Penthouse in Goes
Heerlijk om de boel opgeknapt te zien
W3I Ontwerpen van echtpaar Eames
WOON
r
Advertentie-exploitatie:
Wnnrd-en Midden-Zeeland: 0113-315520
Tppuws-Vlaanderen: 0114-372770;
Nationaal: 020-4562500.
Redactie: 0113-315680
WVVW.pzc-n'
E-mail: redactie@pzc.nl
Postbus 31,4460 AA Goes.
zaterdag 26 juli 2003
Penthouse in het centrum en toch alle rust.
foto's Willem Mieras
Leven op
het dak
in de stad
De bouw van de Stadspoort in Goes zal waarschijnlijk
een hoop gevloek en getier teweeg hebben gebracht on
der verantwoordelijke ambtenaren en hun nekharen zullen
misschien nog wel overeind gaan staan als de hele Stads
poort-geschiedenis de revue passeert. De komst van het com
plex heeft immers heel wat voeten in aarde gehad. Al voordat
de eerste paal in september 2000 de grond in ging én later tij
dens de bouw, verliep het ook niet altijd even vlotjes; het hei
werk zorgde voor grote beroering en de aanleg van de par
keerkelder bleek ook niet zo simpel als werd aangenomen.
Enfin, later kwam alles weer goed. Inmiddels zijn de 64 ap
partementen, waaronder ook zeven penthouses, allemaal
opgeleverd en, op een enkele na, allemaal bewoond én een
deel van het kantoorgedeelte is in gebruik genomen.
De Stadspoort is een ontwerp
van architect Thijs Zeelen-
berg. Wie in Goes komt, kan
haast niet om zijn gebouw heen.
Het heeft een opvallende vorm
en al even opvallende kleuren.
Wat ook in het oog springt zijn
de prijzen voor de appartemen
ten. Die variëren van 125.000
euro voor een gewoon apparte
ment tot 4 7 50 0 0 euro voor een
'klein' penthousje op de vierde
verdieping van het gebouw.
Drie van de penthouses staan
inmiddels weer te koop. Eén
daarvan ligt naast het pent
house van de Mosselmannetjes.
Ze zitten er nog niet zo gek lang:
Corrie en Hans Mosselman, al
lebei 57 jaar. Ze wonen nu dik
twee weken op het dak van de
Stadspoort, en op een paar do
zen na is het echtpaar helemaal
gesettled. Ja, er moeten hier en
daar nog wat kleine dingetjes
gebeuren, maar het grote werk
zit erop.
„Waar zullen we gaan zitten?"
vraagt Hans Mosselman. In hun
appartement is er keuze uit drie
balkons; twee kleine balkons
aan de schaduwzijde en een
groot terras in de zon. De keus
valt op de zon. Met koffie en thee
voor hun neus begint het echt
paar te vertellen. Dat ze 36 jaar
lang in een boerderij op de grens
van Kruiningen en Yerseke had
den gewoond, dat ze noodge
dwongen moesten verhuizen
omdat Corrie sinds een jaar of
zes last heeft van artrose en dat
ze toch allebei ook een jaartje
ouder worden, dus liever een
woning hebben waar alles ge
lijkvloers is. Een ideale oplos
sing leek hun nieuwe onderko
men; vlak bij het centrum en
tóch rustig. En toen ze een klein
jaar geleden het penthouse gin
gen bezichtigen, was het eigen
lijk liefde op het eerste gezicht;
hij was meteen verliefd op het
grote terras en zij op de vide. En
nu zitten ze hier dan twee we
ken. Van de polder midden in de
stad. Missen ze die rust, ruimte
en dat groen niet? Corrie is in ie
der geval nog niet toegekomen
aan missen. Ze is tot nu toe te
Verliefd op de vide in het penthouse.
druk geweest met de verhui
zing. En Hans, die mist het niet.
Sterker nog, hij komt er nu pas
achter hoe groen en rustig het is
in Goes en hoe ver hij vanaf zijn
terras de wijde wereld in kan
kijken. En het mag gezegd wor
den, de Stadspoort kan dan
gebouwd zijn tussen allemaal
huizen en kantoren, vanaf zijn
balkon valt het op dat Goes
groen is. Maar goed, het is rond
deze tijd van het jaar altijd
groen en inderdaad, je hoort
maar weinig van voorbijrijden
de auto's, toch is en blijft het
balkon onderdeel van een ap
partement midden in een stad.
Vorige maand zaten ze nog in
een tuin midden in de polder no-
tabene. Er moet toch iets zijn
wat ze nu al missen? Corrie mist
haar notenboompje wel, die
stond in haar tuin. Daar ging ze
bij warm weer lekker onder zit
ten, genieten van de schaduw.
Het wordt wel duidelijk, het be
valt de Mosselmannetjes in
Goes. „We voelden ons toch
meer Goesenaar dan Kruinin-
ger of Yersekenaar. Waren meer
op Goes georiënteerd en onze
vrienden zitten hier."
Hij is al gewend aan het 'stadsle
ven'; gaat op de fiets bood
schappen doen of doet 'ns een
bakje koffie in de stad. Zij moet
toch nog wel even wennen. „In
het verleden ging ik af en toe een
middagje naar Goes. Even ge
zellig voor een paar uur de stad
in, bracht ik meteen een bezoek
je aan mijn moeder." Nu moet ze
echt nog wennen aan het idee
dat ze binnen een paar passen in
de stad staat. Om haar verhaal
kracht bij te zetten, vertelt Hans
lachend dat ze binnen 197 pas
sen bij hun favoriete restaurant
zijn. En als ze daar dan een hap
je gaan eten is het volgens Hans,
die naar eigen zeggen van een
pilsje houdt, ook nog eens han
dig dat niemand de BOB hoeft te
zijn. „Mensen zeggen wel eens
tegen me dat ze het niet snappen
dat we op een flatje zijn gaan
wonen. Wat ik dan zeg? Kom
maar eens een keer kijken. "Nee
hoor, wat het echtpaar betreft
zitten er alleen maar voordelen
aan wonen in de stad.
Toch valt er volgens het tweetal
wel één 'maartje' te bespeuren.
Hun dak is voor een groot deel
afgewerkt met glas. „De archi
tect heeft het natuurlijk speels
willen houden, maar wat mij be
treft had 'ie daar wel een oplos
sing voor mogen bedenken. We
kunnen de zon niet buiten hou
den, dus het wordt hier vreselijk
warm." En inderdaad, de ther
mometer in de gang geeft aan
dat het 26,6 graden Celcius is,
terwijl alle deuren tegen elkaar
open staan. Maar dat de deuren
allemaal open staan, vinden ze
geen probleem. Ze voelen zich
boven op het dak van de Stads
poort uiterst veilig en zo vrij als
een vogel. „Het is net of we hier
op vakantie zijn.'
Winnie van Dam
Inde
serie woonberoepen staat
wekelijks een beroep op het
>ied van wonen centraal. De
®eest uiteenlopende personen
tomen aan bod: van stucadoor
en architect tot ambtenaar
welstandscommissie of
glazenwasser. Vandaag: de
interieurverzórgster
foto Peter Nicolai
Naam: Sandra de Zeeuw (39)
Woonplaats: Breskens
Beroep: interieurverzorgster
Belangrijkste gereedschap:
zeem en stofdoek
'Oooooh, ben je maar poetster?' Het
klinkt Sandra de Zeeuw niet vreemd
meer in de oren. „Mensen die dat soort
opmerkingen maken, voelen zich meer
dan anderen. Nou, een poetster is echt
niets minder dan iemand die in de su
permarkt of kapperszaak staat! Wij
werken misschien nog wel harder",
zegt Sandra de Zeeuw strijdvaardig.
En zij kan het weten, want ze was ja
renlang als kapster actief. De geboorte
van haar dochter Naomi en zoon Gino
deed haar besluiten om schaar en
scheerapparaat vaarwel te zeggen. Als
schoonmaakster bij de stichting Thuis
zorg Zeeuws-Vlaanderen is ze veel
flexibeler dan in haar vorige beroep.
„Ik werk 21 uur per week en dat doe ik
echt met ontzettend veel plezier. Poet
sen stond vroeger qua werk misschien
onderaan de ladder, maar het mag best
wat meer worden gewaardeerd. Er zijn
nu heel veel vrouwen die een baan heb
ben, en dan ben je als schoonmaakster
opeens wel goed genoeg", vertelt ze.
Ze weet dat veel schoonmaaksters
zwart werken, maar De Zeeuw koos
daar bewust niet voor. „Deze baan be
tekent veel meer dan schoonmaken. Ik
doe veel meer dan alleen maar poetsen,
het gaat om het woongenot in het alge
meen. Boodschappen doen, een praatje
maken. Je bent ook een soort vertrou
wenspersoon voor veel cliënten. Ik heb
daarom een beroepsgeheim. Wat mij
verteld wordt, moet ik voor me houden.
Ik houd ook in de gaten of het thuiswo-
nen nog wel gaat. En als ze in een dipje
zitten, spreek ik ze moed in."
De Zeeuw schiet hoofdzakelijk oudere
Bressiaanders te hulp, om ervoor te
zorgen dat ze zo lang mogelijk thuis
kunnen wonen. „Dat geeft zoveel vol
doening. Heel veel cliënten kijken echt
uit naar mijn komst. Eerst pakken we
de zorgmap erbij, om te kijken wat er
moet gebeuren. Ik probeer ze wel altijd
te stimuleren om zelf nog dingen te on
dernemen. Alleen als het lichamelijk
nog kan hoor! Ik houd wel van door
pakken. Ze moeten mij regelmatig
afremmen. Ik maak alles zo grondig
mogelijk schoon, ben echt een pietje
precies. Soms een beetje te precies, vin
den sommige cliënten. Toch heb ik nog
altijd het gevoel dat ik te weinig doe. Ik
wil het gewoon zo goed mogelijk doen,
want je neemt toch voor een ochtend
het huishouden van iemand over."
De Zeeuw kan geen enkele huishoude
lijke klus opnoemen die ze veraf
schuwt. „Dat is het leuke aan dit be
roep. Het is heel afwisselend. Ik vind
het heerlijk om de boel weer opgeknapt
te zien. Heb je de ramen gelapt en zie je
ze weer blinken. Dan geeft mij echt vol
doening." Een nadeel dat bij thuis
komst veel van haar werktaken ook
weer op haar wachten, maar dan in pri-
vésfeer? „Nee hoor, helemaal niet! Ik
ben graag bezig, ik kan echt geen mi
nuut rustig op mijn gat zitten. Voor
waarde is wel dat je over goed materi
aal beschikt. En dat je op je houding let,
want rugklachten komen heel vaak
voor bij schoonmaaksters. Ik volg
daarom een cursus, waarin houdingen
centraal staan. Hoe je beste kan reiken,
kan bukken, dat soort dingen. Maar of
ik weieens met tegenzin schoonmaak?
Nooit!"
Raymond de Frel