c
Erftrofee
5
Distels prikkelen
vele zintuigen
De smid zat vast in de pastorie
ONDERWEG
Nieuwe Raadkaart
dinsdag 26 augustus 2003
Bomen
NATUURLIJK
ZEELAND
Zinnebeeld
Bombardementen
De boerenerven zijn
beeldbepalend voor het
landelijk gebied in Zeeland.
Zowel gebouwen, beplan
ting als inrichting hebben ei
gen kenmerken. Met name
de traditionele erven staan
op alle onderdelen onder
druk. Ze verdwijnen of wor
den verwaarloosd en ze zijn
naar eigentijdse maatstaven
niet erg doelmatig. Gelukkig
zijn er nog veel bewoners
en/of gebruikers die zorg
vuldig omgaan met hun erf
en de instandhouding koes
teren. Het toekennen van de
Erftrofee richt de schijnwer
per op het 'mooiste erf van
Zeeland'.
Mensen die bezig zijn met het
beheren van een traditio
neel boerenerf tonen onveran
derlijk grote betrokkenheid en
veel enthousiasme. Dat geldt
zowel voor de boeren die het erf
bedrijfsmatig gebruiken als
voor particuliere boerderij-be
woners. Met hart en ziel zetten
ze zich in voor hun erf. Boerde
rij-kenner Gerard Smallegange
vindt de boerenerven van bij
zonder grote waarde en onver
valst Zeeuws cultureel erfgoed.
De grote, vaak zwart-witte,
schuren, de statige woonhuizen,
de bakkeet, het varkenshok,
prachtig geboomte en een schat
aan putten, heggen, hekken,
tuinen, makelaars, windwijzers
en huisboomgaarden met oude
fruitrassen. Dat zijn volgens
Smallegange de wezensken
merken van het (traditionele)
boerenerf. Vergelijkbaar met
oude kerken, molens en monu
mentale gebouwen. Hij betreurt
de opkomst van betonplaten en
coniferen op de hofstedes.
Nellie en Jan de Feijter uit
Zaamslagveer hebben geen his
torische boerderij (die is in 1965
gesloopt en vervangen door de
huidige opstallen), maar ze heb
ben wel een erf dat in alles tradi
tie ademt. Van de oude boerderij
aan de Zaamslagsedijk is alleen
een muur van het wagenhuis
blijven staan. En ook de bomen
zijn gespaard; een aantal is de
honderd jaar inmiddels gepas
seerd. „We wilden geen kale be
doening", zegt Nellie de Feijter.
Echtgenoot Jan heeft de bomen
nauwgezet gedocumenteerd.
Bladerend in een cahier noemt
hij met trots vier essen uit 1920,
een zomereik, notenboom en
meidoorn uit 1925 en een peren
boom uit 1910. Hoewel door een
storm danig toegetakeld, zijn ze
blij met een witte moerbei,
eveneens uit 1925. „We hebben
altijd bijgeplant en gedaan",
verklaart Jan de Feijter. „De
meeste boeren vinden bomen
heus mooi, al zijn er veel koeie-
boeren die niks planten en een
kaal erf hebben. Dat is heel jam
mer."
Zonder boom is het geen erf,
stelt Nellie gedecideerd. „Bo
men horen er bij." Dat ze wel
eens ongemak geven, moet je op
de koop toe nemen, meent Jan.
„Dat weet je nu eenmaal. In het
najaar moet je bladeren ruimen
en je moet regelmatig snoeien,
een vruchtboom meer dan een
sierboom. Als een sierboom
ruimte heeft, hoef je er niet veel
aan te doen." Hoewel de bomen
dé blikvangers zijn, bevat het
erf meer traditionele kenmer
ken. Zoals de grote waterput, de
schapenwei, de oude fruitbo
men, een forse bloementuin,
windwijzers op huis en schuur
en een bescheiden makelaar.
Op het nippertje schreven Nellie
en Jan in voor de Erftrofee. „We
willen wel eens weten hoe de
mensen tegen ons erf aankijken
en ook omdat we het gewoon
leuk vinden. We denken hele
maal niet dat we de mooiste
- - f
k,. y -v .r'T-;'' -
De grote waterput op het erf van Nellie en Jan de Feijter in Zaamslagveer.
I
foto Peter Nicolai
boerderij hebben, maar we zijn
best een beetje trots op wat er
staat en groeit. Onze zoon Piet
doet nu de bedrijfsvoering, wij
houden het erf bij."
Ton Buijs is docent lichamelijke
opvoeding, Annemiek Buijs-
Bakx tekent en schildert. Ras
echte Brabanders uit Bergen op
Zoom. Sinds kort de koning te
rijk met de historische boerderij
in de Oud-Kempenshofstedepol
der aan de Buurtweg in Stavenis-
se. Ze hebben van het boerenle
ven weinig kaas gegeten, maar
zijn vast van plan het volgens een
gevelsteen uit 1853 daterende
huis met grote schuur, in oude
luister te herstellen. De van de
familie Droogendijk overgeno
men boerderij is nog helemaal
authentiek, meldt Annemiek met
aanstekelijke blijdschap.
De beplanting is na de Februa-
riramp 1953 vernieuwd, maar al
flink gegroeid, met vijf prachtige
essen aan de voorzijde. „Vijf op
een rijdat past bij huisnummer
vijf", zegt Annemiek. In de huis
boomgaard staan oude fruitras
sen. De drinkput is voor een deel
gedempt, maar wordt opnieuw
ontgraven. In het huis zijn de
krappe bedsteden bewaard ge
bleven, evenals de levensboom
boven de achterdeur.
Hek en pilaren keren terug op de
te herstellen oprit. In de schuur
zijn nog paardenstallen aanwe
zig. In een deel gaat Annemiek
een atelier inrichten. Verf zal de
geur van aardappelen verdrin
gen. Hun land beslaat bijna één
hectare, genoeg om er ook een
schapenweide op na te houden.
Dankzij de opstelling van Ton en
Annemiek blijven de naamloze
boerderij (ze hebben al een naam
in gedachten) en omgeving voor
het nageslacht bewaard. De twee
nieuwe Zeeuwen voelen zich bij
voorbaat al thuis in Stavenisse.
„We zochten rust en ruimte. Zee,
zon en zout, zeiden we laatst te
gen elkaar. Ook de vriendelijk
heid van de buurtbewoners valt
op, terwijl je anders verwacht.
Iedereen maakt een praatje en
stelt zich voor", vertelt Anne
miek. „Het buitenleven spreekt
ons aan, dat je één wordt met de
natuur." Ze lazen over de Erf
trofee in een tij dschrift en beslo
ten spontaan mee te dingen.
„We zijn blij met het authentie
ke en willen het zo laten en her
stellen. Daarom schreven we
in."
De wedstrijd voor de Erftrofee
is een initiatief van standsorga
nisatie ZLTO, de Boerderijen
stichting Zeeland en de Stich
ting Landschapsbeheer
Zeeland. Er kwamen zo'n 50 re
acties binnen. Vrijdag 29 augus
tus worden de winnaars in de
categorie historisch en modern
bekend gemaakt.
Rinus Antonisse
De afdeling Walcheren van
de stichting IVN houdt za
terdag een wandeling langs
monumentale bomen in Middel
burg, met achtergrondinforma
tie over historische plekjes in de
stad. Leidraad is de brochure De
Boom die bindt van Johan
Antheunisse. De tocht begint
om 11 uur, voor de winkel van de
Drukkery in Middelburg (waar
de deelnamekaartjes zijn te ver
krijgen) en duurt ongeveer twee
De PZC sponsort Het Zeeuwse
Landschap. In 'Natuurlijk Zee
land' doen medewerkers van
deze stichting verslag van wat
er speelt in de Zeeuwse natuur
gebieden: onverwachte vond
sten en bijzondere gedragingen
passeren wekelijks de revue. En
natuurlijk ook de successen en
mislukkingen in het beheer.
Annemiek en Ton Buijs zijn sinds kort de eigenaars van de historische boerderij in de Oud-Kempenshofstedepolder aan de Buurtweg in Sta
venisse. foto Willem Mieras
In alles ademt traditie
Met distels hebben wij iets
van een haat-liefdever-
houding. Vooral als het gaat om
de akkerdistel slaat de balans
ver door naar haat. Stekels zeg
gen we dan ook meestal en ge
ven onomwonden de relatie aan
met ons werkwoord steken. En
steken doen ze genoeg! Grappig
is te zien hoe grazende runderen
met een uitgestreken gezicht,
heel voorzichtig, de distelkop
pen tussen de prikkende delen
van de plant halen.
Hoe verbeten de strijd tussen de
mens en de akkerdistel ook is,
vele andere dieren van ons aard
rijk weten heel wat betere rela
ties met hen te onderhouden. De
karakteristieke distelvink bij
voorbeeld weet de lastige venij -
nige puntjes van de toppen van
de blaadjes goed te ontwijken en
zoekt in de nazomer maanden
lang snoepend een weg naar de
zaadjes op de bloembodem. Op
dit moment kunnen we op de
akkerdistelplanten in vooral
natuurgebieden, ook merk
waardige gezwellen, een soort
spenen, vinden. Ze zijn afkom
stig van distelgalboorvliegen.
'Een aardigh vlieghjen', schreef
de Middelburgse chirurgijn Jo
hannes Goedaert in 1660. En
waarlijk de spenen hebben iets
weg van een borst. En ingevolge
de toen geldende opvattingen
van de signatuurleer - het is
daar goed voor, waar het op lijkt
- meldt Goedaert dat 'de appel-
kens verlichtinge geven bij ge-
quollen spenen'. Verder, dat 'in
de appelkens eenighe witte
wormkens' zitten. Die zitten er
inderdaad in en als je nu buiten
op akkerdistelplanten kijkt,
bijvoorbeeld op de Slikken van
de Heen, zie je ongetwijfeld de
spenen zitten, met daarin de
'wormkens'. Ze zullen daar de
hele winter blijven, ook als de
distelplant geheel verdord is.
Op Walcheren komen we de
naam Gouden Distel en Papie
ren Blommetje tegen. In dat ge
val hebben we te maken met de
driedistel. Het is een weinig
voorkomende distel in de kalk-
rijke delen van de duinen, Oran
jezon bijvoorbeeld. In de regel
dragen deze distels drie bloem-
hoofdjes, de reden dat deze
plant ook driedistel is gaan he
ten. In feite een vrij volkse aan
duiding voor de sierlijke goud
gele bloemhoofdjes, die in
gedroogde vorm hun kleur vol
ledig behouden.
Het gebruik in droogboeketten
kwam dan ook overal vaak voor.
In de 18e en 19e eeuw was de
Driedistel daarom het zinne
beeld van trouw en vriend
schap, omdat men haar als
onverwelkbaar beschouwde.
Bovendien voorspelde de hy-
groscopische werking van de
glanzende straalbloempjes het
verloop van het weer.
De pracht van distels heeft meer
dan eens tot de verbeelding ge
sproken. De Mariadistel heeft
vanwege zijn fraaie bladkleur
zijn weg naar de siertuin gevon
den. Carduus benedictus heette
de plant in de Oudheid. Al vele
jaren eerder was deze plant be
kend vanwege haar 'gezegende'
eigenschappen en werd vaak
gebruikt als een gedroogde art-
senijplant. Wij kennen de plant,
als gezegd, als Mariadistel
(Carduus Marianus L). Zo blijkt
de Mariadistel in het Neder
lands en ook in de Wetenschap
pelijke aanduiding dezelfde
naam te hebben. Het komt door
de oorspronkelijke toewijding
van de Groten der aarde. Eerst
weidde men namelijk de plant
aan de godin Freya, maar later
met de komst van het Christen
dom werd de eer aan Maria toe
gekend. De naam van de plant
laat daarover geen twijfel. Te
genwoordig komen wij de Mari
adistel vaak in verwilderde
staat tegen. Net zoals de meters
hoge wegdistel met prachtig
melig blad of de alpenkruisdis-
tel.
Andere mooie distels zien we in
Zeeland uitsluitend in wilde
Gezegende distel
staat. Wat dat betreft is Zeeland
rijk aan verspreiding van ver
schillende distelsoorten. Op het
strand en in de duinen bijvoor
beeld, vinden we de blauwe zee
distel, een zusje van de alpendis
tel. Een andere elegante verwant,
de kruisdistel, tooit maar al te
vaak onze dijken. Op zanddam-
men en in duinen vinden we weer
een verwant van de Cardui bene-
dicti, dat wil zeggen uit het ge
slacht van onze gezegende dis
tels. Het kan bijna niet treffender,
want Carduus nutans gedraagt
zich nog bijna meer devoot dan al
z'n voorgangers. Bij al haar stra
lende intense blauwe pracht laat
zij nederig haar bloempracht
hangen. Knikkende distel zeggen
we dan ook in het Nederlands,
maar ook in het Latijn. Het
woordje nutans duidt daar op.
Ron Brouwer
Een nieuwe kaart om te raden uit de collectie
van Hans Lindenbergh. De vraag luidt: om
welke plaats gaat het? Nadere informatie over de
situatie zijn welkom bij de redactie.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag
30 augustus worden gezonden aan: Redactie PZC
Buitengebied, postbus 31,4460 AA Goes; fax
nummer 0113-31566; e-mail redactie@pzc.nl.
Onder inzenders van goede oplossingen worden
drie waardebonnen verloot.
De raadkaart van vorige
week toonde een beeld van
de pastorie en school aqn het
Kerkplein in Biggekerke. Voor
heel wat oud-leerlingen van de
school een herkenbare situatie,
waaraan overigens op 17 sep
tember 1944 een abrupt einde
kwam. Door een bombardement
van de geallieerden werden de
twee gebouwen zo zwaar be
schadigd, dat de resten moesten
worden gesloopt.
Er is in 1947 weer een nieuwe,
kleinere pastorie gebouwd en op
de plaats van het schooltje
kwam een woonhuis, waarin nu
de familie P. Schreyenberg
woont, meldt M. Francke-Koets
uit Middelburg, oud-leerling
van de school aan het Kerkplein
In 1953 kon op een andere plaats
in het dorp een nieuwe school in
gebruik worden genomen. Dus
dit jaar het vijftigjarig jubile
um, schrijft J.P. Vermeulen uit
Aagtekerke.
In de reacties nogal wat herin
neringen aan de Tweede We
reldoorlog. Tijdens die periode
moest M. Beilo-Zeijlemaker
met haar ouders uit het zeer on
rustige Vlissingen (onder meer
veel bombardementen en be
schietingen) vluchten en ze
waar hij wel heelhuids van te
rug is gekomen." P. Lampert uit
Biggekerke herinnert zich dat
de vordering door de Wehr-
macht in 1943 plaats greep. „We
hadden zo goed en kwaad dat
ging, school in de kerk en in nog
wat andere lokaliteiten." Hij
wijst op het nog net zichtbare
raam van het huis dat bewoond
werd door de familie C. Clarisse.
„De woning daarnaast is van
het hof Biggekerke, met daar
achter een vliedberg, waar nu
twee ezels lopen. Het wordt nog
steeds bewoond door de familie
Alewijnse." De bewoner hier
van, H. Alewijnse, laat weten
dat het huis 400 jaar oud is en
vroeger een klooster was.
P.J. Geertse-Leijnse uit Grijps-
kerke attendeert erop dat de
school voor christelijk volkson
derwijs aanvankelijk, tot om
streeks 1929, een openbare
school was. Inzender Lampert
beschrijft dat er twee lokalen
waren, een gang met kapstok en
een berging voor de klompen en
een toilet. „Een afgesloten
speelplein was er niet, dat was
de straat."
De waardebonnen gaan naar: H.
Melis, Vrouwenpolder, W. Vos-
Reijnierse, Biggekerke en K.
Kwekkeboom-Lampert, Mid
delburg.
Rinus Antonisse
kwamen terecht in de leeg
staande pastorie te Biggekerke.
„Het gedeelte grenzend aan de
school werd door ons bewoond
en aan de andere kant woonde
nog een Vlissingse familie. De
geheel ommuurde tuin was een
luilekkerland met allerlei soor
ten fruit."
Volgens F. Janse uit Koudekerke
werd er aan de hervormde lage
re school aan het begin van de
jaren veertig les gegeven door
'het span' Iemhoff/Oorthuijzen.
„Toen onze oosterburen met
minder vreedzame bedoelingen
hun intrek in het dorp namen,
werden beide panden gevorderd
voor onderdak aan Duitse sol
daten en moesten de schoolles
sen in nood-onderkomens wor
den gegeven."
Achter het ronde raampje van
de pastorie zat nog enige tijd de
plaatselijke hoefsmid gevan
gen, weet Janse. „Dat was nadat
hij een Duitser in de poort bij
zijn smederij klem had gezet.
Juist op het moment dat deze
door de poort wilde, sloot de
smid die af en knelde de Duitser
vast door met zijn nogal flinke
gewicht de poort dicht te hou
den. Hij werd daarvoor opge
pakt en gevangen gezet achter
het ronde raampje. Het werd
hoog opgenomen en de smid
werd naar Kleef gedeporteerd,