Liever een lekkende kraan dan een groot project Sociale bouw met historie in Oosterland WOON zaterdag 9 augustus 2003 Laatste wens Gehorig nt n de serie woonberoepen staat wekelijks een beroep op het ge bied van wonen centraal. De ■beest uiteenlopende personen omen aan bod: van stucadoor en architect tot ambtenaar wel standscommissie of glazenwas ser. Vandaag: de loodgieter foto Willem Mieras Naam: Rinus Bakx (50) Woonplaats: Wilhelminadorp Beroep: loodgieter Belangrijkste gereedschap: buigtang Het leukste aan mijn werk als loodgieter is het contact met de klant, zegt Rinus Bakx. „Daarom kiezen we minder voor klussen in nieuwbouw. Als het af is hoef je daar niet meer te rug te komen." Hij is met de 45-jarige Walter Baert eigenaar van Home-Tec Installatie-Tech niek. Ze werken het liefst voor vaste klanten. „We onderhouden cv-ketels in verschillende apparte mentencomplexen. Daar komen we dus jaarlijks over de vloer." Rinus vertelt dat hij graag service verleent. „Wal ter en ik verdelen de klussen zo dat degene, die het huis het beste kent, ernaartoe gaat. Dan hoeft de klant minder uit te leggen. Ik merk dat mensen het prettig vinden om voor een groter karwei één aan spreekpunt te hebben.Daarom regelen ze, indien gewenst, de hele bouw of verbouwing van een badkamer. De klant hoeft dan alleen het materi aal uit te zoeken. „Soms gaan we zelfs mee naar de winkel. De andere contacten lopen via ons, zoals met de tegelzetter, de bouwkundige en eventueel een architect." Rinus en Walter hebben wel nieuwbouw gedaan. Het Beeldhuis in Goes bijvoorbeeld. Dat is een ge bouw waar meerdere bedrijven gevestigd zijn. „Vanaf de fundering waren we daarbij betrokken. Dat was onze grootste opdracht. Toch verhelp ik liever een lekkende kraan bij een bekende klant." Een bijkomstigheid van de keuze voor veel kleine klussen is meer administratie. De echtgenotes on dervangen dat door een paar dagen per week mee te werken. Zij regelen het papierwerk en maken de afspraken. Walter schuift aan. Hij is net terug van een repara tie op een warme zolder. Ook hij begint honderd uit te praten over het vak. „In doe-'t-zelf- pro gramma's op televisie lijken karweitjes soms makkelijk. Toch gaat er geregeld iets mis. Mensen boren wel eens door een leiding als ze een schilde rij ophangen". Rinus: „Ons bedrijf is altijd open. Het hele jaar rond bekijken we in overleg met de klant hoe ern stig de storing is. Ik laat niet graag iemand met een overstroming zitten, ook niet met kerst. Een van ons is vliegende vogel. Die is paraat voor calami teiten. De ander doet het geplande werk." De planning voor de komende drie maanden hangt op een prikbord in het kantoor op industrieterrein De Poel in Goes. Het bedrijf is sinds 1997 gehuis vest in dit pand en het bestaat sinds 1996. „Walter en ik werkten vij f j aar samen bij een werkgever en van daaruit hebben we de stap gemaakt naar een eigen onderneming." Rinus haalt de net nieuwe bedrijfskleding tevoor schijn. Overall en T-shirt zijn voorzien van het be drijfslogo. De veiligheidsschoenen zitten nog in de doos. „We dragen die niet altijd want mensen vinden het vaak prettig als we onze schoenen uit doen, vooral als het regent, en dan zijn veters niet handig." Volgens Rinus werkt een loodgieter zowel binnen als buiten want ook aan daken en waterafvoersys temen is onderhoud nodig. „Oh ja, ik heb nog niet gezegd dat we ook vloerverwarming doen." Hij vertelt dat hij zich weinig zorgen maakt over de economische recessie. „Luxe als een nieuwe bad kamer kun je uitstellen, maar water en verwar ming vinden mensen ook in mindere tijden be langrijk." Hij vindt het jammer dat steeds minder jongeren kiezen voor dit vak, net als in andere ambachtelij ke beroepen. „Gelukkig leren en werken onze zoons nu ook voor loodgieter. Niet bij ons, want je moet het bij een ander leren." Marjolein Verbruggen Advertentie-exploitatie: I Noord- en Midden-Zeeland: 0113-315520, 'Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. Redactie: 0113-315680 www.pzc.nl F-mail: redactie@pzc.nl t Postbus 31,4460 AA Goes. Woonkamer in één van de huisjes van het Gasthuis Precies tweehonderd en vijftig jaar geleden, in 1753, wa ren de inwoners van Oosterland getuige van de bouw van een nieuw pand: het Gasthuis. Opdrachtgever was Suzanna Maria Loncque, ambachtsvrouwe van Oosterland. Ze over- I leed een jaar voor de voltooiing van het gebouw. In haar tes tament beschrijft ze waar het huis voor zal dienen: „Binnen den dorpe van Oosterland zal worden gebouwt een huis ver deelt in zes vertrecken welke bewoont zullen worden door J luiden onder de directie van de armbesorgers aldaar". foto's Dirk-Jan Gjeltema Het Gasthuis in Oosterland, gebouwd halverwege de 18e eeuw. In het Gasthuis ben je nooit alleen 3$ <- V - "-'•'hu Wilco Nuyens en Gabriëlle Baumann: „Als je dit ziet, het is helemaal het einde nen als het in het Gasthuis zou zijn. Waarom? Als je dit ziet, het is helemaal het einde." Binnenshuis is nog duidelijk te zien dat het een oud pand be treft. De schouw is nog aanwe zig en op alle deuren zitten hou ten knoppen. De lage ramen zijn gebouwd op de lengte van de Oosterlander van twee en een halve eeuw geleden. Veel ruimte werd die ook niet gegund, want regelmatig horen telefoneren in de gang. Wilco: „De vorige be woner vertelde me, dat hij ge woon een praatje kon maken, als hij 's morgens de trap af liep tegelijk met de buurman." Met een glimlach worden de minde re kanten van het huis opgera keld, want de twee hebben het nog prima naar hun zin. In het Gasthuis is het goed toe ven weet ook voormalig be- (voormalige) gemeente Duive- land. Ze vond meer dan ze had durven hopen; het testament van Su zanna Maria Loncque, een bouwtekening uit 1754, reke ningen van de kerk en lijsten met namen van oude bewoners. „Het was zeker geen feestje om toentertijd in het Gasthuis te zitten. Je stond onder toezicht van de 'armbesorger', de dia- in het middew geen schoorsteen zou staan, denk ik. Er is dus bouwtechnisch wel over nage dacht." Antwoord op haar vraag kreeg ze ook. „In een document uit 1844 staat inderdaad dat er twee gezinnen in een huis woon den; een in het voorkamertje en een in de achterkamer. Vóór zat bijvoorbeeld een weduwe en achterin een moeder en haar beslissen wie de volgende bewo ner wordt. „Het is niet zo dat nummer één op de lij st als eerste in aanmerking komt. Het zijn huisjes van de kerk, dus kerke lijk medeleven wordt op prijs gesteld. Als die mensen niet op de lijst staan kunnen er ook an deren in. Urgente gevallen ko men sowieso eerder in aanmer king. Mensen die uit hun huis moeten, gescheiden zijn, of an- maar dingen als sanitair onder houden wij wel. Het is logisch dat de bewoners aan de buiten kant niets mogen veranderen of aanbouwen. Het is nu juist zo mooi. Als iedereen zijn eigen gang gaat wordt het een zooi tje", zegt Ista. Tegenwoordig woont bijna nie mand meer langdurig in het Arme gezinnen, weduwen en werklozen mochten gratis in de huisjes wonen. Twee en een halve eeuw later wonen er geen armoedzaaiers meer in het mo numentale pand, maar voorna melijk jonge mensen. De ge dachte over de bewoning is in de tussentijd flink veranderd: het is geen schande, maar een eer om in het Gasthuis te wonen. De diaconie van de Nederlands Hervormde kerk is nog steeds verantwoordelijk voor het Gasthuis. Werden vroeger de huisjes alleen gerepareerd, te genwoordig wordt er ook huur geïnd en beslist wie de volgende bewoner wordt. De lijst is de laatste j aren lang geworden vol gens Jannie Ista van de diaco nie. „Datisnietzo vreemd, want het zijn prachtige huisjes om in te beginnen en de huur bedraagt maar 108 euro." De huurpenningen worden ge bruikt voor de jaarlijkse schil der- en opknapbeurten aan het gebouw, dat in 1968 een Rijks monument is geworden. „In fei te werken wij net als iedere huurvereniging. Het onderhoud binnen is voor eigen rekening, gasthuis, weet Ista. „Meestal een jaar of vier, vijf. Het langst dat iemand er gewoond heeft waar ik van weet is acht jaar." Hoewel Oosterland geen arm lastige inwoners meer heeft, houdt de diaconie nog steeds re kening met de laatste wens van Suzanna Maria Loncque. „De diaconie is een college dat inge steld is om voor armen te zorgen Omdat we die niet meer hebben in het dorp, gaat het geld nu naar Derde Wereld-landen. Maar met het Gasthuis hebben we nog wel een beetje de taak om mensen in het eigen dorp te helpen", aldus Ista. Wanneer een huisje leeg komt te staan gaan de leden van de dia conie rond de tafel zitten om te dere problemen hebben. De dia conie is er om mensen te hel pen." Wilco Nuyens (24) en Gabriëlle Baumann (23) hebben volgens eigen zeggen geluk gehad te zijn uitgekozen. „Ik ben niet kerke lijk opgevoed en we zaten niet in de problemen. Waarschijnlijk zijn wij het geworden omdat ie dereen in het dorp mijn vader kent. Ik ben een echte Ooster lander", vertelt Wilco. Omdat hij in Oosterland werkt wilde hijtoen het besluit samen te wonen vaststond, liefst in het dorp blijven. Voor Gabriëlle, zelf afkomstig uit Burgh-Haamstede, was het Gasthuis de enige optie.Ik wilde alleen in Oosterland wo de voorkamer telt zestien vier kante meter en het achterka mertje twaalf. De ouderdom komt met gebre ken, maar dat heeft zo zijn char mes vinden Wilco en Gabriëlle. „In de winter is het hier vochtig en koud. Toen ik een keer wak ker werd stond er gewoon een laagje ijs in mijn glas water naast het bed", zegt Wilco. „Er staat hier ook niets recht", wijst hij naar de naar voren hellende kast. Door het raamwerk in de gevel is in de middelste twee huizen een stukje muur boven de deu ren opengelaten. Wilco en Ga briëlle kunnen de buren dan ook woonster Brigitte van de San- de-Troost. Vier jaar heeft ze er gewoond met Ronald, maar de start van een eigen bedrijf maakte daar een einde aan. „We hadden een kantoortje inge richt, maar op een gegeven mo ment merkten we dat het echt te klein werd", zegt Brigitte. Doordat zij al snel ruimtetekort ondervond kon ze het gerucht dat er vroeger twee gezinnen in een huis woonden ook bijna niet geloven. Haar interesse was ge wekt en met haar studie ge schiedenis achter zich reden te meer om onderzoek naar het Gasthuis te doen. Samen met buurvrouw Gabriëlle dook Bri gitte in de archieven van de Ne derlands hervormde kerk en de ken, die iedereen controleerde: men zat in een soort bijstand", vertelt Brigitte. 'Je komt nog eens in het Gast huis terecht' is een gezegde dat menig Oosterlander nog steeds kent of gebruikt, verwijzend naar het uitgavenpatroon van de desbetreffende persoon. 'Je zult nog eens onder de zeven schouwtjes raken' is de oudere variant, maar die zorgde vol gens Brigitte voor verwarring. „In boekjes over het oude Oos terland staat dat er veertien ge zinnen hebben gewoond. Men telde de schoorstenen, keer twee. Maar de middelste schoorsteen heeft geen functie, er zijn immers maar zes huizen. Het zou een beetje raar staan als kind. Hoe lang deze dubbele be woning geduurd heeft is niet duidelijk." De bewoning door jongeren is iets van de laatste jaren. De jon geren hebben het er prima naar hun zin. „Het is een soort Melro se Place-achtig gebeuren: door de open tuintj es kun j e bi j elkaar naar binnenkijken, je maakt een praatje met elkaar of eet bij el kaar.", herinnert Brigitte zich. Aan die tijd heeft ze Wilco en Gabriëlle nog als vrienden over gehouden. Wilco: „Het is wel eens voorgekomen dat wij be gonnen te barbecuen en uitein delijk het hele straatje langs de tuinen vol zat met buren." Andrea Bolle

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2003 | | pagina 25