a!
betrapt
Ook golf verliest nu het imago van een elitesport
Nederland sport meer
RUDEN RIEMENS
zaterdag 2 augustus 2003
o
R A
O
Mart Smeets beweert graag, met be
paalde kijkcijfers van de NOS in
de hand, dat schaatsen de populairste
sport is in Nederland, gevolgd door
Formule 1. En dan pas voetbal. Andere
cijfers vertellen een ander verhaal:
schaatsen is de absolute daler bij de
doesporten. Voetbal is en blijft volks
sport nummer 1
Dit weet ook Maarten van Bottenburg
(41), sportsocioloog op het Pim Mulier-
instituuut in Den Bosch. Hij doet on
derzoek naar de ontwikkelingen in de
sport, met name naar de maatschappe
lijke kanten ervan. Van Bottenburg
doet zelf ook aan sport: hij voetbalt in
het achtste, is als langeafstandsloper
lid van een atletiekclub en coacht een
meisjeshockeyteam.
V*f
1~^\ e Nederlander gaat steeds meer aan
\-J sport doen. Zwemmen is de populairste
•sport, voetballen komt pas op de zesde
plaats, achter skeeleren en fitness. De hit
onder de sporten is golf. In korte tijd is deze
'sport voor oude zakken' veranderd in een
ware hype. Nog even en golf is de derde sport
van Nederland.
Waarom gaat een mens golf spelen? Of voet
ballen? Maarten van Bottenburg: „Iedereen
geeft een betekenis aan de diverse takken
van sport. Die betekenis heeft vooral van
doen met de sociale groepen die men met de
verschillende sporten associeert. Maar de
puituur rond sporten verandert. Het imago
van tennis, zoals dat werd gespeeld door de
upper class in smetteloze witte kleding, is
heel anders dan het imago van het tennis
van nu. Je hoeft niet meer van adel te zijn om
te tennissen en je mag een kleurrijk T-shirt
dragen, als je wilt."
De keuze voor een sport is het antwoord op
bepaalde vragen. Welke mensen tref ik er
aan? Hoe moet je je gedragen? Hoe is de
sfeer? Pas ik erbij? Vaak bestaat er een soort
vage consensus en wordt een bepaalde sport
door grote groepen op ongeveer dezelfde
- wijze als modern of ouderwets, als elitair of
volks of als geschikt voor ouderen of jonge
ren beschouwd. Dat zie je met tennis; die
sport heeft nog iets elitairs, maar van een
drempel is geen sprake meer. Als de maat-
jin n jBMilMI—amjhu***—
schappij sterk verandert, ontstaat er over
sommige sporten wel een zekere smaakon-
zekerheid. Dat zie je met golf. Het imago
van elitesport is in stand gehouden door de
besloten clubs en de soms enorme toegangs
prijzen, maar nu toch ook opengesteld voor
grote groepen uit de middenklasse. Elke
sport is zo beschaafd en geciviliseerd als de
sociale laag die haar draagt. En die sociale
laag is bij tennis en golf dus veranderd. Voor
een bepaalde groep beoefenaars kan het
weer aanleiding zijn een andere sport te kie
zen als de sociale gebruiken, die de sport
voor hen een specifieke betekenis geven,
veranderen."
Twee belangwekkende feiten zijn te ont
dekken bij een analyse van de ontwikkeling
van de grote sporten: de grootmachten ex-
porteerdèn de sportende maatschappelij ke
elites van de sport-importerende landen
verspreidden ze. Van Bottenburg: „Ander
halve eeuw geleden was Engeland een abso
lute supermacht. Vanwege de macht en het
prestige van Engeland groeide elders de be
langstelling voor de leefstijl van de Engelse
elite. Er werd zelfs gesproken van angloma
nie; het werd - bij de happy few natuurlijk -
rage om Engelse manieren, gebruiken, mo
des over te nemen. En hun sporten. Zo zijn
voetbal, tennis, langebaanschaatsen
cricket, rugby en hockey naar hier overge
waaid. Voetbal was in Engeland al een sport
voor de lagere klassen, maar golf, tennis,
squash en polo niet. Aanvankelijk was trou
wens in Nederland ook voetbal - sport in het
geheel - voorbehouden aan de elite. Voor
sporten als golf en tennis bleef dat gelden.
Mensen uit de sociaal lagere klassen hadden
zelf ook weinig interesse zich in golf- en ten
nisclubs te begeven, waarvan de leden er
een totaal andere levensstijl op nahielden."
Na de Eerste Wereldoorlog werd voetbal
ook in Nederland een echte volkssport. Wat
volgde was, volgens Van Bottenburg, een
'distinctieve uittocht'„Naarmate de exclu
siviteit - van eerst wielrennen, toen voetbal
en later tennis - werd ondergraven, legden
leden uit hogere kringen zich toe op kleine
re, onbekende sporten, waar zij nog wel de
sfeer, relaties en sociale omgang vonden die
zij zochten. Dat is niet altijd een bewust na
gestreefde verheffing boven andere mensen.
Maar door voor een sport te kiezen, bindt
men zich aan bepaalde mensen en onder
scheidt men zich van anderen. Dat is in we
zen het antwoord op de vraag waarom men
sen voor een bepaalde sport kiezen: het is
een individuele keuze die te maken heeft
Golfbaan in Domburg.
met bepaalde sociale ontwikkelingen en
verhoudingen. De keuze voor een sport
heeft altijd een maatschappelijke positie
bepaling tot gevolg."
Talloze misvattingen bestaan er over de po
pulariteit van bepaalde sporten en de ont
wikkeling ervan, meent Van Bottenburg.
Zeven stellingen:
1. Schaatsen is hier populair vanwege onze
(voorheen) redelijk strenge winters.
Van Bottenburg: „Er is geen verband. In an
dere landen, met een vergelijkbaar klimaat,
is schaatsen minder populair. Kunstschaat
sen en ijshockey zijn hier bovendien zeer
kleine sporten. Let op: skiën is alom popu
lair geworden, zonder dat het klimaat ver
foto Dirk-Jan Gjeltema
anderde, wel de mogelijkheden om te skiën
veranderden. Geografisch-klimatologische
omstandigheden waren aanvankelijk een
noodzaak om te schaatsen en skiën, maar
bieden geen verklaring meer voor de popu
larisering van deze sporten."
2. Voetbal is zo populair omdat de sport ge
schikt is voor ieder lichaamstype.
Van Bottenburg: „Geen enkele sport is spe
ciaal ontwikkeld voor mensen met een
bepaalde lichaamsbouw. Dat beeld is af
komstig uit de topsport. Op dat niveau is
bijvoorbeeld voor basketbal en volleybal de
lengte van de spelers zelfs discriminerend
gaan werken. Het geheim van voetbal zat
hem volgens de psycholoog Buytendijk in de
jaren vijftig veel eerder in het gebruik van
"Nederlanders sporten steeds meer. Vooral ouderen (aandeel steeg laatste twintig j aar van 8
naar 35%) en vrouwen (van 50 naar 55%) zijn meer gaan sporten.
'Zwemmen is met 32% de populairste sport, voor toerfietsen (15%), fitness (13%), skeele
ren en wandelen (11%). De grootste teamsport (veldvoetbal) is de zesde sport.
"Steeds minder sporters zijn lid van een club: 57% in 1979, 52% in 1999. Nog minder spor
ters doen mee aan georganiseerde trainingen: 50%in 1983,nog maar 38%in 1999.De helft
van alle clubs kampt met een gebrek aan vrijwilligers.
"Tussen 1991 en 2001 steeg de zendtijd besteed aan sport met 172%. De stijging van de kijk
tijd bleef daarbij achter: 72%.
"Sport is de meest auto-intensieve en daarmee milieu-onvriendelijke vrijetijdsbesteding:
81% van alle verplaatsingen voor de sport gaat per auto.
de voet. Balsporten hebben al een grote aan
trekkingkracht; de bal behoort tot de meest
natuurlijke en volmaakte spelobjecten. Een
bal kun je gooien of trappen. Schoppen is
meer een manifestatie van mannelijkheid.
Als er een geheim van het voetbal bestaat, is
dat het. Zei Buytendijk. Ook die theorie is
raar, want in de VS speelt de voet in de sport
bijna geen rol. Als Buytendijk gelijk had,
zou het voor de hele wereld moeten gelden."
3. De aanwezigheid of afwezigheid van ac
commodaties bepaalt de groei van een sport
of het uitblijven daarvan.
Van Bottenburg: „Accommodaties zouden
stimulerend werken. De onderbezetting
van zwembaden en bepaalde sportvelden
wijst erop dat dit niet waar is. Een tekort
aan accommodaties kan de groei van een
sport wel afremmen. Het tekort aan golfba
nen is bijvoorbeeld evident; de enorme groei
van golf blijft waarschijnlijk nog achter
door een tekort aan banen."
4. Kosten bepalen of een sport groeit of niet.
Van Bottenburg: „Voetbal is populair om
dat het goedkoop is, maar dat is een vrije as
sociatie. Men denkt dit omdat voetbal over
al ook door de lage klassen wordt gespeeld;
voetbal moet dus wel goedkoop zijn. Maar
de noodzakelijke uitrusting om cricket te
spelen is nauwelijks duurder dan die voor
voetbal. De verschillen in contributies zijn
meestal ook niet zo groot. De werkelijke
kosten van sportbeoefening worden eerder
bepaald door het niveau waarop gespeeld
wordt, maar zeggen niets over de populari
teit van een sport. Skiën en golf zijn veel po
pulairder dan tafeltennis, roeien of kaatsen.
Beugelen is heel goedkoop, schaatsen heel
duur, als het gaat om de aanschaf van mate
riaal."
5. De individualisering leidt tot een neer
gang bij de teamsporten.
Van Bottenburg: „Het ik-tijdperk zou heb
ben geleid tot een afnemende solidariteit en
een toenemende zelfgerichtheid. Maar wat
zijn teamsporten? Individuele sporters kun
nen ook niet zonder bestuurders, accommo
datieverzorgers en natuurlijk tegenstan
ders. Bovendien hebben sporters zich de
laatste veertig jaar in toenemende mate
aangesloten bij clubs. Teamsporten domi
neren ook nog onveranderlijk. Plus: zwem
men, gymnastiek, schaatsen, paardensport,
atletiek, biljart, roeien zijn individuele
sporten die je echter doorgaans wel in club
verband uitoefent. Je zou ook, aan de hani
van de stelling, verwachten dat in de VS in
dividuele sporten populairder zijn dan in
bijvoorbeeld Japan. Het tegendeel is waar
Het blijkt dat in de VS teamsporten de eer
ste (American football)tweede (basketbal1
vierde (honkbal), vijfde (voet
bal), zesde (volleybal) en negende (softbal)
plaats innemen."
6. Successen laten de breedtesport floreren'
Van Bottenburg: „Het 'Arden Keesie-effeci
bestaat niet. Juist toen Ard Schenk en Kees
Verkerk hun grote successen hadden, boet!:
de KNSB aan populariteit in. De algement
publieke belangstelling nam even toe, maa:
er werden niet meer mensen lid van schaats
verenigingen. Datzelfde beeld zag je bij de
successen van het Nederlands elftal, bij die
van Boris Becker en Steffi Graf in Duits
land, bij die van Richard Krajicek in Neder
land: de tennissuccessen van Krajicek zijn
eerder het gevolg van de voorafgaande groe:
van het aantal tennissers in Nederland,
maar hebben geen extra groei veroorzaakt
Het beste was het te zien bij de volleybal
lers. Die hadden midden jaren negentig hut
grootste successen. Juist erna begon de vol-;
leybalbond grote aantallen leden te verlie-
7. Televisie-aandacht doet sporten groeien
Van Bottenburg: „Leidt kijken tot doen?Df)
televisie brengt om te beginnen de sport
selectief in beeld: het gaat om topsport,
mannensport, records en heroïek. Met na©
jongeren spiegelen zich wel aan televisie
beelden, maar dat leidt eerder tot gedrags
versterking dan tot gedragsverandering.
Bovendien hebben topsporters ook vaak
een negatieve voorbeeldfunctie, door do
ping, doodschoppen en contractverbreking
Het is ook een uitgemaakte zaak dat bepaal
de sporten sterk aan populariteit hebben
gewonnen, terwijl er van televisie-aan
dacht geen sprake was: fitness, aerobics,
skaten. Het is opvallend dat het volleybal
juist in populariteit afnam sinds de aan
dacht van de televisie voor deze sport toe
nam, terwijl het volleybal sterk groeide in
de periode dat televisieaandacht uitbleef
Resteert de vraag welke doe-sporten nog
aan populariteit gaan winnen. Jeu de bou
les? De gemiddelde (sport) mens wordt im
mers ouder. Van Bottenburg: „Curling!"
Henri van der Steen