Albéniz onderschat
Debussy en Mozart
Verstrikt in Bach
Op zijn Estlands
Musical
Assassins
Fado is geen genre dat voor eeuwig vastligt
21
Mafalda Arnauth
donderdag 31 juli 2003
Parodie
Isaac Albéniz staat niet be
kend als een echte operacom
ponist. Toch schreef hij de nodi
ge theaterwerken, waaronder
Henry Clifford, zijn eerste grand
opera.
In 1895 dirigeerde hij te Barce
lona zelf de première. Verdi en
Wagner waren toen toonaange
vend, de operette had de wereld
veroverd en Spanje had de zar-
zuela in het hart gesloten. Muzi
kale invloeden die allemaal in
dit Britse ridderverhaal zijn te
rug te vinden. En vooral ook een
zeer stevige scheut Gilbert en
Sullivan. Maar juist door die al
te herkenbare mix van stijlen is
Albéniz als operacomponist
wellicht nooit serieus genomen.
Toch schreef hij rasechte thea-
termuziek, getuige de recente
wereldpremière van Henry Clif
ford op cd.
Het werk bevat behoorlijk
mooie, kleurrijke instrumentale
intermezzi en fraaie lyrische
aria's, duetten, ensembles en
koren die hier worden uitge
voerd onder leiding van José de
Eusebio met het symfonie Or
kest en Koor van Madrid en een
niet onaardige groep solisten.
Wel een beetje jammer dat een
enkele passage wat slordig
klinkt. Maar zeker een opname
waaraan onbekommerd plezier
valt te beleven.
José de Eusebio (dirigent). Henry
Clifford, opera van Isaac Albéniz.
Decca 473 937-2. Tijd: 139.38.
Debussy en Mozart hebben
op het eerste gehoor weinig
met elkaar te maken. De sferen
van Parijs en die van Wenen lig
gen nog altijd een eind uit el
kaar. En ook qua tijd liggen er
nogal wat jaren tussen die twee
componisten. Toch is het niet
zo'n raar idee om liederen van
beiden samen te brengen op één
cd. Zeker niet als die worden ge
zongen door de sopraan Juliane
Banse met pianist Andras Schiff
aan de vleugel. Samen bena
drukken ze in hoge mate de poë
zie die in beide stijlen zo sterk
aanwezig is. Ook al zorgen de
verschillen voor een aangename
afwisseling.
Ronduit schilderachtig is de
pianobegeleiding voor de stem
van Banse die soepel en expres
sief is en voor de zeggingskracht
van de melodie in beide muzika
le werelden het volle pond geeft.
Maar daarmee zingt ze minder
intiem en minder op de beteke
nis van elk woord dan bijvoor
beeld Elly Ameling. Want met
teksten van vooral Verlaine,
maar ook Goldoni en Goethe,
dichters van formaat, valt daar
namelijk op 'kamerniveau' zo
veel meer mee te doen. Des te
spijtiger dat het chique cd-
boekje geen teksten bevat.
Juliane Banse, Andras Schiff. Songs
of Debussy and Mozart. ECM 1772
461 899-2. Tijd: 60.04.
De jonge Russische violist
Ilya Gringolts, die vorig
jaar op het prestigieuze label
DG overtuigend zijn cd-debuut
maakte met concerten van zijn
landgenoten Tsjaikovski en
Sjostakovitsj, speelt op zijn
tweede cd de partita's 1 en 3 en
de tweede sonate van Bach. In
teressant omdat hij hoorbaar
probeert los te komen van zijn
Russische traditie. Dat wil zeg
gen dat de verworvenheden van
de West-Europese zoekers naar
de bronnen van Bach voor hem
blijkbaar een nog te veroveren
terrein vormen. De ergste ro
mantische trekjes zijn er van af,
maar deze leerling van Itzhak
Perlman klinkt hier toch vooral
stroef. In de partita nummer 1
bij voorbeeld, lijkt hij al meteen
vast te lopen in het ritme. Het
lijkt wel of hij bang is in deze
hoogstandjes enige zangerig
heid te laten horen. En dat is nu
juist de kunst: het spel met de
nuances rond ritme, dynamiek
en melodie. Een adembenemen
de demonstratie van zijn tech
niek en virtuositeit zijn de snelle
delen, maar de dansende, stra
lende en meeslepende Bach wil
ook daar niet tevoorschijn ko-
Ilya Gringolts, Johann Sebastian
Bach. Partita's 1 en 3, sonate nr. 2.
Deutsche Grammophon 474 235-2.
Tijd: 58.44.
De Nederlandse Isabelle van
Keulen soleert in de cd-pre-
mière van het vioolconcert van
de Estlandse componist Erkki-
Sven Tüür, samen met het City
of Birmingham Orchestra onder
leiding van Paavo Jarvi, met
steun van de componist. Deze
verdiende zijn sporen zowel in
de klassieke muziek als in de
pop; hij had in Estland zelfs een
behoorlijk populaire band. Dat
wil niet zeggen dat Van Keulen
en het orkest op de poptoer
gaan. In de muziek is net zo goed
de invloed te horen van zijn
Amerikaanse en Europese klas
sieke generatiegenoten. Mu
ziek, waarin licht, ruimte en na
tuur een grote rol lijken te spe
len. Soms werkt dat ronduit
weldadig, soms levert dat een
gevoel van immense beklem
ming op. Bij dat alles benut hij
volop de mogelijkheden en de
kleuren van het orkest.
Voor Van Keulen schreef hij een
zonder meer virtuoze solopartij
waarin ze haar gloedvolle klank
mag aanwenden voor een geraf
fineerd spel met het orkest, dat
hier allesbehalve dienst doet als
decor. De cd bevat tevens zijn
orkestwerken Aditus en Exo
dus.
Isabelle van Keulen. City of Birg-
mingam Orchestra o.l.v. Paavo Jar
vi. Vioolconcert, Aditus, Exodus
door Erkki-Tüür. ECM 1830 472
497-2. Tijd: 61.09.
Hans Visser
Wie schoot op de president?
egen mannen en vrouwen hebben in het verleden
geprobeerd om een president van de Verenigde
Staten te vermoorden en enkelen is dat nog
gelukt ook. Steven Sondheim bracht al die negen
moorddadige types samen in de verrassende musical
Assassins die vanaf morgen te zien is op De Parade in
Amsterdam. Raakt dit alternatieve theaterfestival vol pure
eenvoud, nu ook al besmet met het genre musical, de wereld
van het grote klatergoud? Volgens regisseur Daniël Cohen
hoort deze 'bizarre muzikale komedie' echter wel degelijk
thuis op De Parade.
Met vijftien acteurs en acht
musici is Assassins veruit
de grootste productie die ooit op
De Parade te zien was. Alleen al
de intentie waarmee Assassins
wordt gemaakt, rechtvaardigt
de plaats op deze theaterkermis.
Hier lijkt waarachtig de geest
rond te waren van de oude sal-
timbanques.
Op het toneel staan geen musi
calsterren. Alle rollen worden
gespeeld, gedanst en gezongen
door jonge, veelbelovende thea
termensen, afkomstig uit de we
reld van de film, het grote toneel
en natuurlijk ook de musical.
„En allemaal doen ze vrijwillig
mee", zegt Daniël Cohen, initia
tiefnemer, vertaler en regisseur.
„Eén en al bevlogenheid, want
we willen allemaal graag deze
voorstelling maken. En met de
steun van sponsors, bedrijven
en geldschieters die ons met van
alles matsen, lukt dat nu. Als er
na aftrek van alle kosten nog
wat voor ons overblijft is dat al
leen maar meegenomen."
Steven Sondheim schreef As
sassins vanuit de gedachte dat
iedereen die een aanslag pleeg
de op de president het product
moest zijn van zijn eigen Ameri
kaanse cultuur. Dezelfde cul
tuur die deze president voort
brengt en zulke aanslagen
oproept. De show beleefde zijn
wereldpremière op 18 december
1990. De Amerikanen stonden
toen net aan de rand van de
Golfoorlog, dus voor een show
die hen een spiegel voorhield
was de stemming in het land
toch net even te patriottisch.
Kortom: Assassins flopte. Toch
beleefde de show later in bin
nen- en buitenland nog heel wat
voorstellingen.
Cohen, bewonderaar van Sond
heim, vertaalde voor Nederland
een reeks grote shows, zoals
'Annie', 'The sound of music',
'Rent', Titanic' en 'Oliver'. Sa
men met choreograaf Jay Borg
en muzikaal leider Hans van
Breugel, die ook aan Assassins
meewerken, was hij ook mede
verantwoordelijk voor de pro
ductie van andere Nederlands
talige Sondheim-producties als
'Company''A little night mu
sic', 'Merrily we roll along' en
'Kikkers'. Niet te klagen dus,
maar toch is deze productie van
Assassins de vervulling van een
tien jaar oude droom.
„Het was bijna een obsessie.
Maar al die tijd was het onder
werp te politiek, geen producent
begreep dat de teneur in wezen
universeel is. Na de moord op
Fortuyn is er toch iets veran
derd. De vergelijking ligt dan
ook erg voor de hand: ook Vol-
kert van der Graaf komt voort
uit de Nederlandse samenle
ving, die ook Fortuyn met zijn
gedachtengoed voortbracht en
kennelijk het klimaat voor die
aanslag opriep. Je ziet ook altijd
dat die daders het idee hebben
dat ze het land moeten redden,
de zwakken beschermen. En na
de aanslag zie je ook steeds weer
dat menigeen een samenzwe
ring achter de aanslag ver
moedt. Of anders is de moorde
naar wel gek of autistisch. Een
logische reactie, want dan heeft
de samenleving een etiket op die
daad geplakt en kan het hele
verhaal rustig in een la worden
weggestopt. Maar uit zo'n rede
nering mag je blijkbaar toch af
leiden dat zulke aanslagen zich
altijd weer kunnen herhalen. Ze
werkten allemaal vanuit dezelf
de impuls, allemaal voelden ze
zich miskend en wilden ze hun
stem laten horen, in de belang
stelling staan. Sondheim laat ze
daarom zingen: 'Iedereen heeft
recht op een plaats in het zon
licht'."
„Zelfs de aanslagen van 11 sep
tember zijn op die manier te ver
klaren: ook die terroristen zoch
ten een symbool om te laten zien
dat ze bestaan. Wist je trouwens
dat SamuelByk, tijdens de rege
ring van Nixon, al probeerde
een vliegtuig te kapen om zich
daarmee te pletter te laten val
len op het Witte Huis? Voor mij
gaat Assassins daarom over
universele waarheden, verpakt
in een bizarre komedie waarin
het pistool wordt gepresenteerd
als de oplossing voor alle pro
blemen. Of zoals de eigenaar
van de schiettent aan het begin
al roept: 'Schiet op de president
en win een prijs'."
Ook Giuseppe Zangera gaf daar
gehoor aan. Jeroen van Wijn
gaarden, die hem speelt, heeft
een boek vol aantekeningen en
knipsels over hem aangelegd:
„Hij was een domme man, zoon
van Italiaanse immigranten. Hij
geloofde dat zijn chronische
maagklachten de schuld waren
van de rij ken en dat hi j beter zou
worden als hij president Hoover
zou doden. Maar die zat in het
koude Washington. Hij bleef lie
ver in zijn eigen warme Miami
waar Roosevelt op verkiezings
tournee kwam. Hij klom toen op
een wankel krukje om over de
omstanders heen te kunnen
schieten en raakte daarom wel
vijf willekeurige mensen, maar
niet de presidentskandidaat."
De verhalen rond de negen man
nen en vrouwen leiden in Assas
sins vaak tot Monty Phyton-
achtige scènes, zegt Cohen.
„Het idee alleen al dat je mensen
uit een periode van 130 jaar in
één voorstelling samenbrengt.
Of het beeld van Charles Guil-
teau, de moordenaar van James
Garfield, die met een tapdansje
naar de galg gaat. En toch, hoe
meer je van al die verhalen weet,
hoe meer je ontdekt dat zelfs de
meest bizarre details in de voor
stelling berusten op feiten.
Grappen op de elektrische
stoel? Het is allemaal echt ge
beurd."
Assassins is ook een soort
parodie op de westerse samenle
ving in het algemeen en de
Amerikaanse in het bijzonder.
Sondheim gebruikte daarvoor
allerlei soorten typisch Ameri
kaanse muziek. Je hoort er pa
triottische marsen van Sousa in
terug, maar ook blue grass, bar
bershop, gospel en tapdansen.
John Hinckley, die op Reagan
schoot en Lynette Fromme die
Ford wilde doden, zingen een
duet in de stijl van The Carpen
ters. Eigenlijk is alleen het slot
nog typisch Broadway. Net als
bij 'A chorus line'. Maar dan is
dit wel 'A chorus line from
hell'."
„'Assassins' is echt iets voor een
publiek dat houdt van het expe
riment of van het Nederlandse
cabaret. We vertellen het ver
haal zonder groot decor, in een
bijna abstracte ruimte waar je
van alles kunt suggereren. Maar
de acteurs dragen wel de kos
tuums uit de tijd waarin ze leef
den. Een aanpak die past bij het
ongepolijste, wat anarchisti
sche karakter van De Parade.
Neem alleen de eerste scène: op
de kermis."
Cohen zou in de toekomst graag
meer musicals brengen in de
stijl van deze onconventionele
Sondheim, passend in de tradi
tie van Bertolt Brecht en Kurt
Weill: „Voorstellingen over seri
euze onderwerpen, maar toch
puur entertainment. Daarom
heb ik met een aantal mensen de
organisatie Off-Broadway op
gericht. We hopen op den duur
in Amsterdam een eigen podium
te vinden, waar we dan dit soort
off-Broadway musicals kunnen
brengen. Dus voorstellingen zo
als je die in de kleinere New-
Yorkse zalen ziet, buiten Broad
way, waar plaats is voor het ex
periment, de vernieuwing."
Hans Visser
Musical 'Assassins'. Muziek en lied
teksten: Steven Sondheim. Verhaal:
John Weidman. Door Off-Broad
way. Vertaling en Regie: Daniël Co-
hen. Choreografie: Jay Borg. Muzi
kale leiding: Hans van Breugel. Te
zien: Amsterdam, De Parade, 1 t/m
17 augustus.
De cast van Assassins, met vooraan Lee Harvey Oswald, net na de moord op Kennedy, omringd door z'n illustere voorgangers
foto Diederik van der Laan/GPD
Door toeval kwam ze terecht in de wereld
van de fado. Of ze tijdens de introduc
tieweek van de universiteit even voor de
volgende dag een fado wilde instuderen. Na
de eerste noten viel het publiek volledig stil.
Mafalda Arnauth had op haar 21ste de fado
ontdekt. Zeven jaar later houdt ze op haar
derde album Encantamento een warm plei
dooi voor een lichtere, optimistischer toon
in deze oer-Portugese muziek.
Haar eerste concert was niet alleen voor het
publiek een belevenis. „Ik zong onversterkt
en vroeg me eerst een beetje ongerust af of
dat wel kon in zo'n grote, volle zaal. Maar
het ging geweldig, ik voelde me er echt
thuis. Een gevoel alsof ik thuis voor mijn fa
milie zong."
Eind mei was in Paradiso, waar ze optrad
tijdens het Global Sounds Festival, op
nieuw te horen hoe de zangeres, met een per
fecte stembeheersing en een geweldige
frasering, helemaal opgaat in haar muziek.
Ook op haar nieuwe cd vloeit haar stem per
fect samen met de begeleiding van Luis Oli-
veira (gitaar), Joo Peneda (contrabas) en Jos
Elmiro Nunes (Portugese gitaar).
Een voorbeeld van een muzikaal huwelijk,
zo noemt ze de samenwerking met Oliveira,
de belangrijkste componist op het album.
„Ik heb hem vorig jaar ontmoet. Hij heeft
me er zelfs toe kunnen brengen om in zijn
bijzijn teksten te maken. Tot dan toe schreef
ik altijd in mijn eentje, uit onzekerheid en
Zangeres Mafalda Arnauth: „Ik merk dat mensen troosten steun vinden in mijn liedjes." fotoGPD
verlegenheid, en schaafde er net zolang aan
totdat ik ermee naar buiten durfde komen.
„Luis heeft de fado hoog aangeschreven
staan, en vroeg zich soms wat ongerust af of
het allemaal wel echt stijlzuiver was. Maar
ik heb hem gerustgesteld en gezegd: dat is
mijn verantwoording. Daarom heb ik ook
de credits genomen voor de productie. Ei
genlijk wil dat alleen zeggen dat het mijn
keuzes zijn op deze plaat. De productie zelf
is het werk van velen."
Want in Portugal luistert het nauw met de
fado, geboren in de volksbuurten van ha
venstad Lissabon, groot gemaakt door zan
geres Amalia Rodriguez en tegenwoordig
gekoesterd en bewaakt als een soort natio
naal erfgoed. „In de zeventig jaar dat de fa
do bestaat is er voortdurend discussie over
wat nu wel en niet mag. Vroeger hoorde je je
zelfs op een bepaalde manier te kleden: in
het zwart en met een omslagdoek. Maar
voor mij is het geen genre dat voor eeuwig
vastligt. Een stijl kan door de jaren heen
veranderen. Dat zing ik ook in 'Bendita fa
do?'. Ik begin met een regel uit een beroemd
lied van Amalia, 'Estranha forma de vida',
een vreemde manier van leven. Maar ik geef
daarna aan dat ook een andere manier van
leven bezongen kan worden in de fado. Nu
wordt over dit album nog gezegd dat het
niet stij lzuiver isMaar ik weet zeker dat de
ze muziek over twintig jaar ook gewoon
klassiek fadorepertoire is geworden."
„De laatste tijd wordt het genre ook onder
jongeren weer populair. Het mooiste voor
beeld daarvan vind ik Cristina Branco, die
nota bene met teksten van de Nederlandse
dichter Slauerhoff groot succes had in Por
tugal. Terwijl fado's toch altijd typisch Lis-
sabons moesten zijn."
Vreemd genoeg kende Arnauth het genre
nauwelijks toen ze, als eerstejaars studente
diergeneeskunde, met haar omslagdoek het
podium besteeg. De fado raakte een beetje
uit na de Anjerrevolutie van 1974vertelt ze.
„Er was behoefte aan lichtere, vrolijkere
muziek. Wij hadden dan ook geen enkele
fadoplaat in huis."
Zingen had ze altijd al gedaan, van Charles
Aznavour tot Sting, maar bij het instuderen
van dat ene fadonummer ontdekte ze dat
haar stem perfect was voor deze emotionele
muziek. „Ik merkte dat het van alles met mij
te maken had, en dat mijn stem er heel ge
schikt voor was. Je moet namelijk geen
egaal, klassiek stemgeluid hebben, het moet
af en toe ook een beetje kelig klinken."
Een jaar na haar verrassende debuut imi
teerde ze een fadozangeres tijdens een
soundmixshow. Daar ontdekte Mafalda dat
ze niet bewonderd wilde worden voor wat
iemand anders al had gedaan en ze begon
haar eigen nummers te schrijven. Het is ook
de reden dat ze niet ingaat op verzoeken om
repertoire op te nemen van Amalia. „Mis
schien dat ik dat over een paar j aar nog eens
ga doen, maar als mensen nu voor me klap
pen, wil ik dat dat is voor iets dat ik zelf heb
gepresteerd."
De keuze om zangeres te worden heeft ze
nooit gemaakt. Het voltrok zich min of meer
vanzelf. „Nu, na zeven jaar, besef ik eigen
lijk pas dat ik een echte zangeres ben. Nee,
een ster zijn, dat interesseert me minder."
Pas vorig jaar nam ze voor het eerst zangles.
„Toen heb ik pas een lerares gevonden die
mijn stem wilde behandelen als onderdeel
van het geheel. Voor mij kan mijn stem niet
losstaan van mijn lichaam, van mijn ziel, en
heeft zingen ook met het spirituele te ma
ken. Mijn eerste album ging voornamelijk
over mezelf, op mijn tweede stelde ik een
aantal vragen. Dit album is een geschenk
aan het publiek. Ik merk dat mensen troost
en steun vinden in mijn liedjes."
„Er komen ook jongeren naar mijn concer
ten, en zelfs kinderen van een jaar of tien. En
die zijn ook muisstil en geboeid. Ik hoor ook
van moeders dat ze mijn muziek gebruiken
om hun kinderen in slaap te krijgen. Dat
vind ik goed om te horen. Het bewijst dat ik
erin geslaagd ben om de fado wat minder
hard te laten klinken."
Kees Groenenboom
Mafalda Arnauth treedt 7 augustus op tijdens het
Kamermuziekfestival in Den Haag en 24 augus
tus in het Concertgebouw, Amsterdam.