PZC
pontwachters
Als iets niet lukt, gaat bij mij de adrenaline stromen
RUDEN RIEMENS
Lucas Reijnders
zaterdag 23 augustus 2003
o
R
Waardeloze ziekte
Proefjes
K
O
Het milieu is uit, maar Lucas Reijn-
ders, hoogleraar milieukunde en
biochemicus, blijft onvermoeibaar
doorstrijden. Aanhangers van Pim For-
tuyn ('Een rare kwast, niet goed bij zijn
hoofd') noemen hem de leermeester van
Volkert, maar zelf moet hij niets van ge
welddadige dierenactivisten hebben.
„Ze gaan steeds gekker denken."
Een knikje. „Ja, treurig, maar aan mij ligt
het niet dat ik nog steeds met mijn hoofd
op de televisie verschijn. Ik ben moeilijk be
reikbaar, mijn secretaresses zijn nogal eens
ziek en ik bied mij niet aan. Er zijn genoeg
jongeren uit de milieubeweging met veel
meer uitstraling. IJdel? Niet op mijn kleren
in ieder geval. Ik schijn er altijd uit te zien
alsof ik er zes weken in geslapen heb.
Ik ben niet trots als ik teruglees wat ik heb
geschreven of als ik mezelf terug zie op tele
visie. Ik denk altijd: het had beter gekund.
Ik heb niet het idee dat ik belangrijk ben. Ik
doe mijn werk omdat ik het interessant
vind.
Na de moord op Fortuyn ben ik bedreigd. Ik
zou de 'leermeester' van Volkert zijn. Ik heb
Volkert zelfs nooit ontmoet. Leuk is het niet,
om zo te worden afgeschilderd. Maar blaf
fende honden bijten meestal niet. Voor de
moord ben ik ook wel bedreigd. 'We weten je
te vinden', dat soort dingen. Altijd alleen te
lefonisch. Gelukkig ben ik moeilijk bereik
baar.
Wat Van der G. heeft gedaan, is bij de mi
lieubeweging hard aangekomen. De moord
op Fortuyn zou de schuld zijn van de milieu
beweging. Kletspraat natuurlijk. Er is een
enorme tegenwind, vooral in de media. Bla
den als Elsevier en HP/De Tijd voeren cam
pagne tegen de 'milieumaffia'.
Fortuyn is in de jaren zeventig wel eens bij
mij thuis geweest. Toen was hij nog Maoïst;
ik ben zelden zulke gelovige Maoïsten te
gengekomen als Pim Fortuyn. Wij waren
beiden verbonden aan de universiteit van
Groningen. We hadden een discussiegroep
je. Volgens Fortuyn was er in China geen mi
lieuprobleem; dat had Mao Zedong al hele
maal opgelost. Ook was hij er stellig van
overtuigd dat Mao Nederland zou komen
bevrijden. Ik heb hem daar krachtig over te
gengesproken. Daar hield hij toen al niet
van. Sindsdien is het nooit meer goed geko
men tussen ons. Ik vond hem een rare kwast,
hij was niet helemaal goed bij zijn hoofd. Ik
heb hem daarna nooit meer gezien. Hij bleef
me wel regelmatig uitschelden in columns.
'Die Reijnders is een schoft' of 'die Reijnders
woont in een te groot huis'. Ik was er altijd
een beetje lacherig om. Ik vind het wel curi
eus dat hij zich zo helemaal de andere kant
uit heeft bewogen: eerst passeert hij me
links, daarna rechts. Zelf ben ik nooit Mao
ist geweest. Ik las Marx wel, maar ook diens
ideeën heb ik altijd grotendeels onzin ge
vonden. Ik was actief in de studentenvakbe
weging en links georiënteerd, maar altijd,
ook nu nog, aan de rechterzijde van links.
Aan de linkerkant wordt over het algemeen
meer nagedacht. Ik was als student aan de
serieuze kant. Ik ging dus niet naar de Rol
ling Stones of naar de Beatles. En nu al hele
maal niet meer, die bejaardengymnastiek
vind ik tamelijk sneu."
„Mijn vrouw stierf tien jaar geleden aan
borstkanker. Waardeloze ziekte. Het heeft
vier jaar geduurd. Dat was niet makkelijk.
We waren twintig jaar getrouwd en onze
zoon was zeventien. Zij was hoogleraar filo
sofie. Wij hadden maar één kind omdat we
zo'n druk leven hadden, we wilden niet dat
ons kind te drukke ouders had. Overigens
heeft onze zoon er nooit over geklaagd.
Hard werken deed ik voor haar dood ook al,
maar daarna was het een goede afleiding.
Drie banen heb ik nu. Ik vind zó veel dingen
interessant en kan niet ophouden met leren.
Mensen vind ik ook interessant. Ik ben geïn
teresseerd in wat er in vrienden en collega's
omgaat. Over mezelf praat ik liever niet. Ik
vind dat privé, daar hebben mensen gewoon
niets mee te maken.
Politiek is niets voor mijIk ben wel een aan
tal malen gevraagd voor verschillende par
tijen. Welke zeg ik niet. Vanaf D66 naar
links, zeg maar. Ik zou er niet tegen kunnen
standpunten te moeten verdedigen waar
mee ik het niet eens ben. Bovendien zou ik
vrij snel overspannen raken. Het is ontzet
tend veel nutteloos vergaderen en daar kan
ik niet zo goed tegen. Ik bereik meer met het
werk dat ik nu doe.
Omdat de overheid het laat afweten, pro
beer ik met bedrijven en land- en tuinbouw
organisaties te onderhandelen. Dat lukt
heel aardig. Grote concerns als Akzo, Unile
ver en Shell hebben zo langzamerhand het
Lucas Reijnders: ,,Ik ben zelden zulke gelovige Maoïsten tegengekomen als Pim Fortuyn.'
idee: 'We willen over tien jaar ook nog be
staan, dus wat kunnen we beter doen voor
het milieu?' Er zijn ook bedrijven die zeg
gen: 'Zolang de overheid bepaalde stoffen
niet verbiedt, veranderen wij niets'.
Bij ex-overheidsbedrijven, zoals KPN en
vuilverbranders, moet ik vaak vanaf punt
nul beginnen. Bij hen heb soms het gevoel:
heb ik dit gesprek al niet eens eerder ge
voerd, ergens in 1970 of zo? Nee, ik word er
nooit moe van. Als het niet lukt, hou ik juist
vol. Dan gaat bij mij de adrenaline omhoog
en tegenwoordig ook de bloeddruk, dat is
minder. Collega's geven mij de hopeloze ge
vallen. Als zij roepen: 'Dat wordt niks', be
gin ik er toch aan. Ik heb veel geduld. Als ik
ergens niet verder mee kom, kan ik het rus
tig tien jaar laten wachten.
Met de publieke belangstelling voor het mi
lieu is het niet best gesteld. De tijdgeest is
nu: 'Het milieuprobleem bestaat niet en
mensen die zich ermee bezig houden deugen
niet'. Ook in de Verenigde Staten zie je dat.
Nergens binnen Europa is de publieke be
langstelling zo klein als in Nederland. Mi
lieuorganisaties hebben nog geen manier
gevonden zich weer in de kijker te spelen.
Wat ze ook doen, het wordt niet opgepikt.
Die belangstelling is overigens altijd met
pieken gegaan. Meestal had dat te maken
met milieurampen waar mensen enorm van
schrokken.
Van 1973 tot 1975 was zo'n piek. En eindja
ren tachtig had je Tsjernobyl, het gat in de
ozonlaag en de zure regen. Na begin jaren
negentig verdween dat opnieuw. Ik verbaas
me er niet over. Ik weet niet wanneer, maar
de belangstelling neemt heus wel weer toe.
Ik neem aan dat het op dezelfde wijze gaat.
Na een milieuramp bijvoorbeeld. Ik ben
daar vrij rustig onder.
Het positieve verschil met vorige periodes is
dat het milieu bij bedrijven veel meer leeft
dan in de jaren zeventig en tachtig. Ook
hebben we veel lol van de Europese Unie,
die loopt op diverse punten voor op Neder
foto Roland de Bruin/GPD
land. Nederland probeert meer onder de
Brusselse regels uit te komen dan ze na te le
ven. Alles moet hier voor de poorten van de
hel worden weggesleept."
„Ik ben via een omweg in de milieuhoek te
recht gekomen. Ik kom uit een onderwij
zersgezin waar het gebruikelijk was om te
studeren. Tijdens mijn studie biochemie
schreef ik voor Vrij Nederland. Ik was de
enige bèta die dat deed. Vrij Nederland
vroeg of ik wetenschapsjournalist bij hen
wilde worden. Toen ben ik over milieu gaan
schrijven. Begin jaren zeventig ben ik ge
promoveerd en werden de eerste milieu
groepen actief. Die zaten met allerlei vra
gen. Omdat ik toch op de universiteit zat en
vlak bij de bibliotheek, kon ik die informa
tie makkelijk opzoeken, 's Nachts deed ik
proefjes op het laboratorium om de mate
van vervuiling van slootjes vast te stellen. In
Groningen kreeg ik uiteindelijk de aanbie
ding een nieuwe studierichting milieukun
de op te zetten. Sindsdien is het mijnberen]
geworden.
Zelf leef ik tamelijk sober. Ik vlieg voorna
melijk alleen voor mijn werk. Ik koop bijru
alleen biologische producten, eet weinig
vlees en geen eten uit blik. Ik hou heel erg
van koken; voor mij is het ontspanning,
maar echt goed kan ik het niet. Ik heb altijl
een beetje medelijden met de mensen die bi
mij komen eten. Ik was ook af, ook dat vim
ik ontspannend. Bij mij komt er geen machi
ne in, al maken ze die tegenwoordig heel
zuinig. Voor het hoofd is het beter als ikaf-
was.
Ik kan een zekere vorm van radicalisering
wel begrijpen: actievoerders die zich vast
ketenen aan hekken of proberen bouwers
tegen te houden. Maar geweld tegen mensen r{
of het vernielen van gebouwen vind ik vol- lt
strekt onacceptabelDieren en milieu zijn
zachte belangen. Er zijn veel hardere belan
gen, zoals de economie. Daarvan kunnende
zachte belangen het niet winnen als het ie
der voor zich is. Dat milieubeschermingen
diervriendelijkheid bestaan, heeft met onze
welvaart te maken, ze zijn een product van
de beschaafde samenleving. Daarin past
geen geweld.
Ik weet niet wat die actievoerders bezielt
heb geen kennissen in die wereld. Activisme
ontstaat meestal met een goed bedoelde in
stelling, maar dat blijft vaak niet zo. Soms
zie je mensen helemaal in de eigen gemeen
schap vastdraaien, ze gaan steeds gekker
denken. Ze versterken elkaar in hun sekta
risch gedrag. Ik vind dat zeer zorgelijk
De radicalisering neemt volgens mij toe.
Mede door, ik durf het bijna niet te zeggen
de demonisering van de milieubeweging
Groepen radicaliseren wanneer ze hetge-
voel hebben dat er langs reguliere weg g^
vooruitgang meer wordt geboekt. Dat is
frustrerend voor veel mensen. Er is geen
vertrouwen meer in de overheid.
Er is een scheiding van geesten ontstaan
één spoedt zich naar Brussel en probeert
daar iets voor elkaar te krijgen, de ander
praat met bedrijven, zoals slachterij Dum
co en Albert Heijn; dat doe ik. En weeree
derde steekt bedrijven in de fik. Ik was
woest toen ik hoorde dat Dumecoin br®
was gestoken door de activisten. In die 'J
was ik juist met het bedrijf aan het onder
handelen over investeren in ecologische
varkens. Gelukkig is Dumeco daarmee
doorgegaan-" MaykeCató
B(