bij dromen. Totdat een paar jaar geleden mediamagnaat Erik de Vlieger in een wilde bui haar de Blauwe Zaal op het industrieterrein aanbood. Gratis en voor niks. Kaandorp en Klunder hApten meteen toe. Maar om de lo(ods, want veel meer was het niet, om te bouwen tot theater was min stens een half miljoen euro no dig. Met sponsors moest het kunnen, dachten ze. Klunder: „Maar ja, dan moet je na afloop van de voorstelling met zo'n heel bedrijf 'mieten en grieten'." Kaandorp: „Of ze willen hun lo go op toneel." Klunder: „Dan wordt het Joop van den Ende en dat wilden we juist niet." Kaandorp: „De droom bleek weer eens leuker dan de daad." Plan van de baan. Totdat de Stichting Waakvlam, beheerder van de gebouwen op het voor malige energiecomplex, hen on langs diezelfde duivenpoephal (inmiddels officieel omgedoopt tot Turbinehal) aanbood. Zes maanden lang op de incourante zondagmiddag, maandag- en dinsdagavond. Dat was precies wat ze voor ogen hadden. Een eigen plek in plaats van een ano nieme schouwburg. Helemaal in Kaandorp-sfeer ingericht, waardoor het publiek al een beetje giechelig binnenkomt. Klunder: „Nog voordat je be gint, sta je al met 3-0 voor." Kaandorp: „En heerlijk op de fiets naar het werk De locatie was er, toen de in houd van de voorstelling. Kaandorp: „Het script, dat zou jij toch doen, Bert?" Klunder, brede grijns: „We zijn vooral goed in het maken van omtrekkende bewegingen." Dus werd er de afgelopen maan den veel over het strand gelo pen, door bossen gestruind, uit gebreid getafeld in restaurants en een eind weg geouwehoerd in Klunders werkflat in Egmond aan Zee. Terugkerende vraag die ze zichzelf stelden: waar heb je zin in? Kaandorp: „En dan zei ik: Om 'Run to me' te zingen. Bette Middler. Een Surinaamse te spelen die met een veel te vet ac cent 'Kleine wasjes, grote wasjes' zingt. Of 'January, Fe bruary, March'. En om stomme dansjes te doen." Klunder: „Ik heb vier solo's ge speeld. In één daarvan speelde ik een leraar. Aan die man raak te ik gehecht. Daar wilde ik meer mee gaan doen." En zo viel alles samen in het uit eindelijke plan: een feestavond vanwege het 100-jarig bestaan van de Christelijke Scholenge meenschap Mea Culpa. Het le rarencorps verzorgt zelf de op tredens. En dus kan Kaandorp zich uitleven op de narcistische lerares Frans die zingt met te veel adem en te weinig volume, op de lerares Nederlands die haar verpletterende proza maar niet uitgegeven krijgt. Kaandorp: „Het publiek moet voortdurend denken: dit kan echt niet. En dat we het dan tóch gewoon doen." Kaandorp: „Normaal gespro ken hou je bij een nieuwe voor stelling rekening met je artistie ke ontwikkeling. Past het in je loopbaan? Is het functioneel? Hier spelen dat soort zaken ab soluut niet." Klunder: „Zolang het geen werk wordt, is het goed." Martin Hendriksma Lustrum door Brigitte Kaandorp en Bert Klunder. Elke zondagmiddag, maandag- en dinsdagavond t/m 30 maart 2004, Turbinehal, Mincke- lersweg 2, Haarlem. Reserveren Stadsschouwburg Haarlem en Tic ketservice. Het is even wennen: Brahms en Schu mann op het repertoire van Frans Brtiggen en zijn Orkest van de Achttiende Eeuw. Zijn de dames en heren door hun nor- öale repertoire heen? Het is geen bevlieging, laat Frans Brüggen vriendelijk weten. Het is een experi- oent. En er is lang over nagedacht. De ne- (entiende-eeuwse meesters Schumann en Erahms zijn op het programma van Brüg- i® en zijn Orkest van de Achttiende Eeuw ,;®schenen. „Het was een oude wens van de musici", zegt Brüggen. „Vijf jaren geleden hebben we er over gepraat. Het moest er J® keer van komen." hans Brüggen: ooit het idool van iedereen feeen blokfluit kon vasthouden - al jaren raakt hij het instrument niet meer aan - en ^middels een gelauwerd dirigent. Het Or- «st van de Achttiende Eeuw: musici van soms wel twintig nationaliteiten, die drie of l'ier keer per jaar in Amsterdam bij elkaar ramen, een programma instuderen, op tournee gaan en weer huiswaarts keren. Muziekliefhebbers van San Franciso tot To- weten waar dirigent en orkest voor daan, mede dankzij vele tientallen cd's. Ooit richtte Brüggen deze groep op als een protestbeweging. Elke noot die het Concertgebouworkest destijds van Mozart Wde was een leugen, vond hij net was de tijd van heroriëntatie en ver schuivingen. Ook de muziek verschoof. Me- oodankzij Brüggen en zijn musici. Het Or kest van de Achttiende Eeuw werd een voorbeeld voor talrijke andere ensembles, waarvan de leden zich eveneens op histori sche instrumenten stortten. Ook de symfo nieorkesten konden deze ontwikkeling, die zoveel weerklank vond, niet negeren. Luis ter naar Beethoven zoals die tegenwoordig onder leiding van Simon Rattle (Wiener Philharmoniker) en Jaap van Zweden (Re sidentie Orkest) wordt gespeeld. Allemaal mede dankzij Brüggen, Harnoncourt en een nog een paar pioniers. Niet alleen de uitvoeringspraktijk raakte in beweging, de 'oude-muziek-dirigenten' zelf verschoven ook. Harnoncourt, Gardiner, Herreweghe: ze gingen Bruckner en Berlioz dirigeren. Maar de dirigent van het Orkest van de Achttiende Eeuw hield zich afzijdig. „Schubert, verder komen we niet", zei Brüggen herhaaldelijk. Wanneer hij aan die uitspraak wordt herinnerd lacht hij een beetje. Je moet daarin niet star zijn, vindt hij. „Ik denk wel dat we het kunnen." Maar speelt het orkest nu Schumann en Brahms vanuit een artistieke gedrevenheid of omdat het langzamerhand door zijn vaste repertoire heen raakt? Allebei, meent Brüg gen. „We willen onszelf niet herhalen. Alles wat we van Haydn, Mozart en Beethoven wilden spelen hébben we nu wel gespeeld. En we willen alleen meesterwerken. Wij spelen een programma tijdens een tournee soms wel vijftien keer. Als je dan tweede keus moet uitvoeren heb je echt ellende." Hij legt uit dat de musici voor deze gelegen heid andere, modernere instrumenten be spelen. Met zwaardere strijkstokken ook. „Maar wel nog steeds met darmsnaren. Daar zweren we bij." Het blijkt niet moei lijk te zijn geweest het orkest voor dit ene programma van andere instrumenten te voorzien. „Deze mensen hebben hun adres jes." Er is meer repetitietijd voor uitgetrokken dan voor het reguliere repertoire. Brüggen en zijn musici zijn zelfs tijdens een tournee door Engeland drie dagen ondergedoken in de universiteit van York om daar rustig aan dit programma, met Schumanns Vierde symfonie en Manfred-ouverture en het Vi oolconcert van Brahms, te kunnen werken. Voor dit project is Thomas Zehetmair, solist bij Brahms, als concertmeester ingehuurd. Brahms en Schumann zullen zeker anders klinken dan we gewend zijn, denkt Brüg gen. „Dan bedoel ik vooral zaken als articu latie en vibrato. Die zware, heftige klank van de strijkers, die wij willen vermijden, is volgens mij een product van de Koude Oor log. Toen kreeg je dat powerplay van de Russische tegenover de Amerikaanse viool- school." Frans Brüggen en het Orkest van de Acht tiende Eeuw. Het is een maatschap. Alle mu sici, inclusief de dirigent, verdienen hetzelf de. Na de ene tournee iets meer of minder dan na de andere. Hangt van uitkoopsom men en kaartverkoop af. We zien steeds dezelfde gezichten. Het ver loop is minimaal. Brüggen: „De tournee die we nu voorbereiden moet de 68ste zijn. Ik heb uitgerekend, dat we in totaal ongeveer vijfeneenhalf jaar samen op reis zijn ge weest. Ik heb begrepen dat de Rolling Sto nes apart in vier limousines van hun hotel naar het podium vervoerd worden. Wij zit ten samen in een dubbeldeksbus. Dat gaat prima. Na zo'n tournee is iedereen wel bek af. Maar je leest dan toch op de gezichten: wanneer gaan we weer? Fantastisch is dat. Een gelukkig mens die door zulke mensen omringd wordt. Zo voel ik me ook." Volgend jaar wordt hij zeventig. Ondanks hardnekkige rugklachten gaat hij door. Komt ooit de tijd waarop hij besluit er een punt achter te zetten, dan zal zijn orkest ook zeker ontbonden worden, meent Sieuwert Verster, directeur van het orkest en steun en toeverlaat van Brüggen. „Het orkest en ik horen bij elkaar", zegt de dirigent. Aad van der Ven Orkest van de Achttiende Eeuw o.l.v. Frans Brüg gen, met Thomas Zehetmair (viool). Ouverture 'Manfred' en Symfonie nr. 4 van Schumann en Vi oolconcert van Brahms. Data (selectie): 30/8, Utrecht (Muziekcentrum Vredenburg); 31/8, Am sterdam (Concertgebouw); 10/8, Eindhoven (Frits Philips Muziekcentrum), plus buitenlandse tournee.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 23